Om liefde over alle grenzen heen…


(Bright O’Richards)

Veel kerk dezer dagen. Op 23 december was ik bij de dienst in De Duif, waar Jan Andreae voorganger is. Om twee redenen een speciale dienst: de eerste is omdat een groep vluchtelingen, jonge mensen, van wie een deel nu ‘uitgeprocedeerd’ en dus ‘illegaal’ en binnenkort ‘crimineel’ is, ook aanwezig waren.

Namens hen las Bright O’Richards een prachtige chassidische vertelling voor. (Bright heeft een prachtige voorstelling gemaakt waarmee hij moskeeën, kerken en synagogen afgaat, kijk hier.) In de vertelling zoekt een vluchteling een schuilplaats in een dorp, en de rabbijn weet niet wat hij doen moet: de vluchteling gastvrijheid geven zoals is voorgeschreven, en tegelijk het hele dorp in gevaar brengen voor represailles van de soldaten? De rabbijn levert de vluchteling uit, en voelt zich verdrietig en schuldig, terwijl het dorp feestviert. En dan komt de profeet Elia: wat heb je gedaan, vroeg hij, die opgejaagde vluchteling was de Messias! Hoe kon ik dat weten, zegt de rabbijn. En Elia zei: als je niet de hele nacht in de boeken had gezocht, maar één keer naar het gezicht van die man had gekeken, had je het
geweten.

Dit is de boodschap voor Van Leers en handlangers: als je de mensen één keer in hun gezicht hebt gekeken, dan weet je, nee niet dat ze allemaal de messias zijn, maar dat het mensen zijn die recht hebben op onze compassie.

Dat was de rode draad door deze dienst: compassie, erbarmen, barmhartigheid.


(Sylvia Borren)

Ik weet niet zeker of de God van mijn jeugd bestaat, zei Jan. Maar er is een stem die binnen in me is en van buiten af tot mij komt. Het is niet zo’n duidelijke stem, het is meer een zachte fluistering, een fluisteren over het licht dat komt. En dat ik, dat wij, in beweging moeten komen richting vrede en recht. Die bindende stem noem ik God.

Tweede verrassing van de dienst: dat het hem gelukt was om onze vriendin Sylvia te strikken voor de voordracht, voor de preek. Sylvia Borren is de directeur van Greenpeace, en Jan omschreef haar als een bondgenoot, voor mensenrechten en vrouwenrechten, tegen armoede, voor vluchtelingen en voor een groene planeet. En Sylvia heeft niets met kerk en zag zichzelf nog niet optreden in een dienst. Zo zie je maar weer: ik zie nauwelijks verschil tussen de mensen die zich gelovig voelen en iemand als Sylvia, die zich zo inzet. Die zo gelooft dat het beter moet met de wereld en dat wij mensen daar verantwoordelijk voor zijn. Veel geloviger heb je ze niet, zou ik zeggen.

Mooi omschreef Sylvia het verband tussen de zorg om de aarde en de compassie met de vluchteling: wanneer wij zo druk bezig zijn met het beschermen van wat we als ons eigendom gaan beschouwen, als we met elkaar in de concurrentie zijn over wie er recht heeft op welk stukje van de aarde, dan is iedereen die vreemd is een bedreiging. Dan moeten we muren optrekken om ons bezit heen, dan schieten we, zoals Jan dat zei, in een ‘Blut und Boden’ liefde, die van eigen volk eerst, en dan zijn de vreemdelingen en vluchtelingen niet welkom. Dan laten we ze niet binnen, dan sluiten we ze uit. Hoe meer we de aarde beschouwen als een gedeelde verantwoordelijkheid, hoe meer we die anderen kunnen beschouwen als – ja – als medemensen.

Haar tekst is hier te vinden.

We zongen:

Het volk dat in duisternis gaat
zal aanschouwen groot licht.
Die wonen in de schaduw van de dood,
over hen gaat op het licht.

De zegen, samen met een haag van vluchtelingen.