Diplomatieke post

sheba-1-of-1.jpg
De koningin van Scheba met de hop die haar de brief van Salomo bracht

Te gast: Ruben Verhasselt. Mooi verhaal. Het leukste vind ik dat de koningin van Scheba haar benen niet had geschoren voor ze naar koning Salomon ging. We moeten nu gissen: is dat een cultuurverschil – haar op benen is mooi, verwachtte de koningin niet in een situatie te komen dat ze haar benen zou ontbloten, of was ze een Dolle Mina avant la lettre die vond dat een man haar maar moest nemen zoals ze was met haar op alle plaatsen waar dat volgens de natuur groeit?
Dank je, Ruben.

Diplomatieke post

Onderhandelingen tussen de leiders van de Israëlieten en die van de buurvolkeren vonden al in Bijbelse tijden plaats. Van het diplomatieke overleg dat voorafging aan het bezoek van de koningin van Scheba aan Salomo (I Koningen 10:1-13) wordt verhaald in de Targoem Sjenie. Deze midrasj-verzameling, geschreven in het Aramees, dateert mogelijkerwijs al uit de vierde, maar waarschijnlijk uit de zevende eeuw. Arabieren en joden wisselden in die tijd verhalen uit. Het verhaal van Salomo en de koningin van Scheba is dan ook, met enige variaties, terug te vinden in de Soerat an-Naml, de zevenentwintigste soera van de Koran (27:15-45). Ook interessant is de versie in het Korancommentaar van Tabari (838-923), die in Nederlandse vertaling te vinden is in de Koranvertaling van onze eigen Kader Abdolah. Zowel de Koran als het commentaar van Tabari heeft het over een ‘nobele brief’ of een ‘waardig schrijven’ van Salomo aan de koningin van Scheba. De volledige inhoud van deze brief, verstuurd per diplomatieke luchtpost, wordt hieronder na bijna drieduizend jaar vrijgegeven in het Nederlands.

David werd opgevolgd door Salomo, die door God werd aangesteld om te heersen over het wild gedierte, het gevogelte des hemels en het kruipend gedierte des aardbodems, alsook over de demonen, de geesten en de nachtspoken. Hij sprak de taal van elk van hen, en zij begrepen wat hij zei, zoals geschreven staat: Hij sprak ook van de bomen.
Eens, toen koning Salomo’s hart vrolijk was geworden van wijn, ontbood hij alle koningen van het oosten en het westen die bij hem in de buurt waren, in de buurt van het Land van Israël. Hij ontving hen in het verblijf van zijn koninklijk paleis.
Toen zijn hart een andere keer vrolijk was geworden van zijn wijn, beval hij dat de harpen, cimbalen, tamboerijnen en lieren werden gehaald waarop zijn vader David placht te spelen.

Toen zijn hart een andere keer vrolijk was geworden van zijn wijn, beval hij dat het wild gedierte, het gevogelte des hemels, het kruipend gedierte des aardbodems, de demonen, de geesten en de nachtspoken werden gehaald om voor hem te dansen. Dit om zijn grootheid te laten zien aan de koningen die bij hem waren. De schrijvers van de koning riepen ze bij hun naam en ze verzamelden zich allemaal en kwamen allemaal, zonder gevangen of geketend te zijn en zonder dat een mens ze meevoerde.
Die keer ontbrak de wilde haan tussen de vogels en kon niet gevonden worden. Derhalve beval de koning dat hij gehaald zou worden, en boos wilde hij die verdelgen.

Toen antwoordde de wilde haan koning Salomo en zei tegen hem: ‘Luister, mijn meester, koning der aarde, neig uw oor en luister naar mijn woorden. Drie maanden geleden bedacht ik een plan, en ik heb de daad bij het woord gevoegd. Ik heb voedsel gegeten noch water gedronken voor ik over de hele wereld was rondgevlogen en had rondgekeken. Ik zei tegen mezelf, is er een land of koninkrijk dat niet gehoorzaamt aan mijn meester de koning? Ik keek en zag een land in het oosten, waarvan de hoofdstad Kitor heet. Zijn stof is kostbaarder dan goud, en zilver is er als mest in de straten. Er staan bomen uit de dagen van de schepping en ze drinken water uit de hof van Eden. Er zijn veel bewoners en ze dragen allemaal een kroon op hun hoofd. Ze zijn afkomstig uit de hof van Eden, weten niet wat oorlogvoeren is en kunnen niet omgaan met pijl en boog. Maar, eerlijk waar, ik heb er een vrouw gezien die over hen allen heerst en haar naam is de koningin van Scheba. Welnu, als het mijn meester de koning behaagt, dan zal ik mijn lendenen omgorden en ten strijde trekken naar de stad Kitor, naar het land Scheba. Hun koningen zal ik in de boeien slaan en hun heersers in ijzeren ketens, en ik zal hen meevoeren naar mijn meester de koning.’

sheba-2-of-1.jpg

Deze woorden behaagden de koning. ’s Konings schrijvers werden bij hem geroepen en zij schreven een brief en bonden die vast aan de vleugel van de wilde haan. En hij steeg op naar de hoge hemel, kraaide en vloog zingend verder tussen de vogels, die met hem mee en achter hem aan vlogen. Zo kwamen ze tegen de morgen aan in de stad Kitor in het land Scheba. De koningin van Scheba was naar buiten gekomen om het daglicht te aanbidden, maar de vogels verduisterden de zon. Verbijsterd legde ze haar hand op haar kleren en scheurde ze in. Ze was nog niet bijgekomen van de schrik toen de wilde haan bij haar landde, en ze zag dat er een brief aan zijn vleugel was vastgebonden. Ze maakte hem los en las hem, en wat was erin geschreven?

Van mij, koning Salomo.
Vrede zij met u, vrede zij met uw edelen.
U weet zekerlijk dat de Heilige, geloofd zij Hij, mij heeft aangesteld over het wild gedierte en het gevogelte des hemels alsook over de demonen, de geesten en de nachtspoken, en dat alle koningen van het oosten en het westen, van het zuiden en het noorden mij komen begroeten. Welnu, als u mij wilt komen begroeten zal ik u groter eer betonen dan aan alle koningen die bij mij te gast zijn. Maar als u niet wilt en mij niet komt begroeten, zal ik koningen, legioenen en ruiters op u afsturen. En als u zegt: wat voor koningen, legioenen en ruiters heeft koning Salomo? Wel, het wild gedierte zijn de koningen, het gevogelte des hemels zijn de ruiters, de legers zijn de geesten, en de demonen en de nachtspoken zijn de legioenen die jullie in je bed in je huis zullen wurgen; het wild gedierte zal jullie doden in het veld, het gevogelte des hemels zal jullie vlees van jullie lijf eten.

Toen de koningin van Scheba de woorden van de brief hoorde, legde ze weer haar hand op haar kleren en scheurde die. Ze riep haar oudsten en notabelen bijeen en zei hun: ‘Weten jullie niet wat koning Salomo me heeft gestuurd?’
Zij antwoordden: ‘Wij kennen geen koning Salomo, evenmin hebben we achting voor zijn koninkrijk.’
Maar zij had geen vertrouwen in hen en luisterde niet naar hun woorden. Ze bestelde alle zeeschepen en laadde ze vol met geschenken, parels en edelstenen. Ze stuurde hem ook zesduizend jongens en meisjes die allemaal in hetzelfde jaar, allemaal in dezelfde maand, allemaal op dezelfde dag en allemaal op hetzelfde uur geboren waren, allemaal van dezelfde lengte en allemaal met hetzelfde figuur, en ze waren allemaal gekleed in purper. En ze schreef een brief en stuurde die met hen mee naar koning Salomo: ‘Van de stad Kitor naar het Land van Israël is het zeven jaar reizen. Welnu, omwille van mijn vragen en beden aan u zal ik over drie jaar bij u zijn.’

Drie jaar nadien kwam de koningin van Scheba bij koning Salomo. Toen koning Salomo hoorde van de komst van de koningin van Scheba stuurde hij Benaja ben Jojada naar haar toe. Hij leek op de helderheid van het ochtendlicht, hij leek op de stralende Morgenster die tussen de sterren staat en hij leek op een lelie aan de oever van een waterstroom.
Toen de koningin van Scheba Benaja ben Jojada zag, stapte ze uit haar rijtuig. Toen zei Benaja ben Jojada tegen haar: ‘Waarom bent u uit uw rijtuig gestapt?’
Daarop vroeg zij hem: ‘Bent u dan niet koning Salomo?’
Hij antwoordde haar: ‘Ik ben niet koning Salomo, maar een van zijn knechten die voor zijn aangezicht staan.’
Meteen wendde ze zich tot haar notabelen met de spreuk: ‘Als de leeuw niet te zien is, zie je zijn ligplaats; ook al zien jullie koning Salomo niet, jullie zien wel de schoonheid van de man die voor zijn aangezicht staat.’

sheba-3-of-1.jpg

Benaja ben Jojada bracht haar naar de koning, en toen de koning hoorde dat zij eraan kwam, stond hij op, ging weg en nam plaats in een glazen paleis. Toen de koningin van Scheba de koning in het glazen paleis zag zitten, dacht ze dat de koning in water zat en trok ze haar gewaad omhoog om door het water te waden. Aldus zag hij het haar op haar been. Toen zei de koning tegen haar: ‘Uw schoonheid is de schoonheid van vrouwen, maar uw haar is het haar van een man. Beharing is mooi voor een man, maar voor een vrouw een schande.’

De koningin van Scheba reageerde door te zeggen: ‘Mijn meester, koning, ik zal u drie raadsels opgeven. Als u die voor me oplost, weet ik dat u een wijs man bent. Zo niet, dan bent u als alle andere mensen.’ En ze vroeg: ‘Een houten put met emmers van ijzer die steen ophalen en water voortbrengen, rara wat is dat?’
Hij antwoordde haar: ‘Een doosje ogenzwart.’

Daarop vroeg ze hem: ‘Het komt als stof uit de aarde en voedt zich met stof van de aarde, het wordt gegoten als water en verlicht het huis – wat is het?’
Hij antwoordde haar: ‘Petroleum.’

Daarop vroeg ze hem: ‘Een doedelzakblazer loopt op kop van hen allen en schreeuwt een grote, bittere schreeuw, zijn hoofd is als riet, het is lof voor de edelen en schande voor de armen, lof voor de doden en schande voor de levenden, vreugde voor de vogels en leed voor de vissen – wat is het?’
Hij antwoordde haar: ‘Vlas.’

Toen zei ze: ‘Ik geloofde het niet, maar nu ik hierheen ben gekomen en het met eigen ogen heb gezien, moet ik toegeven dat ik nog niet de helft te horen heb gekregen. Uw wijsheid en welvaart zijn nog veel groter dan wordt gezegd. Welgelukzalig bent u, welgelukzalig zijn uw mannen, welgelukzalig deze uw knechten.’

Daarop nam hij haar mee naar het verblijf in het koninklijk paleis. En toen de koningin van Scheba de grootheid en eer van koning Salomo had aanschouwd, prees ze Hem die hem geschapen had en zei: ‘Geloofd zij de Heer, uw God, Die zo veel behagen in u schept dat u door Hem op de troon bent gezet om recht en gerechtigheid te doen.’ En ze gaf de koning veel goud en fijn zilver, en de koning gaf haar al wat zij wenste.

Uit: Targoem Sjenie
© Vertaald uit het Aramees door Ruben Verhasselt

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *