Het gaat verkeerd met Israël: waarschuwende stemmen

In mijn laatste boek, Oorlog als er vrede dreigt, citeer ik meer dan één oude zionistische pionier die nu langzamerhand, woedend of met bloedend hart, moet toegeven dat het met Israël helemaal de verkeerde kant op gaat. Het zijn vaak mensen zoals Uri Avnery, die niet zover kan gaan dat hij erkent dat het zionisme, de gedachte aan een joodse staat, altijd al een slecht idee was – want hoe had je zo’n staat in Palestina kunnen vestigen zonder een enorme schade aan te richten voor de mensen die er al woonden?

Hoewel veel mensen het nog niet aandurven het hardop te zeggen, ben ik niet de enige die constateert dat de ‘erfzonde’ waarmee Israël de geschiedenis begon, datzelfde project nu de das omdoet. Het onrecht de Palestijnen aangedaan verdwijnt niet, integendeel, het gaat onder de ogen van de wereld gewoon door. Dat veroorzaakt, onder andere, een permanent vijandige omgeving voor Israël zelf, dat maar geen werkelijke vrede kan sluiten en niet wenst te integreren in dat deel van de wereld waar ze zo nodig heen moesten: het Midden-Oosten. Het vasthouden aan het zionisme als staatsideologie, verhindert dat Israël een normale democratie kan worden, en laat alle ruimte voor de meest reactionaire krachten, en voor de niet in Israël wonende joden wordt het steeds moeilijker om nog langer goed te praten wat daar gebeurt. Zoals Tony Judt, helaas overleden, zei: “Israël is slecht voor de joden”.

Ruim zestig jaar na oprichting is Israël nog steeds niet de staat die Herzl voor ogen stond: de staat die het net zo gewoon zou maken om in de joodse staat joods te zijn als het voor Fransen is om Frans te zijn in Frankrijk. Waar joden veilig en in vrede zouden kunnen leven, het respect van de wereld zouden krijgen waarmee ook een einde zou komen aan het antisemitisme. En ziet het ernaar uit dat die gedroomde staat binnenkort werkelijkheid zal worden?

De constatering dat het verkeerd gaat met Israël gaat veel mensen te ver die nog steeds loyaal willen blijven geloven in het oude idee van het zionisme als een bevrijdingsbeweging voor joden, maar de stemmen van oude zionisten die vinden dat het land in de verkeerde handen is gevallen, die van de ultra-orthodoxen en die van de ultra-nationalisten, worden met de dag luider. De mensen, dus, die erom treuren dat de macht in handen is van rechts en nog rechtser, met name het deel van de oorspronkelijke zionisten dat zichzelf links vond, voor mensenrechten, voor een seculiere staat, voor een pluriforme democratie, al maakten ook zij zich nauwelijks druk over het lot van de Palestijnen die voor hun mooie joodse democratie maar opzij moesten gaan. Dat beetje kritisch links dat er nog is voelt zich steeds verder gemarginaliseerd.

Want wie de gebeurtenissen een beetje heeft gevolgd, het afgelopen jaar, ziet een systematische afbraak in Israël zelf van de fundamentele democratische waarden, zoals recht op oppositie, recht op vrijheid van meningsuiting, onafhankelijkheid van de universiteiten, neutraliteit van het recht, parlementaire controle op staatsgeweld. De ultra-orthodoxen eisen niet alleen het recht op om volgens hun eigen religieuze regels te mogen leven, maar bemoeien zich in toenemende mate ook met het leven van de seculieren – zoals onlangs gepoogd werd om in het leger vrouwen te verbieden in het openbaar te zingen in aanwezigheid van mannen, zoals sommige openbare bussen al gesegregeerd zijn, mannen voorin, vrouwen achterin. Nog afgezien van de groeiende macht van de kolonistenbeweging, met hun klauwen al hoog en breed in de Knesset, die nu bezig zijn met onafhankelijke mensenrechtenorganisaties te dwarsbomen, door de giften uit het buitenland te beperken, en ook willen dat de rechters van het Hooggerechtshof voortaan door de politiek worden aangesteld. Om maar een paar voorbeelden te noemen. Dat daarbij ook hoort dat de niet-joodse minderheid binnen Israël, de ruim een miljoen tellende Palestijnen die zijn gebleven, steeds meer als tweederangsburgers worden behandeld, en wat ze nog hebben aan burgerrechten steeds verder wordt ingeperkt is al standaard – het recht om in het land waar je staatsburger van bent te wonen waar je wilt, bijvoorbeeld, of te kunnen trouwen met wie je wilt en daarmee samen te leven. En de ultra-orthodoxen dragen een steentje bij door hun rabbijnen die oproepen om niet aan Arabieren te verhuren en die meisjes willen verbieden met niet-joden om te gaan. Zelfs trouwe Israël-aanhangers moeten erkennen dat er sprake is van joodse terreurgroepen die zich niets gelegen laten liggen aan justitie en politie, en van toenemend geweld door bewapende kolonisten – burgers dus. Het is al niet meer om je over op te winden als je “dood aan de Arabieren” leest op de muren.

Is dit de joodse staat die de aanhangers van Herzl voor ogen stond?

“Gezien de tragedies uit de joodse geschiedenis, vind ik het stuitend, als mens en als jood, dat het Israëlische parlement bezig is om de mensenrechtenorganisaties aan te vallen. Hoe anders zou de joodse geschiedenis er uit hebben gezien wanneer dergelijke organisaties de wereld hadden overstelpt met informatie over wat de nazi’s vanaf 1933 de joden aandeden!”

schrijft Carlo Strenger, hier.

En interessant, ook de eigenaar en uitgever van de krant Ha’aretz, Amos Shocken, die journalisten als Gideon Levy en Amira Hass voor zich laat schrijven, mengt zich nu in de discussie, met een stuk dat de angst uitspreekt dat Israël bezig is om een apartheidsregime te worden. Dit is wat er is gebeurd: de ideologie van Gush Emoniem (het blok van getrouwen), met nauwelijks verhulde fascistische tendenzen, wordt steeds dominanter en machtiger. Hun strategie is simpel, zegt Shocken. De zesdaagse oorlog (1967, waarbij Gaza en de Westoever werden bezet) zien zij als de logische voortzetting van de ‘onafhankelijkheidsoorlog’ van 1948 – het gaat erom het gehele gebied te veroveren, en de Palestijnen zoveel mogelijk weg te werken. Israël, in hun ogen, is van de joden en alleen van de joden. Niet-joden, of ze nu binnen Israël of in de Bezette Gebieden wonen, horen niet in dat plan. Om dat doel te bereiken, Israël alleen voor joden, is alles geoorloofd, illegale activiteiten, terreur, criminaliteit, want het heilige doel staat boven de wetten van de staat. Uiteraard staan ook wetten die vrijheid van meningsuiting garanderen of discriminatie tegengaan daarbij in de weg – kritiek en oppositie hebben in de Gush Emoniem ideologie geen plaats. Al die door de rechtse regering voorgestelde wetswijzigingen hebben dus een context: die waarbij willens en wetens de democratie, die sowieso alleen voor joden gold, nu ook voor joden af te schaffen voor zover die de ongebreidelde verovering van de joodse staat in de weg staan.

Dit proces vindt niet in de toekomst plaats maar nu – en Shocken vraagt zich af of zo’n Israël toekomst heeft. Niet alleen dat het tegen alle joodse ervaringen en joodse moraal ingaat; een dergelijk land, dat met het zwaard in de hand moet leven, geen plek heeft voor de Palestijnen, geen vrede kan sluiten met de Arabische buurlanden, niet kan integreren in het Midden-Oosten, is volstrekt instabiel. (Bron: hier.)

En dan Ze’ev Sternhell,hier.

Wat Israël uniek maakt, schrijft Sternhell, is niet de rechtse ideologie, de dwingelandij, de diverse vormen van terreur die ingezet worden tegen de opponenten, wat het uniek maakt is dat het joods is.

Het is schrijnend dat een volk dat nog niet zo lang geleden zelf het belangrijkste slachtoffer was van een etnische strijd die losbarstte en in Europa leidde tot rechtsextremisme, nu dezelfde mensen zijn die een machtswellustige nationalistische beweging hebben voortgebracht die mensenrechten aantast, universele waarden afwijst zowel als vrijzinnigheid en democratie.

Net als elders heeft rechts twee gezichten: het gewelddadige gezicht van de nederzettingen, gewapend, de vleugel die niet terugschrikt voor het gebruik van terreur ook tegen het leger en de politie, en dan het respectabele gezicht van de vleugel die het vuile werk opknapt in de Knesset. Het grove geweld dat nu dagelijks losbarst in de bezette gebieden heeft ook de Israëlische straat al bereikt, maar is in veel opzichten minder gevaarlijk dan het heimelijker maar gestadige proces in het parlement, dat stelselmatig de democratische waarden ondermijnt.

We moeten ons daarbij herinneren, zegt Sternhell, dat de pogingen om de intellectuele en ethische principes van de democratische orde te ondermijnen in Europa veertig tot vijftig jaar voorafgingen aan de officiële aanvaarding van de rassenwetten in Duitsland, Italië en Frankrijk. Er zaten tientallen jaren tussen de dagelijkse aanvallen op ‘landverraders’ die streden voor de handhaving van zulke principes als gelijkheid en mensenrechten en de aanname van wetten die de mensenrechten ontzegden aan eenieder die niet de juiste nationaliteit, etniciteit of geloof had. Toen de mensenrechten van joden eenmaal waren opgezegd, werden de joden vrijwild en was er niets meer dat hun deportatie nog kon tegenhouden.

En laten we ons niet verkijken op het proces dat op dit moment in Israël gaande is. De rechtse meerderheid in Israël is vast van plan om niet-joden tot tweederangsburgers te maken, en daar de wet voor aan te passen, zegt Sternhell. Daar verschillen Sternhell en ik van mening, volgens mij is dat niet nu pas gaande, maar zijn de eerste stappen daartoe al gezet in 1948, toen besloten werd dat Israël het land was van alle joden, waar ook ter wereld, en dus niet van de Palestijnen die er nog woonden of op de vlucht waren gejaagd. Maar Sternhell gelooft nog steeds in de gedachte dat het mogelijk zou zijn geweest om een democratie te vestigen met een meerderheid aan joden, die te allen tijde ook een veilige haven zou kunnen zijn voor de joden mocht dat in de geschiedenis ooit nog nodig zijn, zonder de rechten van niet-joden aan te tasten. In de ogen van Sternhell gaat het huidige regime te ver in zijn absolute etnische voorkeur – alleen joden zijn belangrijk – en daarmee houdt Israël op om een democratie te zijn. De nieuwe wetgeving tast de eigen democratie steeds verder aan, oppositie ook van joden binnen Israël wordt steeds moeilijker, de vrijheid van het Hooggerechtshof wordt beperkt doordat de politiek een stem krijgt in de aanstelling van rechters, alles om de heerschappij van die ene etnische groep te garanderen. Dat zou in de vrije landen van Europa niet mogelijk zijn – stel je voor, zegt Sternhell, dat er in een Europees land besloten zou worden dat het wettelijk is toegestaan alleen woningen te verhuren aan christenen en vrouwen te verbieden om te gaan met niet-christelijke mannen – om maar een paar voorbeelden te noemen van wat sommige rabbijnen ter rechterzijde nu al openlijk en straffeloos propageren. Je mag toch hopen dat zulke zaken konden rekenen op een schreeuw van verontwaardiging: het monster is weer opgestaan.

Reken erop dat het proces dat nu geleidelijk is ingezet in Israël even geleidelijk verder zal gaan. Israël trekt een hoge muur op om de eigen stam, relaties met de buren worden zoveel mogelijk vermeden, vreemdelingen zijn ongewenst, de Arabieren binnen Israël moeten er maar aan wennen dat ze ondergeschikt zijn en blijven, en de Arabieren in de bezette gebieden moeten zich er maar bij neerleggen dat hun gehele land voortaan van het joodse volk is. Alsof de vervolging en de rampen van toen nu opnieuw worden opgevoerd, vergeten we liever waar etnisch nationalisme toe leidt – zolang het nu maar de anderen zijn die daaronder lijden. En denk er om, zegt Sternhell, niet alleen degenen die nu politiek de leiding hebben zijn verantwoordelijk voor het toenemende racisme, ook de mensen aan de kant die toekijken zonder iets te doen.

Zie voor meer artikelen Haaretz, hier.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *