Met twee maten meten. De Groene en het antisemitisme

Jews

(Bijgewerkte en gecorrigeerde versie, van meer links voorzien, 8 september 2014)

Een ongemakkelijke ontmoeting

Eens bezocht Margalith Kleijwegt, die veel schreef over ‘allochtone’ gezinnen in Nederland, een moeder in Amsterdam-West. Het was een ongemakkelijk samenzijn aan de keukentafel, hoewel de vrouw haar beleefd nog een kopje thee inschonk. Kleijwegts ongemak kwam voort uit de glazige blik waarmee de vrouw haar aankeek toen ze vroeg naar de oorlog. ‘Het leek of ik haar overhoorde over een onderwerp waar ze niets van wist. Ze had geen idee, niet welke oorlog het was, laat staan wanneer die had plaatsgevonden of wat er op het spel had gestaan. De meeste Marokkaanse of Turkse gezinnen bleken trouwens geen affiniteit met dit onderwerp te hebben. Na een paar moeizame pogingen de oorlog te bespreken, was ik ontnuchterd. Deze ouders hadden genoeg andere problemen aan hun hoofd en daar hadden we het voortaan over. Hun wereld was klein en geïsoleerd, hun eigen buurtje en het land waar ze vandaan kwamen was hun biotoop.’ (Hier)

Deze passage staat in een serie artikelen over ‘de eeuwige terugkeer van het antisemitisme’ in De Groene Amsterdammer van 28 augustus 2014. Vijf artikelen, tezamen twaalf pagina’s. Dit is het eerste wat me opvalt: het gaat vrijwel geheel over het vermeende of aantoonbare antisemitisme van wat Kleijwegt nog steeds de allochtonen noemt. Moslims, dus. De vraag die als een rode draad door de artikelen loopt is of de antisemitische uitingen van Turkse en Marokkaanse jongeren wanneer er weer sprake is van een hernieuwde gewelddadige botsing tussen Israël en de Palestijnen – ik zeg het nu even in de neutrale termen die gangbaar zijn in de Nederlandse media – een gevolg zijn van een al lang bestaand antisemitisme binnen de islam, dan wel een reactie zijn op het zionisme van Israël, het zionisme dat verantwoordelijk zou zijn voor de onderdrukking van Palestijnen. Of is het een combinatie van beiden, omdat veel van die moslims kennelijk geen onderscheid maken tussen ‘joden’ en ‘zionisme’? Het zijn niet alleen ‘onze’ moslims die kritisch staan tegenover Israël, in veel landen wordt Israël inmiddels gezien als de grote boze vijand van de islamitische wereld, en dat probleem wordt nu geïmporteerd naar Nederland, en veroorzaakt spanningen tussen Nederlandse joden en Nederlandse moslims – dat is het thema.

Tinten antisemitisme

Pas in het laatste artikel, van Nadia Ezzeroili wordt er helemaal aan het eind even aan gerefereerd dat we in Nederland nog andere vormen van antisemitisme kennen, het antisemitisme van wit rechts, geïllustreerd aan hoe griezelig makkelijk Wilders wegkomt met het omarmen van uitgesproken antisemitische Europese politieke leiders. Zolang zijn binnenlandse focus ligt bij Marokkanen en de islam, zegt Ezzeroili, krijgt Wilders voldoende ruimte om zijn internationale samenwerking met machtige antisemieten met smoesjes te normaliseren (hier). Maar zij is in de twaalf pagina’s die gaan over ‘de eeuwige jodenhaat’ de enige die opmerkt dat er verschillende tinten antisemitisme zijn, maar dat de tint die zich laat blenden met islamhaat nog fris en gezond oogt. En dus wordt gedoogd. Het zou een heel ander, maar niet minder interessant artikel vergen om de morsige kluwen van antisemitisme, anti-islamisme en grote solidariteit met Israël te ontwarren, maar dat ga ik nu niet doen. Ik hou me aan het thema van de Groene: de op de voorpagina beloofde ‘eeuwige terugkeer van de jodenhaat’ die voornamelijk wordt geweten aan de voormalige migranten uit Marokko en Turkije.

Kleijwegt, in een persoonlijk en erg emotioneel heeft het alleen daarover. In een moeder-is-niet-boos-maar-wel-héél-verdrietig-toon geschreven stuk uit ze haar diepe teleurstelling over moslims in het algemeen en een paar met name genoemde moslims in het bijzonder. Heeft ze toch meer dan twintig jaar haar best gedaan om te schrijven over integratie, discriminatie, het soms lamlendige gedrag van allochtone jongeren, het geploeter van ouders, maar ook hun wegkijken bij problemen – en dan komt de tweet van Yasmina Haifi, inmiddels geschorste medewerkster van het ministerie van Veiligheid en Justitie, waarin ze letterlijk zegt dat ISIS niets met de Islam te maken heeft, maar een vooropgezet plan is van zionisten die bewust de Islam zwart willen maken. En Margalith leest dat niet als de mededeling van een moslima die zich distantieert van ISIS, ze leest het ook niet als een opvatting dat zionisten nogal de neiging hebben om de Islam bewust zwart te maken – dat dat gebeurt is tamelijk eenvoudig te documenteren – ze leest het als een puur antisemitische aanval. Zionisten verdenken van een complot staat gelijk aan jodenhaat. Wie haalt hier nu eigenlijk joden en zionisten door elkaar, is dat Haifi of is dat Kleijwegt? Dit is wat Kleijwegt zegt: ‘Kennelijk is het steeds onvermijdelijker dat wat er in Israël en de rest van de wereld gebeurt tot onversneden antisemitisme in Europa moet leiden. De weerzin tegen joden zit van oudsher diep.’

Kleijwegt is de beroerdste niet, en zij kent ook moslims die zij als ‘gematigd’ ziet, zoals Fatima Elatik en Tofik Dibi. Moslims die nog haar vertrouwen hadden omdat zij bijvoorbeeld deel nemen aan dialooggroepen voor moslims en joden. En nu hebben Elatik en Dibi haar teleurgesteld door niet ogenblikkelijk en publiekelijk afstand te nemen van de uitspraak van Haifi. ‘Een hoogopgeleide vrouw die zulke beweringen de wereld inslingert, daar achter bleef staan en steun kreeg van andere hoogopgeleiden, dat gaf een groot gevoel van onveiligheid,’ schrijft Kleijwegt. En dan had je ook nog Khalil Aitblal, die niet veel ziet in dialooggroepen, maar meer vanuit het geloof de gemoederen binnen de moslimgemeenschap tot bedaren wil brengen. Ook Aitblal schiet te kort, ‘Khalil doe me een lol’, schrijft ze, en dringt aan dat hij zich van de tweet distantieert: ‘Pas als uit de moslimhoek onomwonden afstand wordt genomen van haar bewering dat zionisten/joden achter ISIS zitten, heb ik weer vertrouwen in de toekomst’. Let op dat zionisten slash joden. Voor Kleijwegt is dat dus per definitie hetzelfde.

Een paar zaken vallen mij in de serie artikelen.

– Dat nergens in die artikelen werkelijk wordt ingegaan op wat er de afgelopen weken in Gaza is gebeurd; een slachtpartij met meer dan tweeduizend doden, met een enorme verwoesting. Wanneer er mensen zijn, en vooral wanneer die mensen moslim zijn, die dat onverdragelijk en onacceptabel vinden, wordt dat kennelijk bij nogal wat autochtonen als bedreigend ervaren. Dibi zegt dat hij eigenlijk alleen kon huilen en merkte hoe hij radicaliseerde (hier) – dat wordt dat vreemd en angstaanjagend, want potentieel ‘antisemitisch’ gevonden. De druppel voor Dibi was geweest toen zijn moeder over Israeli’s had gezegd: ‘ik haat ze allemaal, je ziet toch wat ze doen’? Let wel: Israeli’s. En het valt toch moeilijk te ontkennen dat het het Israëlische leger was dat bombardeerde en vernietigde, met een percentage burgers onder de doden dat boven de driekwart uitkomt.

– Dat het nergens in de artikelen gaat het er over het feit dat het niet alleen ‘allochtonen’ zijn die geen onderscheid maken tussen ‘Israeli’s cq zionisten’ en ‘joden’, maar dat er ook joden zijn – en massa’s andere mensen – die dat onderscheid niet maken, en dus meteen antisemitisme zien wanneer er kritiek op Israël of op het zionisme wordt geuit.

– Dat er geen werkelijke aandacht is voor de verschillende wortels van verschillende uitingen van afkeer of wantrouwen tegen joden. Hajo Meyer, onlangs overleden, zelf Auschwitz overlevende en overtuigd criticus van de ‘zionistische staat Israël’ schreef in Het einde van het Jodendom: ‘het klassieke antisemitisme is dermate Europees van oorsprong, dat het niet zinvol is om deze term zonder meer van toepassing te maken op Arabische afkeer van joden’. De verhouding tussen joden en moslims in Arabische landen heeft zijn eigen geschiedenis. Een holocaust heeft daar nooit plaatsgevonden. Het is dus zinnig om een onderscheid te maken van wie antisemitische uitingen afkomstig zijn, en waar ze vandaan komen. Antisemitisme was destijds zo gevaarlijk omdat het deel ging uitmaken van de politieke macht. In 2008 voerde het onderzoeksbureau Pew peilingen uit naar antisemitisme in Europa (hier en hier). Die concludeerde dat er meer antisemitisme voorkomt bij politiek-maatschappelijk ‘rechts, evenals meer moslimhaat. Zorgelijk vooral omdat racistische rechts tegenwoordig deel uitmaakt van het parlementaire systeem, en het een niet geringe achterban heeft. Is dat echt minder gevaarlijk dan de vooroordelen in de koppen van een deel van de migranten, die bovendien zelf doelwit zijn van racisme en uitsluiting? Je zou het denken als je de Groene leest. Ik zeg dit zonder te vergeten dat elke vorm van antisemitisme verkeerd is, en zeker angst op kan roepen onder de joodse Nederlanders – om dat die niet kunnen vergeten wat daar eens het gevolg van was. Maar dat mag ons niet de ogen laten sluiten voor het gevaar dat Hajo Meyer wel zag: dat het demoniseren van een bevolkingsgroep net als in de jaren dertig gebeurde de weg vrij maakt naar de ontmenselijking en dus de vervolging van die groep (hier). En de groep die op dit moment het meest wordt gestigmatiseerd zijn niet de joden maar de moslims.

Terug naar Kleijwegt die mentaal nog steeds teleurgesteld aan de keukentafel zit met een mevrouw die haar niet begrijpt. Het is vooral de onwil van moslims om zich te verdiepen in de wereld van Nederlandse joden, denkt zij, en Kleijwegt vraagt zich wanhopig af wat je nog meer kunt doen aan dat ‘hardnekkige probleem’, nog meer praatgroepen, nog meer lessen over de holocaust en tripjes naar Auschwitz? Want hoe kanaliseer je de gevoelens van iemand als Dibi die zegt te radicaliseren?

Kennelijk ligt het probleem alleen aan de andere kant. Het kan er niet aan liggen dat Kleijwegt ondanks haar twintig jaar schrijven over die lamlendige jongeren niet echt begrijpt wat hen bezielt. Niet begrijpt waarom Dibi zit te janken over wat Israël de afgelopen weken heeft gedaan. Dat krijg je als de holocaust de enige maatstaf is waarmee je de wereld om je heen beoordeelt. Vergeleken bij die holocaust, zegt Hajo Meyer, ‘is elke zieke Palestijn die door wegversperringen het ziekenhuis niet meer kan bereiken en ter plekke doodgaat een kleinigheid.’

Kijk nog even naar die scène aan de keukentafel. Die voorspelbare teleurstelling toen die moeder niet meteen begreep wat ze wilde toen ze begon over ‘de oorlog’. Welke oorlog? Die van Kleijwegt. Die denkt dat die mevrouw leeft in een kleine wereld, die van haar buurtje en het land waar ze vandaan komt. Het zou kunnen dat die mevrouw weinig onderwijs heeft gehad – dat kwam veelvuldig voor onder de eerste generatie arbeidsmigranten die gerecruteerd werden uit de armste lagen van de Turkse en Marokkaanse bevolking. Maar het zou ook zomaar kunnen dat die mevrouw die niet alleen haar buurtje kent in Nieuw-West maar uit een ander land komt, een andere geschiedenis kent, met andere oorlogen, met de strijd tegen een koloniale mogendheid, een wereld die niet per definitie kleiner is dan die van Kleijwegt, die niet doorheeft dat er na ‘de oorlog’ nog andere oorlogen zijn geweest. Ik denk dat de wereld van de massa mensen die de afgelopen maanden hebben gedemonstreerd, en woedend zijn over wat er in Gaza gebeurde, heel wat groter is dan de wereld van de mensen die liever een beetje de andere kant opkijken, en hun informatie over de Israëlische aanval, als ze die artikelen überhaupt lezen, uit de Nederlandse kranten en het NOS journaal halen.

Het geweten van Nederland

Ik stond begin augustus op het Museumplein, in de tijd dat je dagelijks de doden kon tellen in Gaza, gemiddeld tien kinderen per dag, om een speech te houden. Ik zag duizenden mensen, en inderdaad, heel veel van hen waren Marokkaanse en Turkse Nederlanders, de meesten jong, maar ook hun moeders en vader waren er. Ik zag niet in de eerste plaats potentiële antisemieten, ik zal vooral mensen die hun nek uitstaken in protest tegen een groot onmenselijk onrecht. Ik zag dat zij deden wat zoveel autochtone Nederlanders nalieten, inclusief onze politici. En ik zei in een opwelling: jullie zijn het geweten van Nederland, jullie zijn de toekomst.

Zij zien wat een groot deel van autochtoon Nederland nog niet wenst te zien: dat we medeplichtig zijn. Wij ex-kolonialen en ex-slavenhandelaren die nog maar net begonnen zijn om ons verleden te verwerken willen nog steeds niet weten dat wij de laatste westerse koloniale onderneming steunen, die op een gruwelijke wijze ten koste gaat van de oorspronkelijke bevolking. Wij wensen niet te zien dat daar allang een apartheidssysteem is ingericht, waar we wel tegen protesteerden – zij het langzaam – toen het ging om Zuid Afrika, maar niet nu het gaat om Israël. Wij accepteren van Israël dat het een staat is gebaseerd is op een etnisch-religieus primaat: het is de staat van de joden, wie niet joods is heeft geen recht op volledige burgerrechten. We nemen het zelfs de Palestijnen kwalijk dat zij die staat niet erkennen, hoewel niemand zich afvraagt waarom we niet van Israël eisen dat die de Palestijnen erkennen als volk. Zo’n staat zouden wij in Europa niet zien als een democratie, maar wie protesteert er wanneer Israël ‘de enige democratie’ genoemd wordt in het Midden Oosten? Niet Margalith Kleywegt.

Ik denk te begrijpen waarom het die duizenden Marokkaanse en Turkse Nederlanders zo verschrikkelijk aangaat wat er in Gaza gebeurt. Nee, dat is niet alleen een automatische solidariteit van moslim tegenover moslim, want veel van diezelfde mensen hebben zich wel degelijk uitgesproken tegen ISIS, zoals ze zich destijds ook verontwaardigd hebben uitgesproken over de moord op Van Gogh. Maar iedereen die een geschiedenis heeft van koloniale overheersing zoals de Marokkanen voelt mee met de wanhopige strijd die Palestijnen nu moeten voeren tegen een door de VS gefinancierde en door de EU gedoogde kolonisatie van het laatste beetje van hun land. Ook de jongeren die die bevrijdingsstrijd van destijds niet zelf hebben meegemaakt hebben dat in hun genen zitten, net zoals het niet vreemd is dat de Ieren veel feller achter de Palestijnen staan dan de Britten. Net zo begrijpelijk het is als bij joodse jongeren die de holocaust zelf niet hebben meegemaakt, oude en overgeërfde gevoelens van angst opkomen wanneer ze het gevoel hebben dat joden worden aangevallen.

Ook is het niet vreemd met welke felheid de nieuwe generatie migranten zich afzet tegen het zionisme, een politieke leer die afkomstig is uit Europa, die een staat voor joden – alle joden en alleen voor joden – stichtte in een land dat al bewoond was. En waarvan de oorspronkelijke bewoners in een laatste stuiptrekking van koloniaal denken, gezien werden als een naamloze, gezichtsloze, indifferente massa inheemse Arabieren, waarvan het niet echt erg was dat die met duizenden tegelijk het land uit werd verdreven. Is het vreemd dat het uitgerekend de Nederlandse moslims zijn die zich daar zo sterk mee kunnen identificeren? Zou een deel van de woede niet inderdaad afkomstig kunnen zijn van hoe zijzelf vaak als één indifferente klont ‘allochtonen’ dan wel moslims worden gezien die om de haverklap en en masse geacht worden zich te distantiëren wanneer er ergens een andere moslim iets vreselijks doet?

‘Moslims krijgen het gevoel dat er met twee maten wordt gemeten, dat ze niet worden gehoord’, staat in een van de artikelen. Mij lijkt dat geen gevoel, maar een aantoonbaar feit.

Israël en antisemitisme

‘Israël is slecht voor de joden’, zei Tony Judt, een joodse Amerikaan eens in de New York Review of Books (hier). Er zijn nog maar heel weinig mensen die het taboe durven te slechten, en het wagen om te zeggen dat het Israël zelf is die een grote rol speelt in het oplevende antisemitisme. Israël zelf is het die nooit onderscheid maakt tussen de inwoners van Israël en de joden in het algemeen. Israël zelf is het die meedeint op de rechtse islamhaat in Europa, en het verzet, het legitieme verzet van Palestijnen tegen de onteigening, bezetting, en verwoesting van hun land, probeert te verkopen als de terreurdaden van moslimextremisten, waar het arme Israël zich wel tegen moet verdedigen. En His Masters Voice in Nederland, het CIDI, doet daar graag aan mee. Zo weet Esther Voet, de nieuwe directeur, te melden dat Israëli’s het leven als heilig beschouwen, terwijl de Palestijnen de dood vereren (hier). Dat is demonisering en racisme puur. Voet durft nog steeds te beweren dat het Israël is die met de rug tegen de muur staat, dat arm Israël altijd als de agressor wordt gezien omdat ze moeten vechten op andermans grondgebied – Voet houdt vol dat Gaza niet wordt bezet, en dat het Israëlische leger ‘een hoge moraal aanhoudt’(Hier)

Het CIDI, voluit Centrum Informatie en Documantatie Israël, dat twee doelstellingen heeft: naast het verschaffen van ‘informatie’ over Israël tevens het registreren en aanpakken van antisemitisme in Nederland, is bepaald geen neutrale instelling. Wanneer er in NRC een spreekster op een Palestina demonstratie van het AbvaKabo door een redacteur wordt uitgemaakt voor antisemiet zwijgt het CIDI (hier), wanneer er in diezelfde krant een drie pagina’s tellend opinieartikel verschijnt (van een leerling van Afshin Ellian, David Suurland) waarin wordt beweerd dat het geweld van moslims tegen joden niets te maken heeft met Israël maar voortkomt uit eeuwenlang zorgvuldig gekweekte jodenhaat (hier), zwijgt het CIDI eveneens. Je zou haast vergeten dat de grootste en gruwelijkste massamoord op joden niet gepleegd is door moslims, maar door onze beschaafde, christelijke en verlichte buren.

‘Vroeger was een antisemiet iemand die niet van joden hield; nu is het iemand waar bepaalde joden de pest aan hebben’, zei Hayo Meyer. Hij was eens, teruggekeerd uit Auschwitz, vol bewondering voor Israël, maar vond gaandeweg dat het ‘project’ Israël was mislukt in de belangrijkste doelen: een veilige haven te bieden voor de joden, en een einde te maken aan het antisemitisme. Hij was van mening dat de joden in de wereld Israël met onmiddellijke ingang het mandaat moeten ontnemen namens hen te spreken. Bovendien horen Joodse organisaties publiekelijk afstand te nemen van de huidige politiek van Israël, die een gevaar vormt voor de wereldvrede.

Rabbijn Lody van de Kamp, samen met Fatima Elatik de koploper van Salaam-Shalom, een joods-islamitische vriendschapskring ter vervanging van de vorige poging die ter ziele ging onder andere door de inmenging van het CIDI, zegt het minder fel, maar ook hij ziet hoe Nederlandse joden ten onrechte aangekeken worden op het beleid van de staat Israël, maar dat aan die verwarring wordt bijgedragen door joodse organisaties zelf: zo zou volgens hem het CIDI zijn taak van antisemitisme bestrijding moeten afstoten (hier). Hij heeft absoluut een punt, maar het wordt nog maar zelden hardop gezegd: waar een organisatie de staat Israël onvoorwaardelijk steunt, en ook nog zegt namens de joden te spreken, draagt zij zelf bij aan het misverstand dat zionisme en jodendom hetzelfde zijn. En is het onwaarschijnlijk dat diezelfde organisatie nog objectief kan oordelen over antisemitisme, en dat doet CIDI dan ook niet. Ook het CIDI zet het wapen van de antisemitismebeschuldiging in om Israël vrij te pleiten van wat inmiddels aantoonbaar oorlogsmisdaden zijn. Zo draagt het CIDI niet bij aan een werkelijke bestrijding van antisemitisme, maar wel aan de devaluatie van de term. Zoveel mensen zijn inmiddels van antisemitisme beschuldigd die dat helemaal niet zijn, dat de eens ernstige beschuldiging niet meer serieus wordt genomen. Ook niet als het om werkelijk antisemitisme gaat. Het CIDI, die antisemitisme om strategische redenen wenst te zien als een uniek verschijnsel, dat geen band heeft met andere vormen van racisme, sluit zich daarbij maar al te gemakkelijk aan bij door islamhaat besmet politiek rechts, zie de advertentie die onlangs door CIDI tegen antisemitisme werd geëntameerd (hier), en wordt zelf onderdeel van het opkomend racisme tegen andere bevolkingsgroepen.

Juist daarom is het zo belangrijk dat een organisatie als Een Ander Joods Geluid laat zien dat joods zijn en kritiekloos achter Israël staan niet per se hetzelfde zijn. In mijn ogen is het EAJG dus een belangrijk wapen tegen het antisemitisme, maar zo wordt dat door de Israël-verdedigers bepaald niet gezien. Zo wist David Pinto (eens bijzonder hoogleraar interculturele communicatie) op facebook te melden: ‘Figuren als Anneke Jos Mouthaan (oprichter van EAJG), Jaap Burger King, Harry de Winter en andere zieke, zielige figuren van EAJG (Een Antisemitiscj Joods Geluid) verdienen zeker niet de benaming ‘mens’, nee. Het zijn parasieten, vijanden van ons fantastisch joods/Israëlitisch volk. Weg met deze dwijlen! (sic)‘ Ik geloof dat er nog geen term is voor het specifieke antisemitisme waarmee Israël-getrouwe joden kritische joden te lijf gaan, maar het lijkt er wel erg op.

Nee, het is niet gezegd dat Israël de oorzaak is van antisemitisme. Ik heb fundamentele kritiek op de daden van Israël, maar Israël maakt van mij geen antisemiet. Het zit met mijn familie in het verzet niet in mijn genen. Het is heel goed mogelijk om ernstige kritiek te hebben op Israël, onderbouwd met feiten, aan de hand van bijvoorbeeld mensenrechtenverdragen en internationaal recht, en op geen enkele manier antisemiet te zijn. Al kun je er dan wel op rekenen voor jodenhater uitgemaakt te worden. Maar Israël draagt wel enorm bij aan het oplaaien van latent antisemitisme bij mensen die het onderscheid tussen joden en Israël niet maken, door zelf het slechte voorbeeld te geven, en door zelf bovendien hun slachtoffers vergaand te demoniseren. Waar de Israëlische woordvoerders om het hardst meedoen om moslims cq Arabieren weg te zetten als een gewelddadig, onbetrouwbaar en barbaars soort mensen hoef je niet te verwachten dat nog een tripje naar Auschwitz door moslims hier hen van elk anti-joods sentiment zal bevrijden.

Waakzaam tegen elke vorm van discriminatie en racisme

Dit is dus met twee maten meten: moslims worden voortdurend gemaand zich openlijk te distantieren voor wat moslims elders hebben misdaan. Maar aan joden wordt niet gevraagd zich te distantiëren van misdaden die in hun naam door Israël worden gepleegd. Je moest eens durven. Margalith Kleijwegt geeft in haar artikel zelf een fraai staaltje dubbeldenken. Verontwaardigd heeft ze het over een ‘goede moslimvriend’ die haar vroeg of ze in al die turbulentie niet overwoog om te gaan remigreren. Waarheen? Nou naar Israël. Ze was verbijsterd. Hoe kwam hij er op om te denken dat zij een band had met dat land? Wanneer zij vindt dat je Nederlandse joden niet aan mag spreken op de daden van Israël, waarom mag zij dan wel moslims, alle moslims aanspreken op de uitspraak van één mevrouw die iets zegt over een zionistisch complot?

In de Groene, eens een links blad, staan dus twaalf pagina’s over het antisemitisme van moslims, maar over moslimhaat, het akelige broertje van het antisemitisme staat er niets. Ik verbaas me er niet over dat veel Nederlandse moslims weinig gevoelig meer zijn voor de oproep zich aan te passen aan onze vaderlandse ‘Leidcultuur’. Ik heb daar ook niet een erg hoge pet van op. Migranten uit landen met een nog recent koloniaal verleden hebben zo hun eigen gedachtes over onze beschaving, net als Afro-Nederlanders voor wie de slavernij nog niet zo lang geleden was. Het is een gotspe om van hen te verwachten dat ze de veelgeprezen vaderlandse cultuur als lichtend voorbeeld zullen zien als ze aan den lijve ervaren dat die zelfde cultuur een volksmenner voortbrengt die over Marokkaanse Nederlanders ‘minder, minder, minder’ bralt. Een volksmenner bovendien die een grote achterban heeft, die geaccepteerd is in het parlementaire stelsel, en invloed heeft gehad zelfs tot in linkse partijen. Een volksmenner die bovendien vierkant achter Israël zegt te staan, want tenslotte is de vijand van je vijand je vriend. En ook dat helpt dus niet, dat niemand over Wilders heen valt wanneer die Israël napraat. De meeste andere politici blijven ook volgzaam zeggen dat Israël toch het recht heeft zich te verdedigen, zonder te bedenken dat het de Palestijnen zijn die met honderden tegelijk worden gedood zonder dat er iemand opkomt voor hun verdediging.

Waarom de beschuldiging van antisemitisme zo veel zwaarder valt dan die van andere vormen van racisme hoeft nauwelijks uitgelegd worden, we weten dat het nog onschuldig lijkende antisemitisme van voor de oorlog waarbij termen als jodenstreken nog gangbaar waren en opgenomen werden in de dictionaires de weg heeft vrijgemaakt naar een veel virulentere vorm van jodenhaat. Maar dat mag ons niet blind maken voor de wijze waarop migranten met een moslimachtergrond heden ten dage vrijwel voortdurend als groep worden gewantrouwd. Ook hierover heeft Hajo Meyer profetische woorden gesproken. Omdat de holocaust het ijkpunt is geworden waar elk kwaad aan wordt afgemeten, eist Israël een status aparte op. De moord op de joden is het allerergste wat er ooit is gebeurd, en daarmee wordt in de meest absolute zin van het woord de rol van ultiem en eeuwig slachtoffer opgeëist. En daarmee lijken de misdaden tegen de menselijkheid die Israël beging en nog steeds begaat in het niet te vallen naast wat de joden hebben meegemaakt.

Conclusie: het punt is dus dat we ten allen tijde waakzaam moeten zijn tegen opnieuw opvlammende ‘vreemdelingenhaat’ in al zijn vormen, vooral groepsstigmatisering die aanleiding kan geven om politiek vertaald te worden in daadwerkelijke vormen van vervolging. Individuele uitingen van antisemitisme zijn laakbaar, en mogen niet geaccepteerd worden. Ook joden horen zich in Nederland veilig te kunnen voelen. Tegelijk is het niet onbelangrijk van wie de uitingen van racisme en vreemdelingenhaat afkomstig zijn. We zouden toch echt met de feiten in de hand kunnen constateren dat het op dit moment in onze geschiedenis erg veel waarschijnlijk is dat het de moslims zijn die een nieuw doelwit vormen voor massale vervolging, en het is even waarschijnlijk is dat daarbij het grote gevaar van rechts komt.

De Groene Amsterdammer heeft nog wat goed te maken, want heeft zich met deze artikelenreeks rechtstreeks geplaatst in de tendens om al het kwaad in deze maatschappij bij de moslims te leggen. Zowel het antisemitisme, als andere vormen van racisme, verdienen een diepgaander analyse.

En het wordt tijd dat Margalith Kleijwegt beseft dat ze niet hoeft te rekenen op wederzijds vertrouwen zolang ze blijft denken dat het altijd die anderen zijn die haar gerust moeten stellen, en zij zelf niets hoeft te doen om hun vertrouwen te verdienen. Die anderen willen zich hier namelijk ook veilig kunnen voelen, en zij willen hun gerechtvaardigde verontwaardiging over wat Israël de Palestijnen aandoet kunnen uiten zonder meteen voor antisemiet uitgemaakt te worden.