Islam kan zonder Luther

Eerlijk is eerlijk, eindelijk weer eens een artikel in Trouw dat niet alleen maar negatief is over de islam. Haast reden voor een feestje. Misschien komt het nog goed met Trouw. Artikel is een interview met Maysam Al-Faruqi, Amerikaans-Palestijnse hoogleraar islamwetenschappen. Haar advies: “laat de moslims hun eigen problemen oplossen”. Ingezonden door Joost van Schendel, van uitgeverij Bulaaq. Dank je wel, Joost

‘Islam kan zonder Luther’door Eildert Mulder
Trouw, 2005-08-19

De Amerikaans-Palestijnse hoogleraar islamwetenschappen Maysam Al-Faruqi vindt dat de islam de problemen van de moderne tijd kan oplossen zonder een radicale reformatie: „De kern van de boodschap deugt”. Alleen oplossingen, die van de moslims zelf komen, werken.

Ze is het oneens met de mensen, die pleiten voor een islamitische Luther. „Die geluiden hoor je vooral buiten de islam, zegt Maysam Al-Faruqi, hoogleraar islamwetenschappen aan de Georgetown University in Washington. „Maar ik geloof niet dat er een totale reformatie nodig is. Er is in de islam ruimte voor hervorming, maar dat is dan een terugkeer tot de bron. De kernboodschap is goed onderbouwd: de absoluut transcendente God en zijn relatie met de mensen.”

Faruqi is in Nederland voor opnamen voor de serie Wereldontmoetingen in het RKK tv-programma Soeterbeeck. Daarin buigen buitenlandse theologen zich over de vraag hoe in Nederland de verschillende bevolkingsgroepen met elkaar kunnen samenleven.

Ze is van Palestijnse komaf. Haar ouders woonden in Ramle. In de oorlog van 1948 moesten ze vluchten naar Libanon. Faruqi groeide op in Beiroet, waar ze de ergste jaren van de burgeroorlog, die in 1975 begon, meemaakte.

Dat onderwerp komt in het gesprek nauwelijks aan de orde, maar het geeft wel een extra lading aan haar uitspraak: „We zullen moeten leren om met elkaar samen te leven.” Wie de Libanese burgeroorlog heeft meegemaakt weet wat het betekent als groepen de pogingen om het samen op te lossen opgeven en naar de wapens grijpen.

In 1981 ging ze in Amerika studeren, waar ze promoveerde in islamwetenschappen.

Ze mag tegen een radicale reformatie zijn, toch huldigt ze standpunten waarbij menige orthodoxe moslim de wenkbrauwen zal fronsen. Zo bepleit ze vrijheid van geloofsverandering: „Mijn zoon moet het recht hebben om christen te worden, als hij dat zou willen.”

Ze geeft toe dat in de meeste moslimlanden mensen die uit de islam treden grote moeilijkheden ondervinden. Faruqi: „Die landen gaan daarmee dwars in tegen de sjariah- wet. Ik kan overigens een stapel dingen noemen, waarmee ze tegen de islam ingaan.”

Nog een opvatting, die geen gemeengoed is: ze heeft geen bezwaar om moeilijke passages in de Koran te verklaren vanuit andere talen dan Arabisch, bijvoorbeeld het verwante Aramees, al is ze tot nu toe niet onder de indruk van de resultaten van die pogingen: „Maar laat ze met bewijzen komen, er is niets op tegen.”

Dwarse ideeën genoeg dus, waarom dan geen reformatie, zoals onlangs ook Salman Rushdie bepleitte?

Faruqi antwoordt met een schets van de ontwikkeling van de islam in de loop van de eeuwen. De godsdienst ontstond in het Midden-Oosten. In de Koran staan verhalen, die ook in de Bijbel voorkomen. Een aantal daarvan kun je rekenen tot de algemene cultuurschat van het toenmalige Midden-Oosten, zoals het zondvloedverhaal.

De islam plaatste die gemeenschappelijke verhalen en de Midden-Oosterse cultuur in het perspectief van de grondwaarheden van de islam. In die beginfase was de islam nog niet multicultureel.

Dat veranderde, toen de islam zich verbreidde buiten het Midden-Oosten, in landen met andere culturen. Er gebeurde hetzelfde, de islam liet die culturen intact maar trad ordenend op, paste zijn basisconcepten over de verhouding tussen God en mens toe in de nieuwe omgeving.

Wat ze bedoelt, maakt Faruqi duidelijk met islamitische kunst: „Die herken je meteen, van China tot Spanje. Overal vind je twee dingen terug: de abstracte vormen en de oneindige motieven, die de oneindigheid van God uitdrukken. Maar verder is Chinese islamitische kunst zo Chinees als wat.”

