Dagboek, 24 januari 2007

Thuis. Het is niet ver weg, Gaza, in uren en kilometers reizen gerekend. En ik was maar een paar dagen weg. Toch voelt het elke keer alsof ik geheel ben ondergedompeld in die andere wereld en deze weer moet leren kennen. Nederland voelt vreemd, de eerste dagen. Waar maken mensen zich druk over, wat doen ze raar. Wat een opgeklopte kippendrift over niks. Dat gaat weer over, en dan maak ik me net zo druk over de kleinigheden.

Onderweg begon het al. Door de security op Ben Goerion. Die vragen die je moet beantwoorden. Waar in Israel verbleef u? Ik was niet in Israel, ik was in Gaza. Meteen die bijna onmerkbare schok. Dan wordt er een hoger type bijgehaald. Wat ik daar deed, in Gaza. Werken met gehandicapten. Waarom in Gaza? Omdat ze het daar nodig hebben. Maar waarom in Gaza, zijn er geen andere landen waar de gehandicapten hulp nodig hebben? Hoe moet je dat beantwoorden? Het is alsof ze je vragen waarom je met die ene bent getrouwd en niet met een van die miljoenen anderen. Nou, deze vond ik leuk. Elke keer moet ik me inhouden om niet kribbig of cynisch te reageren, want met een beetje pech kost je dat dan nog een half uur. Dus beleefd zeg ik nog eens dat ik in Gaza was, de nood zag, en dat ik daar wat aan wilde doen. Gewoon. En een ander land? Nou misschien in de toekomst, als ze ons in Gaza niet meer nodig hebben.

Drie keer dezelfde vragen beantwoorden, daarna konden we door. Israelische kranten lezen. In Gaza was vroeger Haaretz nog te krijgen, nu niet meer. In het halve uurtje dat ik ’s ochtends op het kantoor heb om mijn weblog bij te werken, en mijn dringendste email te beantwoorden, plus nog wat pauzes van tien minuten, kom ik er niet toe om naar het nieuws te surfen, laat staan dat in Nederland. Nu hebben we de tijd. Haaretz, The Jerusalem Report, The Jerusalem Post.

In Haaretz een artikel over Yad Vashem, het herdenkingsoord voor de holocaust. Een van de dingen die ze doen is om Righteous Gentiles te bekronen, goyim, niet-joden die tijdens de holocaust joden hebben gered. Ik zoek naar een vertaling: rechtvaardigen. 21.000 niet-joden zijn geregistreerd, waaronder 4513 Nederlanders. Nu is er nieuws: voor het eerst wordt een Arabier, de Tunesier Khaled Abd al-Wahab voorgedragen, die volgens overlevende Anny Boukris haar en 24 van haar familieleden op zijn boerderij heeft onder laten duiken, tot het eind van de nazi bezetting. Abd al-Wahib is al dood, en het is de vraag of zijn naam in aanmerking komt, al voldoet hij aan alle criteria. Want hij is een Arabier.

Dr. Robert Satloff, een Amerikaanse jood, heeft het onderzoek gedaan. Er waren meer Arabieren die joden hielpen, zegt hij, maar de Yad Vashem onderzoekers waren niet erg gemotiveerd om ze op te sporen, en de Arabieren in kwestie waren onder de huidige politieke omstandigheden ook niet erg gemotiveerd om gevonden te worden. Wie wil er naar Jeruzalem om een prijs in ontvangst te nemen?

Toch is het belangrijk, zegt Satloff. Want de lessen van de holocaust hebben in de Arabische wereld geen betekenis meer. Terwijl, juist met de holocaust ontkenning van Ahmadinejad, het belangrijk zou zijn voor de Arabische wereld als ze weten dat er ook Arabieren waren die geprobeerd hebben joden te redden. En er zijn meer verhalen, zegt Satloff. Imams in Algiers bijvoorbeeld, die een fatwa uitvaardigden dat moslims geen gebruik mochten maken van de bezittingen die van joden waren gestolen. Er waren meer Arabieren die hun leven waagden om joden te redden.

Mooi, denk ik, tot de uitsmijter komt. Dat de Arabieren meer zouden moeten weten van de holocaust is vooral bedoeld als educatief middel. Om allereerst genocide tegen te gaan. ‘Wanneer de Arabieren meer weten over de holocaust kunnen ze effectiever reageren op de genocide in Darfur en op massamoorden elders’.
Geen woord over de dode Palestijnen en Libanezen.

In het Jeruzalem report een groot artikel over de vluchtelingen uit Darfur die via Egypte illegaal de grens van Israel over vluchtten. Die wacht geen prettig lot. Van de 320 geregistreerde vluchtelingen die vluchtten voor de massaslachtingen zitten er 231 in de gevangenis, sommigen al anderhalf jaar. De wet waaronder Israel vindt dat dat gerechtvaardigd is, is de Infiltratie Wet uit 1954, waarin burgers van vijandige staten die het land illegaal binnenkomen voor onbepaalde tijd opgesloten mogen worden – en Sudan geldt als vijandige staat. Dat het mensen betreft die slachtoffer zijn van genocide doet niet ter zake. Israel doet wel pogingen om de mensen door te sluizen naar andere landen, want als zwarte Afrikaanse moslims zijn ze in Israel niet erg gewenst. Maar andere landen nemen hen pas op wanneer Israel zelf een aandeel van de vluchtelingen opneemt. En dat staat dan weer niet in het artikel: hoe bang Israel is voor een meerderheid aan niet-joden, laat staan moslims. Vergelijk dat met de fanfare waarmee de Falusha’s, met vliegtuigen uit Ethiopie naar Israel werden gehaald. Maar dat waren joden.
Voorlopig zitten ze dus nog in de gevangenis, en worden, als politieke vluchtelingen slechter behandeld dan de illegale arbeiders die de grens over komen. Dat wat we hier tegenwoordig ‘gelukszoekers’ noemen.

Ik ben weer thuis en lees een eerste deuk in de stapel kranten. Om dit land waarin ik leef weer te begrijpen.
Stuk van Jimmy Carter, die een boek schreef getiteld Palestine, Peace not Apartheid. In mijn ogen een tamelijk braaf boek, maar toch nog te radicaal voor veel Amerikanen. Carter wil niet meer dan dat de vredesbesprekingen worden hervat. En dat kan alleen als Israel bereid zich zich terug te trekken uit de bezette gebieden. En dat is Israel niet van plan en de Amerikaanse administration ook niet van plan om af te dwingen. Dus krijgt Carter emmers vuil over zich heen. Dat hij anti-Israel zou zijn. Kop: Ik ben helemaal niet anti-Israel, ik ben voor vrede. (NRC van gisteren)

Frits Abrahams over een artikel in het nieuwe blad van Jaffe Vink, Opinio, die dat om verwarring te zaaien ‘links-conservatief’ noemt. Ik dacht dat wij van de SP al zo werden genoemd. En dat Letter en Geest, toen dat nog onder Vink werd volgeschreven, gewoon rechts en anti-islamitisch was. Citaat uit dat artikel, waarin wordt beweerd dat het erg is dat van de elf spelers in het Franse nationale elftal er negen zijn die zwart zijn. Dat zouden er maar drie of vier mogen zijn, volgens de schrijver. Abrahams:

Mij deden de woorden van Freche denken aan de uitspraak van Hans Janmaat dat het Nederlands elftal belangrijke wedstrijden verloor doordat er te veel Surinamers in stonden, want die waren mentaal zwak. Janmaat hoopte nog dat blanken beter waren, Freche heeft die hoop al opgegeven. Over Janmaats uitlatingen ontstond destijds de nodige commotie. En terecht. Het vrije woord is pas ‘dood’ als het niet meer racisme durft te zeggen tegen racisme.

Ik ben echt al bijna weer helemaal thuis.
Morgen maak ik nog even de mentale verhuizing terug naar Gaza voor de laatste foto’s en het laatste verslag.

2 gedachten over “Dagboek, 24 januari 2007

  1. Wat betreft Jimmy Carters boek: vooral over het woord “apartheid” is men in de VS hard gevallen. Hoe haalde “mister president” (dat blijven ze voor hun leven) het in zijn hoofd om de Israëli’s van dergelijk racisme te beschuldigen? Hoewel dat niet eens helemaal onjuist zou zijn, ging het Carter natuurlijk vooral om het creëren van “bantoestans” in het bezette Palestijnse gebied.
    Op CNN zag ik een interview met Carter, waarin hij het e.e.a. verduidelijkte, en zijn vroegere vice-president Mondale, die zich in dit opzicht van Carter heel diplomatiek distantieerde.

  2. Goed dat je weer gezond terug bent en dat Khaled ook weer thuis is net op tijd en dat jullie elkaar gelukkig, net niet gemist hebben. Welkom thuis.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *