Onopgeefbare verbondenheid met Israël?

060720AO 034.jpg

Onopgeefbare verbondenheid met Israël
14-07-2007

Een samenvatting van voordracht van Hajo Meyer, gehouden op een bijeenkomst van de werkgroep Keerpunt op vrijdag 8 juli j.l.

Zonder de moedige hulp van leden van de gereformeerde en gelovige familie Alberdink-Osinga in Blaricum in de moeilijke oorlogsjaren zou ik hier niet staan. Zij zullen ongetwijfeld ook voor mij gebeden hebben maar mijn leven hebben ze gered door wat voor me te DOEN.

Om u duidelijk te maken wat de heer Hoelen bedoelt met zijn vraag naar aanleiding van de acute nood in de Palestijnse gebieden: “en wij zouden dan alleen maar blijven bidden?” wil ik u een, zij het ietwat pijnlijke, ja zelfs gemene vraag voorleggen: is er gedurende de holocaust ten behoeve van de joden veel gebeden?

Hoe u voor uzelf de vraag ook beantwoordt, de conclusie kan niet anders zijn dat met bidden alléén effectieve hulp aan mensen die lijden en verdrukt worden niet mogelijk is. Mensen helpen vraagt om daden!

Toen bracht je daarmee je leven in gevaar, nu is alleen morele moed nodig.

Maar nu de ‘onopgeefbare verbondenheid’.

Een herbezinning op de verbondenheid met het huidige Israël en jodendom is dringend nodig. Zonder verheldering over de begripsvorming en semantiek in kwestie is een kerkelijke bijdrage aan de oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict onmogelijk. Deze bijdrage wil een eigen joodse verheldering bieden vanuit een paar profetische woorden uit de joodse en christelijke traditie.

Allereerst de profetische woorden van Paulus (Romeinen 9:6) “[…] want die zijn niet allen Israël, die uit Israël zijn.” Een van de interpretaties van de naam Israël is dat dit een erenaam is voor mensen die zich vorstelijk gedragen. Dat kan vandaag niet gezegd worden van elke Israëlische Jood, laat staan van de Israëlische staat. Is Israël een democratische staat? Een wat sarcastisch antwoord zou kunnen zijn, het is een “Joodse democratie”. Zij is democratisch voor zijn joodse burgers, maar joods voor zijn Palestijnse burgers! Het eigenlijke antwoord moet zijn: Israël is noch democratisch, noch joods. Een democratie die 20% van zijn burgers niet gelijkelijk behandelt, mag zichzelf geen democratie noemen. Israël mag misschien een democratie volgens Zionistisch ideaal zijn, maar het is in feite geen joodse democratie. De joodse traditie is duidelijk over de behandeling van niet-joden. De Torah zegt in Leviticus 19:34 “Als een onder u geboren Israëliet zal u de vreemdeling gelden, die bij u vertoeft: Gij zult hem liefhebben als uzelf, want gij zijt vreemdeling geweest in het land Egypte…” Zoals uzelf houdt hier in : hij is als gij. Er is een groot verschil tussen Jood en Zionist zijn. Niet iedere Jood is Zionist. Zionisten zijn geen joden, althans zij vertegenwoordigen een anachronistische vorm van jodendom. Sterker nog, ik zou willen beweren dat de meest fanatieke Zionisten geen Joden zijn.

Heeft Zionisme dan niets met jodendom te maken? Helaas toch wel. Oer-Zionisme is een anachronistisch deel van het jodendom. In de Torah staan twee radicaal verschillende soorten Jodendom tegenover elkaar.Een open humanitair universalistisch jodendom tegenover een gesloten, xenofoob en chauvinistisch jodendom. Een anachronistisch jodendom dat denkt in termen van bloed en bodem, dat etnisch zuivert, zegmaar het jodendom van het boek Jozua.

Zelf ben ik opgegroeid in de traditie van het Duitse Reformjodendom. In dat jodendom bestond Jozua eigenlijk niet, Ik moest 70 jaar worden om via de theologie van de ‘settlers’, de joodse kolonisten, dat anachronistisch joodse geloof, de bron van het Zionistische denken te herontdekken. Maar deze theologie van bloed en bodem staat ver van mijn joodse geloof. Ik geloof ook niet in joodse theologie – in die zin ben ik een atheïstische jood – ik geloof alleen in joodse ethiek.

En ethiek is wat we nodig hebben in de oplossing van dit conflict, ethiek in plaats van theologie. Als er zoiets bestaat als onopgeefbare verbondenheid tussen kerk en Israël, bestaat die in een gemeenschappelijke, universele ethiek. Alleen binnen het “universe of discoure’ van de ethiek kun je onderscheid maken tussen goed en slechts jodendom en naar ik aanneem ook tussen goed en slecht christendom. We weten al sinds Wellhausen, dat de Torah een zeer samengesteld document is,waarin verschillende stemmen klinken. Tussen de verhalen en geluiden van het onmenselijke jodendom (Jozua 8:24-28, 10: 28-39, Rechters 9:45 etc), vinden we de woorden van het humanitaire, medemenselijke jodendom van de profeten, van Ezechiël 18, die de persoonlijke verantwoordelijkheid en ethiek predikt, van Rabbi Hillel, van Rabbi Jeshua ben Joseph, van de Duitse reform-rabbijnen.

Met dit Duitse reformjodendom sta ik heel dicht bij een christendom zoals Jezus dat voor ogen had. Het Zionisme doet afbreuk aan deze joods-christelijke ethiek en de Joodse staat eveneens zolang ze door Zionisme wordt geregeerd. Stelt u zichzelf steeds de vraag: waar zou Jezus gaan staan bij de checkpoints? Aan de kant van de Israëlische soldaten of bij de verdrukte Palestijnen?

Als we onopgeefbaar verbonden willen zijn zullen we twee keuzes moeten maken:

1) het artikel van de Kerkorde lezen in het licht van Romeinen 9:6: want niet allen die van Israël afstammen zijn Israël…

2) de keus tussen Jezus’ liefde, zorg en recht voor wat zwak en onderdrukt is en het onrecht van een staat, die zich Joods noemt.

Juist de kerk heeft net zoals het jodendom iets over zulke keuzes te zeggen. De invloed van de kerken is nog aanzienlijk, ook in die zin dat ze helpen het onrecht en de machtsongelijkheid in stand te houden. Onopgeefbare verbondenheid impliceert ook kritiek in waarlijk christelijk-joodse zin als vrienden onderling. De kerken zullen ook de politiek in die kritiek op Israël moeten durven voorgaan, omdat en “joodse democratie” zich slechts door druk van buitenaf tot een rechtvaardige vrede zal laten dwingen.

Dr. Hajo Meyer (Een ander Joods Geluid)

Bron: EAJG Hier.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *