Het ‘nieuwe antisemitisme’ (1)

(Dit artikel plaatste ik in oktober 2004 op dit weblog. Ik vind het nog steeds actueel)

Vroeger was een antisemiet iemand die niet van joden hield; nu is het iemand waar de joden niet van houden’.
Citaat uit Het einde van het jodendom, Hajo Meyer

‘Hedendaagse joden hebben meer te vrezen van linkse groepen als NOVIB en de SP, dan van de neonazi’s’, zei Dan Cohen, psychiater en voorzitter van de Nederlandse Zionisten Bond in een interview in NRC. Dat kan ik me dus aantrekken. Want ik ben van de SP. Ik heb bovendien uitgesproken kritiek op de politiek van de huidige staat Israël, en daarmee val ik volgens Cohen onder de ‘nieuwe antisemieten’.

Dan Cohen is niet de enige die antisemitisme denkt te ontwaren bij de stromingen die vroeger als bondgenoten werden gezien in het bestrijden van rechts-nationalistische en antisemitische gedachten, we komen die gedachte ook tegen in de kolommen van het NIW (Nieuw Israëlitisch Weekblad) onder andere door voormalig eindredactrice Tamarah Benima. De Britse opperrabbijn Jonathan Sacks formuleert wat de wereld in gaat als ‘het nieuwe antisemitisme’: vroeger was het antisemitisme gericht tegen individuele joden. Nu tegen de joden als onafhankelijk volk. Vroeger was het de bedoeling van antisemieten om de wereld judenrein te maken. Nu om de wereld judenstaatsrein te maken. Koop niet van joden! Is vervangen door Koop niet van Israel!

Ook de Israëlische minister Sharansky gaat er van uit dat de politieke kritiek op Israël niets anders is dan discriminatie, en meten met twee maten: de twijfel van het traditionele antisemitisme of het joodse individu wel recht had om te bestaan is in het nieuwe antisemitisme omgezet in de discussie of de joodse staat wel recht heeft van bestaan. Shimon Peres uit zich in dergelijke bewoordingen. En uiteraard, ook Sharon, die Europa al geheel en al terzijde schuift als de oerbron van het antisemitisme.

Net zo makkelijk als Sharon, die vindt dat hij niet naar Europese kritiek op zijn politiek hoeft te luisteren, zouden wij kunnen beslissen dat de beschuldiging van antisemitisme niets anders is dan een simpel afweermechanisme om de kritiek niet te hoeven horen. Maar we kunnen de handschoen ook opnemen. Is er sprake van nieuw antisemitisme, of een toename van oud antisemitisme? Is er een verbinding tussen kritiek op de politiek van Israël, antizionisme en antisemitisme?
In een zekere mate, denk ik. Het is mogelijk dat mensen met anti-joodse gevoelens er sneller toe komen om Israël te bekritiseren. Ik heb er, juist vanwege mij achtergrond (joodse familie, vrienden, familie in het verzet) erg lang over gedaan om kritisch naar Israël te durven kijken. Het is ook mogelijk dat latent antisemitisme sterker wordt doordat we op de tv kunnen zien wat het Israëlische leger doet in de Palestijnse gebieden. Een enkele keer kom ik het tegen, in de trant van: ‘nu zie je toch maar dat die joden ook geen haar beter zijn dan anderen’, op de toon van ‘had ik altijd al gedacht’. Maar zijn dit soort reacties voldoende om het te hebben over een virulente nieuwe vorm van antisemitisme?

Marokkaanse jongeren

Om te beginnen: waar hebben we het over, over wie hebben we het? Over Marokkaanse jongeren die in demonstraties met een spandoek hebben gelopen waarop de davidster werd vergeleken met het hakenkruis. Over leerkrachten die zeggen geen les meer te kunnen geven over de jodenvervolging, vanwege de reacties van de, met name weer Marokkaanse jongeren uit de klas. Dan zijn er nog steeds bekladdingen van grafstenen, waarbij we de daders waarschijnlijk eerder moeten zoeken bij ultrarechtse jongeren. En dan is er de kritiek op Israël die komt van links. Onder andere, want ook keurige CDA ‘ers als voormalige ministers van der Stoel en van Agt hebben zich behoorlijk scherp geuit. Tel dat bij elkaar op tot één verschijnsel, en ja, dan zullen de mensen die bang zijn dat het antisemitisme van vroeger weer een come back aan het maken is zich ernstige zorgen maken.

Hajo Meyer, in Duitsland geboren jood, die de opkomst van het nazisme heeft meegemaakt, en Auschwitz heeft overleefd, en nu een van de bestuursleden is van Een Ander Joods Geluid heeft meerdere malen gewaarschuwd niet alles op één hoop te vegen, onder andere in zijn belangwekkende en controversiële boek: het einde van het jodendom. Antisemitisme, stelt hij, werd voor de Tweede Wereldoorlog gedefinieerd als discriminatie, achterstelling, vernedering, vervolging, verdrijving en uiteindelijk massale moord van een minderheid zonder enige politieke macht. Ze werden vervolgd omdat ze als joden bestonden, en niet om hun concrete daden.
Sindsdien is, mede door de shoah, de staat Israël tot stand gekomen. De door die staat verworven militaire macht en de uitzonderlijk grote politieke macht als beste vriend van de machtigste staat ter wereld, heeft tot gevolg dat het oude begrip antisemitisme niet meer op dezelfde wijze gebruikt kan worden. In deze tijd kun je de beschuldiging dat iemand antisemiet is slechts met uiterste voorzichtigheid gebruiken. Aan de ene kant omdat het een heel zware beschuldiging is, met als implicatie: jij wilt dus de joden vergassen. Aan de andere kant omdat er geen sprake meer is van politieke machteloosheid.

Ook de Israëlische journalist Ran HaCohen wijst er op dat de situatie van de joden, niet alleen in Israël, maar ook in Europa, wezenlijk veranderd is.
Nog maar een paar generaties geleden werden joden vrijwel overal behandeld als tweederangsburgers. Bijna universeel waren er historische perioden waarin joden burgerrechten werd ontnomen, de toegang tot universiteiten en veel beroepen ontzegd. Joden waren uitgesloten van politieke posities en hadden vaak geen vrijheid van godsdienstuitoefening. Zulke geïnstitutionaliseerde discriminatie is in de democratische landen niet meer denkbaar. Met één uitzondering, stelt HaCohen met zware ironie: in Israel is er wel degelijk sprake van de discriminatie van niet-orthodoxe joden. Tegenwoordig kan een jood zich kandidaat stellen voor de machtigste politieke positie ter wereld, het presidentschap van de Verenigde Staten, hij kan burgemeester van Amsterdam worden van het ‘antisemitische’ Nederland, minister in het ‘antisemitische’ Engeland, president in het ‘antisemitische’ Zwitserland, hoofdredacteur van een belangrijk dagblad in het ‘antisemitische’ Denemarken, of topmanager in het ‘antisemitische’ Rusland. Een eeuw geleden was dat ondenkbaar. Het ‘antisemitische’ Duitsland, geeft Israël een paar onderzeeërs cadeau, ‘antisemitisch’ Frankrijk levert Israël de nucleaire technologie voor de massavernietigingswapens. En Europa als geheel heet Israël welkom als het mee wil doen aan voetbalcompetities en het Euro Song Festival.

Het feit dat de holocaust zo’n ongelooflijk afschrikwekkend begrip is geworden, als het prototype van de ultieme genocide heeft geleid tot onderwijs, herdenkingen en 250 musea en onderzoeksinstituten over de wereld.Geen andere overlevenden van genocide hebben zoveel financiële compensatie ontvangen. Wie in zo’n wereld nog twee keer per dag ‘antisemitisme’ roept laadt wel een zware plicht tot bewijsvoering op zich, stelt HaCohen.

Kijk naar de Marokkaanse jongeren. We hebben het over een groep jongeren zonder enige politieke macht. Deels komen de antisemitische kreten voort uit een identificatie met de vervolgde Palestijnen, voor wie vanuit Nederland zo ontzettend weinig wordt gedaan. Daarbij wordt nauwelijks onderscheid gemaakt tussen kritiek op Israël en op de joden in het algemeen. Ik ben het met Hajo Meyer eens dat die verwarring gevoed wordt doordat er zo weinig Nederlandse joden zijn die stelling nemen tegen de politiek van Israël. Deels gaat het om een reactie waarbij de steeds harder wordende vooroordelen in Nederland over alles wat Arabisch of moslim is zich vermengen met de waargenomen onverschilligheid van Nederland, en de Nederlandse politiek, ten aanzien van wat de Palestijnen wordt aangedaan. En deels gaat het om het uitbuiten van een Pavlov reactie: je krijgt met niets de aautochtone Nederlanders zo op de kast als door het uiten van antisemitische leuzen. Zoals een verwaarloosd kind liever negatieve aandacht krijgt dan helemaal geen. Zeker is het een reden tot zorg, dat we er in Nederland tot nu toe zo slecht in geslaagd zijn om met deze groep jongeren binnen de tweede generatie Marokkaanse Nederlanders om te gaan. Maar is hun antisemitisme een reële dreiging? Antisemitische uitingen worden daarom zo bedreigend ervaren omdat we weten waar die eens toe leiden. Antisemitisme in de handen van machthebbers is zeker iets om ons heel ernstig zorgen over te maken. Maar hoe bang moeten we zijn voor de uitingen van een kleine groep gemarginaliseerde jongens? En om misverstanden te voorkomen: ik ken ook Marokkaanse jongeren met stevige kritiek op Israël, die politiek geschoold zijn en wel degelijk onderscheid maken tussen Israëli’s in het bijzonder en joden in het algemeen.

Antizionisme en links

De simpelste en doeltreffendste definitie van antisemitisme is vijandschap tegen joden als joden. Maar is kritiek op de staat Israel hetzelfde als vijandschap tegen joden, alleen omdat Israel een joodse staat is? Zou dat betekenen dat de democratie Israel, ongeacht, boven elke kritiek verheven is? Nee, zeggen de meeste mensen die links van antisemitisme beschuldigen, kritiek moet mogen, maar er is een grens. Een grens bijvoorbeeld bij het zionisme. Wie tegen zionisme is is tegen joden, zegt bijvoorbeeld Hillel Harkin:

‘Je kunt niet tegen Israel of het zionisme zijn, in tegenstelling tot tegen deze of gene Israëlische politiek of zionistische opvatting, zonder antisemitisch te zijn. Israel is de staat van de joden. Zionisme is het geloof dat de joden recht hebben op een staat. Om Israel aan te vallen staat gelijk aan het belasteren van de joden. Om te zeggen dat Israel nooit zou hebben moeten ontstaan, of te willen dat het alsnog ophoudt te bestaan, staat gelijk aan de wens om de joden te vernietigen’.

Er zijn mensen die vinden dat de staat Israël geen bestaansrecht heeft, en dat het zionisme vanaf het allereerste begin verkeerd was. Er zijn mensen die vinden dat de zionisten van destijds de inheemse bevolking van het mandaatgebied Palestina onrecht hebben aangedaan, maar dat dat niet voldoende reden is om te vinden dat de staat Israël, die er nu eenmaal is, geen bestaansrecht zou hebben. Er zijn mensen die vinden dat er niets mis is met het zionisme van toen, maar dat het inmiddels een anachronisme is geworden, en dat Israël een land zou moeten worden waar alle staatsburgers, ongeacht etniciteit of religie, dezelfde rechten zouden moeten krijgen. Er zijn mensen die vinden dat de huidige politiek van de staat Israël het oorspronkelijke zionisme verraadt. Juist vanwege het zionisme, zou Israël op moeten houden met de bezetting. Maar in de retoriek van het ‘nieuwe antisemitisme’ is voor dergelijke essentiële verschillen geen plaats.

Eens was het zionisme gewoon een politieke stroming, een stroming waar je dus ook tegen mocht zijn. Maar dat was voor de holocaust. Herzl zag de stichting van een onafhankelijke joodse staat als het enige adequate antwoord op eeuwen van jodenvervolging, die uitmondde in het virulente Europese antisemitisme van tussen de twee wereldoorlogen. Als we eenmaal een eigen land hebben, zei hij, dan kunnen we in de eerste plaats niet meer verspreid worden in de diaspora. En in de tweede plaats zou er voor eens en voor altijd een einde gemaakt worden aan het antisemitisme, want de joden zouden dan een volk zijn zoals elk ander volk, met een eigen land, vlag, taal, leger en wetten. Een volk dat geen slachtoffer meer zou zijn en respect af zou dwingen bij de andere volken.

Ruim een halve eeuw na de stichting van dat land wordt er gesproken over een nieuwe vorm antisemitisme, waarbij de staat Israël, als symbolische collectieve jood, de plaats heeft ingenomen van het oude antisemitisme, dat gericht was tegen individuele joden. Heeft Herzl dan ongelijk gekregen, of is het zionisme niet geworden wat hij er van had verwacht?

Wat we ondertussen vaak vergeten zijn is dat het zionisme als politieke stroming vóór de holocaust helemaal niet zoveel aanhang had. De Europese joden die uitweken voor het opkomend antisemitisme vertrokken in meerderheid liever naar de VS dan als pionier naar Palestina te gaan. Herzl geloofde dat antisemitisme onuitroeibaar was. Maar er waren ook joden, met name intellectuelen, of politiek progressieve joden, die een oplossing zochten in assimilatie, en in de bewegingen die rechtvaardigheid voor iedereen beloofden, het socialisme, bijvoorbeeld. De hervorming van een gehele samenleving, met burgerrechten voor iedereen, ongeacht religie of afkomst, dat was wat een einde zou moeten maken aan antisemitisme, net als aan andere vormen van racisme en discriminatie. En er waren orthodoxe joden, die zijn er trouwens nog, die tegen een staat Israel waren zolang de Messias nog niet was gekomen. De critici van destijds waren niet de eersten de besten: Hanna Ahrendt, Martin Buber, onder andere, die waarschuwden voor de onvermijdelijke negatieve gevolgen van het zionistisch project, omdat er geen rekening werd gehouden met het bestaan van een volk op de plaats waar de zionisten hun staat wilden vestigen. Albert Einstein zei het ook: liever een redelijke overeenkomst met de Arabieren, op basis van vrede met elkaar samenleven, dan het vestigen van een joodse staat.

In 1911 schreef Asher Ginsburg aan een vriend in Jaffa: ‘wat de strijd tegen de joden in Palestina betreft, ik volg die uit de verte met pijn in het hart, vooral wegens het mateloze gebrek aan inzicht en begrip dat aan onze kant wordt getoond. Het was toch twintig jaar geleden al duidelijk dat de dag zou komen, waarop de Arabieren tegen ons op zouden staan’. Er was ook een kleine groep joodse intellectuelen, waaronder Judah Magnus, verzameld in de groep Brit Shalom – Verbond voor de Vrede – die van mening was dat een thuisland voor de joden geen joodse staat moest worden. Zolang ze maar konden emigreren, en zich ergens konden vestigen waar ze in staat zouden zijn om een Hebreeuws leven en een Hebreeuwse cultuur te handhaven. Judah Magnus waarschuwde al in 1946 al voor een militaire verovering van Palestina, niet omdat hij bang was dat het niet zou lukken, maar omdat hij voorzag wat er zou gaan gebeuren als het wel zou lukken: ‘de dag dat wij de Arabieren verslaan, dat is de dag, denk ik, dat we zo’n eeuwigdurende haat gezaaid zullen hebben, een haat van zo’n formaat dat het nog eeuwen zal duren voordat de joden daar kunnen leven’.

Linkse zionisten geloofden nog dat het mogelijk zou zijn om een joodse staat te stichten, zonder de Palestijnen tegen zich te krijgen. Maar rechtse zionisten, als Vladimir Jabotinski, begrepen heel goed waar ze mee bezig waren: ‘zionisme is een avontuur van kolonisatie, en staat en valt dus met een strijdmacht. Het is belangrijk om te kunnen bouwen, het is belangrijk om Hebreeuws te kunnen spreken, maar helaas, het is belangrijker om te kunnen schieten’.

Moshe Dayan, in 1956, draaide er evenmin omheen. Bij een grafrede voor een door Palestijnen vermoorde Israëli zei hij: ‘laten we de moordenaars niet bedelven onder beschuldigingen. Hoe kunnen we klagen over de diepe haat die ze tegen ons koesteren? Acht jaar hebben ze in de vluchtelingenkampen van Gaza gezeten, en voor hun ogen hebben wij het land in bezit genomen waar zij en hun voorouders op geleefd hebben. Wij zijn de generatie van kolonisten, en zonder de stalen helm en de loop van het geweer kunnen we geen boom planten en geen huis bouwen. Laat ons niet terugdeinzen voor de haat waarmee het leven van honderdduizenden ons omringende Arabieren is vervuld. Laat ons onze ogen niet afwenden, opdat onze hand niet verzwakt’.

Als ik, in 2004, bijna een halve eeuw later, terwijl de vluchtelingen van toen nog steeds in hun kampen in Gaza zitten, constateer dat de Palestijnen nog steeds de slachtoffers zijn van een koloniale onderneming, en dat hun verzet niet voortkomt uit antisemitisme maar uit een ondragelijke bezetting, en feitelijk hetzelfde zeg als Moshe Dayan, ben ik dan een antisemiet?

Joden en Japanners

Wanneer is kritiek op de staat Israël, en dus kritiek op het zionisme, hetzelfde als antisemitisme? Brain Klug, een professor in de filosofie in Chicago en Oxford heeft geprobeerd om de vraag te ontleden, in zijn essay: The Collective Jew, Israel and the New Antisemitism. Er is zeker reden voor joden om zich ongemakkelijk en onveilig te voelen in de huidige tijd. Er is sprake van een stijging van aanvallen, fysiek en verbaal, op joden in verschillende delen van de wereld, zeker sinds de tweede intifada. Maar is alles wat nu bij elkaar wordt opgeteld wel antisemitisme? Doe een gedachteoefening, zegt Klug. Stel dat Israël eenzelfde soort land zou zijn als nu, inclusief de bezetting van de Palestijnse gebieden, maar dat het geen joden zouden zijn, maar bijvoorbeeld katholieken, zoals destijds de kruisvaarders, en het land zou geen Israël heten maar Christiania. Zou Christiania wél met open armen in het Midden Oosten zijn ontvangen, en zou er geen haat en verzet zijn ontstaan? Het is erg onwaarschijnlijk.

Ik kan dat beamen, na bijna tien jaar kind aan huis te zijn geweest in de Palestijnse gebieden. Ik ben er opmerkelijk weinig jodenhaat tegen gekomen, terwijl je kunt zeggen dat er alle aanleiding voor is. Veel van de oudere Palestijnen herinneren zich joodse vrienden, of hebben ze nog. Veel van de arbeiders hebben in Israël gewerkt, hebben Ivriet geleerd, en verlangen terug naar de tijd toen het nog gewoon was om samen te werken. De kinderen gaan een probleem worden: die kennen joden alleen als soldaten en kolonisten. Als boven Gazastad een dreigende helicopter cirkelt roepen de kinderen Yahudi! De joden komen. Maak die kinderen maar eens duidelijk wat het verschil is tussen een jood en een Israëli.

De Israëlische overheid, in de behoefte aan een vijandbeeld, als rechtvaardiging voor wat ze de Palestijnen aandoen, doet erg zijn best om een eeuwigdurend antisemitisme op de Arabieren te projecteren, en al eeuwen terug te plaatsen in de geschiedenis.
Ik citeer de oude vredesveteraan Uri Avnery:
‘Wat voor onzin er ook beweerd wordt door zogenaamde experts, er was nooit een wijdverspreid antisemitisme onder de moslims, zoals dat bestond in het christelijke Europa. Tijdens zijn strijd om de macht vocht de profeet Mohammed ook tegen joodse stammen in zijn nabijheid, en daarom staan er een paar negatieve passages over joden in de koran. Maar die kunnen niet vergeleken worden met de anti-joodse passages in het Nieuwe Testament over de kruisiging van Christus die de christelijke wereld hebben vergiftigd en eindeloos lijden hebben veroorzaakt. Het islamitische Spanje was een paradijs voor de joden, en er is nooit sprake geweest van een joodse holocaust in de moslimwereld. Zelfs pogroms waren er maar zelden.
Mohammed vaardigde uit dat de ‘volken van het boek’ (joden en christenen) met tolerantie moesten worden behandeld, onder omstandigheden die vergelijkbaar zijn met die in het huidige Europa. De moslims hebben nooit met geweld hun godsdienst opgedrongen aan joden en christenen, zoals te zien is aan het feit dat bijna alle joden die uit Spanje werden verdreven een heenkomen zochten in islamitische landen en daar wel bij voeren. Na eeuwen van moslim overheersing zijn de Grieken en de Serven door en door christenen gebleven’.

De Israëlische overheid is zelf niet afkerig van het verspreiden van stereotypen over Arabieren in de trant van het zijn allemaal jodenhaters. Zo leerde Roni Ben Efrat, een Israëlische journaliste al op school: ‘ze haten ons omdat we joden zijn. En niet: ze haten ons omdat we bezetters zijn’.Voor de Palestijnen die ik ken is het feit dat hun bezetters joden zijn irrelevant. Azmi Bishara, een Palestijnse staatsburger van Israël en lid van de Knesset zei: ‘of het nou joden zijn of Japanners, wat uit maakt is dat het kolonialisten zijn’.

Ik kende de oude mukhtar van Kowkaba, vluchteling geworden in 1948, die er heilig in geloofde dat de Israëli’s eens zullen verdwijnen, misschien in een eeuw of twee, net als de kruisvaarders. Het punt is dat veel van de oudere Palestijnen die nog in gemengde steden als Jaffa en Hebron hebben gewoond de Israëli’s van nu nauwelijks kunnen optellen bij hun joodse buren van toen, van voor de vestiging van de staat. Zij zien de Israëli’s, de joden van ná 1948, als een uit Europa afkomstige invasie, net als de kruisvaarders destijds, die anders dan de er al in Palestina wonende joden wezensvreemd waren aan het leven in het Midden Oosten. En hebben ze daar helemaal ongelijk in? Is er in de honderd jaar dat het conflict nu duurt enige poging geweest van Israëlische kant om in een Arabische en overwegend moslim omgeving te assimileren, te integreren, bruggen te slaan? Integendeel. Israël blijft zich op Europa richten, en zichzelf zien als een deel van het westen. Wat de Israëli’s wordt verweten is niet alleen de militaire bezetting, en het expansionisme, maar ook, inderdaad, de westerse arrogantie compleet met een vergaande minachting voor alles wat moslim of Arabisch is.

Treife links

De meeste Nederlandse woordvoerders die zich zorgen maken over het nieuwe antisemitisme haasten zich om te verklaren dat ze niet bedoelen dat niemand meer kritiek op Israël mag hebben. Tamarah Benima, in Kosjer en treife links zegt vooral bezwaar te maken tegen het begrippenstelsel dat links gebruikt: Israel wordt beschuldigd van kolinialisme, van imperialisme, van volkerenmoord op de Palestijnen, van racisme. En links zou tegen de Palestijnen moeten zeggen: dat jullie wanhopig zijn begrijpen we, maar zolang jullie je antisemitisch uiten praten we niet met jullie.

Over dat laatste hoef ik me dus geen zorgen te maken, en wat de kinderen betreft, haal die tanks daar weg, dan komt het met de schoolboekjes ook wel in orde. Maar de vraag is wel wat ik van Benima nog mag zeggen zonder van antisemitisme beschuldigd te worden. Ik ben er voor om mijn woorden zorgvuldig te kiezen. Ik snap dat er mensen zijn die in hun verontwaardiging over wat Israël doet meteen grijpen naar de meest krachtdadige en kwetsende vergelijkingen, maar ik ben er erg tegen om in woede meteen ‘nazi’s’ of ‘fascisten’ te gaan roepen, al was het maar dat dat een aanwijsbare historische politieke stroming is die hier niets mee te maken heeft. Zonder gescheld is het al erg genoeg. Ik zal het dus ook niet hebben over volkerenmoord, als we daar mee bedoelen een massale vernietiging van mensen, al zouden we wel kunnen kibbelen over de hoeveelheid doden die een ‘bloedbad’ mogen heten. Tien? Twintig? Een paar honderd? Maar ik zal het zeker wel hebben over de stelselmatige vernietiging van een samenleving, het ongeoorloofde doden van burgers, want staatsterreur is niet minder erg dan zelfmoordaanslagen die ik ook afwijs. Ik heb het over een stelselmatige schending van mensenrechten, het is eenvoudig aan te tonen met alle rapporten van Internationale en Israëlische organisaties. Ik heb het over bezetting, ik heb het zelf waargenomen.

