Met of zonder God

Tiny Kox is op de SP weblog een discussie begonnen over geloof en socialisme, en heeft daar zelf zijn credo aan toegevoegd. Een mooie en wezenlijke discussie.

Toen wij geinstalleerd werden voor het senatorschap moesten we kiezen, de eed of de belofte, met of zonder God. Tineke en ik deden met, Tiny en Ronald zonder, al overwoog de laatste even met de eed mee te doen vanwege de traditie waar hij wel van houdt. Dat kan dus bij de SP, dat je vanuit verschillende inspiratiebronnen bij hetzelfde punt uitkomt.
Lees verder

Wederzijds

Arabische krant

Dat ik veel belangstelling heb voor de Palestijnen is ondertussen wel duidelijk. Maar het is ook wel een beetje wederzijds. Soms komt er iemand van de Palestijnse tv of een Arabische krant met mij of mijn collega’s een interview maken. Dan moeten we altijd de vraag beantwoorden waarom we dit doen. Dat is nog steeds de moeilijkste vraag. Je kunt wel iets zeggen over solidariteit, en dat de Palestijnen mensen zijn waar je heel makkelijk van kunt houden, en dat je je in wilt zetten tegen onrecht en voor de vrede – allemaal waar, en toch net niet wat je zeggen wilt.

Waarom nou net deze ellendeplek, er zijn er toch nog veel meer? Waarom de Palestijnen en niet een van die andere mensengroepen in de knel? Soms denk ik dat je het maar het beste kunt vergelijken met een goed huwelijk. Zou je niet met iemand anders hebben kunnen trouwen? Ja, misschien wel, maar na jarenlang met die ene verbonden te zijn wordt dat een irrelevante vraag.

We hebben het er veel over als we onder elkaar zijn. Wat trekt ons toch terug naar deze rottige zandbak, en deze hopeloze toestand? Wat we wel weten is dat we er beter van worden en rijker terugkomen dan we kwamen. Diep verbonden. Vol energie om er weer tegen aan te gaan. Misschien omdat het op een of andere manier zo wonderlijk wederzijds is – zij vertegenwoordigen voor ons de hoop op een betere wereld, en wij ook voor hen.
Er is ook iets dat zich nauwelijks in woorden laat vangen. Als ik het toch probeer: dat liefde niet alleen maar is wat je van een ander ontvangt. Liefde is ook dat je het beste wat je in je hebt kunt geven. En dat het aankomt, aan de andere kant. Niet om de dankbaarheid, maar om te zien dat het uitmaakt, dat het verschil maakt. Dat is genade. Daar word je gelukkig van.

Terug uit Gaza

Het is hier donker en nat. En zo vreselijk rustig ’s nachts, al woon ik in het midden van de stad. Geen gebalk van ezeltjes, geen gekraai van de hanen, geen geschreeuw van de vissers en geen oproep tot het gebed. En niet met één oor wakker om het geluid van naderende helikopters op te vangen.

Afscheid, altijd emotioneel. Dr. Adnan, die nauwelijks engels spreekt zei: we wait you. En iemand had wat jasmijnbloesems op mijn koffer gelegd.

Afscheid

Afscheid 2

Gisteren moesten we twee grenzen door, bij Ben Gurion en bij Erez. We stonden twee uur langer te wachten dan normaal omdat een van ons in de computer onvindbaar bleek. Het hielp weinig om op de ligica te wijzen: als we niet allemaal in de computer stonden dan waren we nooit Gaza binnengelaten, en als we binnengelaten waren moesten we er toch ook weer uit kunnen. Ondertussen hadden we de tijd om te zien hoe het daar gaat, bij checkpoint Erez. Er was met een ambulance een groep Palestijnen gebracht die voor medische hulp naar Israël moesten. Zware gevallen, want niemand doet dat voor z’n plezier. Lees verder

Zondag, Gaza 22 augustus

Gaza in de morgen

Laatste dag. Te weinig tijd. Deny en Joes gaan huisbezoeken doen, Jan en ik blijven op kantoor om te bemiddelen bij een conflict.

Deny wilde ook een bezoek brengen aan een intifadaslachtoffer. Daar zijn er veel van. Burije kamp. Vier mensen stonden in de deuropening te kijken toen de tanks hun kamp binnenvielen. Bij de eerste schoten werden drie van de vier gedood en de vierde zwaar gewond. Het waren twee broers. De overlevende broer, door een kogel in zijn buik en in zijn arm zwaar gehandicapt trouwde met de weduwe van de dode broer, en werd de vader van de twee kleine kinderen. Zo gebeurt dat hier nog vaak, het is een manier om de weduwe bescherming te bieden, de kinderen in de familie te houden. Maar het team heeft hier meer te doen dan te helpen met de revalidatie, de fysiotherapie, de medische controle. Ratiba, de verpleegster, praat met de vrouw die doodongelukkig is. Haar man dood, binnen het jaar getrouwd met een zwaar gehandicapte, nauwelijks tijd gehad voor de rouw. En vindt dat ze niet mag klagen. Er komt hier bij de hulpverlening zoveel meer bij kijken dan alleen zorgen dat iemand een goede rolstoel heeft.
Lees verder

Zaterdag, Gaza 21 augustus

Huisbezoeken in Jabalya kamp. Het eerste kind is een meisje, Rosana. Geboren met een open ruggetje, geopereerd. Het gaat heel goed met haar, maar ze zal nooit kunnen lopen. Ze is hartstikke slim, een kind waar duidelijk van gehouden wordt. Ze babbelt, kruipt bij Joes op schoot, wil weten waarom ik geen doek op mijn hoofd heb. Enige probleem eigenlijk dat de ouders nog steeds hopen dat hun dochtertje met een operatie nog wel zal kunnen lopen. Onze teams zijn niet erg goed in slecht nieuws gesprekken. En dan natuurlijk dat de vader werkloos is, dat de hele familie op een kamertje woont.

Rosana
Lees verder

Vrijdag, Gaza 20 augustus

Kort verslag vandaag. Niet omdat we niets hebben gedaan, maar omdat we een groot deel van de dag hebben gepraat.

helikopters?

Eerst een bezoekje aan Beit Hanoun, in het noorden. Dat was een dorp tussen de boomgaarden en groene tuinen. Er is niet veel van over. Het is grotendeels verwoest. Systematisch zijn de olijvenbomen en sinaasappelbomen ontworteld door het leger, hectare na hectare na hectare is alleen dor zand over, met daartussen het puin van de huizen die zijn opgeblazen of kapot gebulldozerd. We kwamen niet ver. Nasser zag twee helikopters in de lucht hangen. Niet pluis. Nog voordat we de verwoeste huizen en de geheel vernietigde fabriek bereikten draaiden we om en gingen terug.
Lees verder

Donderdag, Gaza 19 augustus

Nasser heeft overdreven, het was geen tank die gisteren opgeblazen was, maar een pantserwagen, en er zijn geen drie soldaten gedood maar eentje gewond. Zo gaat dat hier soms, geruchten worden groter als ze via via worden doorverteld, tot op de radio of in de krant de echte feiten worden vermeld. Er zijn twee raketten afgeschoten op werkplaatsjes waarvan het leger beweert dat er kassem raketjes worden geproduceerd. Soms is dat waar, soms niet. En het leger heeft weer huisgehouden in het al zo geteisterde Rafah. De wegen zijn afgesloten, Ramadan kan niet naar zijn werk in Khan Younis, en het is de vraag of de mensen van het zuidteam kunnen komen die Jan vanmiddag gaat geven.
Als het goed is zitten Joes en Deny al in het vliegtuig hierheen. Als verrassing gaan we vanavond op het strand eten. Dan krijgt Deny die voor het eerst komt in een keer een flinke overdosis Gaza.
Lees verder

Woensdag, Gaza 18 augustus

jongens

(Voor de nieuwe inloggers: ik ga er vaak van uit dat mensen de voorafgaande geschiedenis al kennen, en ik heb ook al veel geschreven over het Palestijns/Israelische conflict. Maar als iets niet duidelijk is: vraag!)

Onderweg naar het NCCR, naast Nasser in de auto zie ik veel soldaten op straat. Of soldaten- eigenlijk is het dus politie want officieel hebben de Palestijnen geen leger. Nasser vraagt een kennis die langs komt wat er aan de hand is. Hij klikt bezorgd met zijn tong. Mushkela? vraag ik, problemen? Na’ am zegt hij, mushkela en maakt met zijn hand het gebaar alsof hij een pistool afschiet. Verder komen we niet, want mijn Arabisch is ongeveer zo goed als zijn Engels, zo’n 27 woorden.
Lees verder

Kinderen van Gaza

Gaza 365

Mijn vrienden hier lachen er een beetje om. Anja moet weer kinderen fotograferen. Ik kan het niet laten. Al die smoeltjes. Verdrietige, wantrouwige, trotse, verlegen, uitdagende kindersmoeltjes. Branieschoppertjes, toekomstige etterbakjes, daar een kleine diva in de dop, hier een dromerig dichtertje, een tienertje met DON’T TOUCH MY HEART op haar T-shirtje over haar nieuwe borstjes.
Lees verder

Dinsdag, Gaza 17 augustus

Vroeg op. De visafslag onder de flat heeft me al wakker geschreeuwd. Nassir de chauffeur komt me halen. Ik ga iedereen groeten op het centrum, al die mensen die ik nu al jaren ken en die me zo dierbaar zijn. Twee Mohammeds, de dunne en de jonge, Wa’ el, Ghassim, Fatma, Jahya, Reem, Zarifa en Ratiba, die zegt, ‘I feel you family, habibti’. Ik word er elke keer zo ontzettend ontroerd en verlegen van. Maar ik begrijp ook waar het over gaat. Er komen hier bijna geen buitenlanders meer. De meeste grote organisaties hebben hun medewerkers teruggetrokken. Het wordt steeds moeilijker om er in te komen. Zolang wij steeds weer terugkomen, hoe moeilijk ze het ons ook maken, is er hoop.

kinderen Gaza
Lees verder