Het begin van de Keti-Koti maand (2)

Na een lange tocht langs de grachten eindelijk de ambtswoning van de burgemeester.

Bij de ambtswoning van de burgemeester waar de kransen al klaarlagen een welkomstwoord door de voorzitter, meneer Roy Groenberg. En toen een ontroerend plengoffer met gebed door Marjan Markelo, aan het water van de gracht, in het Sranantongo en Nederlands. Het was stil, tijdens het gebed, ik zag mensen met tranen in hun ogen en ook Marjan zelf had na afloop wat weg te vegen. Laat niemand zeggen dat het slavernijverleden al ver weg genoeg is om het te vergeten. Voor de nazaten is het nog dichtbij, en zeker nu er sprake is van zoveel discriminatie en openlijk racisme laait oude pijn weer op.

Een minuut stilte voor Joan Ferrier, die voorzitter was vab Stichting 150 jaar Nederlands slavernij verleden, die onlangs overleed. Toespraken, ik ben een beetje in de war geraakt wie er nu wel en niet spraken, maar in ieder geval Angelo Sabaya, Eddy Linthorst, en toen een optreden van het kinderkoor Happy Angels, onder leiding van Daniëlle Arnold.

En terwijl er opnieuw werd gezongen ging achter de zangers de deur open en daar verscheen het hoofd van burgemeester Van der Laan. Die een mooie doek omgeknoopt kreeg, en zijn speech hield. Toen de gezamenlijke kranslegging bij het plakkaat dat voor de woning is bevestigd. Want dit is in twee opzichten een historische plek: het is nog maar een paar jaar dat de gemeente Amsterdam deelneemt aan deze herdenking, en de burgemeester spreekt, en dit pand was eens het huis van een rijke slavenhandelaar. Want dit is niemand van de aanwezigen ontgaan: dat Amsterdam voor een flink deel is opgebouwd met de winsten uit de slavenhandel. ‘Wij profiteren niet van de vermogens die er met de slavernij zijn verdiend’, zei de voorzitter, ‘wij wonen hier niet. Nog niet’.

Toen was ik aan de beurt. De tekst van mijn speech is hier te vinden. Ik kreeg een hartverwarmend applaus, vooral toen ik zei: you are here because we were there. Meer sprekers: Kunta Rincho, Jerry Kno’ledge Afriye, en als laatste Anousha Nzume, met een verhaal over de verbinding van al deze mensen die via de koloniën naar Nederland zijn gekomen, en de Afrikanen – haar vader komt uit Kameroen – die zijn gebleven in een door kolonisatie en slavernij beschadigd en aangeslagen werelddeel. We moeten het slavernijverleden niet goedpraten, maar rechtdoen, zei Kno’ledge. Het doel is verzoening, en goed samenleven, maar daartoe moeten er twee dingen gebeuren: de werkelijke en oprechte erkenning van wat Nederland een volk heeft aangedaan, en een serieuze strijd om er voor te zorgen dat de kinderen en de kindskinderen van de slachtoffers van toen een eerlijke kans krijgen in dit land dat ook hun land is: werk. Het ‘geef ons heden ons dagelijks brood’ moet worden ‘geef ons heden werk zodat we ons eigen brood kunnen verdienen’, zei de voorzitter aan het slot.