Ik vind het ook gerechtvaardigd om de vergelijking met kolonialisme te maken (waarom niet, als Jabotinski en Dayan dat niet ontkennen). Het is een ander soort kolonialisme dan het klassieke, dat een mengeling was van exploitatie en civilisatie. Dit kolonialisme kenmerkt zich door een volstrekte desinteresse voor de inheemse bevolking. Als een westerse kolonialist zich terugtrekt vindt je nog iets van een infrastructuur die in het gekoloniseerde land is gebouwd. Azmi Bishara maakte me er op attent dat de Israëli’s, als ze zich ooit uit de gebieden terugtrekken, niets achter zullen laten dan verwoesting: geen scholen, geen stations, geen stadhuizen, niets is er gebouwd voor de Palestijnen, alleen voor joodse kolonisten. Geen onderwijs, geen gezondheidszorg. Alles om de bevolking in leven te houden is overgelaten aan de VN, aan de UNRWA.Waar in het klassieke kolonialisme exploitatie een doel op zich was is het hier een min of meer toevallig bijproduct. Israel ziet er niet tegen op om Palestijnen in te zetten als goedkope arbeidskrachten, met geen of een minimum aan sociale voorzieningen, maar dat was nooit het doel van de bezetting. Het Israëlische kolonialisme lijkt meer op de blanke verovering van het Amerikaanse continent, compleet met het ‘verwijderen’ van de inheemse bevolking, de Indianen, die daarbij in de weg liepen.

Ik heb er ook geen enkele moeite mee om de vergelijking te maken met apartheid. Het is zonder meer aantoonbaar dat er in de bezette gebieden twee rechtssystemen zijn, een voor de Palestijnen, een voor de er wonende Israëlische kolonisten. Het is ook duidelijk dat er sprake is van een vergaand georganiseerde segregatie, niet alleen in de bezette gebieden maar ook in de ‘democratie’ Israel zelf. Het is ook duidelijk dat Israel maar een gedeeltelijke democratie is. Stemrecht, ja. Maar gelijke rechten voor alle burgers, absoluut niet. Scheiding van ‘kerk’ en staat? Maar gedeeltelijk. Er is geen burgerlijk huwelijk. Dus wie niet gelovig joods is en wil trouwen moet uitwijken naar Cyprus, bijvoorbeeld. De orthodoxie heeft verder een vergaande invloed op het dagelijks leven, ook van niet-gelovigen, en een aantal privileges. Orthodoxe jonge mannen hoeven niet in het leger. Niet orthodoxe dienstweigeraars gaan de gevangenis in.

Kras staaltje

Ik ben er niet voor om elke vorm van discriminatie meteen racisme te noemen. Maar. Ik wil de vraag wel stellen hoe we het dan moeten noemen wanneer staatsburgers van Israël niet hun nationaliteit in hun paspoort hebben staan – de Israëlische nationaliteit bestaat niet, maar hun godsdienst of etnische afkomst: jood, of Druze, of Arabier. Of wanneer een Palestijnse staatsburger van Israel een proces moet voeren om een huis te mogen kopen in een joodse wijk. Na jarenlang procederen kreeg hij bij het Hooggerechtshof gelijk. Maar hun huis hebben ze nog steeds niet, want de overheid weigert eenvoudig om het vonnis uit te voeren. Of wanneer je aan kunt tonen dat Palestijnen voor hetzelfde vergrijp zwaarder gestraft worden dan joden. Of dat er officieel wordt toegegeven dat er op joodse demonstranten niet met scherp wordt geschoten, op Palestijnse wel. (Er was kortgeleden dan ook grote ophef toen een joodse demonstrant bij de muur ernstig verwond werd door een schot in zijn been. De moeder van de soldaat die schoot zei als verdediging tegen de pers: mijn zoon wist niet dat het een jood was.) Heeft iemand een suggestie hoe we deze stelselmatige ongelijke behandeling moeten benoemen als het geen racisme mag heten?

Ik heb er nog een: etnische zuivering. Mag ik niet zeggen. Benny Morris wel. Morris is een Israëlische historicus die de gang van zaken rondom 1948 minutieus heeft onderzocht, en tot de conclusie kwam dat een groot deel van de Palestijnen al op de vlucht was gedreven nog voordat de staat Israël werd uitgeroepen en de Arabische troepen binnen vielen. Dat mag je rustig etnische zuivering noemen, stelt hij. Zijn probleem is dat die etnische zuivering destijds niet ver genoeg ging. Als de laatste duizenden Palestijnen ook waren verdreven, had Israël nu minder problemen. Dan was het er ‘gezonder en rustiger’. Hajo Meyer: ‘de enormiteit van deze opmerking wordt duidelijk als we ons voorstellen dat een Palestijns historicus zou schrijven dat zijn volk een ‘rustiger’ leven was beschoren als Hitler de Endlösung had kunnen voltooien’.

Ik ken Palestijnen die in Israël wonen. Ik weet hoe ze worden behandeld. Als tweederangsburgers, en in toenemende mate als een verdachte ‘vijfde colonne’. Dat is vooral ook zorgelijk omdat de Palestijnse bevolking daar, die nooit gewapend verzet heeft gebruikt, nu snel aan het radicaliseren is. Stel dat ik van mening ben dat het tijd wordt dat Israel een democratie wordt waarin de Palestijnse burgers dezelfde rechten hebben als de joodse burgers. Ik weet het: in Israel zelf is er een grote angst voor wat het ‘demografisch gevaar’ wordt genoemd. Israel kan volhouden dat het een democratie is, met stemrecht voor alle burgers, zolang de joden de absolute meerderheid hebben. Maar die meerderheid staat op het spel. Er worden in verhouding te weinig joodse kinderen geboren, en er komen te weinig joden uit de westerse landen om voor altijd een meerderheid stand te houden tegenover het hogere geboortecijfer van de er wonende Palestijnen. Om de joodse meerderheid te handhaven zouden de Palestijnen moeten worden gedeporteerd, daar wordt al openlijk over gesproken, al heet het daar netjes ‘transfer’, dan wel het stemrecht worden ontnomen waarmee Israël nog een stap terugwaarts zou maken richting het Zuid Afrikaanse apartheidsmodel van vroeger. Ik denk dus dat een staat gebaseerd op een etnisch en religieus beginsel niet te handhaven is zonder nog meer schade aan de onderlinge verhoudingen. Wanneer ik dus zeg dat het tijd wordt dat Israël een gewone democratie wordt, voor alle burgers, dan zeg ik dus eigenlijk dat het zionistisch principe achterhaald is. De reactie daarop is: dus je bent tegen het zionisme, dus je wilt de staat Israël vernietigen, dus je wilt de joden de zee indrijven. Hetzelfde gebeurt als iemand vindt dat de Palestijnse vluchtelingen recht hebben op terugkeer, een recht dat in een VN resolutie is vastgelegd. Op een conferentie over het Palestijnse vluchtelingenvraagstuk was het nauwelijks mogelijk om een discussie te voeren omdat de vertegenwoordigers van het Cidi uitriepen dat élke discussie over de terugkeer van vluchtelingen gelijk stond aan de vernietiging van Israël. Ik overdrijf niet. Toen ik voor Roodkoper een stuk schreef met een pleidooi voor een werkelijk democratisch Israël met gelijke burgerrechten voor de Arabische staatsburgers, werd er een anonieme brief rondgestuurd waarin werd gesuggereerd dat ik voor het platbombarderen van Israël was.

In een artikel van Tamarah Benima wordt een naamloos gebleven medewerkster van het blad Roodkoper beschuldigd van een ‘kras staaltje’ antisemitisme. De eindredactrice had haar namelijk gevraagd of ze een artikel wilde schrijven over de joden onder de neo-conservatieven in Amerika. Dat is een antisemitische vraagstelling, zei Benima, want dat suggereert dat joden een specifieke machtsfactor zijn en dat is een antisemitisch idee. Dat begreep de eindredactrice volgens Benima niet. Nou, ik ook niet. Ik begrijp dat het destijds hoorde bij het antisemitische discours om de joden voor van alles en nog wat verantwoordelijk te maken, en ze een sinistere macht toe te dichten die ze helemaal niet hadden. Maar dit is 2004. Ga naar het internet. Zoek AIPAC. Neem waar dat dat een grote organisatie is, joods, met geld, die als doel heeft te lobbyen voor Israel. Ze zijn dus, naast de christelijke lobby, de neo-conservatieven en de wapenhandel een machtige factor en willen dat best weten ook. Colin Powell ontkent het ook niet:‘AIPAC werd opgericht om de prille Israëlische staat met de uitdagingen van de onafhankelijkheid te helpen. U geniet wereldwijd de reputatie dat u een van de meest succesvolle organisaties bent op dit gebied’, zei hij in een speech waarbij hij de organisatie toesprak. Als ze dat zelf op het internet zetten, en als Colin Powell het niet ontkent, mag ik het dan niet zeggen op straffe als antisemiet te boek te staan?

Twee maten

Nog een bewijs van antisemitisme wordt gezien in het meten met twee maten. Waarom wordt Israël strenger beoordeeld dan, zeg, wat de Russen doen met de Tsjetsjenen? Zijn er dan geen andere landen waar de mensenrechten worden geschonden, kijk bijvoorbeeld eens naar al die ondemocratische Arabische staten?
Er zit een kern van waarheid in. We maken ons in Nederland meer druk over Israël dan over menig ander land waar het ook niet pluis is. Mijn conclusie zou dan niet zijn om de ogen dan maar van Israël af te wenden, maar om ook meer aandacht te besteden aan onrecht elders. Inderdaad, de Tsjetsjenen en de Koerden en nog een aantal minderheden zouden zeker meer internationale ondersteuning mogen krijgen.
Maar helemaal vreemd is de fixatie op Israël natuurlijk niet. Juist omdat we er een historische band mee hebben, juist omdat we Israël zo lang als bevriende natie hebben gezien, haast als een deel van Europa (zie het Song Festival), juist omdat we ons er zo lang mee hebben geïdentificeerd, schokt het meer om te zien wat daar gebeurt. Het argument dat Israël ‘de enige democratie’ zou zijn in het Midden Oosten heb ik nooit gezien als een reden om daar dan maar geen kritiek op te hebben, integendeel. Een democratie hoort het beter te doen dan een onderontwikkeld, ondemocratisch land. Behalve dat het in mijn ogen dus nog niet zo meevalt met die democratie, vind ik het erger dat een door de bevolking democratisch gekozen staatshoofd door kan gaan met zijn gewelddadige onderdrukking van een ander volk, dan wanneer het een dictator is waar de bevolking machteloos tegenover staat. Sharon kan op elk moment afgezet worden door de burgers van Israël. Dat gebeurt dus niet. Dat maakt de bevolking van Israël toch minstens in een bepaalde mate medeplichtig.

Terug naar Herzl

Wat zou Herzl denken van de uitvinding van het ‘nieuwe antisemitisme’?
Hij zou dus moeten constateren dat de oplossing die hij voor ogen had om een einde te maken aan antisemitisme; het stichten van een zionistische staat, geheel is mislukt. Als antisemitisme zo universeel en onuitroeibaar is dat het zich eenvoudig verplaatst van individuele joden naar de joodse staat, waar is die staat dan goed voor? Leven de joden daar veiliger dan in andere landen? Het ziet er niet naar uit. Is er met de staat Israël een einde gekomen aan het antisemitisme? Kennelijk niet. Het doel van het zionisme was om de joodse conditie te normaliseren. Het doel van Israel was om de joden dezelfde status te geven als andere volken. Maar als het onontkoombaar is dat dat de staat Israel als collectief dezelfde bliksemafleider is voor antisemitisme als vroeger de individuele joden – waarom dan een joodse staat? Als je het zo bekijkt, mag dan de vraag gesteld worden of het wel een goed idee is geweest om de staat Israël te vestigen?

Maar professor Klug denkt dat Herzl ontzet zou zijn geweest over de misbruik van zijn gedachtegoed. Er is wel degelijk nog steeds sprake van antisemitisme, maar het is niet meer hetzelfde antisemitisme van vroeger. Antizionisme is niet hetzelfde als antisemitisme, en we kunnen er niet omheen dat het de politiek van de staat Israël zelf is die daar aan bijdraagt. Waar Israël, zionisme en jodendom als equivalenten worden gezien, is het niet verwonderlijk dat anti-joodse gevoelens in de Arabische wereld worden versterkt. Die worden vervolgens verder versterkt door de indruk dat alle westerse joden, ook zij die voor geen geld in Israel zouden willen wonen, door dik en dun achter Israel staan. Vandaar dat een groep als Een Ander Joods Geluid, die er regelmatig van wordt beschuldigd het antisemitisme aan te wakkeren, wat mij betreft een heel zuiverende functie heeft: joods zijn hoeft dus niet te betekenen dat alles wat Israel doet geëxcuseerd moet worden.

Het probleem, volgens Klug, is dat Israël zich zelf ziet als de enige rechtmatige vertegenwoordiging van de joden. Van alle joden. Niet als een joodse staat, niet als een staat met een overwegend joods karakter, maar als de joodse staat. Dat betekent dat veel Europese joden die zich zo vergaand met de staat Israël identificeren dat kritiek op Israël ervaren wordt als een aanval op het jodendom zelf, daarmee zelf ook een doelwit vormen voor mensen die geen onderscheid maken tussen wat de staat Israël doet en waar de joden in Europa voor staan.

Ik vind dat we waakzaam moeten blijven voor uitingen van antisemitisme, werkelijke uitingen van antisemitisme. Ik maak me ondertussen minstens zoveel zorgen over het groeiende anti-islamisme, niet in het minst omdat dat elkaar versterkt. Waar Nederlandse moslims zich in het nauw gedreven voelen, zal de behoefte aan een zondebok om zich op af te reageren ook groter worden. En waar moslim jongeren zich misdragen en daar antisemitische uitingen bij gebruiken wordt vervolgens weer olie op het vuur gegooid van de moslimhaat. Maar ik pleit er wel voor dat we zuiver blijven kijken naar waar we het over hebben. Juist door alles op één hoop te gooien, en veel te veel antisemitisme te noemen wat het niet is, staan we zwakker tgenover het werkelijke verschijnsel. Juist het niet maken van dat onderscheid roept op waar degenen die een nieuw antisemitisme zien het meeste bang voor zijn: een mengvorm van kritiek op Israël en anti-joodse gevoelens.

Of om het anders te zeggen: als een psychiater als Dan Cohen geen onderscheid maakt tussen jodenhaat en kritiek op Israel, hoe kunnen we dan verwachten dat Marokkaanse jochies dat wel doen?

Literatuur:
Avnery, Uri. Anti-Semitism: a Practical Manual. Website Gush Shalom: www.gush-shalom.org
Benima, Tamarah. Kosjer en treife links. In: NIW 18-04-2003
Benima, Tamarah. Dubbele loyaliteit. In: NIW 12-03-2004
HaCohen, Ran. Abusing ‘Anti-Semitism’. Website www.antiwar.com
Klug, Brian. The collective Jew: Israel and the new antisemitism. Institute for Jewish Policy Research. Te vinden via Google.
Meulenbelt, Anja. Het beroofde land. Van Gennep, 2000
Meyer, Hajo G. Gevaarlijk gegoochel met antisemitisme. In: Eindhovens Dagblad 13-12-2002
Meyer, Hajo G. Het einde van het jodendom. Vassalucci, 2003
Sacks, Jonathan. A New Antisemitism? Website www.axt.org.uk
Sharansky, Nathan. Anti-Semitism is our problem. In: Ha’aretz 10-08-2003

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *