Verminking een halt toeroepen

FGM10

Of ik op een grote conferentie van Afrikaanse vrouwen in de diaspora over Female Genital Mutilation, vertaal: vrouwenbesnijdenis, even ceremonieel een Trefpunt wilde komen openen, en de aanbevelingen in ontvangst wilde nemen. Want minister Van Ardenne kon niet komen. Ik wilde graag. Niet omdat ik als senator af en toe zulke klusjes moet doen, maar omdat ik ook echt wil weten hoe het staat met de bestrijding van vrouwenbesnijdenis. Ik wilde de vrouwen zelf horen.

FGM01

FGM02

FGM03

FGM04

Het is in ieder geval een kleurrijke zaal vol mensen, meest vrouwen, meest Afrikaans, voornamelijk uit Somalië, Ethiopië en Sudan, en nu woonachtig in Nederland of in de andere landen van Europa. Oudere vrouwen, maar ook de nieuwe generatie, al hier geboren.

Ik val midden in de discussie. Moet FGM strafbaar zijn, ja, dat moet het zeker, maar moet er een aparte wet voor komen? De meeste vrouwen vinden van niet. De wet is meer een steuntje in de rug, om duidelijk de maken dat het echt niet mag. Maar de uitvoering ervan is niet zo eenvoudig. Hoe moet je gaan controleren? In landen waarin kinderen regelmatig medische controle krijgen is dat nog misschien mee te nemen, maar iedereen is tegen aparte controle voor Afrikaanse meisjes. Het stigmatiseert nog verder. Het is een nare ervaring voor de meisjes zelf. Een vrouw zegt: luister, ik woon in Zweden, ik ben heel erg tegen besnijdenis, ik zal dat mijn dochter nooit aandoen. Dus moet ik dan wel toestaan dat ze regelmatig genitaal onderzocht moet worden? Dat is een vervelende ervaring voor een meisje. Ik heb toch geen reden om dat goed te vinden?

Algemeen wordt gedacht aan meer controle op naleving van het verbod op genitale verminking binnen de eigen gemeenschappen. Maar makkelijk is dat nog steeds niet. Een vrouw zegt: als een vriendin van mij naar Afrika gaat, met haar dochtertje, en ik vermoed dat ze die daar gaat laten besnijden, moet ik haar dan aangeven? Een oudere vrouw zegt fel: ja, dat moet je doen, ook al is het je vriendin. We moeten echt laten zien dat het niet meer mag. Maar ondertussen. Als het eenmaal gebeurd is. Moet een meisje dan het gevoel hebben dat haar iets vreselijks is aangedaan, dat haar moeder schuldig is, moeten andere mensen dat weten?

En wanneer blijkt dat in een gezin de meisjes toch zijn besneden? De moeilijkheid is wat je dan moet doen. Als er nog dochters in huis zijn met wie het nog niet is gebeurd kun je die nog redden. Maar als een meisje al besneden is, moet ze dan ook nog meemaken dat haar moeder of vader de gevangenis in gaat, krijgt ze dan niet het gevoel dat zij daar schuld aan is, wordt de stigmatisering dan niet nog erger? Algemeen wordt gedacht dat de wet er vooral moet zijn als symbool. Alleen in het alleruiterste geval moet iemand echt bestraft worden, en verder is het vooral voorlichting, voorlichting en voorlichting, kontakt maken, praten, een voortdurende campagne tot het na deze generatie is afgelopen met de verminking van meisjes.

Een oudere vrouw zegt: wij van mijn generatie zijn allemaal besneden. We nemen dat onze moeders niet kwalijk, die deden dat uit liefde, die dachten dat het zo hoorde. Nu zijn wij het die duidelijk moeten maken dat het niet meer hoeft en ook niet meer mag. Maar laat ons dat doen op onze manier, zonder de relaties kapot te maken.

FGM05

FGM06

FGM07

FGM11

FGM12

Zeeda Mayerhofer Mangeli die in Zwitserland woont vertelt hoeveel er is veranderd, ook voor haar persoonlijk. Vijf jaar geleden zou ik nog niet gedurfd hebben om in een zaal vol mensen, met mannen, witte vrouwen, vrouwen die ouder zijn dan ik te praten over seks, het woord vagina uit te spreken, zegt ze. Wij hadden het vroeger over ‘van onderen’, daar praatte je niet over. Maar nu kunnen we opkomen voor onze eigen rechten en voor die van onze dochters, and thank you brothers, dat jullie ook hier zijn en ons ondersteunen.

Ik praat nog na met een paar vrouwen, en de vrouwen die het hebben georganiseerd, Haweya Abdillalih, van de jongere generatie, Stella Ismail, van de stuurgroep, Maryan Gabay. Ik spreek mijn bewondering uit over de weg die ze hebben afgelegd. Vele jaren geleden waren het blanke feministes die vrouwenbesnijdenis aan de orde stelden, maar wat is het belangrijk dat de vrouwen voor zich zelf spreken, en zeggen hoe ze het hebben willen. Nee, ze zijn niet erg gelukkig met de manier waarop vooral Ayaan Hirsi Ali die zaak heeft aan willen kaarten. Ze spreekt niet namens ons, ze spreekt alleen namens zichzelf, hoor ik van verschillende kanten. En ze heeft mensen de indruk gegeven dat het gaat om een barbaarse gewoonte uit een barbaarse cultuur, ze laat mensen denken dat het te maken heeft met de islam, en dat helpt ons helemaal niet. Een vrouw zegt: mijn moeder was nog analfabeet. Zij wist niet beter. Maar ik heb geleerd. Ik heb de koran gelezen. Het staat er niet in. Ik ben moslim en tégen besnijdenis. Het is een slechte zaak wanneer Nederlanders denken dat het islam is, dat je daar tegen zou moeten vechten. We zijn er ook tegen dat het alleen maar in de hoek van bestraffen komt. Laat het ons zelf maar doen, op onze manier. Echt, over een generatie is het helemaal afgelopen. Ook in Afrika.

Ik praat met Cabdulqaadir Ruumi, een man die me vraagt of ik weet dat tienduizend Somaliërs met een Nederlands paspoort naar Engeland zijn vertrokken, ze wonen daar in de Midlands. Dat wist ik niet. Waarom zijn ze weggegaan? Deels om economische redenen, omdat ze geen werk konden krijgen in Nederland. Maar ook omdat ze het gevoel hebben dat ze hier niet zichzelf mogen zijn, met hun cultuur en met hun religie. Nu verleren de kinderen die Nederlands hebben geleerd heel snel hun taal weer, terwijl ze wel een Nederlands paspoort hebben. Vind ik dat niet erg? Ik vind het erg.

FGM08

In de trein terug lees ik wat Stella me heeft gegeven:

Ik heb het kwaad een halt toegeroepen.
Mijn dierbaren hebben een deel van mijn lichaam afgenomen.
Zonder besef van de gevolgen.
Terwijl het hun bedoeling was om goed traditie voort te zetten.
Het gevolg was pijnlijk en onherstelbaar.
Maar het heeft me gevormd tot wie ik ben geworden.
Voor mij is het te laat, maar voor de volgende generatie meisjes
zal de faraonische besnijdenis voorgoed tot het verleden horen.

15 gedachten over “Verminking een halt toeroepen

  1. Een fantastische, indrukwekkende en bemoedigende ontwikkeling! Heel belangrijk dat de betrokken vrouwen dit zélf aanpakken. En ook, dat heel duidelijk wordt gemaakt dat het een kwestie is van cultuur, niet van de Islam.
    Wel denk ik dat élk meisje, dat nu nog met deze verminking wordt bedreigd, gered moet worden. En daarvoor moet alles wijken, dus desnoods aangifte doen!

  2. Na alle commotie en verwarring en vervreemding van de laatste tijd voelt het als een weldaad te horen dat er ook nog grootse positieve ontwikkelingen zijn. De bestrijding van de vrouwenbesnijdenis -inderdaad is vrouwenverminking een treffender woord- is al vele jaren een gigantisch bolwerk door de complexiteit ervan. Het is fantastisch dat er nu openheid is onder de vrouwen die het werkelijk aangaat, namelijk de vrouwen die het aan den lijve ondervonden hebben of in hun naaste kring hebben meegemaakt(en nog meemaken)

  3. het is wel eens bij netwerk geweest, somalische gezinnen die naar engeland zijn vertrokken. Maar daar was het juist omdat ze een nederlands paspoort hebben, ze ook nederlandse les krijgen dat is daar zo bij de wet geregeld. dat vooral de jonge meisjes via de kabel nog steeds goede tijden slechte tijden kijken. En ook hun voorkeur voor bepaald nederlands voedsel hebben en dat die speciaal uit nederland wordt geexporteert. Dat die gezinnen vonden dat het in nederland te moeilijk was om voor zichzelf te beginnen, het hun te gemakkelijk gemaakt werdt om van een uitkering te blijven leven. De meesten hebben dan ook nu hun eigen zaak.

  4. Ik vraag me af of het niet passender zou zijn om besnijdenis überhaupt als genitale verminkingspraktijk ter discussie te stellen en dat te doen binnen de gemeenschappen waarin we (als ik even de situatie hier in Nederland beschouw) enerzijds een bij wet verboden besnijdenis van meisjes kennen en anderzijds een weer wél bij wet toegestane besnijdenis van jongens hebben.

    De situatie is nu toch zo dat een groot aantal gemeenschappen in Afrikaanse landen geen moreel probleem zien in het verrichten van vrouwenbesnijdenis juist omdat deze praktijk ook geen morele (en misschien ook wel geen wettelijke) bezwaren oproept als deze wordt toegepast op jongens.

    De vraag is ook of wij vanuit een land waarin besnijdenis enerzijds wel, anderzijds niet strafbaar is (afhankelijk van of degene op wie het wordt toegepast als jongen of als meisje is geboren) aan (Afrikaanse) gemeenschappen in Nederland en andere Europese landen kunnen uitleggen dat alleen de vrouwenbesnijdenis als een vorm van genitale verminking moet worden beschouwd. En dat terwijl we inmiddels weten dat er ook bij besneden jongens wel degelijk sprake is van lichamelijke verminking.

  5. David, ik zou maar luisteren naar de vrouwen die het heft zelf in handen nemen en heel goed weten wat ze doen. Er is geen aparte wet nodig voor vrouwenbesnijdenis zeggen ze. Het is voldoende dat het besef doordringt dat het gaat om verminking en dat dat niet mag. Het lijkt me op dit moment geen sterk punt om daar de besnijdenis van mannen bij te halen, met name omdat daar onder de bevolkingsgroepen die het betreft, joden en moslims, vrijwel geen draagvlak voor is. De strijd tegen vrouwenbesnijdenis kan niet gaan zitten wachten tot dat draagvlak er wel is, en van mannenbesnijdenis een politiek punt maken heeft op dit moment geen schijn van kans. Dus nog eens: laat het maar aan de vrouwen over en ondersteun ze.

  6. In antwoord op reactie 5, zou ik toch willen stellen dat de morele verwerpelijkheid van de vrouwenbesnijdenis niet ligt in het feit dat het gaat om een besnijdenispraktijk voor zover die op meisjes wordt toegepast, maar veel meer in het besnijden als zodanig, ongeacht of daar mannen of vrouwen het slachtoffer van zijn.

    Het feit dat er nu geen draagvlak zou zijn voor het ter discussie stellen van de besnijdenis van jongens wil nog niet zeggen dat de discussie over jongensbesnijdenis dan ook helemaal niet gevoerd zou moeten worden.

    Het onder de aandacht brengen van vrouwenbesnijdenis is natuurlijk een goede zaak, en het zal ook niet aan draagvlak ook onder de grote partijen in Eerste en Tweede Kamer ontbreken om deze praktijk te veroordelen, ook als die buiten Nederland op legale wijze nog kan worden uitgevoerd. Maar het op zijn minst ter discussie willen stellen van de nu nog wél gelegaliseerde jongensbesnijdenis (er bestaan hier zelfs 4, door overheidssteun gefaciliteerde besnijdenisklinieken) zou toch geen slechte zaak zijn. Juist een partij als de SP moet staan voor menswaardigheid en gelijkwaardigheid en in het verzet van groeperingen die de praktijk van genitale verminking onder de aandacht willen brengen, een aanleiding zien om deze praktijk als zodanig ter discussie te willen stellen. Omdat er alle reden voor is deze vorm van onnodige en onvrijwillige lichamelijke verminking niet alleen komende generaties vrouwen, maar ook mannen te doen besparen.

    We moeten ook hier een toekomst waarin ook op het punt van een algeheel verbod op het doen van besnijdenis, een gelijkwaardigheid van man en vrouw is te realiseren, niet als een onmogelijke opgave ter zijde schuiven. Een moeilijke opgave, dat zal het zeker wel zijn, maar als draagvlak bij bepaalde groeperingen zou ontbreken, dan zouden we dat toch in ieder geval moeten helpen te creëren. En daarbij, om te beginnen, de discussie met vertegenwoordigers van deze groeperingen ook willen aangaan.

  7. @ David Tompot (4 en 6):

    Er is een heel groot verschil tussen besnijdenis bij meisjes en jongens. De inegreep betekent bij meisjes werkelijk een schending van de integriteit van het lichaam, en heeft tot gevolg dat sexueel genot onmogelijk wordt of op z’n minst belemmerd. Bij jongens gaat het slechts om verwijdering van de voorhuid, die het sexueel genot niet aantast, integendeel, volgens sommige “ervaringsdeskundigen”(zoals ik zelf) veeleer vergroot. Soms is besnijdenis van jongens trouwens medisch geïndiceerd (wegens een te nauwe voorhuid).

  8. Reactie op 7 (Olav Meijer)

    Dat er situaties zijn waarin mannen er zelf voor kiézen om een besnijdenis te ondergaan, wegens cultureel gedragen overtuiging of juist om een opwindender sexleven te krijgen (of allebei), neemt niet weg dat er een aanzienlijk aantal van in het verleden besneden mannen zijn die als kind deze ‘ingreep’ gedwongen hebben moeten ondergaan, zonder daar zelf voor gekozen te hebben, maar ook zonder dat er noodzaak toe was.

    Een op deze wijze gepleegde inbreuk op het lichaam van een jongen, die onder dwang een ‘behandeling’ moet ondergaan waarbij een (groot) deel van de voorhuid van zijn penis wordt weggehaald, is toch te beschouwen als een inbreuk op de lichamelijke integriteit van die persoon. Een inbreuk op de lichamelijke integriteit met mógelijk schadelijke gevolgen voor later, want natuurlijk zullen er ook mannen zijn die in hun latere leven van die ingreep geen schadelijke gevolgen ondervinden. Toch moeten we er voor oppassen niet te snel de conclusie te trekken dat het aantal mannen dat wel schadelijke gevolgen ondervindt van deze besnijdenis, verwaarloosbaar klein zal zijn, welke conclusie dan getrokken wordt uit de tezamen opgevoerde veronderstellingen dat (1) er velen zijn voor wie de besnijdenis juist positieve effecten had en dat (2) er nog geen wetenschappelijk bewijs is gekomen voor de stelling dat de jongensbesnijdenis wél schadelijke gevolgen voor het (sex)leven van een man heeft.

    Ieder kind, jongen of meisje, moet in een maatschappij waarin de mensenrechten in woord en daad gerespecteerd worden, beschermd worden tegen de door zijn ouders onder dwang, zonder daarin zelf te willen en kúnnen hebben toegestemd, en zonder noodzaak gepleegde daad van lichamelijke verminking, hoe klein en onschuldig die ook (op het eerste gezicht) lijkt. En zolang ook niet vaststaat dat een verrichte besnijdenis op geen enkele wijze de latere gezondheid van de persoon op wie deze daad is verricht kan schaden, is dat een extra argument om het besnijden als zodanig en verricht op iemand die daar niet zelf voor heeft kunnen kiezen, ter discussie ter stellen.

    Dat laatste moeten we te meer doen, daar het nodig is om helder en precies te bepalen onder welke voorwaarden besnijdenis in de toekomst wél mogelijk moet blijven. Iemand die namelijk wél vrijwillig er voor kiest om een besnijdenis te ondergaan (op een leeftijd vanaf, bv., 16 jaar) moet dat natuurlijk kunnen doen. Alleen die situatie is een heel andere, omdat de besnijdenis dan wél een handeling is die de persoon vanuit een vrijwillige en weloverwogen keuze zelf kiest te ondergaan en is de ingreep er een die de persoon dus op eigen (medisch of anderzins) gegronde redenen maakt.

    Ontoelaatbaar echter moet echter die vorm van besnijdenis zijn, waarin (al dan niet bij wet) is toegestaan dat besnijdenis door leden van bepaalde gemeenschappen als een handeling van ‘inwijding’ of als symbool van reinheid mag worden uitgevoerd op hun kind, op iemand die (zoals gezegd) daar niet zelf voor heeft kunnen kiezen, die dat onder dwang moet ondergaan en daar mogelijk later ook schadelijke gevolgen van ondervindt. En dat om redenen die ouders (waar dan ook) ook beslist op andere wijze kunnen ‘mededelen’, via het woord (communicatie, opvoeding) in plaats van door het laten verrichten van een incisie op het geslachtsdeel van hun zoon/dochter.

  9. @ David Tompot (8):

    Ik kan mij werkelijk niets voorstellen bij “mogelijke schadelijke gevolgen voor later” waar het besnijdenis bij jongens betreft. Is het wel zinvol om een dergelijk diep geworteld cultureel gebruik -bij vele andere niet-islamitische volkeren bestaan ook rituele vormen van inwijding in de volwassenheid- te bestrijden? Het lijkt mij een nogal theoretisch debat en een gevecht tegen windmolens.

  10. Een schuchtere reactie van een vrouw, die dit een heel moeilijk en onvoorstelbaar onderwerp vindt:

    Besnijdenis van jongens staat, Anja zegt het hierboven ook, op een heel andere agenda dan besnijdenis van meisjes. De jongensbesnijdenis lijkt voor mij, buitenstaander, op een veel breder gedragen en geaccepteerde en ook nog eens een veel bredere culturele basis te berusten. Ik heb een aantal mannelijke vrienden in Amerika, maar ook hier in Nederland, die er geen geheim van maken, besneden te zijn. Niet uit religieuze of culturele, maar uit ‘sanitaire’ overwegingen. Dat is een heel andere discussie en context dan de drastische en beschadigende vrouwenbesnijdenis waartegen (bepaalde, niet alle) moslimvrouwen nu zich teweerstellen.

    Dat gevecht, dat protest maakt m.i. deel uit van een heel ander verhaal dan de mannenbesnijdenis. Het verhaal van emancipatie, van vrij willen zijn van onderdrukking, het verhaal van ‘onze’ westerse waarden. Ik vertaal het misschien onhandig, want nogmaals, voor mij als buitenstaander is vrouwenbesnijdenis onvoorstelbaar – maar voor mij is mannnenbesnijdenis een ‘normaal’ gegeven feit waarmee ik uit eigen ervaring vertrouwd ben.

    Dat neemt niet weg dat ik vind dat ik goed naar David moet luisteren. Hij stelt met nadruk ook de integriteit van jongens ter discussie en dat is voor mij nieuw. Je maakt me ook wel nieuwsgierig, David. Ben je boos omdat besnijdenis jou persoonlijk is aangedaan? Of vind je in het algemeen dat mannen- en vrouwenbesnijdenis op één lijn moeten worden gezet? dat zijn de vragen die ik me stel als ik je bijdragen hier lees.

    Kun je je vinden in het feit, dat het twee volstrekt verschillende discussies zijn, de besnijdenis van vrouwen en die van mannen?

  11. Voor zowel de jongens- als de meisjesbesnijdenis is er sprake van het toepassen van een chirurgische ingreep en wel een die onomkeerbaar is. Bij jongensbesnijdenis is het weghalen van de voorhuid rond de penis niet alleen als een ingreep te beschouwen, maar ook als een vorm van genitale, lichamelijke verminking.

    Bij vrouwenbesnijdenis is de reden duidelijk waarom het hier, in Nederland en in de meeste westerse landen wordt afgekeurd: men beschouwt het, inderdaad, als een vorm van lichamelijke verminking (met mogelijke schadelijke gevolgen voor later) en het toepassen van deze besnijdenis op meisjes wordt ook beschouwd als een aantasting van de lichamelijke integriteit.

    De fundamentele vraag blijft waarom deze zelfde argumenten niet zouden gelden voor mannenbesnijdenis. Want het gaat ook hier zéker om een aantasting van de lichamelijke integriteit, er wordt immers een deel van het geslachtsdeel weggehaald, en wel precies dat deel dat specifiek (in onderscheid tot alle andere delen van de huid, een zeer grote, ‘functionele’ gevoeligheid heeft. En bij mannenbesnijdenis gaat het ook wel degelijk over verminking, het gaat immers niet om een overbodig stukje ‘huid’ dat weggehaald kan worden omdat het nergens toe dient (of omdat het weghalen daarvan goed zou zijn voor de hygiene, een argument dat overigens nooit wetenschappelijk is bewezen). Bovendien kan het (vroegtijdig) weghalen van de voorhuid ook schadelijke gevolgen hebben voor de psychologische (relatie ouders-kind) en sociale ontwikkeling voor degene die deze besnijdenis moet ondergaan (informatie die onder andere te vinden is op http://www.cirg.org).

    Een fundamenteel mensenrecht als bescherming van de lichamelijke integriteit is een mensen-recht, hetgeen betekent dat als vrouwenbesnijdenis als verwerpelijk geldt juist omdat het een inbreuk is op de lichamelijke integriteit, dit dan ook zou moeten gelden voor de mannenbesnijdenis. Deze fundamentele reden zou eigenlijk al een voldoende grond moeten zijn om niet vrouwenbesnijdenis alleen, maar besnijdenis als zodanig te verwerpen (zonder nog discriminatie te maken op grond van geslacht – wat op zich ook al een schending van een grondrechtsprincipe is: de gelijkwaardigheid van man en vrouw) en als we het verdrag van de mensenrechten ook op dit gebied zouden uitvoeren, deze praktijk van onvrijwillig ondergane, onder dwang uitgevoerde besnijdenis ook te verbieden.

    In een moderne samenleving waarin gelijkwaardigheid en keuzevrijheid fundamentele waarden zijn, laten we niet mensen besneden worden, maar geven we mensen zélf de keuze om zichzelf te laten besnijden. Dan kan het nog steeds deel uitmaken van een cultureel of gemeenschappelijk gedragen inwijdingsritueel, maar met een groot verschil: degene die besneden is heeft zelf bewust die keuze gemaakt.

    De emancipatie die we in de moderne samenleving óók nastreven, moet er een worden waarin de mensen, of ze nu als man of vrouw geboren zijn, zich op gelijke mate moeten kunnen losmaken van de culturele en religieuze waarden die binnen gemeenschappen als bindende waarden worden beschouwd. Het onverminderd handhaven van de praktijk van gedwongen besnijdenis is niet een stap op weg naar deze verder voortgaande emancipatie, maar eerder een fundamentele ontkenning in het recht op zelfbeschikking dat we als mensen behoren te hebben, waarbinnen ieder ook, in wat voor relatie die zich ook verhoudt tot de ander, de lichamelijke (en geestelijke – mensen moeten ook niet onder psychische dwang gezet worden voor het maken van een keuze) integriteit van de ander (hoe klein die ook is) respecteert.

  12. @ David Tompot (11):

    Mijn argumenten zal ik niet herhalen (nrs. 7 en 9). Maar de relevantie van jouw link naar de Cancer International Reserach Group ontgaat me.

  13. Voor de dsicussie tussen Olav en David – stel ik voor om het woord “besnijdenis” zogezegd even weg te gooien. (Te deconstueren, zo je wilt.)
    Voor jongens betekent de ingreep x: heel even een beetje pijn (op latere leeftijd is het wat zwaarder) plassen kan prima na de ingreep, sexueel functioneren ook en de dames met wie deze heren gemeenschap hebben, hebben minder kans op baarmoederhalskanker.
    Voor meisjes betekent de ingreep waar we over praten: een zeer pijnlijke aangelegenheid op het moment zelf, plassen is na afloop en soms levenslang een ramp, sexueel functioneen is als het om orgasmes gaat onmogelijk, neuken kan soms alleen maar na weer een nieuwe ingreep (andermaal pijn) en ook dan blijft neuken zeer doen (zo is mij verteld) kinderen baren is pijnlijker en gevaarlijker dan nodig (als je ‘in’scheurt, ben je niet met een paar hechtinkjes klaar, maar zijn oude verlittekende weefsels opnieuw beschadigd) en qua algehele gezondheid heb je als dame voortdurend te kampen met allerlei vaginale infecties.
    (Lieve lezers m/v, nu even doorademen en losschudden….)
    Ik stel voor, om deze twee ingrepen nooit meer met dezelfde naam aan te duiden.
    David, als jij de vraag wil stellen: ‘welk recht hebben ouders om een jongensbaby van 7 dagen oud (joods) of 7 jaar oud (islamitisch) een medisch niet noodzakelijk ingreep te laten ondergaan?’ dan heb je mijn zegen. MIjn antwoord is trouwens, dat het medisch niet beschadigend is en een oud religieus gebruik. En hoeverre het daarmee ‘goed’ of ‘kwaad’ is of iets er tussen in, och, tja..
    Maar genitale verminking – brr. (Bovendien niet islamitisch. Kan ook geen kwaad om keer op keer te vermelden.)
    Veel groeten,
    Jolande

  14. Bij jongensbesnijdenis wordt bij jongens onder dwang een stuk lichaamsweefsel weggehaald, zonder medische noodzaak. De behandeling is bovendien onomkeerbaar. De voorhuid dient ter bescherming van de eikel, zoals een ooglid dient ter bescherming van het oog.
    De argumenten van Olav Meijer (reactie 9)om hier niet tegen op te treden zijn echt stuitend: louter en alleen omdat het gebruik zo diep geworteld is zou je niet de moeite hoeven nemen om het te bestrijden. Echter, een gebruik moet worden bestreden als het in strijd is met fundamentele mensenrechten, dat het ingeburgerd is een samenleving zou er niet toe moeten doen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *