“De muur is afgebroken”


(Johan van den Berg, Henri Veldhuis, Cees van der Kooi)

Het wordt wat verhullend het ‘Israëlisch-Palestijnse conflict’ genoemd (alsof het gaat om een ruzie tussen twee tegenover elkaar staande partijen), en binnen de Nederlandse kerken is dat een heet hangijzer, dat vaak ook splitsend werkt. We zien aan de ene kant de mensen type ‘Christenen voor Israël’ die blind achter Israël staan en daar een heel eigen ideologie voor hebben opgebouwd waar ze dogmatisch aan vasthouden; en aan de andere kant de mensen die zich ook verwant voelen met de Palestijnse christenen, daar zijn geweest, gezien hebben hoe de Palestijnen leven, en besloten hebben dat er geen omweg meer is omdat ze, juist als christenen, wel moeten kiezen tegen onrecht en dus ook voor de rechten van de Palestijnen. Wat – dat moet elke keer weer opnieuw worden benadrukt – niet betekent dat je tegen Israël bent, maar wel tegen onrecht ook als dat door Israël wordt gepleegd.

Die laatste christenen zijn dus te vinden in Kairos Palestina Nederland en in de Vrienden van Sabeel. En dan zijn er dus vele kerken die weifelen en het niet weten en het liefst de kool en de geit zouden sparen, al was het maar omdat ze bang zijn de laatste kerkgangers ook nog voor het hoofd te stoten.


(dominee Henri Veldhuis)


(Jan Willem Stam)


(Geert van Dartel, Bert de Vries)


(Jan van der Kolk)

Waarom de zaak zo moeilijk ligt, zoveel moeilijker dan vele andere brandhaarden en conflicten, is wel duidelijk. Hier gaat het niet om een natuurramp waar je risicoloos kunt collecteren voor de slachtoffers – deze ramp is door mensenhanden veroorzaakt, en de mensen die ze veroorzaakten zijn de slachtoffers van eens, waar de kerken zich terecht mee verbonden voelen.

Het ‘conflict’, om het toch maar zo te noemen, is van oorsprong geen religieuze zaak. De jodenvervolging was niet religieus geïnspireerd, hoewel de kerken boter op hun hoofd hebben als het gaat om het tolereren of erger, het verspreiden van antisemitisme. Het zionisme, het streven naar een joods thuisland of joodse staat dat daar weer een reactie op was, was evenmin religieus geïnspireerd. Integendeel: voorlopers als Herzl zagen nogal neer op de armoedige en diep religieuze Ostjuden, en het zionisme stuitte ook in Palestina niet alleen op het verzet van christelijke en islamitische Arabieren, maar ook op die van de overwegend orthodox joodse Palestijnen. Het is pas later dat de zionisten de bijbel ontdekten als een ideologisch wapen in de strijd; het verhaal gaat dat Ben Gurion zou hebben gezegd: “God bestaat niet, maar hij heeft ons wel Israël beloofd.” Een anekdote, die wel fijntjes samenvat waar Ben Gurions redenering in feite op neerkwam.

En nu splijt de kwestie de kerken in Nederland, tussen hen die vinden dat hun onopgeefbare band met Israël betekent dat Palestijnen, de moslims, de vijand zijn, en zij die vinden dat diezelfde onopgeefbare band met Israël betekent dat je het niet aan kunt zien dat Israël niet alleen de Palestijnen het leven onmogelijk maakt, maar daarbij ook de eigen ziel vernietigt. Met de mensen daartussen in, die denken dat het toch maar het allerbeste is om ‘vrede, vrede’ te blijven roepen en geen kant te kiezen.


(Jaap Hamburger, Een Ander Joods Geluid)

Zaterdag werd in de Bergkerk in Amersfoort een belangrijke brochure ten doop gehouden, met een openbare discussie tussen vooral christelijke kerkelijke mensen. De brochure heet ‘De muur is afgebroken’, en is op verzoek van Kairos en Vrienden van Sabeel geschreven door dominee Henri Veldhuis. Ik vind het een heel interessante publicatie, waarin helder en beknopt een aantal kwesties wordt behandeld, en dat vanuit de theologie.

Als eerste over het begrip Israël, dat als naam al voor veel verwarring zorgt, omdat het niet vanzelfsprekend is dat de naam van de oorspronkelijke geloofsgemeenschap zomaar over de huidige joodse staat gestulpt kan worden. In oorsprong, betoogt Veldhuis, staat Israel voor een geloofsgemeenschap die principieel niet aan bloedverwantschap en etniciteit verbonden is, en al helemaal haaks staat op het latere uit het westen afkomstige nationalisme. Tijdens de discussie haalde Veldhuis nog het boek aan van Yakov Rabkin, In naam van de Thora, dat voor mij ook een eye-opener was, en dat duidelijk maakt waarom oorspronkelijk de orthodoxe joden niets zagen in het zionisme. Met militaire macht een staat veroveren, omdat die ‘beloofd’ zou zijn, staat haaks op het verhaal dat God de enige is die kan beslissen of de joden aan hun opdracht hebben voldaan om daar te mogen wonen. (En zo vinden we midden in Israël nog steeds joodse gemeenschappen die de staat Israël niet erkennen, ik kom daar nog op.)

De theologische vraag is dus ook wat er bedoeld is met het uitverkoren volk en wie dat zijn. Is dat een etnisch begrip, of is dat het volk dat de geboden en beloften nakomt die God met Abraham en zijn nageslacht heeft gesloten? Volgens Veldhuis kan Israël, de huidige staat, zich niet als ‘uitverkoren volk’ een superieure status aanmeten ten opzichte van andere volken. Voor wie Jezus belangrijk is, zou ook duidelijk moeten zijn dat hij over etnische grenzen heenkeek, en Paulus niet vergeten die geen onderscheid meer maakte tussen Jood en Griek.

Weliswaar is het streven van Paulus, om de christenen uit de Joden en de christenen uit de niet-Joodse volken samen het nieuwe “Israël van God” te laten zijn, zoals in de discussie ook nog terugkwam. Maar dit is duidelijk: het Israël waar het om gaat is het land, waar ook, waar Israël kan leven volgens het recht en de gerechtigheid van de Thora. Israël is dus niet primair een etnisch volk, het gaat niet over bloedverwantschap, en het land is ook geen bezit dat Israël zich op etnische gronden kan toe-eigenen. De God van Israël is geen God van ‘bloed en bodem’, schrijft Veldhuis scherp.


(Ghada Zeidan, Palestine Link)

Voor mij als erg jonge en ongeletterde kerkganger was het nog wel nieuw dat het niet speciaal het schuldgevoel over de Shoah, maar het christelijke schuldgevoel over de ‘vervangingstheologie’ is dat maakt dat veel christenen vinden dat ze vierkant en kritiekloos achter de joodse staat moeten staan. De kerk heeft zich historisch gezien vooral vanuit een machtspositie opgesteld tegenover de joden, met een lange geschiedenis van antisemitisme en jodenvervolging als gevolg. Hoe nu, is het te doen om van de schuld van die vervangingstheologie, waarbij het christendom niet werd gezien als een uitbreiding van de Thora, maar als haar vervanging, en de joodse wortels van ons geloof werden verdonkeremaand, te verenigen met de kerngedachte van Paulus, dat Gods liefde en gerechtigheid, die ten volle openbaar zijn geworden in Jezus, een universele gave en opgave is voor alle volken? “Schuldbesef mag ons niet onmondig maken tegenover joden wanneer die zelf in andere situaties onrecht begaan” is de stellingname van Veldhuis. Die stelt dat het uiteindelijk het internationale recht is dat alle kerken zal moeten verenigen in hun houding, zowel tegenover Palestijnen, christelijk en moslim, als tegenover de joden van Israël.

Er was na de inleiding van dominee Veldhuis een discussie, waarin verschillende posities ter sprake kwamen. Korte reacties van Bert de Vries, vooral over de schendingen van het internationaal recht – De Vries is van het Rights Forum – Dries van Agt was ook te gast. Vervolgens hoogleraar Cees van der Kooi en de katholieke Geert van Dartel met meer theologische insteken. Van der Kooi wilde begrip oproepen voor het feit dat ‘beide partijen’ getraumatiseerd zijn, wat mij een wat cynische opmerking naar mijn joodse buurman ontlokte dat het misschien niet verstandig is om een zwaar getraumatiseerd volk een leger in handen te geven. Als dat het probleem zou zijn, dat het eigenlijk gaat om patiënten. Ook legde hij de nadruk dat besnijdenis, shabbat en het land nu eenmaal voor joden ‘identity markers’ zijn. Daar wilde ik nog wel op door, want a. is dat land als identity marker exclusief voor joden, en b. wat betekent die ‘landbelofte’? Zelfs als Palestina voor de joden een heilig land is, en moet blijven, betekent dat ook dat je dat land dan militair moet bezetten, moet ‘hebben’? En als het werkelijk gaat om geloof, waarom zou bezitsrecht ook gelden voor niet-religieuze joden? En waarom zou het een wedstrijd moeten zijn welk geloof de grootste claim heeft, als duidelijk is dat alle drie de grote godsdiensten veelbetekenende wortels hebben in datzelfde stukje land? En was het niet zo dat het heel aardig ging, met de aanwezigheid van christelijke, joodse en islamitische gelovigen die gewoon in Palestina konden wonen en er vrij hun godsdienst en hun gewoontes konden naleven – voor het zionisme daar een stok voor stak? Zelfs wie vindt dat de joden er recht op hebben om in dat land als joden te leven – ik heb daar geen enkele moeite mee, en ik heb behoorlijk wat documentatie waaruit blijkt dat de oorspronkelijke Palestijnse bevolking dat ook niet had – zou het toch de vraag moeten zijn of dat moet via de vestiging van een nationalistische staat die op etnisch-religieuze gronden de ene etnische groep voorrang geeft boven de andere. Waarbij de vraag of de mensen waar het om gaat überhaupt nog religieus zijn al niet meer speelt, maar wel de bijbel erbij gehaald moet worden om hun alleenrecht, hun bezitsrecht te verdedigen. De bijbel als contract voor onroerend goed. Was dat echt de bedoeling?

En onvermijdelijk was daar ook weer het vaste groepje mensen dat speciaal door God gezonden was om nog even duidelijk te maken dat iedereen die kritisch staat tegenover de bezettingspolitiek van Israël een antisemiet is, dat moslims niet deugen met hun verkeerde god, dat er geen sprake is van bezetting en ook niet van Palestijnen. Voorzitters Jan Willem Stam en Jan van der Kolk hadden de schone taak ervoor te zorgen dat het clubje wel net als iedereen aan het woord mocht komen, maar niet in de zaal zouden gaan zwaaien met hun Israëlische vlaggen, en een mevrouw die het weer eens niet kon laten om door de lezing van De Vries heen te schreeuwen, te verzoeken de zaal te verlaten. Het wordt bij dergelijke bijeenkomsten een vast circusnummer, maar iedereen is er intussen al aan gewend, en het heeft het werkelijke doel van de bijeenkomst niet kunnen verstoren.

Hoe het ook zij, waar het werkelijk om gaat, en de bij mijn weten enige aanwezige christelijke Palestijnse benadrukte dat nog een keer: is dat de Palestijnen leven in onrecht, en dat het tijd wordt dat ook de kerken erover nadenken wat ze daar aan denken te doen. Een theologische discussie is nuttig en nodig, maar het komt er uiteindelijk minder op aan wat Paulus nu exact heeft gezegd, dan op de urgentie van de zaak, waarbij Palestijnen geen leven hebben, en Israël bezig is om de eigen ziel – en hun toekomst – kapot te maken. De brochure is interessant, en de stelling dat het tijd wordt, hóóg tijd dat de kerken hun nek uitsteken, daar was ik het erg mee eens.

De brochure “De muur is afgebroken” is voor 2 euro te krijgen. Zie hier. Voor de echte liefhebbers is de tekst trouwens van het web te downloaden, met een rijkdom aan bronnen in de voetnoten die niet in de gedrukte brochure staan. Hier. Heerlijk. Ik ben dol op voetnoten en ik kom mijzelf tot mijn plezier ook nog als voetnoot tegen.