Oorlog (1)

Ik had me weer eens laten strikken voor een debat over het Palestijns-Israëlische conflict. Zoals dat meestal gaat: een paar die op mogen treden voor de Palestijnen, een paar die op mogen treden voor Israël, met een voorzitter daartussen. Nare discussies zijn het, en erg voorspelbaar. Wie opkomt voor de Palestijnen wordt door de andere kant gezien als een vijand van Israël, met altijd die ondertoon: dus ook tegen de joden.

In het publiek zat iemand die ik vaag kende. Tijdens de discussie stelde ze zich voor, een kennis van mijn familie al van erg lang terug. Joods. Haar dochter woonde in Israël. Ik heb jouw ouders heel goed gekend, begon ze te vertellen, en ik weet dat ze in het verzet zaten en joodse kinderen lieten onderduiken. En hoe kun jij nou opkomen voor de Palestijnen. Ben je dan vergeten wat je moeder heeft gedaan?

Ik was even van slag. Tot op dat moment had ik het nooit over het oorlogsverleden van mijn familie. Ik vond dat dat er niet toe deed. Ik had tenslotte mijn ouders niet uitgekozen, en stel dat ik hele verkeerde ouders had gehad, zou dat wat ik te zeggen had minder waard maken? Ook had ik de schroom van mijn ouders geërfd. Daar praat je niet over. Daar sta je je niet op voor. Dat deed je gewoon omdat je dat hoorde te doen. Ik weet hoe ze zich geërgerd hadden aan al die zogenaamde oorlogshelden, die na de bevrijding tevoorschijn kwamen.

Maar opeens, door de opmerking van de vrouw uit het publiek, werd het me met een flits duidelijk dat ik wel degelijk iets geërfd had dat er toe deed. Een heel basaal gevoel voor onrecht. Mijn moeder was politiek in het geheel niet bewust. Later snapte ze er niets van waarom ik zo nodig links moest zijn. Thuis waren ze van de VVD. Maar dit had ze wel doorgegeven: dat wat die kinderen werd aangedaan, dat mocht niet.

Maakte het uit dat het joodse kinderen waren? Ik geloof het niet. Het waren kinderen die niemand wat gedaan hadden, zo simpel was het. Nu zijn het de Palestijnse kinderen, de kinderen van een onder de voet gelopen volk dat niets anders heeft gedaan dan dat ze de historische pech hadden op een plaats te leven waarvan een ander vervolgd volk vond dat ze er recht op hadden. De slachtoffers van de slachtoffers. En ook de kinderen van de kolonisten, die de pech hebben de kinderen te zijn van mensen die denken dat ze een heilige missie hebben in het veroveren van nog meer land voor de joden.

Het was een vreemd gevoel, opeens, door de opmerking van die vrouw had ik de neiging om mijn moeder te verdedigen, uit te leggen. Ik had geen goede relatie met mijn moeder, het was voortdurend strijd over ongeveer alles, over de neerbuigende manier waarop ze met ‘de hulp’ omging, over haar opmerkingen over de mensen aan de verkeerde kant van de straat die ze ‘ordinair’ vond. En dan zijzelf, met haar rode nagels en haar jas van zeehondenbont.

Eens, toen de groep verraden was, was het haar taak om alle adressen af te fietsen om de onderduikouders te waarschuwen de kinderen meteen ergens anders onder te brengen. Een deel is gered, bij anderen was ze te laat. En bij elk adres liep ze het gevaar dat de Grüne Polizei haar op zou wachten. Toch deed ze het.

Het was bijna zestig jaar nadat het gebeurde alsof ik haar opnieuw kon zien fietsen.

5 gedachten over “Oorlog (1)

  1. Gisteren, al websurfend naar de achttien dooden van Jan Campert, kwam ik bij de geschiedenis van de Bezige Bij. Isdie Jan Meulenbelt in dit stukje jouw vader?

    In juni 1942 kwamen in Amsterdam de eerste oproepen voor joden om zich te melden bij de ‘Zentralstelle für jüdische Auswanderung’. Velen, zowel joodse ouders als illegaal werkende studenten, wilden eerst de joodse kinderen in veiligheid brengen. Wij komen wel terecht, leken de ouders te denken. Op 14 juli 1942 stond Ad Groenendijk, een Utrechtse studente geografie, met negen joodse kinderen uit Amsterdam bij de moeder van haar studiegenoot Jan Meulenbelt op de stoep. Er moest direct hulp worden georganiseerd om de kinderen onderdak te brengen: het Utrechts Kindercomité was geboren, waarvan Geert Lubberhuizen, Anne Maclaine Pont, Rut(ger) Matthijsen, Jan Meulenbelt, Gisela Söhnlein en Hetty Voûte de kern vormden. Meisjesstudenten namen met een lege kinderwagen de trein naar Amsterdam en kwamen met een kind in de wagen weer terug. Vanuit Utrecht werden onderduikadressen door het hele land gezocht. In totaal heeft de Utrechtse groep 360 joodse kinderen gered. De vergelijkbare groep Amsterdamse studenten heeft ongeveer evenveel kinderen ondergebracht.

    De hele webpagina is : http://www.debezigebij.nl/boekboek/show/id33841/framenoid33668

  2. Jan Meulenbelt is mijn oom. Zijn moeder, Jet Luber is dus de oma bij wie ik op zolder geboren ben. Mijn vader, Hein Meulenbelt, zat ergens op het platteland verstopt vanwege de Arbeitseinsatz. Mijn moeder was een van de naamloos gebleven ‘koerierstertjes’ die kinderen naar adressen bracht, en bonkaarten.

  3. Anja,je gevoelens deel ik.Toevallig heb ik de uitzending zondag gezien en ik heb me ook zitten ergeren.Vooral aan het glimlachende meesmuilende hoofd geschud van een van de Cidi jongeren,die zelfs nog te jong was om ooit een oorlog te hebben meegemaakt waar dan ook,vooral als Imad aan het woord was.Wat mij betreft:Prima datje het oorlogsverleden van je ouders erbij haalde.Doorgaan!!Ik doe mee.

  4. Ja Anja, wat dat betreft zul jij het altijd zwaar hebben. Begrip hebben voor Palestijnen betekent niet dat je joden haat. Het is echt ontzettend jammer als mensen dat niet willen inzien. En ja Medi, het was verschrikkelijk die hoofdschuddende en spottend glimlachende cidi jongeren. Maar weet je, met die acties hebben ze alleen laten zien dat ze daadwerkelijk inhumaan zijn door hoe dan ook Israel te verdedigen.

  5. Anja; Je moeder had haar hart op de goede plek zitten als het erop aankwam.
    Ik heb die uitzending die bij #3 wordt besproken niet gezien; jammer. Wat ik wel wil toevoegen aan het commentaar wat Imad gaf bij #4; is dat begrip wel van 2 kanten moet komen; als deze 2 volkeren in de toekomst duurzaam met elkaar in vrede willen leven.
    er is vast wel hoop, als men bedenkt, dat die zogenaamde Cidi niet het gehele israelische volk vertegenwoordigd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *