Ga naar “Unrecognized”


(Amal Elsana-Alh’jooj, met op de achtergrond haar vader)

Ik had het al eerder aanbevolen, de door Gate48 georganiseerde expositie van foto’s van de ‘niet erkende’ Bedoeïenendorpen in de Negev, in de Melkweg Galerie. (hier) Behalve dat ik de foto’s prachtig vind, zijn de verhalen erbij heel erg informatief: hoeveel mensen weten hoe Israël omgaat met hun staatsburgers? (Ik had het er al eerder over, hier en hier).

De reden dat ik er nog eens op wijs, is dat wie vandaag of morgen wil gaan kijken, om 17.00 uur kennis kan maken met de Israëlische fotograaf, Tal Adler, en met een van de activisten voor de Bedoeïenen in de Negev, Amal Elsana-Alh’jooj, de directeur van het AJEEC – Arab Jewish Center for Equality, Empowerment and Cooperation.


(Tal Adler)

Beiden hebben ontzettend veel te vertellen. Tal is een buitengewoon gewetensvolle fotograaf, die zichzelf ziet als iemand die zijn beroep in dienst stelt van sociale verandering, en hij heeft zich jaren verdiept in de Bedoeïenen, bij ze gewoond, hun vertrouwen gewonnen, voordat hij de foto’s heeft gemaakt. Toen de expositie plaats vond in Israël heeft hij ervoor gezorgd dat een bus de mensen van de ruim veertig niet-erkende dorpen ophaalde, zodat ze er zelf bij aanwezig konden zijn – een van de weinige momenten dat de Israëlische Bedoeïenen mengden met het Israëlisch-joodse publiek.

Van elk van de dorpen heeft Tal één foto gemaakt, allemaal breed, liggend, als panorama. Dat heeft hij bewust gedaan als commentaar op de foto’s van vroeger, toen de oriëntalisten graag foto’s maakten van de woestijn als romantische omgeving, en als in al die ruimte al mensen voorkwamen waren het poppetjes in de verte. Nu fotografeert hij ze opnieuw in die ruimte, maar nu staan ze zelf centraal, de mensen die al eeuwen in die woestijn leven. Op alle foto’s kijken ze ons frontaal aan.

Hij hecht eraan dat we niet alleen naar de prachtige foto’s kijken, want hij begrijpt dat de esthetiek ook kan verhinderen dat we ons verdiepen in waar het werkelijk om gaat. Zo wordt elke foto vergezeld van een verhaal over dat dorp, dat we in de galerie als boekje kunnen krijgen.

Ook heeft hij erover nagedacht wie hij mee wilde hebben toen de tentoonstelling ging reizen: alle leiders van de Bedoeïenen gemeenschappen zijn mannen, zoals in elke oude agrarische patriarchale samenleving. En dus koos hij Amal, een vrouw, want binnen de Bedoeïenengemeenschappen vechten zij dubbel voor erkenning.

Amal die er met haar vader was, heeft ontzettend veel te vertellen. Zelf heeft ze twaalf zusjes en broers, maar zelf zegt ze haar handen al vol te hebben aan haar twee kids. Kijk, zegt ze. Wij leven op twee, drie procent van die immense Negev woestijn, toch wil Israël ons weghebben. En waarom? Omdat ze die hele woestijn nodig hebben? Natuurlijk niet. Omdat ze bang zijn dat we groeien, we zijn Palestijnen, ze zijn bang dat ze hun joodse meerderheid kwijt raken. Maar weet je wat nou zo stom van ze is – als ze ervoor zorgden dat we scholen kregen, ook middelbare scholen, dan zouden we vanzelf minder kinderen krijgen. Zoals overal ter wereld daalt het aantal kinderen per stel als het opleidingsniveau stijgt. Maar daar denken ze niet aan.

De manier waarop de Bedoeïenen worden gediscrimineerd, gepest en getreiterd is een beter woord, is werkelijk ongelooflijk. Niets mogen ze. Hun dorpen staan op geen enkele kaart. Alsof ze niet bestaan. Aan de meest elementaire rechten wordt niet tegemoetgekomen, overal moet voor gevochten worden, voor medische zorg, voor scholen voor hun kinderen, voor het recht om op hun eigen land een simpel huisje te mogen bouwen, zelfs op een zelfgebouwde wc hebben ze geen recht. En dat, het moet nog eens herhaald want het wil maar niet doordringen: ondanks het feit dat ze staatsburgers zijn van Israël. Democratie Israël.

Ga kijken. En het liefst vandaag of morgen, als Tal en Amal er nog zijn. Er zijn ook videofilmpjes te zien, die hoopvol stemmen. Tot vijf keer toe is het dorp Al-Arakib door het Israëlische leger compleet afgebroken, en elke keer komen de Israëlische joodse activisten terug om mee te helpen het weer op te bouwen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *