De politiek van het voornaamwoord

NRC heeft een nieuwe columnist: Maxim Februari. Dat wil zeggen, hij was vroeger Marjolijn Februari, toen hij nog een vrouw was. Met enige spot kondigt hij zijn nieuwe praktijk aan:

Het is waar, Marjolijn Februari was een aardige vrouw, we zullen haar toewijding aan het land en de cultuur missen. Maar nu de onderneming verder gaat onder de naam Maxim Februari verwachten wij toch onze dienstverlening verder te optimaliseren en een nog hoogwaardiger kwaliteit te leveren dan u al van ons was gewend. Graag maak ik nog van de gelegenheid gebruik een kleine prijsverhoging aan te kondigen. Een man mag immers verwachten met hetzelfde werk minstens achttien procent meer te verdienen dan vrouwen?


Ik heb meer mensen gekend die van sekse zijn veranderd. Van hen heb ik begrepen dat het een heel dringende behoefte is om het lichaam aan te passen aan het diep van binnen ervaren geslacht. Ook als dat moeizame operaties betekent, een boel onbegrip en gedoe. Want de door en door op sekse van mensen georganiseerde samenleving laat het niet zomaar gebeuren dat je mag kiezen, en ook niet dat je zegt: wat gaat het je aan of ik een man of een vrouw ben? Wat doet het ertoe? Waar bemoei je je mee?

Ik moet aannemen dat er mensen zijn voor wie het veel uitmaakt, want uit mezelf kan ik het niet aanvoelen hoe het is om te weten dat je opgesloten zit in een verkeerd lichaam. Ik heb niet het gevoel dat mijn diepste ik speciaal een man of een vrouw is, of zelfs dat dat ertoe doet. Ik weet wel dat ik vanaf mijn geboorte ingeschreven ben bij de categorie vrouwen, en heb mij daarbij neergelegd, al heb ik mij helemaal niet neergelegd bij alle ongelijkheid die dat maatschappelijk betekent. Daarom ben ik ook feministe geworden.

Een ander lichaam? Nou het mocht een beetje dunner, maar daar wordt aan gewerkt. Dat mannen binnen deze samenleving een aantal privileges hebben zou voor mij geen reden zijn om van lichaam te veranderen. Ik ben als ik kiezen mocht nog steeds liever vrouw – de vrouwenbeweging heeft mij een leven gegeven dat ik tien keer zo spannend en interessant vond als dat van een doorsnee man, al verdien je als man meer en kun je ook eerder rekenen op emotionele en huishoudelijke steun als je je werk serieus wilt nemen. Ik vind het doorsnee mannenleven geen optie. Het doorsnee vrouwenleven trouwens ook niet, ik doe er veel aan om aan beide te ontsnappen.

Eigenlijk vind ik die tweedeling in twee seksen sowieso nogal onzin. Waar is het voor nodig dat iemand weet dat ik een vrouw ben? Er zijn maar héél weinig activiteiten waar dat voor van belang is. Ik krijg dan ook altijd de neiging als ik voor een visumaanvraag of iets dergelijks (in het engels) sex in moet vullen daar te schrijven ‘no thank you’. De indeling naar seksualiteit vind ik nog idioter. Waarom zou mijn identiteit af moeten hangen van het toevallige geslacht van degene waar ik het mee doe? Word ik daar iemand anders van? Dacht ik niet.

Zo kreeg ik als rechtgeaard biseksueel – ik eet graag van twee walletjes, aangezien we er maar twee hebben – ruzie met een andere biseksueel die daar een groepsidentiteit van wilde maken, met een eigen COC voor biseksuelen. Doe me een lol, zei ik, wat moet ik daar. Een partner zoeken, zoals lesbo’s en homo’s doen? Ik hoef niet speciaal een biseksueel, gezien het feit dat die toch weer allemaal mannetjes of vrouwtjes zijn. Een biseksueel, doet die het anders? Daar werd die andere biseksueel die er een beroep van wilde maken heel boos over. Omdat ik zei: biseksueel is niks. Het is de afwezigheid van een fixatie op één geslacht. Het ene of het andere speeltuintje, wat maakt het uit? Wees er blij mee dat je niet zo vast zit aan één geslacht als liefdesobject en maak er geen ding van.

Nou ja, niet dat het er nu veel toe doet in mijn leven want ben alleenstaand of liever gezegd alleenliggend want staan deed ik vanaf één jaar al in mijn eentje, en het is niet langer meer aan de orde in welk clubhuis ik me moet gaan melden.

Terug naar Maxim. Die met enige tegenzin zijn persoonlijke bekentenis in de krant heeft gezet. Met tegenzin, want wat gaat het ons eigenlijk aan?

De reden waarom ik u moet lastigvallen met mijn intieme bekentenissen ligt uiteraard in het feit dat u bepalend bent voor mijn geslachtsidentiteit. Als ik alleen in de wildernis zou wonen, met ene leeuw als huisdier en een trommel om mijn viriliteit op uit te leven, zou de noodzaak tot deze hormonale operatie misschien niet eens bestaan. Het is omdat onze geslachtelijkheid in het openbaar voortdurend aan de orde komt dat die voor sommigen zo diep problematisch wordt. Onze sekse, luidt de conclusie, is geen persoonlijke aangelegenheid. Ons lichaam is geen persoonlijke aangelegenheid.

En dus heeft Maxim die vroeger Marjolein was besloten niet langer met een lichaam rond te lopen dat hem zichtbaar niet paste, met alle schaamte, ongemakkelijkheid en stagnatie van dien, en krijgt al een tijd hormonen zodat buitenkant en binnenkant beter bij elkaar passen.
En moeten we eraan wennen om hem nu hem te noemen, al staat in zijn paspoort nog vrouw.

Wat zijn we toch geïndoctrineerd met dat idee dat mensen er zijn in maar twee soorten, in plaats van honderdduizenden soorten, in plaats van te begrijpen dat er heel veel diversiteit is tussen mensen waarvan sekse maar één verschil is, en in heel veel gevallen bepaald niet het belangrijkste. Maar we leren dat ene verschil al mee met de taal vanaf het moment dat we leren praten. Het is niet mogelijk om het over een mens te hebben zonder dat je zijn of haar geslacht er ongevraagd bij krijgt.

Hoe diep dat gaat merkte ik zelf toen ik een roman las, The cook and the carpenter‘, waarin in het midden werd gelaten of de erin voorkomende personen mannen of vrouwen waren – in het Engels kan dat omdat je geslachtsneutrale namen kent voor de beroepen. Je kunt het boek dan ook niet vertalen. De grap was dat ik de grootste moeite had om me een beeld te vormen van de mensen in dat boek, zoals je dat met een roman vanzelf doet. En toen ik eindelijk min of meer dacht dat ik het wel had, wie er vrouw waren, wie man, bleek ik gefopt. Aan het eind van het boek bleek pas welke sekse de personen hadden: allemaal vrouwen.

Om over na te denken. Waarom doen we dat zo, en waarom maken we het daarmee mensen die niet in de simpele tweedeling passen zo moeilijk? Mag de vrouw van Maxim zich nog lesbisch noemen, of zit die nu opeens in het vakje hetero, zonder dat ze daar zelf iets over te zeggen heeft? Of is die van binnen ook eigenlijk meer man en zijn ze nu samen homo? Wat een onzin allemaal.

Eigenlijk, als je er rustig over nadenkt, blijkt samenleven gewoon een kwestie te zijn van voornaamwoorden.

Meer in het NRC: hier.