Huisbezoeken, nog eens

Om Mark die voor ons filmt de gelegenheid te geven nog wat meer van Gaza te zien, hebben we het zuid team gevraagd of we mee konden op huisbezoek in Rafah. Ze hadden een paar cases voor ons uitgezocht, een man die gewond was geraakt in een van de vele tunnelongelukken, eentje die gehandicapt was geraakt van een van de vele nieuwe verkeersongelukken die vooral worden veroorzaakt doordat Gaza tegenwoordig vergeven is van de motoren die via de smokkeltunnels binnenkomen – dat voor de mensen die zich geen auto kunnen veroorloven en zich niet voort willen bewegen op het vervoersmiddel van de armen, achter een paardje of een ezelskarretje. En een meisje van zeven dat bij de bevalling te weinig zuurstof had gekregen en spastisch was.


(toegang tot een tunnel)

We rijden langs de weg naast de zee naar Rafah, helemaal in het zuiden, tegen de grens van Egypte aan. Daar komen veel strijders vandaan, wat niet zo gek is want Rafah heeft het vele malen zwaar moeten verduren. Duizenden woningen zijn er door Israël met de grond gelijkgemaakt om tegen de Egyptische grens aan een brede ‘bufferzone’ te creëren. Bombardementen, tanks, bulldozers, dag na dag. Onze vroegere chauffeur verloor zijn huis, zijn taxi werd door een tank geplet waarmee hij ook een groot deel van zijn inkomsten verloor, zijn vrouw werd in haar buik geschoten en overleefde het, maar het kind waar ze zwanger van was niet. Ik ben er vaak geweest, ik heb het daar gezien in alle stadia van ellende en verwoesting. Rafah was altijd het armste deel van Gaza, maar paradoxaal, door de tunnels, is er nu ook welvaart: de eerste patiënt die we bezoeken woont in een zijstraatje naast een markt waar heel veel te koop is dat je er vroeger nooit zag. Wat niet betekent dat hij rijk is, hij heeft pech gehad. Hij werkte in een tunnel, en heeft daar een ongeluk gehad, waar hij niet over praat, omdat het werken in de tunnel illegaal is. Dat gaf een misverstand, want ik bleef maar wachten tot we de ’tunnelman’ zouden zien – terwijl we daar al op bezoek waren, alleen, hij zei dat hij met een motor een ongeluk had gehad, en het team wilde niet zeggen dat hij een beetje jokte.

De man heet Eyad en is 37. We klimmen een ongemakkelijke steile trap van cement op naar het kamertje waar hij zijn tijd slijt, want zijn benen zijn verlamd, en hij komt natuurlijk die ellendige trap niet af. Dus blijft hij dagenlang op zijn kamertje naar de tv liggen kijken, en naar een schilderij dat ze hebben opgehangen, van een lieflijk koel waterlandschapje. Wat zijn wensen zijn voor de toekomst. Dáár wonen, zegt hij, met een knik naar dat landschapje, en met een cynisch gevoel voor humor. Weer zo’n gesprek, dat hij ook als hij miljonair was de macht over zijn benen niet terug zou kunnen krijgen, echt niet. Dat ze op kunnen houden dat hij met een of andere dure operatie in het buitenland de macht over zijn benen terug zou kunnen krijgen. En dat ze veel beter hun energie kunnen besteden aan de verbetering van zijn dagelijkse leven, misschien een poging om in een woning te komen waar hij met zijn rolstoel naar buiten kan.

Ik denk dat het bezoek al zo’n beetje afloopt, en ga alvast even naar buiten, als Joes de laatste vraag stelt aan zijn vrouw die erbij is komen zitten – ik mocht haar niet fotograferen. Of ze nog vragen heeft. Jawel, of ze nog kinderen kunnen krijgen. We weten al dat ze veertien jaar getrouwd zijn en geen kinderen hebben gekregen. Dus is de kans dat dat nog met alle technische middelen die er zijn – je moet er voor naar Jordanië – om kunstmatige inseminatie te doen met zaad dat ze op een of andere manier aan een verlamde man kunnen onttrekken wel ongeveer nul. Als ik weer binnenkom zit de vrouw te huilen. Ze moeten de gedachte dat ze nog kinderen kunnen krijgen echt opgeven. En daar komt nog een drama tevoorschijn, want de ouders van de vrouw willen haar weghalen bij die man, wat kan, volgens de islam, als hij impotent is en haar geen kinderen kan geven. En bovendien zijn ze straatarm. Maar zij wil niet weg bij haar man van wie ze houdt, en hij bromt ook wat beschaamd dat hij niet kan ontkennen dat hij ook veel om haar geeft. Mijn eigen familie, zegt de vrouw, heeft nooit gezegd dat ze van me hielden, en deze familie, daar ben ik thuis. Ook al zijn we arm, ik wil niet weg. Joes stelt voor dat we iemand met veel gezag vragen om met haar familie te gaan praten, dat ze op moeten houden met haar onder druk te zetten, en opnieuw druppen de tranen uit haar ogen maar deze keer omdat ze blij is met de steun. Ik omarm haar als we weg gaan, en zeg God bless you.

Gaan we nu naar de tunnelman, vraag ik aan het team. Nee, we gaan naar dat meisje, zeggen ze, en ik denk: we hebben al zoveel lieve kleine meisjes bezocht, ik wil zo graag dat tunnelverhaal. Ze zeggen niets, op de typisch Palestijnse manier als ze iemand niet willen verklikken maar ook niet aan je verzoek kunnen voldoen, en we rijden naar het strand, waar in Al Mawasi een meisje van zeven woont, bij haar familie. Ze is spastisch. En toen het team een jaar geleden met haar kennismaakte was het een totaal verzenuwd klein meisje dat bang was voor alles en iedereen, en het op een gillen zette als de fysiotherapeut probeerde haar aan te raken. Het is het werk van de psychologe Yasmine, die met engelengeduld het meisje weer wat vertrouwen gaf. Halla heeft nu fysiotherapie, om de spieren van haar armen te versterken die erg slap zijn, en om te proberen om haar knieen die al aardig vergroeid zijn nog een beetje recht te krijgen, zodat ze misschien nog eens kan staan. En ondertussen gaat ze naar de kleuterschool, en ze zingt en ze tekent, en ze blijkt hartstikke slim.


(Yasmine de psychologe)

Ze zingt een liedje voor ons, zomaar, voor al die vreemde mensen, en ze durft zelfs bij Joes op schoot die voorzichtig kijkt of haar beentjes nog kunnen strekken. Misschien, met veel geduldige oefeningen. Ondertussen zijn haar ouders erg trots op hun slimme dochter, die ze liefdevol verzorgen, maar dat ze zo slim is is ook een probleem. Want ze begint zich te vergelijken met haar oudere broer die wel kan lopen, en met de kinderen op school, en dit is duidelijk, dat de kleuterschool haar wel kan hebben, maar dat ze weinig kans maakt om mee te komen op de gewone lagere school. Ze zou naar een speciale school moeten, maar als die er in Gaza al is, dan is die te duur voor de familie waarvan de vader ook al werkloos is.

Hoe dan ook, ze is wel een geweldig succesnummer, we kunnen Yasmine die straalt vertellen dat ze het geweldig heeft gedaan. En het valt mij op: vroeger waren de psychologen, bijna altijd jonge vrouwen, een beetje een aanhangsel van het team dat vooral medisch dacht, en nu begrijpt iedereen inmiddels hoe belangrijk hun werk is – hoe goed Yasmine die vrouw bijstond die bang is dat ze terug moet naar haar familie, en dat ze ervoor gezorgd heeft dat de fysiotherapeut zijn werk kon doen met Halla.

We zijn eigenlijk zo ontzettend trots op onze mensen daar, die zoveel doorzettingsvermogen hebben, altijd maar weer in die ellende moeten gaan staan, en hun grenzen moeten trekken, want er is veel dat ze niet op kunnen lossen, en daarbij nog zo blijmoedig en vitaal blijven. En het geeft ons weer opnieuw het gevoel dat we weten waar we het voor doen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *