Joekeljoost

Als mijn poezen te lang niet op weblog of feestboek verschijnen krijg ik klachten. Nou hier dan. Ik ben foto’s aan het ordenen en kom die tegen van toen Poedie de Poem net bij ons kwam wonen, begin juli. (Hij heette wel Joost, maar die naam was net een te grote trui voor hem). Niet te geloven, dat kleine opdondertje, een pluizenbol die nog in één handpalm paste.

En hoe hij groeide als kool, je kon er bijna bij blijven kijken – poem – weer een maat groter.

Eens was hij een kleintje naast grote Kobus. Nu lijkt Kobus opeens een wat kwetsbaar en klein dier. Beetje oud aan het worden ook. Joost die in zijn naam is gegroeid is nu meer dan twee handen kat. Hij is bijna te groot voor op schoot. Bijna tien maanden, nog niet uitgegroeid al gaat het nu niet meer zo snel anders werd hij model tijger.

Maar even speels en even lief. En even lastig. Gisteren vloog er een lamp aan diggelen. Als ik uit de keuken elektronisch gepiep hoor zit hij met zijn kont op de inductiekookplaat. Dat mag ie niet, maar dat doet hij toch. Hij mag ook niet de brokjes van Kobus opeten. Doet hij wel. Hij snapt niet dat hij als de balkondeur op een kier staat hij die zelf open kan duwen. Zit hij weer te klagen dat hij erin wil. Hij vernielt oma d’r antieke stoeltje. Ik ben dol op ‘m. En op Kobus, die kleine.