Hamas: spanning tussen militanten en pragmatisme


(Khaled Hroub)

De kwestie Palestina/Israël bekeken vanuit drie verschillende perspectieven, joods, moslim en christelijk, lezingen georganiseerd door de Leonhard Woltjer Stichting. Twee lezingen hadden we al: de introductie, hier, en de lezing vanuit twee joodse visies, hier. Nu was het de beurt aan de islamitische visie. Dat wil zeggen: de Palestijnse. Want Khaled Hroub gaf meteen maar toe dat hij zijn best deed maar geen theoloog is.

Hroub is Palestijn van huis uit, en werkt aan het Center of Middle-Eastern and Islamic Studies in Cambridge. Met brede stroken schetst hij de voorafgaande geschiedenis, de wijze waarop de streek Palestina, zonder zo genoemd te worden, voorkomt in de koran, de wijze waarop er gerefereerd wordt aan Jeruzalem, Quds. Maar het kenmerkende is dat nergens in de koran een alleenrecht op het land wordt gesuggereerd. De islam erkent alle voorafgaande profeten, en het heilige land is ook het land van Issa/Jezus, van Musa/Mozes, van Ibrahim/Abraham.

Waar het de moslims altijd om is gegaan, is dat de heilige plekken toegankelijk moeten zijn voor gelovigen, en daarvoor is het niet nodig om een land of een stad te bezitten. Zo hebben de opeenvolgende invasies het niet altijd opgevat. Voor de Palestijnen is de herinnering aan de Kruisvaarders meer dan geschiedenis. Geen Palestijn is vergeten dat Salah Addin eens de Kruisvaarders verjoeg, en dat Jeruzalem toen weer toegankelijk werd voor de moslims, en de andere gelovigen. Die herinnering, dat het na de christelijke bezetting weer vrijkwam is de Palestijnen in het geheugen gegrift en geeft hen nog steeds hoop.

Ik kan het verhaal van Hroub op dit punt herkennen. Ik kende de mukhtar van Kowkaba, het hoofd van een dorp dat niet meer bestaat, en de grootvader van een vriend, die zelf al weer kinderen had. Die man die nu in het vluchtelingenkamp Bureje in Gaza woonde, stond nog elke ochtend op voor het gebed, en maakte dan in zijn diwan koffie voor de mannen van Kowkaba. De ruimte waar dat plaats vond werd niet geschilderd, want het was maar tijdelijk. Ze gingen immers weer terug. De Israëli’s zouden verdwijnen net als de kruisvaarders dat hadden gedaan. Toen hij oud werd en begreep dat hij dat niet meer mee zou maken zat hij vaak zwijgend te huilen. Hij is gestorven. Zijn kleinzoon heeft hem nooit durven vertellen dat hij allang niet meer leefde met de hoop dat de zionistische veroveraars ooit nog zouden vertrekken.

Hroub vertelt de geschiedenis als een verwevenheid van stromingen. Naast elkaar bestonden het Pan-Arabisme, de gedachte dat alle Arabische landen een eenheid zouden moeten vormen, en het nieuw ontstane nationalisme, dat vooral ontstond als reactie op het extreem nationalistische zionisme. En het kolonialisme, dat meehielp om grenzen te trekken tussen Arabische landen die er voorheen niet waren. Het nieuwe Fatah, de beweging van Arafat, was zo’n reactie: een nationalistische bevrijdingsbeweging die Palestina terug wilde veroveren. Hoewel Fatah voornamelijk uit moslims bestond, was de religie ondergeschikt aan het nationalisme. De islamitische stroming, waarvan het begin te zien is in de Moslim Broederschap die een hernieuwd kalifaat voorstond – een islamitische staat, is pas later vermengd geraakt met de nationalistische bevrijdingsideologie.

Dat Hamas kon ontstaan, en bij de verkiezingen in 2006 zo’n aanhang kon verwerven, heeft er voornamelijk mee te maken dat alle andere politieke stromingen, het communisme en socialisme, het Pan-Arabisme, de PLO, er niet in slaagden om Palestina ook maar voor een centimeter vrij te krijgen, mede dankzij de onverzettelijke steun van het Westen aan Israël. Dat betekende dat er meer mensen gevoelig werden voor het geluid dat de islam de enige manier was om de eigenwaarde te hervinden. En de radicaliteit van Hamas gaf mensen het gevoel dat zij ten minste niet zouden collaboreren met Israël, zoals Fatah wel werd verweten, en dat ook nog voor niets. Bovendien werd van de streng religieuze Hamasleiding verwacht dat die niet corrupt zouden zijn.

Ondertussen, en daar geeft Hroub het stokje door aan Jeroen Gunning, heeft Hamas zich verder ontwikkeld, het is een beweging waarin zowel religieuze als nationalistische elementen terug te vinden zijn, en waarin zowel een pragmatische als een radicale stroming terug te vinden zijn.


(Jeroen Gunning)

Jeroen Gunning, werkzaam aan de School of Governement and International Affairs aan de Durham University, ook in de UK, is ook al geen theoloog, maar wel houdt hij een verhaal om erop te wijzen dat wij in Nederland de neiging hebben om de zaak in Palestina te beoordelen vanuit onze visie hoe politiek en religie zich tot elkaar verhouden, of horen te verhouden, terwijl daar in het MO heel anders mee om wordt gegaan. Kijk naar de vroeger voorkomende zelfmoordaanvallen. Wij zijn geneigd die vooral te duiden als een religieus verschijnsel, maar in feite was het motief vooral nationalistisch. Als Hamas spreekt over de ‘umma’, de wereldwijde moslimgemeenschap waar ze toe behoren, dan is dat veel oppervlakkiger dan hun nationalistische verbondenheid met Palestina.

Het is dus niet mogelijk om Hamas te begrijpen vanuit een eenzijdig religieus standpunt, zoals zo vaak gebeurt. En net als Hroub wijst hij erop dat de aantrekkingskracht van Hamas niet alleen gebaseerd is op de religieuze kant, maar omdat van vrome moslims verwacht werd dat ze ongevoelig zouden zijn voor corruptie.

Voor ons in Europa (in de VS ligt dat alweer heel anders) is een dominante manier van denken dat politiek seculier hoort te zijn, en dat het eng wordt wanneer religie in de politiek een rol gaat spelen. In de beeldvorming over Hamas wordt de religie vooral gezien als de bron van geweld, terwijl we toch kunnen weten dat geweld net zo irrationeel kan zijn komend van niet-religieuze groepen. Maar dit is wat er meteen gebeurde in de beeldvorming, Hamas is islamitisch, dus irrationeel, dus inherent gewelddadig. Fatah, dat als seculier werd gezien, viel meteen in de categorie minder irrationeel, en in principe ‘gematigd’. Maar feitelijk is ook het gewapende verzet van Hamas net als dat van Fatah, vooral nationalistisch, en hebben alleen de zelfmoordaanslagen een religieus aspect. Let op: Hamas viel pizzeria’s aan, geen synagoges. En net als voor andere Palestijnse facties geldt: ook Hamas is vooral tegen Israël vanwege de onteigening, de verdrijving, de bezetting. Het is waar dat er ook voorbeelden zijn dat er binnen Hamas de antisemitische taal is overgenomen die uit Europa afkomstig was, maar wanneer je voorbij de retoriek kijkt naar wat ze in feite deden, dan bleek dat ze met Fatah meewerkten aan het handhaven van een wapenstilstand op het moment dat het erop leek dat het vredesproces kon lukken.

Maar dat is niet wat wij in het Westen waarnemen. De aandacht wordt vooral gevestigd op de schreeuwerige retoriek, en niet op de allang gevormde pragmatische kant van Hamas. Er is veel aandacht voor de ‘islamisering’ van Gaza. Zo konden wij lezen over de nieuwe regel dat vrouwen die bij de rechtbank werkten verplicht de hijab moesten dragen; wat we niet hoorden is dat de vrouwen een proces begonnen omdat die verplichting niet in de wet stond, en met de steun van de Hamasregering wonnen.

Ook dat kan ik beamen. Ik ken nogal wat mensen in Gaza die zich er wild aan ergeren dat jonge meiden onder druk worden gezet om een hoofddoek te dragen – aan de vrouwen op leeftijd die al hun hele leven zonder hoofddoek rondliepen waagt Hamas zich niet – of die er flink kwaad van worden wanneer de fundamentalistische vleugel probeert om gemengde zomerkampen tegen te gaan. De nieuwe regel dat vrouwen niet in het openbaar shisha mochten roken is alweer van de baan. Ik ken de Palestijnen van Gaza vooral als zeer tolerant voor alle onderlinge verschillen, ze zijn veel te eigenwijs en te vrijheidslievend om zich en masse de wet voor te laten schrijven, en ik heb ze horen mopperen: die vrouwen die van top tot teen in het zwart zijn gehuld? Dat is niet eens Palestijns, daar doen ze Iran mee na. Vroeger liepen vrouwen nooit zo rond. Die kleurige, geborduurde jurken, dat is Palestijns. Dit is de constatering: dat Hamas de neiging heeft om de salafistische splintergroepen de wind uit de zeilen te nemen door zelf een beetje mee te doen met de ‘islamisering’ – tegen hun verkiezingsbeloftes in – maar evengoed weer zwichten als er voldoende weerstand tegen komt van de bevolking die echt niet alles met zich laat doen.

Er zijn enorme interne verschillen – en spanningen – binnen Hamas, zegt Gunning. Zo zie je bijvoorbeeld de ene stroming zich vooral richten op een fictieve toekomst, waarin de islam zal zegevieren en de zionisten net als de kruisvaarders zullen verdwijnen. In die stroming zijn een paar nederzettingen meer of minder van ondergeschikt belang. Maar de andere kant, die meer leeft in het heden, maakt zich druk over de nederzettingen omdat daarmee meter voor meter het land waar nog over te onderhandelen valt verdwijnt.

Het probleem in het westen is dat er vaak wordt gedacht dat je met Hamas niet kunt praten omdat het religieuze fanatici zijn. Alsof religie vanzelfsprekend irrationeel is. We hoeven ons dan alleen maar te herinneren dat de Tamil Tigers en de PKK, niet religieus, heel wat meer slachtoffers hebben gemaakt dan Hamas. De moeilijkheid voor Europeanen is om te begrijpen dat Hamas twee kanten heeft, zowel de kant van de zelfmoordaanslagen als de pragmatische kant. In werkelijkheid blijkt Hamas bovendien in het geheel niet zo dogmatisch als vaak wordt gedacht. Vaak besluit Hamas op politieke gronden voor een bepaalde strategie, om daar vervolgens, dat wel, de islamitische verantwoording bij te zoeken. Zo wordt de mogelijkheid om een deel van het historische land aan Israël over te laten nu verantwoord door erop te wijzen dat ook Salah Addin toestond dat de kruisvaarders een deel van het land voor zich hielden.

Het probleem is dat terwijl Hamas pragmatischer is geworden, Israël dat nou juist niet is. Dat maakt dat ook het pragmatische van Hamas weinig oplevert voor de Palestijnen. Hroub: nu ook de neiging van Hamas om wel te onderhandelen niets oplevert is de kans groot dat de radicale vleugel van Hamas weer wordt versterkt, en dat de nieuwe extremistische salafistische splinters die vinden dat Hamas te veel toegeeft sterker worden. Mijn angst, zegt Hroub, is dat wanneer Hamas niet enige overwinning boekt, er Al Qaida-achtige groepen in Gaza weer over zullen gaan tot zinloze explosies van geweld. Ze moeten toch ergens heen met hun woede en frustraties. En dat Hamas het niet gaat redden om de eenheid in Gaza te bewaren en de zaak uiteenvalt in elkaar bestrijdende groeperingen. En dat werkt weer precies in de kaart van de verdeel-en-heers politiek van Israël. En het versterkt weer het beeld in het westen: dat de religieuze Hamas onbetrouwbaar is, uiteindelijk vooral uit is op geweld, dat er niet mee te praten valt. Wat je in werkelijkheid kunt zien, zegt Gunning, is dat het van de omstandigheden afhangt welke stroming binnen Hamas de overhand krijgt. Na de rampzalige Israëlische aanval die Gegoten Lood heette, won de pragmatische kant weer. Want het werd voor iedereen duidelijk dat de militante kant van Hamas van geen kant in staat was geweest om enig verweer te bieden tegen het militaire geweld. En nu de jongeren geïnspireerd door de Arabische lente in beweging zijn gekomen, overheerst opnieuw de pragmatische kant, die van samenwerking met Fatah, en van geweldloos verzet. Maar als er niets bereikt wordt, kan dat de militante kant weer versterken, waarmee de splintergroepen die nu woedend zijn op Hamas, onder andere omdat een aantal van hun leden door Hamas zijn gedood, weer meer ruimte in gaan nemen.

Hamas is heel goed in staat om te veranderen, benadrukt Hroub nog eens. Tenslotte was het al een geweldige verandering toen de keuze werd gemaakt om aan de Palestijnse verkiezingen deel te nemen. Opeens hoorde je de imams uitleggen waarom het volgens de islam zeer aanbevolen werd om aan verkiezingen deel te nemen, terwijl ze jaren terug nog het tegendeel zeiden. Het is dus ook aan Israël, aan de VS en aan de EU, om de pragmatische kant van Hamas te versterken. Het is alleen zeer de vraag of dat is wat Israël wil, die er verre de voorkeur aan lijkt te geven om een militante tegenstander te hebben die als ’terrorist’ te boek staat – en waar je dus niet mee hoeft te praten.

Wat we vergeten, in het hele verhaal, is dat de gedachte dat het land bezit moet zijn van de ene of de andere kant, noch voortkomt uit het jodendom, noch uit de islam. Er is geen god die gezegd heeft dat het land het exclusieve bezit moet zijn van de aanhangers van één geloof.

De afsluitende lezing in de serie gaat over het christelijke perspectief, en vindt plaats op 16 september. Zie hier.

2 gedachten over “Hamas: spanning tussen militanten en pragmatisme

  1. Het was voor mij vooral interessant om mijn waarnemingen vanuit Gaza, waar ik nu al weer enige tijd niet ben geweest, te toetsen aan wat die twee deskundigen er over te zeggen hadden. Kwam aardig overeen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *