De keuzes van Marokkaanse meisjes (1)

De keuzes van Marokkaanse meisjes

Zo ligt de beeldvorming op dit moment ongeveer: Marokkaanse meiden doen het prima, het zijn de Marokkaanse jongens waar het slecht mee gaat en die bij de meiden achterblijven.
Klopt dat?

Nee, zeiden gisteren in een zaaltje in de Leidse Universiteit een paar onderzoekers die zich bezighouden met de ontwikkelingen in migrantengroepen in Nederland, en deze keer met name de Marokkaanse Nederlanders. Een bijeenkomst die me veel bevestiging gaf voor de gedachten die ik door de contacten met moslima’s al aan het vormen ben, en die me ook weer terugvoerde naar veel van de ontwikkelingen en de vorming van inzichten destijds, aan het begin van de vorige emancipatiegolf, dertig, vijf en dertig jaar geleden. Alsof alle grote thema’s in een wat andere vorm weer terugkomen.


(Leen Sterckx)


(Carolien Bouw)

Carolien Bouw en Leen Sterckx, twee van de onderzoeksters van de studie die door Siswo en SCP werd uitgevoerd, en nu door het ISIM (International Institute for the Study of Islam in the Modern World) en IMES (Institute for Migration and Ethnic Studies, University of Amsterdam) waren aanwezig. Stercks deed het woord en vertelde tussen neus en lippen door dat de onderzoeksters zelf vaak uit een arbeidersgezin kwamen, en daardoor herkenden wat de meiden, tweede generatie migranten, meemaakten. Een hele relevante opmerking, vond ik. Want voor de ‘klasse-emancipatie’ onder geboren Nederlanders hebben we eigenlijk nauwelijks taal, nog steeds niet, maar er zijn veel overeenkomsten tussen wat een arbeidersklasse dochter hier meemaakt en wat tweede generatie migrantendochters beleven. Ik kom daar nog op terug.

Het onderzoek gaat over meisjes en jonge vrouwen tussen de 15 en de 30, en gaat over hun levenskeuzes. Het is een groep die sociaal aan het stijgen is. Ze doen het al veel beter dan hun ouders, die vaak nauwelijks onderwijs hebben gehad, waarvan de moeders, als ze al werken, vaak ongeschoold werk doen. Die ontwikkeling gaat heel snel: de jongere zusjes en broertjes doen het wat opleiding betreft zelfs al weer beter dan de oudere. Er is een grote inhaalslag gaande, binnen de tijdspanne van één generatie. Daarbij is het opvallend dat er op het niveau van onderwijs en opleiding weinig verschil is tussen de jongens en de meisjes. De jongens doen het op de Cito-toetsen nog wat beter, de meisjes krijgen vaak wat betere schooladviezen. Wat er mee te maken kan hebben dat leerkrachten meer vertrouwen hebben in de bravere meiden. Maar verder is er nog weinig verschil.

De meeste jongeren gaan naar scholen dicht bij huis. Met name de meisjes worden vaker op scholen geplaatst waarvoor ze niet ver hoeven, niet met het openbaar vervoer hoeven. Dat worden dus vaak ‘zwarte’ scholen, of Islamitische scholen die in feite ook ‘zwarte’ scholen zijn. Islamitische scholen doen het beter dan niet-Islamitische scholen, er is meer rust en discipline, er is zeker voor de meisjes meer veiligheid, maar de Islamitische scholen blijven weer wat achter bij de autochtone scholen. Met andere woorden: Islamitische scholen kunnen een pré zijn voor meisjes, de ouders vinden het er veilig, de meisjes zelf vinden het er vaak prettiger dan op scholen waar ze gepest en lastig gevallen kunnen worden.

De meiden zitten vaak tussen twee idealen voor de toekomst. De ene is dat ze een goede opleiding af willen maken. De ouders willen vaak het beste voor hun kinderen, ook voor de meisjes. Ze gaan er van uit dat ze niet meer terug zullen gaan naar Marokko, de meiden moeten het hier ook kunnen redden. Een huwelijk kan stuk lopen, je kunt te maken hebben met werkloosheid van je man. De meiden gaan vaak graag naar school. Ze schoppen geen herrie, ze studeren hard. Ze zijn vaak de lievelingsleerlingen van de leerkrachten. Leuk toch, om zo’n meisje met hoofddoek goede cijfers te kunnen geven en haar te helpen met hun emancipatie.
Het tweede ideaal is dat van een goed huwelijk en een leuk gezin. Om in de eigen Marokkaanse gemeenschap ‘geslaagd’ te zijn is een diploma niet voldoende. Je moet dus niet te lang wachten met trouwen en kinderen krijgen.

Die twee idealen, een nieuw ideaal en een traditioneel ideaal staan met elkaar in spanning. Want het vinden van een geschikte partner wordt er niet simpeler op als je ouder wordt en hoger opgeleid bent.

Hier kreeg ik allerlei associaties met het bekende dilemma van zich emanciperende vrouwen vroeger. Want ook toen was dit voor autochtone jonge vrouwen een vraag: als ik me te ver emancipeer krijg ik dan nog een leuke partner, gezien het feit dat mannen in doorsnee liever iemand hebben op wie ze teder kunnen neerkijken? Ik herinner me de kaart die ik tekende: er zitten twee vrouwen op een bankje, de ene met een baby op schoot, de ander met een studieboek. In het denkwolkje van die met het boek staat: was ik maar moeder geworden. In het denkwolkje van die met de baby staat: was ik maar niet van school afgegaan.

Kortom: ook voor zich emanciperende Marokkaanse meisjes is het vinden van een balans tussen die twee idealen niet simpel. Door buitenstaanders wordt dat nog al eens aan de cultuur of nog erger, aan de islam geweten. Terwijl het niets meer en niets minder is dan de spanning die plaats vindt in elke golf vrouwenemancipatie, zogauw de vrouwen sneller gaan dan de mannen. Ze krijgen te maken, niet alleen met de arbeidsmarkt, maar ook met de ‘markt van de partnerkeuze’. En dit is volgens mij de achtergrond bij het probleem van de ‘importhuwelijken’ dat slecht begrepen wordt. Als nu zo’n driekwart van de Marokkanen een partner haalt uit het land van herkomst hebben we het vooral over de mannen die in Nederland geen partner kunnen vinden onder de als veeleisend ervaren want goed opgeleide en zelfstandige meiden.

Morgen tweede deel

3 gedachten over “De keuzes van Marokkaanse meisjes (1)

  1. Beste Anja,

    Goed en duidelijk stuk en volgens mij inderdaad helemaal waar! Volgens mij zit er ook een duidelijk raakvlak met de emancipatie van vrouwen (vroeger) uit (autochtone) (arbeiders)gezinnen. Logisch gevolg van het feit dat Marokkaanse mannen geen partner kunnen vinden onder de veeleisende zelfstandige meiden leidt er andersom ook toe dat die meiden moeilijk een partner onder de Marokkaanse mannen vinden in Nederland. In mijn directe omgeving zie ik veel Marokkaanse meiden hun partner kiezen uit niet-Marokkaanse moslimgroeperingen, zoals Nederlandse moslimmannen, Egyptenaren, Irakezen, Palestijnen, Libanezen en moslims van Surinaamse oorsprong. Grappig genoeg ben ik zelf wel getrouwd met een intellectueel van Marokkaanse afkomst, die ik echter wel in Frankrijk heb ontmoet. Vreemd genoeg lijken er in Marokko zelf veel meer hoogopgeleide Marokkaanse mannen te zijn dan in Nederland. Geen wonder dat een importhuwelijk of een huwelijk met een man van andere nationaliteit een reële optie wordt.

  2. Mischien een beetje offtopic maar Ik heb ooit ergens vernomen uit een onderzoek naar dat verschil in ontwikkeling tussen Marokkaanse jongens en Marokkaanse Meisjes dat de jongens een taal achterstand oplopen door cultuur. Deze taal achterstand komt doordat in veel gezinnen het cultuur is om met meisjes te zingen en kinderspelletjes te doen als ze nog baby zijn zoals dat in autochtonen gezinnen normaal is maar dit bij de jongens niet of weinig gedaan word omdat het niet stoer genoeg is voor jongens. Wat blijkt is dat dit vertroetelen belangrijk is voor de taal ontwikkeling van de baby. In deze leeftijd zijn in de hersenen juist deze ontwikkelingen aan de orde en zijn bepaalend voor de rest van het leven. Wat je ziet is dat Marokkaanse Meisjes vaak een hoge opleiding kunnen volgen en Marokkaanse jongens het lagerberoeps onderwijs niet eens afmaken en kansloos worden op de nederlandse arbeidsmarkt met alle gevolgen van dien.
    ( aldus het onderzoek )

    Er waren ooit politici in den landen die vonden dat je marokkaanen die geen goed nederlands wilden/konden spreken moest straffen ( korting op uitkering e.d. ). Ook over inburgerings cursusen werd/word te lichtzinnig gedacht.

    Een bewustzijns cursus is in deze meer op zijn plaats ben ik van mening.

  3. Je commentaar is geheel on-topic, Greasle, maar het klopt niet. Wat blijkt is dat er nauwelijks verschil is tussen de gemiddelde schoolprestaties en het opleidingsniveau van Marokkaanse jongens en meisjes. De meesten van hen hebben een grote inhaalslag gemaakt ten opzichte van het opleidingsniveau van hun ouders, en dat in één generatie. Dat er uiteindelijk wel verschillen zijn in waar die opleiding toe leidt ligt aan andere zaken, en die leg ik uit in de volgende aflevering.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *