Dossier 2: Het zionisme


2. Het zionisme

Over zionisme schreef ik eerder op dit weblog. Zie hier en hier.

Herzl, de grondlegger van het zionisme, was er aanvankelijk niet van overtuigd dat der Judenstaat in Palestina moest komen. Het kon ook Argentinië zijn. Hij schreef wel dat, zo de nieuwe staat in Zuid-Amerika gevestigd werd, de inheemse bevolking zou moeten worden verwijderd. Toen besloten was dat het ‘nationale tehuis’ van de Joden in Palestina moest komen, beschreef Herzl in Altneuland, een beschrijving van de ideale zionistische samenleving, hoe dankbaar de enkele Arabier ter plaatse is voor de uitstekende behandeling die hij krijgt van de Joodse gemeenschap.
Ondanks het feit dat Herzl en zijn zionistische opvolgers atheïsten waren, werd Eretz Israël de spirituele geboorteplaats van het Joodse volk genoemd. De Onafhankelijkheidsverklaring van 1948 is duidelijk geschreven door atheïsten, zegt Avnery, want voor gelovigen werd die ‘spirituele identiteit tot in de eeuwigheid’ gevormd op de berg Sinaï, niet in Israël. Gedurende de 1827 jaar tussen de verwoesting van de tempel en het Eerste Zionistische Congres is er geen enkele poging gedaan om in Palestina een Joodse staat op te richten. De inhoud van de Balfour-declaratie, waarin de Engelse regering stelt dat ze voor de vestiging van een nationaal tehuis voor het Joodse volk in Palestina is, is in de Onafhankelijkheidsverklaring zo verdraaid dat er leek te staan dat heel Palestina een staat voor de Joden moest worden. Ook de woorden van de Verenigde Naties kwamen verdraaid in de verklaring terecht, de VN-resolutie spreekt letterlijk van onafhankelijke Arabische en Joodse staten naast elkaar, met Jeruzalem onder internationaal toezicht. Het is duidelijk, stelt Avnery, dat Ben Gurion bij het uitroepen van de staat Israël allang had besloten dat er geen Arabische staat zou komen (Avnery 1998a, 1999a).

(Uit: Het beroofde land)

Zionisme was een radicale breuk met het diaspora jodendom.
Het zionisme creerde een nieuwe joodse geschiedenis, gebaseerd op twee gedachten: dat de werkelijke joodse identiteit gevormd was in Palestina, en dat de joden tegen hun wil in ballingschap waren gegaan, en al die tijd er naar verlangden om naar hun ‘eigenlijke’ land terug te gaan. (Beit-Hallahmi, pag 50)

De vraag is wat er waar is van de claim dat er een joods volk was dat de rechtmatige ‘eigenaar’ was van het land dat later Palestina heette.

Twee bijlagen over historische studies:
Over Finkelstein en Silberman: wat er geleerd werd van de archeologie. Hier.
Over de vraag of er historisch gezien wel een joods volk was, prof. Sand. Hier.

De geschiedenis werd herschreven, waarbij de tweeduizend jaar diaspora, waarin de joden altijd minderheid en vaak slachtoffer waren als oneigenlijk werd weggeschreven. Zionisme was een verzetsbeweging tegen het joodse lot. De geschiedenis was altijd geschreven door anderen, met de joden als toeschouwers en vervolgden, nu werd het de tijd dat de joden geschiedenis gingen maken en het lot in eigen handen zouden nemen. Niet alleen was het daarvoor noodzakelijk om een staat te vestigen waarin de joden de meerderheid zouden zijn, ook moest de oude diaspora jood verdwijnen. Niet voor niets werd het jiddish afgeschaft in Israel, en werd Hebreeuws, wat op dat moment niemand sprak, weer ingevoerd, zelfs joods aandoende namen moesten verdwijnen en vervangen worden door nieuwe Israelische namen.

Het zionisme is dus ook een verhaal van tegenstellingen, zegt Beit-Hallachmi, want aan de ene kant moest de joodse identiteit gered worden van zowel de orthodoxie als het gevaar van assimilatie, aan de andere kant werd het judaisme, met zijn in Europa gevormde tradities vrijwel integraal afgewezen. Het zionisme wilde een complete breuk met de eeuwenoude diasporatradities, tegelijk claimde het zionisme een continuiteit van de joodse geschiedenis en identiteit, terug te vinden in het oerland, te vinden in Palestina. Daar onderdoor werd voor het eerst, nationalisme is niet een erg joodse gedachtengang, een joods nationalisme geclaimd naar model van het Europese nationalisme.

De grootste taken waar het zionisme zich voor gesteld zag was het mobiliseren van de joodse massa om het plan uit te voeren, en de steun te verkrijgen van de wereldmachten. De derde taak, het verwijderen van de inheemse bevolking werd op dat moment nauwelijks serieus genomen. De inheemse Arabische bevolking werd gezien als zwak, achterlijk en irrelevant. De eerste twee taken werden vervuld, maar juist de derde blijkt tot op de dag van heden het grootste struikelblok.

Dat er in het geclaimde land nog andere mensen woonden was vanaf het begin bij het zionistische leiderschap bekend, maar werd niet als een groot probleem gezien. Op een of andere manier zouden die wel verdwijnen, al of niet geduwd. Daarbij moeten we bedenken dat in die tijd voor 1948 kolonialisme nog normaal was. Weinig koloniserende Europese mogendheden maakten zich druk over het lot van de inboorlingen. ‘Koloniseren’ was nog geen vies woord, en zonder gene staat er dan ook in het manifest van het Eerste Zionistische Congres in Basel (1897) dat het doel is om Palestina te koloniseren.

De joden die in Palestina bleven of er voor het zionisme heengingen waren niet geinteresseerd in het stichten van een joodse staat. Zij wilden een leven leiden van gebed en begraven worden in de heilige grond. Mocht er ooit een joods land komen, dan moest toch eerst de messias verschijnen.

De joden die als kolonisten naar Palestina kwamen, in de tweede helft van de negentiende eeuw, dachten wel over een joodse nationale staat. Tussen 1904 en 1914 vond de Tweede Aliyah plaats, waarmee de elite voet aan wal zette die het zionistische plan zou gaan leiden, waaronder Ben Goerion. Golda Meir toen nog Meyer, arriveerde in 1921. Vanaf 1910 was er al sprake van een kleine gewapende ondergrondse. Tegen 1925 was dat de Haganah, een goed getrainde en gewapende ondergrondse verzetsgroep. Tussen 1932 en 1935 verdubbelde het aantal joden in Palestina tot 28%.

Met het zionisme ontstond ook het Arabische verzet. Zie volgende hoofdstuk..

Dat de zionisten werkelijk dachten dat het ging om ‘een land zonder volk voor een volk zonder land’ is door alle documentatie geheel geloochenstraft. Niet alleen was het duidelijk dat Palestina bevolkt was, het was ook duidelijk dat de Arabische bevolking niet zomaar zou verdwijnen. In 1896 heeft Ahad-Haam, de redacteur van een Hebreeuws blad het over de Arabische nationale beweging. P 73. In 1905 schrijft Yitzhak Epstein over het feit dat er in ‘het land van onze dromen’ een volk leeft dat daar al eeuwenlang heeft gewoond en niet van plan is om te vertrekken. Een bevolking die voor tachtig procent bestond uit boeren, vrijwel al het vruchtbare land werd al bewerkt.

Het grote punt van het zionisme werd uiteindelijk dat de zionisten moesten rechtvaardigen dat zij het land af wilden nemen van de inheemse bevolking. In het koloniale tijdperk was dat niet moeilijk: Arabieren werden afgeschilderd als primitieve en onbetrouwbare boeven, elke vroege vorm van verzet was het werk van rovers en schurken, tot de inheemse bevolking uiteindelijk werd gezien als de agressor waar de zionisten zich tegen moesten verdedigen in plaats van als een volk dat zich verdedigde tegen een invasie van buitenlanders. Wat daarbij hielp is de joodse geschiedenis van vervolging. De Arabieren waren de opvolgers van de Europese antisemieten, die niets anders deden dan de traditie van pogroms en jodenvervolging voort te zetten. (Met het vervolg daarop dat het gaat om moslims, maar Beit-Halahbi schreef zijn boek voor 9/11)

Er is dus hard aangewerkt om de Israelische geschiedenis zo te herschrijven dat de oorspronkelijke inheemse bevolking in plaats van de verdrevenen als de achtervolgers werden gezien. Ze moesten, praktisch, tot minderheid worden gemaakt in het land waar ze in de meerderheid waren, hun rechten moesten illegitiem worden gemaakt, niet alleen hun lijfelijke aanwezigheid was een hindernis voor het scheppen van de joodse staat, ook hun geschiedenis moest worden uitgewist. Het is dus ook niet voor niets dat de bijna vijfhonderd dorpen waarvan de Arabische bevolking was gedood of gevlucht moesten verdwijnen, niet alleen om een terugkeer onmogelijk te maken, ook om de Arabische geschiedenis van Palestina te laten verdwijnen, veertien eeuwen dominante islam, inclusief de namen van de dorpen die werden ge-ontarabiseerd. Letterlijk van de kaart gewist. Daarbij werden ook eeuwenoude historische gebouwen, moskeeen maar ook forten nog van de kruisvaarders opgeblazen.

Bijlage over het laten verdwijnen van de Palestijnse cultuur volgt.
Zie onder andere Meron Benvenisti, Sacred Landscape. The Buried History of the Holy Land since 1948.

Dat Israel geloofde dat de verdreven bevolking op een of andere manier wel in het niks op zouden lossen was in die tijd niet zonder reden. Andere staten hebben de inheemse bevolking vrijwel zoek gemaakt, en niemand in het westen die zich daar erg om bekommerde.

Het zionisme is niet alleen een joodse bevrijdingsbeweging, het is ook een koloniale onderneming geweest, schrijft Beit Hallahmi. Nu is kolonialisme een smerig woord, en zal Israel dat met hand en tand ontkennen, in de vroege zionistische periode werd het zonder schaamte gebruikt voor wat het ook was. Een koloniale onderneming. Vrijwel alle Europese landen hadden kolonieen, Portugal, Spanje, Frankrijk, Engeland, Belgie, Nederland, Denemarken, Duitsland en Italie«. Maar die lieten stuk voor stuk, vrijwillig of onvrijwillig hun kolonieen los, toen Israel net begon. Ze waren eenvoudig te laat in de geschiedenis om de plaatselijke bevolking nog geruisloos te kunnen onderwerpen, uit te roeien of te verjagen. Andere nieuwe staten, als de VS, Canada en Australie gingen ook niet zachtzinnig om met de inheemse bevolking, die werd gedecimeerd. Dat kan achteraf worden betreurd, maar niemand zal meer zeggen dat de geschiedenis kan worden teruggedraaid, of de overgebleven inheemse bevolking meer geven dan burgerrechten, monumenten, excuses en enige compensatie.

Het probleem van Israel is als koloniale mogendheid dus hun late komst in de geschiedenis, en een wankele basis waarmee ze hun overheersing konden legitimeren en voortzetten, terwijl de andere westerse landen dat al opgaven. En daarvoor is een complete ideologie opgezet, met de elementen die we kennen: het Israelische volk claimt in vele opzichten een uitzonderingspositie, ze presenteren zich als vertegenwoordigers voor het gehele jodendom (dat niet daarnaar gevraagd is), en verdedigen hun overheersing met het argument dat de joden altijd vervolgd zijn.

Het is waar: het zionisme was geen ‘gewone’ koloniale onderneming. Kolonialisme was het middel, niet het doel. Het was niet de bedoeling om de inheemse bevolking te onderwerpen en uit te buiten om er aan te verdienen. Ben Goerion zei dat in 1915 duidelijk: “we zijn niet geinteresseerd in Palestina om over de inheemse Arabieren te heersen, en we zijn niet op zoek naar een afzetmarkt voor de producten van de joodse economie in de diaspora. Wat we willen is Palestina, als land‚ Het plan was niet om de Palestijnen te exploiteren, maar om ze te laten verdwijnen. Ze hadden geen keus, vonden ze. Zolang daar een meerderheid aan niet-joden zou wonen, kon er geen joodse staat komen. Dus was het niet hun eerste doel om een etnische zuivering op gang te brengen, het leek alleen noodzakelijk voor hun eigenlijke doel. De Palestijnen hadden hen niets gedaan, maar ze liepen in de weg.

Een ideologisch middel om de onderneming te verantwoorden in een tijd dat het kolonialisme op zijn retour raakte, was om te claimen dat zij als zionisten niet bezig waren om een nieuw land te bezetten, maar om ’terug te keren’ naar hun eigenlijke vaderland, het land van hun voorouders. Daarvoor moest de geschiedenis wel grondig worden herschreven en naar hun hand gezet. Het belangrijkste middel daarbij was, interessant genoeg aangezien de oorspronkelijke zionisten niet religieus waren en zich zelfs tegen het orthodoxe judaisme afzetten, de bijbel. Het verhaal van het beloofde land.

Wanneer huidige zionisten het ontstaan van Israel verdedigen als een bevrijdingsbeweging, zoals ook in andere landen plaats heeft gevonden, dan draaien ze de zaken om. Derde wereldlanden gooiden de koloniale overheersers er uit. Israel gooide de inheemse bevolking er uit. ‘We vochten tegen de Britten’ zeggen ze volgens Beit-Hallahmi nog steeds trots. Dat deden andere staten in wording ook. Maar Israel vocht niet tegen een koloniale overheersing, ze werden het zelf.

Het grote succes van het zionisme was aanvankelijk dat het lukte om de verdreven inheemse bevolking en de restanten die waren gebleven onzichtbaar te maken. Geen Palestijnen, maar naamloze Arabieren, zonder stem, zonder gezicht, zonder geschiedenis, zonder rechten. Het lukte bijna, met de bijbehorende ideologie, dat Palestina een vrijwel leeg land was geweest, met alleen wat primitieve boeren of nomaden er op, die net zo goed ergens anders heen kon. Of die zelfs blij mochten zijn dat de zionisten kwamen om ‘de woestijn tot bloei te brengen’, democratie mee te nemen, hygiene en onderwijs. In dit koloniale verhaal zijn de inboorlingen nauwelijks meer dan een hinderpaal bij het opbouwen van werkelijke (want westerse) civilisatie. Ze werden in de ideologie gezien als niet uitgenodigde gasten die het feest kwamen verstoren, als reactionaire, achterlijke, nomaden die er maar min of meer toevallig waren.

Dit is de ironie van de geschiedenis: terwijl er toen gesproken werd over het land Palestina, en ontkend werd dat de bewoners ervan Palestijnen waren, valt nu het bestaan van de Palestijnen niet meer te ontkennen, maar hun land is weg.

Tot zover Beit Hallahmi, Original Sins

Dan Norman Finkelstein, An Introduction to the Israel-Palestinian Conflict.

Ondanks de onderlinge verschillen in de zionistische beweging van voor 1948, waren de leidende figuren volledig op de hoogte van de aanwezigheid van de Arabische bevolking in het land dat zijzelf wilden hebben voor het stichten van een joodse staat. Het was ook duidelijk dat de joodse staat er alleen zou komen wanneer de Arabische bevolking zou verdwijnen en het was intern ook al geen geheim dat ze zich zouden verzetten. Ze’ev Sternhell die er een studie van heeft gemaakt bevestigt het: in feite begrepen beide partijen, de Arabische bevolking van Palestina, en de zionisten elkaar prima: het zionisme kon alleen zijn doel bereiken ten koste van de Palestijnse bevolking.

De tragedie van het zionisme was dat het pas op de internationale kaart verscheen toen er geen leeg land meer te vinden was, schreef Walter Laqueur in zijn standaardwerk over het zionisme. Dat is niet helemaal waar, zegt Norman Finkelstein in zijn nieuwe inleiding bij zijn boek over het israelisch-Palestijnse conflict, andere nieuwe staten werden ook niet gesticht in ‘leeg land’, het probleem was dat de tijd voorbij was dat het uitroeien van de inheemse bevolking nog een legitieme optie was.

Maxime Rodinson zei het zo: cit in Grollenberg, pag 37

“De tragedie van de staat Israel bestaat hierin, dat hij werd ontworpen en voorbereid in een koloniaal denkend Europa. Maar tot stand kwam in een wereld die het kolonialisme had verworpen.

(Uit Grollenberg, pag 37)

Om een joodse staat te vestigen in een land waar al een bevolking aanwezig was, had de zionistische beweging twee strategische mogelijkheden om hun doel te bereiken: het vestigen van een apartheidsstaat naar Zuid-Afrikaans model waarbij een koloniserende minderheid zou heersen over een inheemse meerderheid, dan wel het scheppen van een meerderheid door de verwijdering van de inheemse bevolking, wat toen eufemistisch ’transfer’ werd genoemd en nu bekend staat onder de term etnische zuivering.

De zionistische leiders kozen voor de tweede optie. Hoewel dat naar buiten toe verdoezeld werd achter een retoriek van ‘samenleven met de Arabieren met wederzijds respect, om samen het land tot bloei te brengen’ (Twaalfde Zionistische Congres in 1921, zie Finkelstein) was het intern geheel duidelijk dat alles op alles gezet moest worden om zoveel mogelijk Arabieren te laten verdwijnen , de vraag was alleen hoe. Historicus Nur Masalha liet aan de hand van de beschikbare documenten zien dat de ’transfer’ gedachte centraal stond in het zionistische denken en het werd geheel bevestigd door andere historici, zoals Ilan Pappe en Tom Segev. Segev stelt dat het ’transfer’ idee vanaf het begin een inherent deel uit maakte van het zionistische denken , het laten verdwijnen van de Arabieren lag in het hart van de zionistische droom en werd gezien als een noodzakelijke voorwaarde om tot een joodse staat te komen. Op een paar uitzonderingen na twijfelde geen zionist aan de noodzaak of aan de moraliteit om tot het met geweld verdrijven van de Arabieren over te gaan.
Het was alleen een kwestie van hoe, op welk moment. Ben Goerion was daar in de jaren dertig al duidelijk over: het wachten was op het juiste moment om de etnische zuivering uit te kunnen voeren onder de ogen van de wereld.

Finkelstein benadrukt nog eens waarom er een berg aan apologetische zionistische literatuur is ontstaan om de verdrijving goed te praten: het centrale feit, dat er nooit een joodse staat zou zijn gekomen zonder de gewelddadige etnische zuivering van de Arabische bevolking, wat elke zionistische leider wist, moest als historisch feit zoveel mogelijk worden verborgen. Een manier was om de zaak om te draaien, en te doen alsof de Arabieren in hun verzet tegen de zionistische overheersing gedreven werden door een irrationele haat tegen joden, in plaats van door een volstrekt gerechtvaardigd inzicht dat de zionisten van plan waren om hun land te stelen en hen er uit te smijten.

Het leidde voor de zionistische leiding geen twijfel dat de joodse staat gevestigd zou moeten worden met het geweer in de hand. Zonder wapens zullen wij geen enkele boom kunnen planten of huis kunnen bouwen, zei Moshe Dayan, die het geweld dat ingezet moest worden tegen de Arabische bevolking nooit heeft ontkend. Maar voor de buitenwereld werd vooral het beeld volgehouden dat de zionistische kolonisten niet de aanvallers waren, maar degenen die zich moesten verdedigen tegen de jodenhaat van de Arabieren – “joodse kolonisten worden vermoord alleen maar omdat ze joden zijn”, zei Ben Goerion in 1973, en zei er uiteraard niet bij dat de Palestijnen werden vermoord en verdreven alleen maar omdat zij geen joden waren.

Er moet bij gezegd worden dat de ’transfer’ gedachte, verplaats gehele bevolkingsgroepen, in die tijd niet dezelfde afkeuring kreeg als nu. Finkelstein noemt meerdere voorbeelden van Europeanen, ook socialisten, die er niets verkeerds in zagen om ongewenste bevolking te ‘verplaatsen’, `de rechtse zionist Vladimir Jabotinsky zei met instemming: “De wereld is gewend geraakt aan het idee van massa migratie en is er bijna op gesteld geraakt. Hitler, hoe afschuwelijk wij hem ook vinden, heeft het idee een goede naam bezorgd in de wereld. Tenslotte waren er ook andere geslaagde voorbeelden waarbij een bevolking met geweld moest wijken: die van de Amerikaanse kolonisatie, bijvoorbeeld.

Het is inmiddels bekend, en breeduit gedocumenteerd: tussen 1947 en 1949 slaagden de zionistische troepen er in om 80% van de Palestijnse bevolking te verdrijven en een heel eind te komen in de richting van hun doel: een joodse staat in het gehele mandaatgebied Palestina. Het is er bovendien in geslaagd om de wereld te laten geloven dat het de schuld van de Palestijnen zelf was, die ‘vrijwillig’ dan wel opgeroepen door de Arabische leiders waren gevlucht, en die bovendien de kans op een eigen staat hadden laten schieten door het VN verdelingsplan af te wijzen, een van de hardnekkigste mythen. Waarover later meer.

Het is volstrekt duidelijk, en Ben Goerion maakte daar in eigen kring ook geen geheim van: het zionistische doel was om het gehele land te veroveren voor de staat Israel, een proces dat tot op de dag van vandaag doorgaat en nu zijn voltooiing nadert. Dat het verdelingsplan in naam werd geaccepteerd was niet meer dan een strategische zet: ook met een gedeeltelijke staat was een goed begin gemaakt en hadden de zionistische troepen, nu vervangen door het Israelische leger, een goede uitvalsbasis om de veroveringsoorlog voort te zetten en de Palestijnen zoveel mogelijk te laten verdwijnen dan wel minstens op zo klein mogelijk gebied te concentreren. Al in 1948 lukte het om de aangegeven grenzen van het verdelingsplan ruimschoots te overschrijden, en 78% van het gebied in te lijven in de Israelische staat, waarnaast meteen een begin werd gemaakt om ook intern de overgebleven Palestijnen van hun land te beroven, waarvoor een uitgebreid systeem van wetten werd ingevoerd om dat legaal te laten lijken. Over de behandeling van de Arabische minderheid in de democratie Israel later meer.

Ben Goerion zei al: er zijn ‘revolutionaire tijden’ nodig om het zionistische plan stap voor stap naar zijn doel te brengen. Die braken aan in 1967, toen Israel de Westoever, de Gazastrook, de Sinai en de Golanvlakte veroverde. Nu greep de staat terug op strategie 1, die van de apartheid. Israel werd een bezettende mogendheid. Het doel was hetzelfde als het altijd al was geweest: hoe kreeg Israel zoveel mogelijk land met zo min mogelijk Palestijnen er op. Etnische zuivering, althans, de massale verdrijving van de bevolking was niet langer een optie. De internationale opinie had zich inmiddels tegen verplaatsing van bevolkingsgroepen gekeerd. Sinds 1949 was dat ook verboden onder de Conventies van Geneve. Maar met de nieuwe bezettingspolitiek werd het ook duidelijk dat er geen oplossing zou komen voor het Israelisch-Palestijnse conflict. Wat volgde na 1967 was een inmiddels veertig jaar durende oorlog tegen de Palestijnse bevolking van de Westoever en de Gazastrook, verstopt achter een rookgordijn van zogenaamde vredesonderhandelingen. Waarover meer volgt.

Holocaust en zionisme
Isaac Deutscher zei: ‘We mogen niet toestaan dat de herinneringen aan Auschwitz ons chanteren om de verkeerde zaak te steunen. Ik zeg dit niet alleen als Joods marxist, maar ook als iemand wiens naaste verwanten in Auschwitz omkwamen, terwijl de overlevenden van zijn familie in Israël wonen. Wanneer wij de oorlog van Israël tegen de Arabieren wettigen of goedpraten, bewijzen wij Israël daarmee op de lange duur geen dienst’ (Deutscher 1968, in Grollenberg 1970). ‘Met zelfbedrog en misleiding werd de troostrijke mythe geschapen dat de zionisten voor 1948 bereid waren Palestina te delen en in vrede met de Arabieren samen te leven, en dat het de Arabieren zelf waren die vrede afwezen, een oorlog begonnen, die verloren en de consequenties dus aan zichzelf hadden te danken. Alles wat de 1,4 miljoen Palestijnen en hun nakomelingen tot in de derde generatie overkomen is, hebben ze dus aan zichzelf te danken. Hun lot is de straf voor de stommiteiten van hun leiders’, schrijft Rashid Khalidi. Als historicus begrijpt Khalidi in welke mate de holocaust heeft bijgedragen aan het onvermogen van veel Israëli’s om werkelijke verantwoordelijkheid te voelen voor het lot van de Palestijnen:
‘In de internationale verbeelding verbleekte in het licht van het enorme kwaad dat de Joden was aangedaan – ook al was dat elders en door de hand van anderen – wat zich in een klein mediterraan land afspeelde. Wat er werkelijk gebeurde, werd aan het oog onttrokken door een verhaal waarin Israël en het Joodse volk de hoofdrol speelden. Centraal stond niet de tragedie van de Palestijnen, maar het grootste trauma in de menselijke geschiedenis, de holocaust. Dit overweldigende verhaal vertelde wat er in Palestina gebeurd was in termen van Joodse bevrijding en wederopstanding, met de geboorte van Israël als stralende overwinning na de duisternis van de concentratiekampen in Europa, nog maar een paar jaar daarvoor. In dit verhaal konden de Palestijnen niet meer zijn dan een irritante complicatie die weggeretoucheerd moest worden, net zoals de namen van honderden van hun dorpen verdwenen achter nieuwe Hebreeuwse namen. En de naam van hun volk en van hun land verwerd tot een scheldwoord dat je niet gebruikte in beleefd gezelschap’ (Khalidi 1998a).

(Uit het Beroofde land )
Dit hoofdstuk moet nog geordend worden.

Het ‘recht’ op Palestina

Bijlagen:
Hier.

Waarom zouden de zionisten kunnen claimen dat het land Palestina/Israel alleen de joden toekomt?

Zelfs voor wie in een letterlijke interpretatie van de Thora (het Oude Testament) gelooft is dat een moeilijke vraag. Aan wie werd het land beloofd? Aan Abraham, in Genesis XII 7 en Genesis XV 18. Maar het werd beloofd aan ‘zijn zaad’, en dat houdt in: ook aan zijn eerstgeboren zoon Ismael, die gezien wordt als de voorvader van de Palestijnen.

En was de belofte onvoorwaardelijk? Ook niet. Zoals het geschreven staat was het een voorrecht, dat ook weer ingetrokken kon worden als het volk niet gehoorzaam was. En dat was het niet, volgens de orthodoxie, die daarmee verklaren dat de joden verdreven werden. Voor het orthodoxe jodendom dat vanaf het begin fel tegen het zionisme gekant was, moeten de joden wachten tot de messias komt, en is het hen verboden om in de tussentijd terug te gaan. Zie daarvoor bijvoorbeeld:

Maar het interessante is dat het oorspronkelijke zionisme niet religieus was maar seculier, en toch aanspraak maakte op het godgegeven recht op Palestina. Op grond waarvan? Omdat ze de eerste bewoners waren van het land? Dat waren de Kanaanieten, en er waren nog andere volken. De Philistijnen, die de kuststrook bewoonden, zijn nooit verdwenen, en het land aan de kust tussen wat nu Tel Aviv is, tot voorbij Gaza, is nooit onderdeel geworden van het joodse koninkrijk.
Zouden de joden meer recht hebben op het land dan anderen omdat ze de rechtmatige heersers zijn? Er zijn vele vreemde overheersingen geweest, de Babyloniers, Hittiten, Egyptenaren, Perzen, Grieken, Romeinen, Arabieren, Turken. In het land dat 9 duizend jaar bewoond was, was de periode van het joodse koninkrijk maar kort.

De enige overheersing die blijvende sporen naliet was de Arabische. Sinds de zevende eeuw vermengden zij zich met de plaatselijke bevolking, die zich grotendeels bekeerde tot de islam. Die Arabisering ging zo ver, zegt Maxime Rodinson, dat je niet meer kunt vaststellen waar de Kanaanieten ophouden en de Arabieren beginnen. Waarmee na eeuwen gezegd kan worden dat de Arabieren de inheemse bevolking van Palestina zijn geworden. (Wright, p 173).

Volgens Clifford Wright is het absurd om te beweren dat één volk een exclusief recht op het land kan laten gelden op grond van de geschiedenis, zo vaak is het land veroverd, en overheerst door zoveel verschillende volken, dat geen van hen nog kan claimen de ware en enige bewoners te zijn. Hebben de zionisten meer rechten dan de Kanaanieten en de Egyptenaren die er eerder waren, dan de Phillistijnen die nooit zijn vertrokken, of dan de moslims die er het langst waren?

4 gedachten over “Dossier 2: Het zionisme

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *