Eén land, één samenleving.

Op de Dam aangekomen zocht ik naar de manifestatie van Een Land Een samenleving afdeling Amsterdam, waarbij er mensen van de 178 nationaliteiten die Amsterdam herbergt aanwezig zouden zijn. Nadat ik een tijdje had staan kijken bij een groep mensen, bleek het te gaan over een modeshow. Ik had de tegenwoordigheid van geest om dan maar naar het plein naast de Beurs te lopen, waar ook veel demo’s plaatsvinden, en ja hoor.

De gemeente had besloten dat de manifestatie maar moest verhuizen. Helaas heb ik ook op mijn weblog en feestboek gezet dat het op de Dam was, ik weet niet hoeveel mensen op het idee kwamen om even door te lopen. Het was geen grote groep. Misschien daarom, misschien omdat het de eerste keer is. Ze willen het elk jaar zo doen, lijkt me een mooi plan. Ik kwam Anouk Dijkstal tegen, de dochter van de grote man achter het idee van Een Land een samenleving. Hans Dijkstal verzamelde toen een aantal ex-politici, en aangezien de SP nog nauwelijks ex-politici had, werd ik gevraagd. De bedoeling was om te laten zien dat er in alle partijen mensen zaten die echt wilden dat dit land beseft dat we allang multicultureel zijn. Ik deed graag mee. Er zijn mooie bijeenkomsten geweest, kijk hier.

Nu is het initiatief verdeeld over groepen in verschillende steden. Ik hoop dat het een beetje elan gaat krijgen. Het idee is goed.

Er waren speeches, er was muziek. Op de grond lag een kring van geprinte vlaggen, symbool van al die nationaliteiten, en de mensen die ergens anders vandaan kwamen werden gevraagd bij hun vlag te gaan staan. Ik liep eromheen, zag de vlag van Israël, en zag geen vlag van Palestina. Hee, wat was dat nou? Er wonen toch echt levende en volbloed Palestijnen in Amsterdam. Naar een van de organisatoren. Ja, er zat in dat programma geen vlag van Palestina, maar daar liggen viltstiften, je kunt er wel een vlaggetje bijtekenen. Ja zeg. Ik ga daar op mijn knieën zitten fröbelen om hun fout goed te maken. Dus in plaats daarvan werd mijn oude activistenhart wakker en ik riep maar even dat het een schande was: Israël wel en Palestina niet. Waarop de man die de boel aan elkaar moest praten riep: ‘we gaan niet vechten hoor’. Ik had nog zin om te roepen ‘nou wij wel’, en besloot toen maar dat ik maar even wat anders ging doen in plaats van me op te winden. Kon ik nog even een boodschapje doen.

Volgend jaar kom ik nog eens kijken of ze er zelf aan gedacht hebben om aan alle nationaliteiten te denken en er geen weg te laten omdat die toevallig of niet toevallig niet in dat printerprogramma zit. En anders moet ik niet bij die club zijn.