Bezoek aan Gaza (2)

Op de eerste dag zijn meteen een aantal zaken duidelijk: dat we ons geheel thuis voelen bij de werkwijze en de filosofie van het PMRS, en dat het niveau van de mensen die er werken een stuk hoger is dan we gewend zijn. De vraag gaat worden wat wij hen te bieden hebben, behalve fondsenwerven, en daar zullen we later over in gesprek gaan.

We reizen door, naar een afgelegen hulppost die een Bedoeinendorp bedient, dicht bij de grens, dicht bij Erez. Ik vraag waarom de mensen hier in deze gevaarlijke zone blijven wonen, als ik terug ben hoor ik weer dat er een verwarde vrouw is doodgeschoten die verdwaalde in de bufferzone. Maar de mensen hebben hier een lapje grond goedkoop kunnen krijgen, en er is in Gaza geen land meer over.

Dus brengt deze hulppost de medische hulp naar de mensen toe, die meestal ook te weinig geld hebben om überhaupt naar een ziekenhuis of arts te gaan. De hal zit vandaag vol met moeders en vaders met kinderen, er is een extra vaccinatie ingelast vanwege meldingen van mazelen en de bof. Alle vrouwen zijn in zwart gekleed en zwaar gesluierd – op zich is dat niet de traditionele dracht van bedoeïenen, die altijd kleurrijk geborduurd is, met veel munten en kettingen, en het gezicht vrij. De vrouwen hebben hun traditionele gevoel voor kleur uitgeleefd op hun kinderen. En dan reizen we weer door.


(dr. Abdelnasser Soboh)

We gaan op bezoek bij het glanzende dure gebouw van de VN, zwaar beveiligd, waar bijna alle belangrijke afdelingen van de VN gevestigd zijn. Alleen de UNRWA, de aparte VN organisatie speciaal voor Palestijnse vluchtelingen die verantwoordelijk is voor het grootste deel van het basisonderwijs en de voedselverschaffing heeft zijn eigen gebouwen. Dr. Abdelnasser Soboh heeft een bevlogen en bijna cynische visie op wat er allemaal gebeurt met de hulp aan Gaza. Vooral na de gruwelijke aanval op Gaza in 2009 werd het in Gaza een chaos aan internationale hulpverlenende instanties die allemaal hun eigen afdelinkje begonnen en hun eigen kliniekje wilden openen. Er was totaal geen coördinatie voor wat er werkelijk nodig was, en dus kreeg je tig kleine kliniekjes, niet altijd op de plekken waar die het meest nodig waren, die allemaal dezelfde diensten aanboden. Wat betekende dat de mensen vooral gingen shoppen, waar krijg je het goedkoopste aanbod. Omdat veel van die initiatieven op projectbasis werden gestart waren ze een half jaar of een jaar later weer gesloten. De PMRS is een van de belangrijkste partners van WHO, want die blijven. Die overleggen bovendien waar ze het meest nodig zijn, en gaan niet zitten waar het ministerie of de UNRWA al een gezondheidscentrum heeft. Ook is het belangrijk dat het PMRS werkt met mobiele kliniekjes voor de moeilijkst bereikbare mensen, die niet drie kilometer kunnen lopen naar de dichtstbijzijnde hulppost. We zullen nog zo’m mobiele kliniek bezoeken, in een klein dorp vlak bij Khan Younis in het noorden.

De meest primaire hulp is nu aardig gecoverd, vertelt dr. Soboh, het probleem is nu om ook de specialisten naar de mensen toe te brengen. En ook zijn er te veel ziekenhuizen die eigenlijk die naam niet mogen hebben, er zijn er maar een paar die operaties aankunnen. En we hoorden het al: er zijn enorme problemen met de bevoorrading. De simpelste maar noodzakelijke dingen zijn er vaak niet. Dan kunnen er geen operaties uitgevoerd worden en moeten de patiënten naar het buitenland, maar dat is weer enorm tijd en geld verslindend, en zo hebben ze eeuwig tekort. En eerlijk gezegd zijn de buitenlandse donoren ook niet altijd erg behulpzaam: die kijken te vaak naar wat ze graag doneren, en te weinig naar wat er nodig is. Zo is er heel weinig goede zorg voor kankerpatiënten, want dat is duur, en veel donors vertellen liever dat ze een paar duizend kinderen aan fysiotherapie helpen dan een tiental mensen helpen met kanker. In 2009 stonden er rijen met vrachtwagens bij de grens met watten, dat zag er vooral op de foto indrukwekkend uit, maar we kregen voldoende watten binnen om nog jaren alle matrassen mee te vullen, zegt Sobo cynisch. Ook werden er nogal eens dure machines gedumpt waar geen reserveonderdelen meer voorradig waren. In het begin waren we blij met alles, nu nemen we niet meer alles aan, zegt hij. WHO probeert het aanbod te stroomlijnen en te coördineren, en er op aan te dringen dat ze beter kunnen samenwerken aan een paar goede ziekenhuizen dan vele slechte.

Dat klinkt goed, maar dr. Bassam Zaqout die met ons doorreist naar de mobiele kliniek heeft nog een ander, even cynisch verhaal: dat bij die grote internationale organisaties waar de VN mee werkt de helft of meer van de donaties naar hun eigen salarissen gaat. Het ontwricht de markt in Gaza bovendien enorm dat mensen die voor de VN werken drie of vier keer zoveel verdienen als mensen die in dienst zijn bij plaatselijke NGO’s.


(Ilaria Masieri)

We spreken ook nog met een van de partners van het PMRS, een aardige vrouw van Terre des Hommes Italië, die een kantoor mag gebruiken in het PMRS gebouw, en die hier nu permanent verblijft. Zij werken vooral voor kinderen, en doen veel aan het opzetten van psychosociale hulp, waar zo’n behoefte aan is. We waren bezig met langzamerhand ophouden met alleen ingaan op noodsituaties, en te proberen iets op te bouwen, zegt Ilaria Masierei, maar de laatste tijd is door de omstandigheden de gezondheidstoestand van de kinderen weer zo dramatisch verslechterd dat we weer terug moesten naar het bieden van noodhulp. Dit is een van de grootste tegenstellingen van Gaza, dat er een enorm potentieel is aan kinderen met een hoog niveau onderwijs, maar dat ze er niets mee kunnen. Op elke nieuwe baan die nu vrijkomt zijn er vijftig gegadigden. Wie nu is afgestudeerd wacht misschien vijf tot tien jaar op een baan. In de auto beaamt Bassam het probleem, hij staat voor de keuze om zijn kinderen naar een dure privéschool te doen, waardoor ze door kunnen studeren, of naar de gratis school van de UNRWA. Mijn vrouw wil dat ze verder leren. Ik vind dat nergens voor nodig, want ze verdienen makkelijker hun geld als ze niet zo hoog zijn opgeleid. We zijn er nog niet uit, zegt hij.

En waarom is de situatie voor kinderen weer verslechterd? Onder andere doordat er per dag maar een paar uur elektriciteit is, de benzine prijzen dus omhoog schieten zodat mensen met een generator nog een beetje extra elektriciteit hebben, maar andere mensen het vervoer niet meer kunnen betalen. De tunnels zijn gesloten. Je kunt in Gaza nog steeds chocola uit Egypte vinden, maar er zijn bijna geen mensen die het kunnen betalen. De weerstand van de kinderen daalt door slechter en eenzijdiger voedsel, ze worden meer gevoelig voor amoeben en parasieten, waardoor vooral bij jonge kinderen hun groei wordt belemmerd. De bloedarmoede had ik al genoemd. En dan kunnen kinderen die behandeling nodig hebben er niet meer uit via Egypte. Het is behoorlijk rampzalig. Want via Israël kun je er alleen uit als je niemand in je familie hebt die van Hamas is of die wel eens in de gevangenis heeft gezeten (40% van de volwassen mannen heeft wel eens een Israëlische gevangenis van binnen gezien.)

Het Ministerie van Gezondheid is machteloos, want als Hamas overheid hebben ze weinig hulp uit het buitenland te verwachten. Hun inkomsten door de tunneleconomie is vrijwel opgedroogd. De NGO’s die wel buitenlandse hulp kunnen krijgen zoals het PMRS heeft in feite veel meer in de melk te brokkelen dan het ministerie.


(Abu Akram)

We zitten een avond aan het diner met een paar leden van het bestuur van het PMRS, waaronder de in Gaza beroemde oude heer Abu Akram (voluit Abed Al-Hadi Abu khusa) die nog in de delegatie heeft gezeten van de Madrid onderhandelingen, samen met dr. Haider Abdel Shafi. Hij blijkt als Bedoeïen ook de oude oom van Fatma te kennen die we het jaar daarvoor interviewden. Abu Akram zegt met glinsterende pretogen precies wat hij denkt. ‘Wij lijden hier onder twee bezettingen’, zegt hij, ‘die door Israël en die door Hamas’. Wacht even, zeg ik, en stoot mijn buurman aan die nota bene bij het Ministerie van Gezondheid werkt, bent u het daar mee eens? Ja hoor, zegt die gelaten, en ja dat mag Abu Akram zeggen, ‘he is a brave man’.

Het gaat niet goed met Hamas, horen we van verschillende kanten in de dagen dat we er zijn. Niet alleen zitten ze in grote economische problemen omdat hun inkomsten zijn opgedroogd, ze hebben ook erg veel weerstanden opgeroepen bij de bevolking, omdat er een rijke Hamas elite is ontstaan, met mensen die grote villa’s voor zich hebben laten bouwen en in dikke auto’s rijden. En er hebben destijds veel mensen op Hamas gestemd, niet omdat ze erg religieus waren, maar omdat Hamas tenminste fatsoenlijk was. Zo gereformeerd, zeg maar. Dat is dus zwaar tegengevallen, en, zeggen vrienden, als er nu verkiezingen zouden zijn zouden ze niet meer winnen. Behalve dat er geen alternatieven zijn.

In een klein dorp vlakbij Khan Younis zien we hoe de mobiele kliniek werkt. Vroeger was dat een rijdende bus, maar de ene bus is vernield bij de aanval in 2009, en de andere bus is kapot. Dus komen ze eens in de twee weken naar een door het dorp georganiseerde ruimte, zetten daar hun klaptafeltjes neer, aan het ene tafeltje heeft de dokter spreekuur, aan een ander tafeltje worden de medicijnen uitgereikt. Er wordt simpele apparatuur meegenomen, voor bloeddruk, proefjes. Het is er druk en gezellig. Motoren rijden af en aan, soms met hele gezinnen er op, soms met een oude oma. Veel van hen vertrekken weer met de medicijnen die ze nodig hebben. Maar er wordt ook veel gedaan aan voorlichting, want mensen geloven erg in medicijnen maar minder in handen wassen. Ze zijn nu bezig met een ‘change one habit’ campagne. Dus alle kinderen handen wassen op de kleuterschool, handen wassen als ze naar de wc zijn geweest, voor ze gaan eten, dat scheelt al een boel in de besmettingen met parasieten. Er zijn op tien plaatsen in Gaza zulke mobiele kliniekjes, ook de gynaecologen en huidartsen reizen rond.


En ook proberen ze de moeders engelse les te geven zodat die weer hun kinderen op school beter kunnen helpen. Want dit is me in vorige jaren al opgevallen: hoe graag de Palestijnen van Gaza bij de wereld willen horen. Het viel me opeens op dat op bijna alle winkels engelse teksten stonden, voor wie eigenlijk? Niet voor de toeristen. Kijk daar: een apotheek, Trust, Confidence, Compassion.

We zijn flink onder de indruk van alles wat we gezien hebben. Het wordt tijd om beslissingen te nemen.

Terug naar deel 1, hier.

(wordt vervolgd)