Israël erkennen

Eens was het mantra dat de Palestijnen zo stom waren om het genereuze aanbod van Barak af te wijzen. Toen was het mantra dat Israël zo vriendelijk was geweest om de Gazastrook te ontruimen, en wat kregen ze als dank? Raketten. Nu hebben we een nieuwe: alles zou allang in orde zijn als Hamas maar bereid zou zijn om ‘Israël te erkennen’. En ze doen het niet. Waaraan je toch maar weer opnieuw kan zien dat er met Palestijnen niet te praten valt.

Jonathan Cook schreef daarover. Cook is een kritische journalist en schrijver – zijn recente boek heet Blood and Religion: The Unmasking of the Jewish and Democratic State. Zijn artikel, The trap of recognizing Israel, verscheen op Electronic Intifada, wat mij betreft nog steeds een van de beste bronnen voor een andere, kritische kijk op Palestina en Israël.

Zoals Israël het voordoet, is het een geval van een stout kind dat weigert sorry te zeggen, schrijft Cook. (Ik volg hier verder de lijn van zijn betoog). De Hamasregering hoeft alleen maar te zeggen: wij erkennen de staat Israël, en dan zou de internationale goodwill weer hersteld zijn en de financiële hulp weer toestromen. Dat is in ieder geval wat Olmert suggereert in een van zijn recente speeches. Wij zijn bereid over vrede te praten, stelt Olmert, als zij maar bereid zijn om ons te erkennen, is wat hij ook in het buitenland verkondigd. Is het zo simpel, en zo ja, waarom doet Hamas dan dat niet even?

Hoe het ook zij, het is duidelijk dat de Palestijnen zwaar bestraft zijn voor het feit dat ze tijdens de laatste verkiezingen Hamas in de regering hebben gekozen. Een straffe economische blokkade heeft gemaakt dat het Palestijns Gezag niet in staat was om hun werknemers een salaris te betalen, waarmee niet alleen duizenden gezinnen zonder inkomen kwamen te staan, maar ook veel van de dienstverlening, van gezondheidszorg, onderwijs tot de vuilophaaldienst zonder geld kwamen te zitten. Miljoenen aan belastinggeld, vooral in- en export belasting, feitelijk al het bezit van het Palestijnse Gezag werd door Israël geblokkeerd. De sluiting van de grensposten maakte dat de Gazanen hun producten niet meer konden exporteren, en nauwelijks medicijnen en voedsel konden importeren. De militaire aanvallen verwoesten de infrastructuur in de Gazastrook nog verder, onder andere door de vernietiging van de belangrijkste elektriciteitscentrale, waardoor ook de watertoevoer werd belemmerd. Daarnaast werden bij de aanvallen vele Gazanen, waaronder een meerderheid aan burgers, gedood, of verwond. En duizenden families worden uit elkaar gehaald, omdat Israël de ruzie met Hamas gebruikt als excuus om Palestijnen met een buitenlands paspoort de toegang te weigeren.

Aan die ellende zou met een klap een einde komen wanneer Hamas maar de magische woorden zou uiten: we erkennen jullie. Dus waarom is de minister-president Haniya nog steeds niet bereid om dat te doen, en waarom zweert hij dat dat er ook nooit van zal komen, wat hem betreft? Is Hamas dan zo van haat vervuld tegenover Israël als een joodse staat, dat ze niet in staat zijn tot een eenvoudige verklaring van goede wil?

Om te beginnen, zegt Cook, mogen we niet vergeten dat de problemen niet zijn begonnen met de verkiezing van Hamas. Ook al is de situatie sindsdien dramatisch verslechterd, de bezetting van de Palestijnse gebieden is bijna veertig jaar oud, en geen enkele Palestijnse leider is er ooit in geslaagd om van Israël de belofte te krijgen voor een werkelijk leefbare staat in de gebieden die nu nog bezet zijn; niet de mukhtars, de locale leiders van de Palestijnse gemeenschappen, die voor de komst van het Palestijnse gezag de enigen waren die namens de Palestijnen mochten spreken, niet het Palestijnse Gezag onder leiding van de seculiere Arafat, die in het midden van de jaren negentig terugkwam naar het Palestijnse gebied, nadat – het wordt wel eens vergeten, hij Israël had erkend, noch zijn gekozen opvolger Mahmoud Abbas, de gematigde leider die opriep tot het beëindigen van het gewapende verzet van de tweede intifada, en nu ook niet de nieuwe Hamas regering, ondanks het feit dat zij opriepen tot een hudna (wapenstilstand) voor een lange termijn, als eerste stap naar mogelijke onderhandelingen voor vrede.

Ondertussen twijfelen de Palestijnen er niet aan dat Israël niet werkelijk bereid is om een einde te maken aan de bezetting, ze hebben dat tenslotte ook gezien in de jaren van het Oslo-accoord, dat bedoeld leek te zijn om tot vrede te komen, terwijl ondertussen het aantal Joodse kolonisten in de bezette gebieden werd verdubbeld. Geen Palestijn gelooft er meer in dat die bezetting inmiddels zou zijn opgeheven als er maar een andere regering zou zijn.

Wat voor buitenstaanders lijkt op een kleine concessie, Israël erkennen, is feitelijk veel meer dan dat. Als Hamas dat zou doen, stappen ze in dezelfde valkuil die destijds voor Arafat en Fatah klaar stond. Die valkuil is bedoeld, niet om vrede mogelijk te maken, maar om te voorkomen dat er een rechtvaardige of zelfs maar halfrechtvaardige oplossing kan komen. Dat vereist enige uitleg, en Cook voert daarvoor twee argumenten aan.

De eerste is dat Israël nog steeds weigert om de eigen grenzen vast te stellen. Geen enkele Israëlische leider is tot op heden bereid geweest om die grenzen te leggen bij de grens van voor 1967, de ‘Groene Lijn’. Zonder die bereidheid is er geen leefbare Palestijnse staat mogelijk, de Westoever en de Gazastrook zijn niet meer dan 22% van het oorspronkelijke mandaatgebied – en ook is iedereen alweer vergeten dat Arafat een enorme historische concessie deed door namens het Palestijnse volk afstand te doen van 78% van hun land – maar wel op voorwaarde dat die 22% dan ook echt Palestina mocht worden. Dat is dus niet gebeurd. Wat ook over het hoofd wordt gezien, is dat geen enkele Israëlische leider bereid is geweest om de Palestijnse staat-in-wording te erkennen. Integendeel. Terwijl het logisch wordt gevonden dat de Palestijnen Israël erkennen, is een wederkerige daad uitgesloten. Golda Meir, dezelfde die zei dat Palestijnen wat haar betreft helemaal niet bestaan, zei in 1971 al dat de grenzen van Israël worden bepaald door waar joden leven. En ze wilde de Groene Lijn alvast wissen van alle officiële kaarten.

Afgelopen maand was er dus enige beroering in Israël, toen Yuli Tamir, de als ‘duif’ geldende minister van Onderwijs, suggereerde dat die grens van 1967 weer opnieuw moest worden ingevoerd in de kaartjes in de Israëlische schoolboeken. Er waren luide protesten tegen deze ‘extreem linkse ideologie’. Het ziet er dus niet naar uit dat dat gaat gebeuren, evenmin als het verwijderen van de kolonistennamen voor de Westoever “Judea en Samaria”, net zo min als er veel kans op is dat de Arabische stadjes die nu van de kaart van Israël zijn verwijderd weer worden opgevoerd. (Ik ben zelf naar zo’n Arabisch dorp in Galilea geweest dat op geen enkele kaart is te vinden). Olmert, altijd beducht op een slechte beurt in het buitenland, zei in een speech dat hij er niets tegen had dat de Groene Lijn weer op de kaarten zou verschijnen, als maar duidelijk was dat noch de regering noch het Israëlische volk bereid is om terug te gaan naar de grenzen van 1967. Kortom, als Israël vraagt aan Hamas om Israël te erkennen, welke grenzen worden daarbij gedacht? Moet Hamas de bezetting van hun gebied erkennen?

Een tweede punt is ingewikkelder, en dat heeft te maken met de formulering. Israël vraagt niet simpelweg om ‘erkenning’ van Israël, wat Hamas in feite doet op elk moment dat ze bereid zijn om aan de onderhandelingstafel te gaan zitten, het gaat om de ‘erkenning van Israëls recht om te bestaan’. Het verschil daartussen zal niet iedereen op het eerste gezicht opvallen.

De ‘subtekst’ van deze eis, is dat het gaat om de erkenning van Israël als een joodse staat. Als een exclusief joodse staat. Een staat die joden meer en andere rechten geeft dan mensen met een andere etniciteit of religie, ook binnen de grenzen van het land. Wat dat betekent wordt uiteraard door Israël niet benadrukt en in het Westen bij voorkeur over het hoofd gezien.

Het betekent om te beginnen dat de ‘terugkeer’ van Palestijnse vluchtelingen per definitie is uitgesloten. Het recht op ‘terugkeer’ geldt alleen voor joden, ook voor joden die al vele generaties lang buiten Israël hebben geleefd. Met de erkenning dat Israël een exclusief joodse staat is, ‘erkennen’ Palestijnen dat ook zij die nog familie hebben in Israël geen recht zouden hebben op terugkeer, terwijl elke jood, waar ook ter wereld, dat wel zou hebben. Het betekent bovendien dat er ‘erkend’ wordt dat Palestijnen die in Israël zelf wonen, tweederangsburgers blijven, ondanks het feit dat ze er nooit weg zijn geweest, en staatsburgers zijn.

Deze kleine lettertjes in het contract hebben een reden. Dat Israël blijft staan op het joodse karakter van de staat Israël, is nu juist de grootste bron van het conflict, zegt Cook. Want het betekent dat Israël van plan is om er hoe dan ook voor te zorgen dat er in de regio die ze in hun macht hebben geen niet-joodse meerderheid mag komen. Werkelijke, openlijke annexatie van de gebieden, zou de joodse meerderheid in gevaar brengen, omdat de Palestijnen dan ook burgers zouden worden van het land. Tenzij er een openlijke apartheidsstaat ingevoerd zou worden. Wat er dus nu gebeurt, is dat de Palestijnen in het geheel van het gebied dat Israël niet af wil staan, bijeengedreven worden op zo klein mogelijk terrein, dat zoveel mogelijk afgesloten wordt van de joodse leefgebieden, waar wel de democratie geldt, die uiteraard niet geldt in de bezet gehouden, of in ieder geval belegerde en omsingelde batoestans. Die bantoestans krijgen in het plan van Israël een vorm van schijnregering die in alles afhankelijk blijft van de instemming van Israël. Hoe dat bedoeld is kunnen we nu al zien, in de manier waarop Israël kiest aan welke leider ze het geld dat al van de Palestijnen is teruggeven, en hoe er voor alles, water, elektriciteit, de opening van de grenzen, concessies kunnen worden afgedwongen bij het Palestijnse leiderschap. Israël is uit op een marionettenregering. En dat is de werkelijke betekenis van de uithongeringspolitiek die het laatste jaar is gevolgd.

De zogenaamde ontruiming van Gaza was geen stap op weg naar een werkelijke Palestijnse staat, maar een poging om in ieder geval alvast anderhalf miljoen Palestijnen op te sluiten in een reservaat. Om vervolgens te kunnen zeggen: wij zijn niet langer verantwoordelijk voor de bevolking daar, wij verklaren de bezetting voor opgeheven. Wie de gebeurtenissen van het afgelopen jaar heeft gevolgd, is het volstrekt duidelijk dat Israël geen moment van plan is om in Gaza soeverein Palestijns gebied te laten ontstaan. En een groot probleem voor Israël is dat de Palestijnen op de Westoever, ondanks vele pogingen om hun leven onmogelijk te maken, met de muur, met de checkpoints, niet van plan zijn om te vertrekken. Ook is het duidelijk dat de Palestijnse minderheid in Israël zelf, niet eeuwig genoegen zal nemen met een tweederangspositie in een land dat zichzelf een democratie noemt.

Israël is bezig om die democratie van binnenuit steeds verder uit te hollen. Zou het een werkelijke democratie worden, waarin alle burgers ongeacht etniciteit of religie dezelfde rechten hebben, dan zou het niet mogelijk zijn om tegen te gaan dat Palestijnse burgers trouwen met een Palestijn van buiten de grenzen, bijvoorbeeld. (Zie ook het stuk van Uri Avnery). Nu hebben zulke stellen alleen de mogelijkheid gescheiden te blijven wonen, dan wel te vertrekken. Maar deze poging om zoveel mogelijk Palestijnen buiten de grenzen te houden, stelt Cook, is niet meer dan uitstel van executie. Een van de moeilijkheden die Israël nu al heeft is om er voor te zorgen dat er voldoende joden naar Israël emigreren en er niet nog meer vertrekken. Veel animo is er niet meer. Ethiopië is leeg gehaald, Rusland eveneens. Uit westerse landen komen ze maar mondjesmaat. Het ‘demografische probleem’ om in Israël een joodse meerderheid te houden lost zich niet zomaar op. Zo wordt er achter de schermen al gepraat over de mogelijkheid om grote Palestijnse bevolkingsgroepen buiten Israël te sluiten, door ze aan de andere kant van de grens van de Westoever te krijgen, en om de overgebleven Palestijnen alleen te tolereren als ze afzien van hun politieke rechten om als minderheid voor hun belangen op te komen, en trouw zweren aan de ‘joodse en democratische staat Israël’.

De vraag is hoe lang Israël door kan gaan met de door de wereld zelden ter discussie gestelde strategie om de staat te blijven vestigen op een etnisch-religieus beginsel, ten koste van een werkelijke democratie, en ten koste van de burgerrechten en mensenrechten van niet-joden. Tot op heden zal geen westerse leider zijn vingers willen branden door alleen maar deze vraag te stellen: hoe lang denken jullie dit vol te houden, en hoeveel onderdrukking is daar voor nodig? Kan Israël nu eens antwoord geven op de vraag waar ze denken dat de grenzen van de staat moeten liggen, en wat er met de Palestijnen moet gebeuren die hardnekkig weigeren om zichzelf zoek te laten maken? Wie deze vragen durft te stellen kan rekenen op een furieuze beschuldiging minstens een antisemiet te zijn, en feitelijk de staat Israël te willen vernietigen en de joden de zee in te willen drijven.

Dat zit er achter de ogenschijnlijk simpele vraag aan Hamas om Israël ‘recht op bestaan’ te erkennen, en Hamas trapt daar zo te zien niet in.

18 gedachten over “Israël erkennen

  1. Dag Anja,

    Als je al om 08.41 hr of daaromtrent dit geschreven hebt, dan was je al vroeg op dreef! Kien sowieso, maar dat had ik al eerder gemerkt.

    Je analyse is zeer verhelderend, en (ook al vóór dit moment!) onderschreef ik die Hamas-ondersteunende opmerking van: el Fatah heeft Israel erkend, en dat (laatste) land is er alleen maar harder en “diefachtiger” door geworden.

    Of het iets oplost weet ik niet,eigenlijk denk ik van niet, maar voor mij is Israël een staat van dieven, rovers, leugenaars en moordenaars (dat laatste m.n. in het leger en binnen de kringen van kolonisten!) en het zou verfrissend zijn als diegenen die als het over Duitsland en de Duitsers gaat zo goed weten uit te leggen dat ook de “gewone” Duitser schuld droeg en draagt aan alle schandalige gedragingen tegen de Joden, zoals het CIDI en andere niet-betrouwbare figuren, nu eens op zichzelf toepassen dat: “sie es allen gewusst haben, nicht damals aber heute wass alles den Palestiner passiert! “.

    Maar ongetwijfeld zal ook hier de waarheid de leugen wel niet achterhalen…

    Ik heb weinig op met de SP, die m.i. niet erg democratisch is met Marijnissen aan het hoofd, maar het Palestina-Israël standpunt is onverkort waar ik het mee eens ben

    Groeten, Ger Ragas

  2. Weet je Ger, ik ben buitengewoon kritisch naar Israel, maar het zou toch niet bij me opkomen om de hele hndel dieven en moordenaars te noemen. Volgens mij is het echt al erg genoeg als je je beperkt tot wat je de regering en of de bevolking kwalijk neemt, inhoudelijk, op feiten.
    En verder kan ik je vertellen dat het reuze meevalt met de democratie in de SP. Je dacht toch niet dat een chronisch eigenwijs mens als ik het daar volhield als Jan bepaalde wat ik moest vinden?

  3. Er zijn nogal wat staten in de regio die zich op religieuze en etnische identiteit baseren. De Palestijnse staat in wording is daar geen uitzondering op. Neem bijvoorbeeld Turkije hoeveel groeperingen zijn daar niet met geweld en met veel groter succes verwijderd om het Turkse karakkter veilig te stellen. Er zijn veel Westerse groeperingen die opkomen voor de democratische rechten van minderheden in Turkije maar geen Westers land zal zijn vingers branden om het Turkse karakter van de staat ter discussie te stellen. Net zoals het Duitse karakter van Duitsland niet ter discussie wordt gesteld. In Duitsland krijgen volksduitsers waarvan de families soms honderden jaren buiten Duitsland hebben gewoond automatisch de Duitse nationaliteit, terwijl tweede en derde generatie Turken tot de regering van Schröder niet in aanmerking kwamen voor Duitse nationaliteit.
    Naast Turkije hebben wij het nog niet gehad over de expliciet Arabische identiteit van Palestina en Egypte om over de staatsgodsdienst maar niet te spreken.
    Ik vind het prima om de nationale staat als organisatievorm zij het gebaseerd op etnische of religieuze grondslag ter discussie te stellen, maar waarom dit uitgerekend van de Joodse staat wordt verwacht in een regio waar alle bestaande en ook toekomstige staten expliciet op etniciteit en religie zijn gebaseerd, is toch behoorlijk over the top.

  4. Je bent niet goed geinformeerd, Barry. Palestijns staatsburgerschap en burgerrechten zijn niet gebaseerd op religie, er zijn ook christelijke Palestijnen, en ook niet op etniciteit. Niet-Arabische burgers zijn evengoed burgers. Bedouinen zijn burgers met dezelfde rechten. Er zijn zelfs joodse Palestijnen.
    Turkije gaat niet goed om met een aantal minderheden, en dat is dus niet een voorbeeld voor goed gedrag, maar ook hier, staatsburgerschap is in Turkije niet afhankelijk van religie en/of etniciteit. Turkije staat wat dat betreft veel dichter bij een moderne democratie dan Israel.
    En zelfs al zouden andere landen in de regio zaken verkeerd doen, Israel claimt een democratie te zijn op Westerse leest, terwijl ze onderscheid maken op grond van etniciteit/religie. De discriminatie is dus ingebakken en staatsrechterlijk vastgelegd. Dat zouden we in Europa van geen enkel land accepteren. Dat is dus niet vol te houden, en geheel uit de tijd voor een moderne staat.

  5. Beste Anja vertel mij aub wat meer over de gemeenschap van “joodse Palestijnen” en over de niet-Arabische burgers van Palestina. Daar wil ik graag meer over weten. Ik hoop niet dat je die ene verdwaalde Samaritaan in Nabloes bedoeld. Ongetwijfeld ben je ook bekend met de enorme daling van de christelijke bevolking in de Palestijnse gebieden. Het aandeel van Christenen onder Israelische Palestijnen is vele malen groter. Animo voor vertrek daar is duidelijk kleiner.
    Overigens hebben niet alleen Joden een israelisch staatsburgerschap. Dat staatsburgerschap en de status van het staatsburgerschap in Turkije niet afhankelijk is van etniciteit is niet waar. qua religie is Turkije sinds de eerste wereldoorlog rigoreus gezuiverd. De overgebleven religieuze minderheden hebben geen vertegenwoordigers in het Turkse parlement laat staan dat zij als volksvertegenwoordigers vrijlijk de staat als “fascistisch” kunnen bestempelen.

  6. Ik herhaal wat ik heb gezegd, Barry. Hoeveel christenen er in Palestina zijn is niet aan de orde. Hoeveel joden er in Palestina leven is niet aan de orde. Het gaat er om dat je beweert dat het een staat is die op etniciteit/religie is gebaseerd en dat is niet waar.
    Ook over Turkije kan ik herhalen wat ik al zei.
    En wat ik over Israel zei, hoef ik ook alleen maar te herhalen.
    Maar misschien kun jij deze vraag beantwoorden, Barry. Vind jij het verantwoord dat Israel een staatsrechtelijk onderscheid maakt tussen joden en niet-joden, en de eerste meer rechten geeft? Is dat wat jij een democratie noemt? Vind jij het te verantwoorden dat de partners van Palestijnse staatsburgers niet in Israel mogen wonen, en elke joodse partner van welke Israelische staatsburger dan ook meteen staatsburgerschap krijgt?

  7. Ik heb me ook altijd verbaasd over het feit dat mensen die bijv. langer dan vijf jaar in Israel woonden, toch nooit het Israelische staatsburgerschap konden krijgen, tenzij ze Joods werden (wat weer heel moeilijk is). Ik ga de Israelische constitutie er eens op nalezen. Veel dank voor het interessante onderwerp.

  8. Je bedoelt de grondwet, Victor? Israel heeft geen grondwet.
    Arafat maakte daar nog een grap over, toen hij kritiek kreeg dat de Palestijnse staat in wording geen grondwet had. Hij zei: stuur die van Israel maar, dan schrijven we die over.

  9. Ik vind het volledig verantwoord dat Israeliers maatregelen nemen dat zij geen minderheid in eigen land worden, want joden hebben historisch gezien niet al te beste ervaringen gehad met hun positie als minderheid.
    Zeker wanneer met het vasthouden aan het unieke “recht op terugkeer” er doelbewust wordt nagestreefd dat de Joden ook binnen de grenzen van 1967 in de minderheid zullen geraken.
    Daar zijn toch voldoende uitspraken van PLO coryfeeën over bekend, Stel je eens voor, voor welke politieke doelen die “terugkerende Palestijnen” door hun leiders worden ingezet.

    De PLO heeft Israel in die zin erkent, dat het de artikelen in haar handvest waarin het de eliminatie van de “zionistische aanwezigheid in Palestina nastreeft” en de verdeling van “haar thuisland” illegaal verklaart, op “non-actief” heeft gezet. Maar deze artikelen zijn niet geschrapt of aangepast en kunnen wellicht op elk mogelijk tijdstip in de toekomst opnieuw geactiveerd worden.
    Volgens de PLO charter zijn de Joden in tegenstelling tot de Palestijnen geen natie met een eigen identiteit (artikel 20)
    Er wordt in de charter en in de ontwerp constituties expliciet beroep gedaan op de Palestijns Arabische identiteit en dat Palestina ondeelbaar onderdeel is van de gehele Arabische natie.
    Zeker gezien de expliciete ontkenning van Joodse aanspraken op dit stukje land lijkt het mij op zijn minst begrijpelijk dat Israeliërs graag willen dat hun stuk als een Joodse staat wordt erkend en niet als een land waar Joden opnieuw worden gedwongen hun historische plaats als minderheid “zonder nationale identiteit” te accepteren.

    Wat betreft de beantwoording van jouw vraag zie ik geen enkel verschil tussen het Palestijnse beroep op het Arabisch Palestijnse karakter en het Israelische beroep op het Joodse karakter.
    Met dat verschil dat in de beginselen van diverse Palestijnse charters joodse aanspraken en rechten in het beste geval aan allerlei absurde definities en voorwaarden verbonden zijn maar in de meeste gevallen ronduit worden bestreden. De minimale referenties in één van de Palestijnse ontwerp constitutie naar mogelijke verplichtingen jegens religieuze minderheden (niet etnische die schijnen in Arabisch palestina niet te bestaan) in de vorm van respect voor de religieuze heiligdommen, wat betreft Joodse heiligdommen onder Palestijns gezag zonder uitzondering zijn geschonden. Overigens wordt in die conceptconstitutie expliciet gewag gemaakt van de Shari’a als basisi van de constitutie en dat de rechten van de “religieuze minderheden” in de context van de Shari’a worden geregeld.
    Dus jouw bewering dat Palestina niet op etnische en religieuze grondslagen is gebaseerd klopt gezien de charters, uitgangspunten en ontwerpconstituties, niet.

    Ongelijkheid in Israel heeft vooral te maken wie wel of niet in het leger dient. Er zijn dan ook Likoedniks die zeggen dat als Israelische Arabieren dezelfde voorrechten willen hebben, zij maar in het leger dienst moeten nemen.

    Wat betreft de partnerkeuze is het natuurlijk treurig dat Israelische Palestijnen vaak in een web van juridische problemen komen als zij met een partner uit de “bezette gebieden” willen trouwen. Helaas is er niet alleen sprake van liefde maar werd het juist in Jeruzalem doelbewust aangemoedigd in een niets ontziende bevolkingsgroei-race. In Nederland heet dat sinds kort import huwelijk en schijnt dat ook niet meer zo makkelijk te zijn.
    Helaas is dat te verantwoorden, onder de gegeven omstandigheden van nationale en internationale haatcampagnes tegen de Joodse staat.
    In het beste geval wordt het in jouw ideaal van een democratie niet gebaseerd op “etnische en religieuze” identiteit, voor Joden een soort Libanon waar de Christenen met geweld de marges van hun aspiraties is bij gebracht en waar hun gemeenschap speelbal wordt van de omliggende staten en gegijzeld zal worden door Hizbollah-achtigen en waar zij net als de christenen in Libanon en de palestijnse gebieden steeds minder te zoeken hebben. Ik vrees echter een veel ergere uitkomst Anja.

    Niet dat ik de illusie heb je ergens van te overtuigen maar ik vond het zo beleefd om op je vragen te antwoorden en jou op de onjuistheid van je beweringen te wijzen.
    Graag wil ik de gelegenheid gebruiken om je te complimenteren voor jouw foto’s op jouw site die uitstekende en vaak mooie impressies geven.

  10. Het antwoord is dus ja, Barry, al draai je er nog een beetje omheen. Jij vindt dus dat een zichzelf democratie noemend land een onderscheid mag maken tussen burgers op grond van etniciteit-religie. Met het argument dat ´joden een niet al te beste ervaring hebben met het zijn van een minderheid´. Je zou ook kunnen zeggen: juist omdat de joden er ervaring mee hebben wat het kan betekenen om een minderheid te zijn zouden Israeli’s niet willens en wetens een ander volk in die positie moeten plaatsen, maar dat zeg je dus duidelijk niet.

    Het verschil tussen Palestina, die geen staatsrechtelijk onderscheid maakt op grond van etniciteit of religie heb ik al aangegeven, jij wenst het verschil niet te zien. Ik wel. En vooral de gevolgen ervan. Je bent kennelijk naarstig op zoek geweest naar ‘bewijzen’ dat de Palestijnen even erg zijn (alsof dat, als dat waar zou zijn wat Israel betreft wel in orde zou zijn) en hebt alleen wat aanwijzingen gevonden dat in sommige ontwerpen sprake zou zijn van de sharia. Voor je informatie: de PA van Arafat was seculier, Arafat zelf trouwde met een christelijke vrouw, en zelfs Hamas beloofde bij het aantreden in de verkiezing de rechten van christenen te respecteren. Je poging om Israel wit te wassen door de Palestijnen zwart te maken snijdt geen hout.

    Het interessante is ook dat je de Palestijnen beschuldigd van een ‘niets ontziende bevolkingsrace’. En dat zou de reden zijn waarom sommige Israelische Palestijnen een partner uit de Bezette Gebieden naar Israel zouden halen. En dan, je drukt dat mooi eufemistisch uit, ’terecht komen in een web van juridische problemen’. Wat je wederom wegpoetst is dat het vooral Israel is die bezig is met een ‘niets ontziende bevolkingsrace’ waarbij er alle pogingen worden gedaan om joden naar Israel te krijgen (op dit moment met weinig succes) en elke Palestijn de toegang te ontzeggen. Daar is kortgeleden een wet voor aangenomen die in elk ander beschaafd land tegen de grondwet zou zijn. En wat je ook doet is de Palestijnen beschuldigen van ‘politieke doelen’, alsof die discriminerende wetgeving niet een politiek doel dient van Israel. Namelijk zo veel mogelijk ‘etnische zuivering’ als er onder de omstandigheden, zonder de dekmantel van een openlijke oorlog, maar mogelijk is.

    Een andere fraaie omdraaiing is je opmerking:’de ongelijkheid in Israel heeft vooral te maken met wie er wel of niet in het leger dient’. Inderdaad. Goed dat je dat nog even noemt: dat is een van de methoden die in Israel worden gebruikt om te kunnen discrimineren zonder het zo te noemen. Een groot aantal voorrechten, zoals het verkrijgen van een hypotheek, of in aanmerking komen voor woningen, het was zelfs een tijd de kinderbijslag, wordt gekoppeld aan ‘in het leger gediend hebben’. Dat is dus een verhullende manier om die voorrechten niet aan Palestijnse staatsburgers te geven, zonder duidelijk te hoeven zeggen: niet voor Arabieren. Het is ook wel fraai hoe je de zaak met een uitspraak van de Likud omdraait, en doet alsof het alleen aan de Palestijnen zelf ligt dat ze niet in het leger willen dienen. Wat ze uiteraard niet willen, inderdaad. Maar ook daarmee verhul je dat de Palestijnen in veel beroepen, overheidsfuncties en uiteraard ook in het gehele militaire apparaat geweerd worden. En ik zal hier maar niet uitwijden over alle andere vormen van geinstitutionaliseerde vormen van discriminatie, zoals het beheer van het land dat eerst van de Palestijnen is afgenomen, om vervolgens in beheer te geven van semi-overheidsorganisaties die in hun statuten hebben staan dat op dat land geen Arabieren mogen wonen, of de wooncorporaties die ook van die mooie verhullende omschrijvingen hebben om Palestijnen te werenb in wijken alleen voor joden. Dat de wooncorporatie mag beslissen wie er in de cultuur past. Ik herinner je aan het proces van de Arabische Israeli die al tien jaar bezig is om een huis te mogen bewonen in Katzir. Ondanks het feit dat het hooggerechtshof hem gelijk heeft moeten geven woont hij daar nog steeds niet. En er is nog veel meer, het is voor wie dat weten wil uitstekend gedocumenteerd.

    En nog een mooie omdraaiing: het verwijt dat de Palestijnen joodse heiligdommen zouden hebben verwoest. Dat noem ik een gotspe, gezien de waanzinnige verwoestingen, inclusief moskeeen, die het IDF op zijn geweten heeft. En wat bedoel je helemaal? Heb je het erover dat het IDF bij de ontruiming van de nederzettingen waarbij alles werd verwoest, inclusief de waterleidingen en de electriciteitslijnen, wel een gebouwtje liet staan waarin voorheen een synagoge was gevestigd? Zodat ze later konden zeggen dat de Palestijnen een joodse heilige plaats hadden vernietigd? Moet ik jou uitleggen dat een gebouwtje waarin de Thorarollen zijn verwijderd geen synagoge meer was? En dat het opzet was?

    En verder verdedig je die gelegaliseerde discriminatie uiteraard met de ‘haatcampagnes tegen de joodse staat’. Waarbij je dus opnieuw niet wenst te zien dat er meer dan genoeg redenen zijn voor vergaande kritiek. De bezetting, de annexaties, de schendingen van mensenrechten en de conventies van Geneve, tot en met wat de VN en mensenrechtenorganisaties als Amnesy ondertussen zonder aarzeling als oorlogsmisdaden hebben benoemd. Plus de tweederangs behandeling van niet-joden in Israel, die vergaand geinstitutionaliseerd is.

    Wat je doet is de grote omdraaiing, Barry. Je doet alsof de weerstand tegen wat Israel doet de reden is voor het beleid dat wordt gevoerd, in plaats van onder ogen te zien dat het beleid dat wordt gevoerd de reden is voor de weerstand. Het is de bekende manier. En inderdaad, je hoeft geen moment de illusie te hebben dat je mij daar mee overtuigt. Maar dank, voor de manier waarop je nog eens illustreert in wat voor bochten de mensen zich wringen die koste wat kost Israel willen verdedigen. Hoe je wat krom is recht praat.

    En nog eens bevestigt wat ik in ‘de paradigmastrijd’ ook al zei. Een werkelijk gesprek tussen paradigma 1: Israel moet zich verdedigen tegen de omringende vijand, en paradigma 3, Israel is een bezettende mogendheid, is nauwelijks mogelijk.

  11. Je wil een Palestina dat Palestijns is en een Israel dat niet Joods mag zijn. Het blijft allemaal een beetje vreemd, Anja.

  12. Je weet het al, Barry. Er is helemaal niets vreemds aan dat ik zowel Palestina als Israel toewens dat ze een gewone democratie worden met gelijke rechten voor alle burgers ongeacht hun etniciteit of religie. Ik denk bovendien dat Israel dan een land kan worden waar joden veiliger zijn dan nu, zoals ze ook veiliger zijn in de westerse landen en de VS waar geen onderscheid gemaakt wordt tussen joden en niet-joden.
    Ik zal nooit een voorstander worden van een land waarin een blanke meerderheid, een katholieke meerderheid, of een joodse meerderheid het recht krijgt om niet-blanken, niet katholieken of niet-joden tot tweederangsburgers te maken. Je weet dat je daarmee verzet en haat oproept, want geen enkele bevolkingsgroep laat zich vrijwillig zo behandelen.
    Het is uit de tijd, het is onrechtvaardig, en het werkt verkeerd.

  13. Inderdaad heb ik gezien op de websites dat Israel geen geschreven grondwet heeft. Ze hebben wel een onafhankelijkheidsverklaring die ietwat lijkt op een grondwet. Ik zocht naar wetsteksten die vastleggen dat alleen Joden volwaardig Israelisch staatsburger kunnen worden.

  14. Dat staat -uiteraard – nergens zo direct. Dat zit verpakt in de wetten die ik al noemde, dat er voorrechten verbonden zijn aan in het leger hebben gediend, en land wordt doorgegeven aan organisaties die in de reglementen hebben staan dat dat land niet bewoond mag worden door niet-joden. De meest openlijke wet gaat over het ‘recht op terugkeer’. Alle joden, waar ook ter wereld hebben dat ‘recht op terugkeer’, vertaald: recht op Israelisch staatsburgerschap, al hebben zij of hun voorouders daar nooit gewoond, terwijl niet-joden, al hebben ze generaties in het land gewoond, niet eens het recht hebben om hun familie of partner over te laten komen.
    Dat niet-joden niet dezelfde rechten hebben als joden zit dus verpakt in verschillende wetten, maar behalve bij het recht op terugkeer is dat niet openlijk.

    Zie hieronder. Voor het eerst hebben de Palestijnen in Israel een manifest opgesteld. Het is niet vriendelijk ontvangen.

  15. Dear Colleague,

    We didn’t disappear
    Arabs in Israel call for a “state of all its citizens” to replace Jewish-only policies, writes Jonathan Cook in Nazareth

    The official political leadership of Israel’s more than one million Palestinian citizens issued a manifesto in Nazareth last week demanding a raft of changes to end the systematic discrimination exercised against non-Jews by the state since its creation nearly six decades ago.

    Included in the manifesto — the first ever produced by the community’s supreme political body, known as the High Follow-Up Committee — are calls for Israel to be reformed from a Jewish state that privileges its Jewish majority into “a state of all its citizens” and for sweeping changes to a national system of land control designed to exclude Palestinian citizens from influence.

    The document is likely to further increase tensions between the Israeli government and the country’s Palestinian minority, and has already been roundly condemned in the Hebrew media.

    Although individual Arab political parties have made similar criticisms of the state before, it is the first time in its history that the High Follow-Up Committee — a cautious and conservative body, mainly comprising the heads of Arab local authorities — has dared to speak out. The committee is seen as setting the consensus for Israel’s one in five citizens who are Palestinian.

    The most contentious issue raised in the document, called “The Future Vision of the Palestinian Arabs in Israel”, is Israel’s status as a Jewish state. The authors — leading academics and community activists — argue that Israel is not a democracy but an “ethnocracy” similar to Turkey, Sri Lanka and the Baltic states.

    Instead, says the manifesto, Israel must become a “consensual democracy” enabling Palestinian citizens “to be fully active in the decision-making process and guarantee our individual and collective civil, historic and national rights.”

    An editorial in Israel’s liberal Haaretz newspaper denounced the document as “undermining the Jewish character of the state” and argued that it was likely its publication would “actually weaken the standing of Arabs in Israel instead of strengthening it”.

    The campaign among Israel’s Arab parties for a state of all its citizens began in the mid-1990s after it was widely understood that under the terms of the Oslo Accords Israel’s Palestinian population would remain citizens of the State of Israel. Until then the minority had kept largely out of the debate about its future, fearing that expressing a view would prejudice negotiations between Israel and the Palestinian leadership.

    The demand for a state of all its citizens has wide backing among the Palestinian minority: a recent survey by the Mada Al-Carmel Centre revealed that 90 per cent believed a Jewish state could not guarantee them equality, and 61 per cent objected to Israel’s self-definition.

    However, Israeli prime ministers, including Ehud Barak and Ariel Sharon, have always characterised the call for a state of all its citizens as tantamount to sedition. In a speech last week, Avigdor Lieberman, the new minister of strategic threats, repeated a similar line, telling policy-makers in Washington: “he who is not ready to recognise Israel as a Jewish and Zionist state cannot be a citizen in the country.”

    As well as highlighting the various spheres of life in which Palestinian citizens are discriminated against, the manifesto makes several key demands that are certain to fall on stony ground.

    The High Follow-Up Committee argues that the Palestinian minority must be given “institutional self-rule in the field of education, culture and religion”. Israeli officials have always refused to countenance such forms of autonomy. Instead, the separate and grossly under-funded Arab education system is overseen by Jewish officials; the status of the Arabic language is at an all-time low; and the government regularly interferes in the appointment of Muslim and Christian clerics, as well as controlling the running of their places of worship and providing almost no budget for non-Jewish religious services.

    The manifesto also demands that Israel “acknowledge responsibility for the Palestinian Nakba ” — the catastrophic dispossession of the Palestinian people during Israel’s establishment in 1948 — and “consider paying compensation for its Palestinian citizens”.

    As many as one in four Palestinian citizens are internal refugees from the war, and referred to as “present absentees” by the Israeli authorities. They were stripped of their homes, possessions and bank accounts inside Israel, even though they remained citizens. Most homes were either later destroyed by the army or reallocated to Jewish citizens.

    An internal government memorandum leaked several years ago showed that most of the internal refugees’ money, supposedly held in trust by a state official known as the Custodian of Absentee Property, had disappeared and could no longer be traced.

    Another controversial demand is for a radical overhaul of the system of land policy and planning in Israel, described in the manifesto as “the most sensitive issue” between Palestinian citizens and their state. Israel has nationalised 93 per cent of the territory inside its vague borders, holding it in trust not for its citizens but for the Jewish people worldwide. The land can be leased, but usually only to Jews.

    Israel’s Palestinian citizens, on the other hand, are restricted to about three per cent of the land, although they do not control much of the area nominally in their possession. Gerrymandering of municipal boundaries means that Arab local authorities have been stripped of jurisdiction over half of their areas, which have been effectively handed over to Jewish regional councils.

    The manifesto calls for an end to other discriminatory land practices: the exclusion of Palestinian citizens from planning committees; the refusal of such committees to issue house- building permits to Palestinian citizens; the enforcement of house demolitions only against Palestinian citizens; and the continuing harmful interference by international Zionist organisations, particularly the Jewish Agency and the Jewish National Fund, in Israel’s land and planning system.

    The chairman of the High Follow-Up Committee, Shawki Khatib, said: “We’ve already seen the reality of which the Arab public says to the Jewish public, ‘I want to live together, and I really mean it’, but the Jewish public has still not reached the same conclusion. This document is a preliminary spark. Its importance is not in its publishing, but in what happens after it.”

    The High Follow-Up Committee was established in 1982, in the wake of Land Day in 1976 when six unarmed Palestinian citizens were shot dead by Israeli security forces during demonstrations against a wave of land confiscations by the state to advance its official goal of “Judaising” the Galilee.

    The Follow-Up Committee has lost much of its status over the past decade, widely seen as too unwieldy a body to represent the Palestinian minority’s needs effectively. Members, drawn from the heads of local authorities and major Israeli Arab organisations and parties, do not have to submit to direct election and reach their decisions through consensus, which has often paralysed the committee into inaction. The manifesto is viewed as an attempt to reassert the committee’s authority.

    In recent years Arab political factions have called for direct elections to the Follow-Up Committee, but the Israeli government has intimated that it would consider an Arab “parliament” as an attempt at secession and react harshly.

    In a related development, the Mossawa advocacy centre presented a position paper at a conference in Nazareth this month, arguing that internal refugees should be allowed to return to villages that existed before 1948. “The move by refugees of 1948 to their villages will not change the demographic balance or endanger the Jews,” said Jafar Farah, head of Mossawa. “Unlike the [Palestinian] refugees in Arab states, we are [already] here.”

    © Copyright Al-Ahram Weekly. All rights reserved

    Al-Ahram Weekly Online : Located at: http://weekly.ahram.org.eg/2006/824/re72.htm

  16. Daar wachten we dan rustig op, of die er komt. Tot nu toe was het niet mogelijk om een werkelijke grondwet aan te nemen omdat daar normalerwijze in staat dat er gelijkheid is voor alle burgers. Dat stuit op twee bezwaren: van de orthodoxen die de gelijkheid tussen vrouwen en mannen niet wettelijk vastgelegd willen hebben, en op het bezwaar dat je dan ook niet-joden gelijk moet behandelen, terwijl het ondertussen wel een joodse staat moet blijven.
    Mocht er iets aangenomen worden dat lijkt op een grondwet, dan zal dat hete hangijzer naar mijn verwachting weer met mooie woorden omzeild worden. Zoals de slogan in de onafhankelijkheidsverklaring ook heel mooi klinkt, ‘Israel is een joodse en democratische staat’, tot je gaat nadenken wat dat betekent. Alleen democratisch voor joden? Of ook democratisch voor niet-joden? En hoe kan het dan een joodse staat blijven? Als de grondwet de goedkeuring zou krijgen van de huidige regering, dan kun je er rustig van uit gaan dat er geen sprake zal zijn van werkelijke gelijkheid, deze regering schroeft de discriminerende maatregelen, gericht tegen de Palestijnse minderheid alleen maar op.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *