Over vrouwen in de ‘Arabische Lente’


(Zainab Al-Suwaij)

Een bijeenkomst over vrouwen in de ‘Arabische lente’ in de Nieuwe Liefde. Gaat het goed, gaat het fout? Vooraf een filmfragment, Paul Rosenmöller interviewt vrouwen in Arabische landen (dat was IKON) en een ervan is de moeder van die prachtige foto die de World Press prijs won: ze zit er, nog steeds op een spleetje voor haar levendige ogen na in het zwart, met haar zwijgende zoon naast haar. Of haar man het wel goed vond, dat zij zich mengde in de revolutie buiten in Jemen. Nee, zegt ze resoluut. “Hij heeft nog een stammenmentaliteit”. Maar toen al die doden vielen ging hij ook demonstreren. Het is, in een notendop, het verhaal van hoe de revoluties in de Arabische landen ook de onderlinge verhoudingen beïnvloeden.


(Manuela Kalsky)

Hoofdgast, voorgesteld door Manuela Kalsky van de Schillebeeckx-leerstoel aan de VU, is Zainab Al-Suwaij, oorspronkelijk uit Irak gevlucht, nu Amerikaanse, en de oprichtster van de American Islamic Congress (AIC). Zij vertelt zelf verbaasd te zijn geweest toen de revoluties begonnen in de Arabische landen, beginnend met een incident van een man die zich in brand stak in Tunesie. Hoewel het ook duidelijk was dat er een steeds verslechterende economische situatie aan vooraf ging. Overal waren vrouwen achtergesteld, en toch, boem! opeens liepen overal de vrouwen voorop. Ook op het befaamde Tahrirplein waren het de vrouwen in de frontlinie. Dat gaf hoge verwachtingen, we horen er bij, maar dat is het punt nu: dat gaf geen enkele garantie dat ze meegenomen zouden worden in het politieke proces. Met de actuele verkiezingen stonden maar heel weinig vrouwen kandidaat. Er zijn nieuwe partijen opgekomen die niets van de participatie van vrouwen moeten hebben, het is zelfs de vraag of er in de verschillende landen – overal een ander verhaal – niet juist vrouwen rechten gaan verliezen.

In Irak was het anders dan in Egypte. Daar was Zainab een van de vrouwen die lobbyde voor meer vrouwen in het parlament. Wij willen 40% van de zetels, zei ze tegen de mannen. Die antwoordden: maar dat hebben ze zelfs in Zweden niet. Dan doen wij het maar beter dan Zweden, zei zij. Ze kregen er een wet door, waarin de politieke partijen verplicht waren om 25% vrouwen op te nemen. En uiteindelijk belandden er 32% vrouwen in het parlement.

Veel vrouwen waren zelf niet zeker van hun zaak. Is het dan niet tegen het geloof, dat vrouwen in de politiek gaan, dat ze buitenshuis gaan werken, dat ze studeren? Zainabs antwoord was altijd ferm: luister, onze profeet is toch ons grootste voorbeeld? Zijn eerste vrouw Khadija dreef handel, en hij werkte voor haar. Zijn laatste vrouw Aisha voerde een leger aan. Dus als hij het goed vond, waarom zouden mannen nu dan de vrouwen verbieden om zich te ontwikkelen?


(Yasser Elethy)

Irak is een land met grote verschillen, tussen soeni’s en sjiieten, en dan nog alle verschillende wetsscholen, er zijn verschillen tussen Arabieren, Koerden, Armeniërs. Het is dus niet mogelijk dat één religieuze partij zegt, wij voeren de sharia in op onze manier. Ik zei: als ik ga trouwen doe ik dat volgens mijn geloof, en mijn traditie. We moesten in Irak dus niet alleen de mannen overtuigen, maar ook de vrouwen moesten veel meer weten. Dat er ook binnen het geloof veel verschillende mogelijkheden zijn, en dat het belangrijk is om een parlement te hebben dat garandeert dat alle verschillende interpretaties van het geloof kunnen bestaan. Ik denk dat wij daarmee wel een voorbeeld waren voor veel vrouwen in andere landen, waar er ook een worsteling is om de politieke macht.

Yasser Elethy, professor in Islamitische studies, is aan het woord. Dit is de nieuwe wereld, zegt hij, dat jij uit Irak en ik uit Egypte elkaar leren kennen in Amsterdam. Hij hield een korte inleiding over de sharia en vrouwenrechten. Volgens hem is er geen principiële tegenstelling tussen de mogelijkheid van democratie en de islam – de islam gaat over het woord van God, dat onveranderlijk is, en democratie is een menselijk proces. Maar daartussen heb je de fiq, de jurisprudentie, die ontstaan is door de ijtihad, de toepassing van het menselijk verstand, en ook de shura, het onderlinge overleg om antwoorden te vinden, want we weten het, de islam kent geen paus die onfeilbare antwoorden geeft. Ook hij benadrukt dat het vaak ene kwestie is van te weinig werkelijke kennis van de islam, zo zijn er moslims die geloven dat vrouwen onzichtbaar horen te zijn, en hun stem niet gehoord mag worden, zelfs als ze de koran reciteren. Maar waar staat dat? Niet in de koran.

We hebben in veel landen te maken met het feit dat politieke partijen nieuw zijn, na de val van dictaturen. zo zie je nu ook de salafi’s, orthodoxe moslims, voor het eerst in de politiek gaan. Dat kan veel misverstanden geven. Er gaat een hadith, een overlevering, waarin een man naar Mohamed gaat, omdat hij wil trouwen, en dat de profeet vraagt: je hebt toch wel haar gezicht gezien? Dat je met elkaar moet trouwen zonder elkaar gezien te hebben, is veel meer traditie dan geloof. Maar dit is het punt: onwetendheid is vaak minder erg dan foutieve kennis.

Al-Suwaij is het met hem eens, blijkt in de discussie die voorgezeten wordt door Naima Azough, voormalig kamerlid voor GroenLinks. Dat er meer discussie moet zijn over de islam, en ook meer discussie tussen seculieren en gelovige vrouwen. Zij maakte mee dat een vrouw die er onzeker over was of vrouwen wel in de politiek mochten het eerst aan een imam ging vragen. Die vrouw zit nu in het parlement. Die vrouwen die nu actief worden noemen zich zeker geen feministes en zijn zelfs niet eens speciaal voor vrouwenrechten, maar ze interesseren zich voor allerlei sociale issues, en de partijen hebben hen nodig. Als ze eenmaal actief zijn beginnen ze te veranderen.

Elethy is een voorstander van interpretatie van de koran, het moet wel, nergens in de koran staat iets over internet, of over sigaretten. Je moet dus altijd zoeken naar analogieën, hoe kunnen we handelen in de geest van de koran.

En Al-Suwaij benadrukt nog eens dat het juist de democratie is die iedereen de vrijheid van godsdienst garandeert, ook het recht om niet religieus te zijn. Er is dus geen tegenstelling tussen geloof en democratie, als die vrijheid gegarandeerd is.

Elethy pleit vooral voor niemand uitsluiten en de dialoog aan blijven gaan, ook met de Moslim Broederschap, ook met de salami’s. De dames, ook Monique Samuel mengt zich later in de discussie, zijn het daar minder mee eens – maar dan is Elethy al vertrokken. Elethy herinnert ons nog even fijntjes aan de enorme godsdiensttwisten in het westen, toen er geen scheiding was tussen kerk en staat. Dat is zijn belangrijkste reden om geen groepen uit te sluiten. Juist groepen uitsluiten leidt tot extremisme en terrorisme. Ook die radicale groepen moeten een stem hebben in het politieke proces.


(Monique Samuel)

In Egypte gaat het ondertussen slecht, voor de vrouwen. Pas was er een salafistisch congres over vrouwen – zonder vrouwen, die mochten er niet bij zijn. Elethy mag dan vertrouwen hebben in de dialoog, de vrouwen zijn wantrouwiger. Monique Samuel, in Nederland inmiddels bekend als expert over de Arabische Lente die ze liever niet zo noemt – het zijn revoluties, en ze begonnen in Egypte (waar haar vader vandaan komt) al met de Kifaya beweging. Er is nu veel te doen over de grondwet – en er zit nog niet eens één procent vrouwen in het nieuwe parlement. De Salafisten die een nieuwe partij hebben worden betaald door Saudi Arabië, en dat belooft ook niets goeds. Maar er is wel een andere beweging gaande, en die is vooral in gang gezet door de sociale media. Hoewel nog steeds maar een op de vier Egyptenaren internet heeft, zijn het vooral de vrouwen die er enorm door zijn beïnvloed. Ga maar na, buitenshuis je mond open doen is gevaarlijk, thuis, met je vader en je broers kun je niet vrij spreken, de jonge mannen gaan naar buiten en treffen elkaar bij een waterpijp in een café, maar vrouwen kunnen dat niet. Wat er nu gebeurt is dat die wachten tot iedereen slaapt en dan gaan zitten te chatten op het internet. Samuel zelf werd ook zo’n online activiste, die duizenden mensen per dag bereikt. En daardoor kwam ze terecht bij Pauw en Witteman.

Je moet bedenken hoeveel mensen in de landen waar we het over hebben nog analfabeet zijn, zegt ze, maar het internet begon de vrouwen te empoweren, en toen de revolutie uitbrak op het Tahrirplein waren ook de vrouwen niet meer te houden. Ze klommen desnoods door het raam naar buiten, en 40 tot 45% van de mensen daar waren vrouwen. Ik ken vrouwen die van top tot teen in een niqab lopen, die nu voor het eerst zelf hun boodschappen doen. Mijn grootmoeder, vertelt ze, in de zeventig, doet niet aan politiek, kan niet lezen en schrijven, maar die stuurt me nu wel de politieke cartoons, want die kan ze begrijpen. De vrouwen hebben de digitale vrijheid ontdekt, ze daten zelfs online, veilig.


(links Naima Azough)

Zowel Al-Suwaij als Samuel zijn niet erg optimistisch over wat er nu gebeurt, onder andere in Egypte. Maar Samuel ziet een andere toekomst: over twintig jaar zijn die oude mastodonten dood, en mijn generatie, die aan de vrijheid heeft geroken, is dan aan de beurt. Een dialoog met die vrouwvijandige groepen? Beide vrouwen zien dat niet erg zitten. Samuel heeft bepaald geen prettige ervaringen: ze zeggen tegen mij, jij bent een christen, je bent niet Egyptisch. Maar dat ook die groepen in het parlement moeten, jawel. Al-Suwaij voorspelt een kentering, ook wat betreft de Muslim Brotherhood. In Irak kregen die eerst veel stemmen, maar dat was bij de laatste verkiezingen al veel minder. Het gaat niet om voor of tegen de islam, zegt ze, het gaat om vrijheid.

Het was te kort, eigenlijk. Twee uurtjes, en dan drie van die welbespraakte mensen, en dan zoveel landen met eigen geschiedenissen waar we het over hadden. Maar het maakte nieuwsgierig. Monique Samuel heeft net een boek gepubliceerd, Mozaïek van de revolutie. Zainab Al-Suwaij werd al eerder geïnterviewd voor de IKON, zie hier. En ze gaf die avond nog een lezing, waarover meer volgt.