Feminisme leeft!


(Rechts Nancy Jouwe)

Feminisme leeft!

Ik hoorde van veel mensen achteraf dat het een inspirerende en zelfs ontroerende avond was geweest. De mensen van Feministisch Verzet in Utrecht hadden het georganiseerd, het onderwerp was ‘generaties in het feminisme’ en de vier vrouwen die waren uitgenodigd om te spreken, ik was de oudste, scheelden onderling ongeveer tien jaar: Mercedes Zandwijken, Nancy Jouwe, Iris van der Tuin. En, daar was over nagedacht, gemengd niet alleen qua leeftijd, maar ook naar achtergrond. Twee zwart, twee wit.

Kijk, dat is om te beginnen al een nieuwe ontwikkeling, dat deze groep jonge vrouwen zelf opmerkt dat ze alleen uit witte vrouwen bestaan en vinden dat dat anders moet.


(Feministisch verzet)

Alle vier hielden we een korte inleiding, waarin we onder anderen vertelde hoe we feministen waren geworden, en daaraan zag je ook hoeveel verschillende wegen naar hetzelfde doel kunnen leiden. Via de kraakbeweging, via de vrouwenstudies. Ik vertelde dat ik al bij links zat, en bij het antiracisme nog voor de tweede golf losbarstte, en dat het nu voor het eerst was dat het ook over mijn leven ging, gevlucht uit een gewelddadig huwelijk, op mijn twintigste alleenopvoedende moeder zonder enig diploma. En nu eens niet alleen solidair met anderen.

Nancy vertelde hoe zij als enige zwarte vrouw in haar omgeving er aanvankelijk helemaal niet bij stil stond dat dat relevant was: de vocabulaire ervoor ontbrak. Zo kwam ik niet op het idee dat het feit dat ik een vrouw was relevant was – voor het feminisme me daar de woorden voor gaf.


(Links Mercedes Zandwijken)

Mercedes vertelde over haar eerste zwarte vrouwengroep en vroeg zich af hoe het eigenlijk kwam dat er zo weinig contact was tussen het zwarte en het witte feminisme, destijds. Ze stuurden hun vrouwen wel naar de Blijf van m’n Lijfhuizen als het nodig was, maar de leiding binnen de feministische organisaties was praktisch altijd geheel wit. Ik weet het ook niet: weliswaar gaven we in ons feministische uitgeverijcollectief boeken van zwarte vrouwen uit, onder andere Alledaags Racisme van Philomena Essed, maar er over nadenken waarom er geen zwarte vrouwen in ons collectief zaten deden we eigenlijk niet. Ik geloof dat ik toen de indruk had dat zwarte vrouwen liever in hun eigen groepen zaten. Maar in de lesgroepen aan de Voortgezette Opleiding was aan het einde van de rit eenderde van etnisch andere afkomst dan wit. We werkten er echt aan om de opleiding meer gemengd te krijgen.


(Iris van der Tuin)

Daar hadden we het ook over: veel van wat er toen in de vrouwenbeweging gebeurde is inmiddels ‘vergeten’. En dat vond Iris weer erg interessant, want we waren het er over eens dat het belangrijk is om onze eigen geschiedenis te kennen, niet uit nostalgie, en ook niet om onszelf op de borst te kloppen maar omdat het net lijkt of we steeds weer opnieuw het wiel uit moeten vinden. We zaten er terug in de trein nog lang over door te praten.

Nog steeds kun je zien dat er heel weinig zwarte vrouwen zichtbaar zijn in het publieke domein, en nauwelijks zitten op de plaatsen waar de beslissingen worden genomen. Nancy vertelde hoe zij bij de vrouwen hoorde die besloten dat er een boek moest komen: Caleidoscopische Visies over de zwarte- migranten en vluchtelingenbeweging in Nederland. Dezelfde motivatie die ik zo goed ken: als je een boek wilt lezen dat er niet is dan moet je het schrijven. En daarmee werd de term ‘intersectionaliteit’ in Nederland geintroduceerd: het idee dat je die grote verschillen niet los kunt denken: sekse, klasse, kleur. Exact wat ik ook vond in mijn boek De ziekte bestrijden, niet de patient, maar nog zonder het doordachte analysekader van later.

Nu mis ik dat ontzettend in het main-stream feminisme van zeg Opzij, dat weer opnieuw wit middenklasse straight feminisme is met wat blackface toegevoegd af en toe. En een prijs voor minister Schippers als de machtigste vrouw van Nederland, terwijl in datzelfde nummer van Opzij stond hoe zij medeplichtig is aan de afbraak van de zorg en dus van de positie van vrouwen onderaan de maatschappelijke ladder. En hoe ze het ook nog heel gewoon vinden om een interview met Marine Le Pen te plaatsen: kennelijk is fascisme wel okee als het maar tieten heeft, zei ik cynisch.

Maar tot mijn enorme plezier is er iets aan het kenteren: het zwarte bewustzijn maakt een enorme opleving door en dat bereikt ook de nieuwe feministische initiatieven, ik zie nieuwe discussies over feminisme en socialisme, onder andere in de Leesgroep in Amsterdam (hier) en straks bij het Marxisme Festival (hier), ik zie dat een groep als Feministisch Verzet na een prachtige bijeenkomst over zwarte Piet (hier) echt serieus aan het werk is om te erkennen dat feminisme niet alleen wit kan zijn. Ik was bij een boeiende bijeenkomst over mannen en feminisme in Spui 25 (hier) Binnenkort ben ik bij een bijeenkomst over islam en feminisme (hier). Het leeft. En het feminisme dat door de jongere generatie opnieuw wordt opgepikt lijkt nu zeer bewust van de veelkleurigheid en gelaagdheid van het feminisme dat we nodig hebben.

Er was nog een goede discussie na de inleidingen. Het viel me vooral op dat we met elkaar van mening konden verschillen zonder dat het kiften werd, zonder wie weet het hier het beste dat je tegenwoordig zoveel in ‘debatten’ tegenkomt. We hadden het erover hoe je het vol kunt houden als je je vaak alleen voelt in je feminisme – choose your battles. Hoe kom je aan ondersteuning? Samenwerken aan een project zoals de vrouwen in Utrecht lieten zien is een fijne en natuurlijke manier. Als ik terugdenk waren al mijn dierbare groepen ook werkgroepen. We hadden het over lesbische en biseksuele vrouwen, en de vraag of het nodig is om je apart te organiseren. Hoe krijgen we eenheid? Niet, zeiden Nancy en ik bijna tegelijkertijd. Accepteer de verschillen. Kijk waar je coalities voor kunt vormen. Het is een illusie om te denken dat alle vrouwen tegelijk dezelfde stappen voorwaarts gaan maken. Accepteer dat we het nooit over alles eens zullen worden. Maar kijk eens wat een winst het al is dat we zo met een groep vrouwen (en mannen) kunnen praten waarin grote leeftijdsverschillen en veel verschillende achtergronden.

Ik voelde me als een vis in het water. Generatieverschillen hoeven niet hetzelfde te zijn als een generatiekloof. Ik heb enorm veel plezier in de jonge vrouwen die op hun eigen eigenwijze wijze het estafettestokje overnemen, maar het daarbij niet nodig vinden om zich af te zetten tegen het voorafgaande feminisme. Ik denk dat er nog veel van dergelijke bijeenkomsten gaan komen – er liggen nog zoveel thema’s – en verheug me erop.

Dus dank: Katrine, Carlijn, Vasso en Anne!