De islam maakte ook een ontwikkeling in de tijd door. Moslimsamenlevingen veranderen, en dus ook de vragen, die aan de godsdienst worden gesteld. Islamitische rechtsgeleerden moeten voortdurend opnieuw nagaan hoe de basisprincipes van de islam vertaald moeten worden in het leven van alledag. Faruqi: „In de tiende eeuw was er geen aandelenbeurs en geen in-vitrofertilisatie.”

„Het systeem functioneerde”, gaat ze verder. „We hebben 1500 jaar een schitterende beschaving gehad. Maar vanaf de industriële revolutie begonnen islamitische machthebbers wetten te importeren uit het Westen. In de koloniale tijd nam die praktijk toe. Natuurlijk kwam er een reactie van mensen, die zeiden: ’Waarom moeten we een Franse Grondwet hebben? Waarom niet een van onszelf?’ Maar zelfs na de onafhankelijkheid veranderde er weinig. Militaire heersers bleven leunen op Westerse voorbeelden.”

Geen radicale reformatie dus, maar, samengevat, goede islamitische wetsgeleerden, die op creatieve wijze een islamitisch stempel drukken op de moderniteit, zoals hun voorgangers dat vroeger deden in het Midden-Oosten en in andere moslimsamenlevingen.

Sommigen zien in die radicale reformatie een voorwaarde om extremisme effectief te kunnen bestrijden. Hoe wil Faruqi, zonder reformatie, dat probleem aanpakken?”

Faruqi: „Er zijn in de loop van de eeuwen veel extreme bewegingen geweest. Het begon al in de begintijd met de Kharidjieten, die de kalief Ali vermoordden. Maar de Kharidjieten kregen de meerderheid niet achter zich. Net zomin als latere extreme bewegingen. Ook nu ben ik ervan overtuigd dat 99 procent van de moslims niets van terreur moeten hebben.”

Faruqi: „Dit is een cultuur die op zijn eigen manier wil leven.” Vandaar haar advies: laat moslims hun eigen problemen oplossen, zowel in de moslimwereld als in het Westen. Want alleen oplossingen, die van de moslims zelf komen, werken. Faciliteer hooguit het debat. En steun geen dictators. Waarbij ze aantekent tegen de invasie in Irak te zijn, hoewel die een van de ergste dictators ten val bracht. Want een interventie moet uitgaan van de internationale gemeenschap, niet van individuele landen, vindt ze.

Faruqi: „Er heerst het gevoel dat het Westen de hele moslimwereld bedreigt.” Die druk voelde ze zelf tien jaar geleden op de VN-vrouwenconferentie in Peking: „Westerse vrouwen eisten toen het recht van seksuele vrijheid voor minderjarigen. Dat is zo cultureel bepaald! En dan voel je al die druk van het Westen, dat de macht heeft om sancties op te leggen.”

„Het is niet eerlijk om tegen moslims te zeggen, jullie hebben je eigen tradities en dus zijn jullie intolerant. Bekijk het eens vanuit het perspectief van een onderzoeker, die van Mars komt. Die zal neutraler zijn, die zal eenvoudig constateren dat er op de planeet aarde verschillende waardepatronen voorkomen.”

De moslimwereld moet je dus zijn eigen keuzen laten maken, maar wat doe je met moslims in bijvoorbeeld Amerika, een land waar ze gewoon een van de vele minderheden zijn? Zonder er in detail op in te gaan zegt Faruqi wel iets te voelen voor het milletsysteem, zoals dat in het oude Ottomaanse Rijk functioneerde. De centrale overheid liet daar de verschillende godsdienstige groepen zoveel mogelijk hun eigen zaken regelen. In aangepaste vorm zou zoiets ook in Amerika kunnen, denkt ze.

Maar werkt dat in een samenleving die zoveel individualistischer is? Wat moet je als atheïst in een milletsysteem?

Faruqi: „Iedereen moet iets kiezen, een stelsel van waarden, waarop hij aanspreekbaar is. Atheïsten zouden voor mijn part zich kunnen beroepen op de Verklaring van de Universele Rechten van de Mens. Zonder beperkingen gaat het niet.”

6 gedachten over “Islam kan zonder Luther

  1. Mooie tekst. De oorspronkelijke islam is iets anders dan de traditionele islam, maar het is en blijft een zaak van de moslims zelf.

  2. Anja, ik lees het stuk morgenochtend, ik moet nu vliegen naar een afspraak.
    In ieder geval fijn dat dit stuk er staat: het heeft mijn buitengewonen interesse.

    Groetjes!

  3. Gelukkig in Trouw weer eens een genuanceerd en overdacht geluid over de Islam, van iemand met kennis van zaken!
    De fundamentele mensenrechten zijn inderdaad een prima uitgangspunt. Maar niet alleen voor atheisten: ook wel degelijk voor gelovigen van verschillende richtingen. Ook de laatsten zullen deze rechten een plaats moeten geven in hun geloofsbeleving en wereldbeschouwing.

    Overigens zou ik vooralsnog niet te optimistisch over Trouw zijn, Anja!

  4. Nou, misschien als we ook eerlijk waardering uiten als ze het een keer goed doen, dat de motivatie om meer evenwicht te brengen ook stijgt. Normaal veranderen mensen zelden als ze alleen maar gekanker horen, of als je het gevoel hebt dat je het toch niet goed kunt doen. Er stond trouwens ook een uitstekende column van Van Doorn in Trouw, die man ga ik ook steeds meer waarderen.
    Dus er is nog hoop, bedoel ik maar.

  5. En nog zo’n hoopvol artikel:

    Gematigde boodschap is impopulair
    Kustaw Bessems, Trouw 20-08-2005

    Nederland verkeert in verwarring. Sinds de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh lijken allerlei zekerheden verdwenen. Is dat tijdelijk, of is er echt iets veranderd? Aflevering 4: imam Ahmed el Ouazani (52) heeft hulp nodig om moslimjongeren op het gematigde spoor te houden.

    ‘Radicalisering zie je eerst aan de buitenkant, de Afghaanse klederdracht en baarden. Als een Marokkaanse jongen er zo uit gaat zien, maak ik me al zorgen. Vervolgens beginnen zij radicale uitlatingen te doen. Ze willen mensen geen hand geven, zeggen dat je niet met je ongelovige buren mag omgaan. En in het uiterste geval plegen ze takfir, zij verklaren anderen tot niet-moslims. De werkelijkheid is dat volgens de sjaria geen moslim het recht heeft om een ander te verketteren. Een goed moslim doet dat niet. Of iemand nu overspel pleegt, alcohol drinkt – het is zijn eigen probleem.” Imam Ahmed el Ouazani spreekt een beetje Nederlands, maar voert dit gesprek via een tolk. Hij ontvangt in de Eindhovense moskee Arrahmaan (De Almachtige). Het gebedshuis is gevestigd in een anoniem, vervallen gebouw op een industrieterrein in Oud Woensel. Hij komt uit Berkane, in de noordoostelijke kuststrook van Marokko. Vijf jaar geleden kreeg El Ouazani op vakantie in Nederland een aanbod van de moskeevereniging. Zijn vrouw en zes van zijn negen kinderen wonen hier inmiddels ook.

    De islam in Nederland maakte vijf tumultueuze jaren door. El Ouazani volgt de radicalisering van moslimjongeren met grote zorg. Neem de doodsbedreigingen aan het adres van VVD-kamerlid Ayaan Hirsi Ali en anderen die in de ogen van nogal wat moslims Allah of de profeet beledigen. ” De profeet heeft zelf een aantal malen dat hij rechtstreeks werd aangevallen, niet teruggeslagen. Je mag boos zijn, emoties hebben, maar iemand doden, mag niet. Volgens de sjaria moet je je conformeren aan de wetten van de autoriteiten in het land waar je leeft. En we leven hier in een seculiere staat.” ”In een islamitische staat zouden in theorie wel de islamitische wetten gelden.” Maar hij vindt dat niet iets om hard naar te streven. ” Misschien mag je iemand voorzichtig uitnodigen tot de islam. Maar iets opleggen, dat mag absoluut niet.” ” De sjaria is een soort Grondwet. Het is moeilijk om te begrijpen wat er precies staat. Daar heb je veel kennis voor nodig. En dan nog zijn er verschillen van mening tussen islamitische geleerden. Jongeren halen hun interpretatie van internet, zonder te weten of de bronnen deugen.” – Internet is een markt waar je makkelijk op komt, maar niet meer af. Je gaat erop, misschien zonder het voornemen om iets te kopen. Maar al gauw koop je toch. Voor mij is de vraag: hoe creëer je een sfeer waarin jongeren weer naar echte geleerden willen luisteren en niet alleen maar naar internet?” El Ouazani deed in Marokko een opleiding voor imam die vergelijkbaar is met het hbo in Nederland. Hij is niet alleen imam – dat is iedereen die voorgaat in het gebed – maar ook beëdigd preker en geestelijk verzorger. In Marokko werkte hij al twintig jaar als imam. ” Maar voor takfir-aanhangers telt dat niet. Ik ben in Marokko ook wel eens door iemand aangesproken. Hij vroeg mij of ik de autoriteiten in Marokko islamitisch vond. Ik zei ‘ ja’. Daarop antwoordde hij dat ik dan geen moslim was.” El Ouazani drinkt een blikje Arabische sinas. De witte ruimte is leeg, op een tafel en vier stoelen na en een boekenplankje met korans erop. Het dakraam staat open. Een kamer verder zitten enkele oudere, Marokkaanse mannen met baarden in een winkeltje. ” De eerste generatie woont in de moskee”, lacht El Ouazani. ” Maar op vrijdag komen hier ook wel jongeren.” In zijn preken benadrukt de imam dan het belang van gematigdheid. ” Er zijn in de islam veel dingen die wij zeker weten. Maar ook een heleboel dingen die we niet zeker weten. In die gevallen moet je helemáál een middenkoers varen.” De enige djihad die een moslim volgens El Ouazani moet voeren is die tegen het slechte in zichzelf. ” Wie besluit om zichzelf op te blazen of Nederlanders te vermoorden,is gewoon gek.” ”Als moslims hebben we twee loyaliteiten. Aan de islam, maar ook aan de Grondwet van het land waar we wonen. Toen de moslims het Nederlandse paspoort aannamen, accepteerden zij ook de wetten van dit land. Ben je daartegen, accepteer je die niet, dan moet je uit dit land vertrekken. Als jou iets met woorden wordt aangedaan, moet je met woorden iets terugdoen.” ”In een rechtsstaat als Nederland moet zo iemand als de moordenaar van Theo van Gogh worden berecht en weggestuurd. Want wij worden als hele gemeenschap op zijn daden aangesproken, terwijl wij daar ontzettend tegen zijn.” ” Ik kan me nog voorstellen dat moslims hier meeleven met broeders en zusters in Palestina, Irak of Afghanistan. Je mag boos zijn, emoties hebben. Maar vertrekken en daar vechten mag niet, want ook dat is tegen de wetten van Nederland. Je moet houden van de mensen die van Nederland houden. En tegen de mensen zijn die tegen Nederland zijn.” Er zijn steeds minder jongeren die El Ouazani’s boodschap horen. De lezingen die hij voor ze gaf, buiten de vrijdagdiensten om, zijn gestopt wegens gebrek aan belangstelling. Waar het wel vol jongeren zit is in de Fourkaan-moskee, elders in Woensel. Het contrast is groot: een enorm nieuw gebouw met restaurant, bibliotheek, computerruimte en café. Opgezet met geld van rijke geldschieters uit Saoedi-Arabië.

    ” Wie betaalt, bepaalt”, zegt El Ouazani. ” Die donoren dicteren welke leer er wordt onderwezen.” Ouazani zegt het niet, maar de Fourkaanmoskee is een van de belangrijkste centra van de radicale islam in Nederland.

    El Ouazani gelooft niet dat de imams van de Fourkaan-moskee, die Nederland op dit moment probeert uit te zetten, jongeren ophitsen.

    ” Maar in het restaurant, de studieruimte, het internetcafé, daar klinken andere geluiden.” ” Ons moskeebestuur probeert ook al tien jaar een nieuw gebouw te realiseren”, zegt El Ouazani. ” Inmiddels hebben we de vergunning om op deze plek nieuw te bouwen, maar geen geld. We hebben als arme moskeevereniging niet genoeg. Maar we willen het op eigen kracht doen, want als wij een financier uit het Midden-Oosten vragen, raken wij misschien de controle kwijt over wat hier gebeurt.” Het bestuur zou best meer steun van de Nederlandse overheid willen.

    Vroeger kwamen ongeveer honderd jongeren in moskee Arrahmaan. ” Maar ze vertrekken. Ze hebben in die andere moskee zoveel meer mogelijkheden. We kunnen hier niets van entertainment bieden. Ze vinden het saai. Daar is het gezellig.” Voor meisjes is in de Arrahmaan helemaal geen ruimte beschikbaar. Ze gaan elkaar daarom maar onderwijzen, precies wat El Ouazani niet wil.

    Voor veel jongeren is het ook een probleem dat El Ouazani geen Nederlands spreekt. In de andere, mooie moskee worden vaak lezingen in het Nederlands gegeven.

    ” Jongeren begrijpen soms de helft, of ze begrijpen me helemaal niet. Ik maak afspraken met jongeren met een tolk erbij, maar Nederlands leren is belangrijk. Alleen, als imam, met steeds een tijdelijke verblijfsvergunning, is dat heel moeilijk.

    Elk jaar moet ik afwachten of ik überhaupt in Nederland kan blijven. Als mij een cursus werd aangeboden, zou ik dag en nacht leren om me het Nederlands eigen te maken. Als ik kon, zou ik veel meer doen tegen de radicalisering van jongeren.”

  6. Nou, het is dus dinsdag geworden, maar desalniettemin een goed stuk. De boodschap was: bekijk het allemaal eens zonder vooroordelen, stel je neutraal op. Perfect! Zo denk ik er ook over.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *