Les over gender (1)

Weet iemand nog wie de Chippendales waren? Dat waren goedgebouwde showbinken die voor een damesgezelschap uit de kleren gingen. Het was even een hype: de vrouwen gingen emanciperen dus ze wilden hun eigen seksobjecten. Die hype is over.

Om de zoveel tijd laait de discussie weer op over de verschillen tussen mannen en vrouwen. Komt de ene sekse van Venus en de andere van Mars? Verschillen ze van nature van elkaar of is het alleen maar imitatiegedrag als je jongetjes met autootjes ziet en meisjes met poppen?

Mijn stelling is dat het ingewikkelder ligt dan eenvoudig te stellen: de sekseverschillen zijn ‘aangeleerd’ dan wel ‘aangeboren’. Nooit zullen we het helemaal precies weten, want de enige manier om er achter te komen zou zijn om pasgeboren babies in quarantaine te nemen en ze zonder te weten of het jongetjes of meisjes zijn op te voeden, en dan te kijken wat er uitkomt. Gelukkig kan dat niet. Dus is het voornamelijk giswerk. En kunnen we constateren dat er in verschillende culturen grote verschillen zijn tussen wat typisch mannelijk en vrouwelijk wordt gevonden, zo absoluut aangeboren is het dus niet, maar ook overeenkomsten dwars door de culturen heen. Mannen worden overal meer geassocieerd met agressie en vrouwen meer met verzorging.

Ik ben er jaren mee bezig geweest, las alle boeken en onderzoeken, ik gaf er twintig jaar les over, en publiceerde twee boeken: De schillen van de ui in 1984, dat op veel opleidingen is gebruikt, en keer op keer werd herdrukt, en veel later Chodorow en verder. Over de psychopolitiek van sekse, uit 1997. Centraal in dat laatste boek staat de theorie van Nancy Chodorow, over de vorming van de vroege sekse-identiteit. Is het nog actueel? Laten we kijken. Ik zal, gewoon als les, voor de liefhebbers, het materiaal in stukjes aanleveren. Hierbij de eerste aflevering, met een vraag als cliffhanger: waarom nemen vrouwen meer van mannen over dan omgekeerd?

(Met excuses voor het woord gender. Dat is vertaald: geslachtelijkheid, ofwel, alles wat met mannelijkheid en vrouwelijkheid te maken heeft. Maar dat is zo omslachtig.)

Dit is een vraag die ik wel eens stel bij lezingen over gender: hoe zou het komen dat mannen het zoveel moeilijker of onaantrekkelijker vinden om iets van vrouwen over te nemen dan omgekeerd? Dat is tenminste wat ik waarneem: vrouwen zijn meer buitenshuis gaan werken. Mannen nemen aarzelend, onder protest en soms onder dwang iets van de zorg binnenshuis over. Vrouwen zijn massaal broeken gaan dragen. Mannen dragen geen rokken, hoewel ze ook mooie benen kunnen hebben. Vrouwen zijn auto gaan rijden, roken, drinken, plegen overspel, tonen meer interesse voor seks dan vroeger mocht, zitten groepsgewijs joelend bij de Chippendales, doen aan sport en fitness, hebben kortom een scala aan meer of minder aanbevelingswaardige activiteiten van mannen overgenomen. Mannen nemen ook wel wat van vrouwen over; ze staan vaker in de keuken, al of niet met een demonstratief mannelijk schort voor en gebruik van veel technische apparatuur, ze dragen af en toe een oorringetje, maar niet meer dan een, want ze willen niet echt op een vrouw gaan lijken en leven hun kleurgevoel en behoefte aan versiering uit in het lapje middenvoor; de stropdas, overbodigste kledingstuk aller tijden, of in hun trainingspakken. Ze willen tegenwoordig ook lekker ruiken, maar dat moet dan wel uit een vierkant flesje komen met een naam als Brut of Egoiste. Ook echte mannen mogen elkaar tegenwoordig in de armen vallen, maar niet zomaar: nadat er een doelpunt is gescoord, niet ervoor. Met andere woorden: mannen willen wel wat overnemen van de meer aantrekkelijke kanten van de vrouwenrol, maar waken er angstvallig voor dat de grenzen van de mannelijkheid niet worden overschreden.Hoe komt het dat mannen meer aarzelen om het een en ander van vrouwen over te nemen dan omgekeerd?

Voor deel 2, hier.

12 gedachten over “Les over gender (1)

  1. Waar ik veel van geleerd heb, zijn gesprekken met een transseksuele vriendin. Zij kon me veel vertellen over de verschillen tussen een mannelijke en een vrouwelijke hormoonhuishouding. Dat testosteron gekoppeld is aan een grotere seksdrive, da’s geen verrassing, al had ik me nooit gerealiseerd dat waar vrouwen eens per maand last van hun hormonen hebben, de hormonen voor mannen 24 uur per dag een rol spelen. Maar veel opmerkelijker vond ik de verschillen die ze merkte toen ze meer vrouwelijk hormoon kreeg: ze zag meer kleur, rook meer geuren, proefde meer smaak, hoorde anders, voelde anders. Ze werd er ook emotioneler van, moest net als een pubermeisje wennen aan dat heel nieuwe gevoelsleven.

    Nooit bij stilgestaan, maar het heeft wel het besef gewekt dat er meer is dan “nurture”.

  2. Het zou kunnen, Anne-Marie. We kunnen zelf ook wel nagaan in hoeverre hormonen een rol spelen. We kunnen ondertussen niet uitschakelen dat ook innerlijke beeldvorming over wat typisch vrouwelijk of mannelijk is een rol speelt. Om een voorbeeld te geven: agressie. Wordt gezien als een typisch mannelijke en hormoongestuurde drift. Wat bleek uit een onderzoek, mannen en vrouwen reageren op gefingeerde woede-opwekkende situaties even boos, de adrenaline steeg, maar vrouwen hielden het meer ‘binnen’ en gedroegen zich er minder naar. Dat kan dus onmogelijk alleen hormonen zijn.

    En neem seks, heet ook een voornamelijk door hormonen gestuurde drift te zijn. Klopt een beetje. Maar iemand zei, het is allang geleden dat ik er les over gaf en ik weet de naam niet meer, ‘we zijn vergaand van onze hormonen ge-emancipeerd’. We doen namelijk allang niet meer alleen aan seks wanneer we vruchtbaar zijn en het volgens biologie en hormonen dus ‘zin’ heeft. Wij vrouwen gaan er bijvoorbeeld mee door na de overgang, kan ik uit eigen ervaring meedelen, al is dat gevoel van stuiterend van de hormonen door het leven gaan wat minder, we vrijen om heel veel meer redenen dan de voortplanting. Het is wat je noemt een acquired taste. Eenmaal de smaak te pakken hoeven we niet meer op hormonen te wachten tot we zin krijgen. We maken zin en dan doen die hormonen ook wat ze moeten. Meestal.

    Ik bedoel maar: volgens alles wat ik weet is het bijna altijd een kwestie van wisselwerking, biologie zowel als socialisatie en cultuur. Maar een interessante theorie daarover, van Chodorow, komt hier dus nog.

  3. Is het niet zo dat mannelijke gedragingen in onze samenleving hoger aangeslagen worden dan vrouwelijke? Dan is het toch logisch dat wij vrouwen de mannen gaan nadoen. Iets anders is dat mannen (waarom weet ik niet, opvoeding, genen?)gewoon doen wat ze denken te moeten doen. Een vrouw houdt vaak met wat ze doet of wil gaan doen rekening met haar omgeving en laat zich daardoor afremmen, bepalen in hoeverre ze iets gaat doen.
    En…fijn voor mannen dat vrouwen vaak zo veel (last of gemak)emoties hebben. Dat maakt hen stoer en sterk en misschien wel superieur t.o.v. vrouwen. Maar aldoende leert men.

  4. De kern van de menselijke samenleving lijkt mij dat we die kunnen kritisch kunnen bekijken en evalueren en als we ergens ontevreden over zijn er ook iets aan kunnen veranderen. In de strijd voor die veranderingen verandert ons gedrag, verleggen we grenzen. De opvattingen over gender zijn nu behoorlijk anders dan voor de tweede feministische golf, bijvoorbeeld. En ook al weer heel anders dan in de jaren tachtig. En het gedrag is ook heel erg veranderd. Wie had ooit gedacht zoveel mannen achter de kinderwagen te zien? Of heteromannen die elkaar als begroeting zoenen! Het zijn maar kleine voorbeelden, maar ze laten zien dat mannelijkheid en vrouwelijkheid blijkbaar historische verschijnselen. Dat geeft al aan dat er grenzen zijn aan biologisch deterministische verklaringen. Het is best mogelijk dat er biologische verschillen zijn, maar mij lijkt dat de vormen die die verschillen aannemen, dan ook weer historisch/sociaal bepaald zijn. Stel dat vrouwen ‘van nature’ zorgzamer zouden zijn – ik vind het bijna eng om te zeggen, maar stel. Dan sluit dat toch helemaal niet een enorme diversiteit uit aan hoe vrouwen (en mannen) met zorgzaamheid omgaan uit? Dat heeft dan toch steeds te maken met hoe je een samenleving inricht. Ik bedoel maar, het is niet bepaald een argument tegen vaderschapsverlof! Zo blijft gender dus verbonden met maatschappelijke en politieke keuzes!

    Ik ben benieuwd naar de theorie van Chodorow.

  5. Mannen handelen volgens mij meer rationeel en vrouwen meer emotioneel. Ja, mannen willen tegenwoordig ook lekker ruiken. Mijn moeder probeerd mij dat ook aan te leren, maar ik vind wat deodorant al genoeg om wat lichaamsgeuren (zweten) te bedekken.

    Ik denk ook wel dat een deel is aangeleerd. Het komt niet alleen door de cultuur maar door de geloven, zie b.v. een partij als de sgp. Vrouwen emancipatie is het grootst bij minder streng gelovigen en bij niet gelovigen.

    Anja, ik heb als man mijn kijk wat gegeven. Leek mij wel nuttig om in deze discussie. Mocht je er anders over denken of een andere mening hebben, dan hoor ik dat graag.

  6. Harmke, het is waar dat mannenactiviteiten hoger aangeslagen worden dan die van vrouwen. Maar het valt niet te verklaren waarom dat zo zou zijn. Wacht maar op Chodorow.

    Ben het met je eens, Paul. Ook sinds ik het boek schreef zijn er weer dingen veranderd, bijvoorbeeld dat ook heteromannen elkaar tegenwoordig zoenen. En inderdaad, stel dat vrouwen van nature zorgzamer zouden zijn, dan heb je nog steeds een enorme diversiteit ook tussen vrouwen, en zijn er ook veel mannen die zorgzaam (kunnen) zijn. Wat blijkt is dat als mannen in een situatie zijn waarin ze alleen voor kinderen moeten zorgen, ze hetzelfde gedrag en emoties gaan vertonen. Veel egdrag ontstaat dus door het doen. En wie wat doet, is ook een maatschappelijk gegeven.

    Dat mannen meer rationeel zouden zijn en vrouwen meer emotioneel blijkt nergens uit, Evert. Maar mannen vinden het mannelijker om hun emoties rationeel te noemen, en de rationaliteit van vrouwen te zien als emotioneel. Het is een waardeoordeel zonder veel feitelijke onderbouwing.

  7. Eierstokken. Vergeet de eierstokken niet, Anja. Sinds ik die met nog wat andere onderdelen ergens onderweg kwijt ben geraakt, is het met mijn zorgzaamheid en huishoudelijkheid droevig gesteld.

    Heerlijk.

  8. Ik behoor kennelijk tot de uitzonderingen. Heb dat altijd al gedacht. Zou graag eens in een rok over straat gaan, maar durf dat niet. Draag thuis wel sarongs (in Indonesië zowel door mannen als door vrouwen gedragen) en loop daarmee wel eens het huis uit op zoek naar de kinderen. Maar verder dan tot de hoek heb ik het nooit gebracht. Uit mijn jeugd herinner ik mij dat er ooit (even?) mannenrokken waren, lang en zwart. Ik heb ze nooit in het echt gezien. Ook opmerkelijk trouwens dat eem man die zich vrouwelijk kleedt een travestiet heet, maar een vrouw die zich mannelijk kleed gewoon een vrouw die zich mannelijk kleedt blijft.

  9. Een van mijn huisgenoten draagt af en toe een kilt. Staat hem erg mooi, want hij heeft mooie benen. Maar hij krijgt er wel geregeld reacties op. Niet erg agressief, heb ik de indruk, al kan dat er ook mee te maken hebben dat hij vrij breed is, en dat hij er daarom uit ziet als een soort Braveheart.

  10. De stropdas vind ik niet alleen “overbodig”, maar zelfs gevaarlijk. Niet toevallig zit het woord “strop” erin. Aan mijn lijf geen polonaise! (Ik heb me nooit willen laten strikken, noch de das omdoen).

    Homo-, bi- en metro-seksuelen beantwoorden naar mijn mening niet of in elk geval minder aan jouw beschrijving van mannen, Anja. Het is dus zeker niet één pot nat, maar een “grote gemene deler”.

    Stereotiep gesproken denk ik het volgende. Het zijn speculative gedachten; meer pretentie heeft het niet.

    Het probleem van mannen is, dat ze a.h.w. moeten “bewijzen” dat ze “echte” mannen zijn. Dit lijkt me vooral cultureel bepaald. Hierbij hoort het je zelf “neerzetten”, je eigen gang (durven) gaan, enz. Mannen moeten hun mannelijkheid daarom “bewaken” en aantonen dat ze de juiste eigenschappen hebben.
    Mannelijke homoseksualiteit kan dus “eng” worden, omdat het vraagtekens zet bij wat als man-zijn wordt verondersteld.
    Mannen moeten zich in de huidige culturele contekst bij hun volwassenwording vooral van hun moeder losmaken, wat pijnlijk kan zijn en de aanduiding van het sekseverschil onvermijdelijk maakt, en zij kunnen de vader als “rivaal” wat betreft de liefde van de moeder ervaren. (Dit is standaard-Freud-reperoire).

    Het vrouw-zijn is meer een soort vanzelfsprekendheid, naar mijn gevoel. Als je als vrouw geboren wordt, ben je een vrouw. Punt uit. De relatie met de moeder vereist minder “losmaking” bij het volwassen worden (geen andersoortig gedrag vereist), maar kan in ander opzicht problematisch zijn. (Bv.: gevaar van onvoldoende ervaring van eigen identiteit). Aan het vrouw-zijn wordt weliswaar ook allerlei cultureel gedrag gekoppeld, maar niet zozeer het “jezelf bewijzen”, stoer doen, je eigen gang gaan, e.d. Vrouwen mogen dit laatste wel een beetje doen, omdat hun vrouw-zijn vanzelfsprekend wordt gevonden, en ze kunnen altijd weer zo nodig “terugvallen” op het overgeleverde als vrouwelijk bestempelde gedrag, zoals afwachtend en zorgzaam zijn. “Mannelijke” gedragingen worden dus als minder bedreigend ervaren.

    Misschien heedt dit alles onbewust ook met de seksuele functionaliteit te maken. Mannen moeten erecties krijgen (en daarmee hun potentie “bewijzen”), vrouwen hoeven niets “te laten zien”?

  11. Toevoeging aan het laatste (bedacht ik me later nog): misschien ervaren mannen door het laatst genoemde hun mannelijkheid juist als kwetsbaar, en proberen ze dat te (over)compenseren met gedrag dat elke twijfel zou moeten wegnemen?

  12. Pingback: De essentie, de kern en de ui | Dima's Blog

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *