ASIELBELEID: HET KAN OOK ANDERS!

Het is niet zo eenvoudig om aandacht te blijven vragen voor een probleem dat maar probleem blijft: hoe we in Nederland om gaan met asielzoekers, en met vluchtelingen die zijn afgewezen. Maar Vrouwen tegen Uitzetting, de groep die speciaal aandacht vraagt voor de vrouwen in de groep mensen die niet mogen blijven en die niet terug kunnen, hebben opnieuw, onder leiding van Marjan Sax en Myra ter Meulen een indrukwekkende bijeenkomst georganiseerd. Een middag waar ik weer met frisse moed vandaag ga, want er is ook nog voor gezorgd dat er niet alleen aandacht is voor hoe erg het allemaal nog steeds is, maar dat we ook antwoord kunnen geven op de vraag: zou het ook anders kunnen? Antwoord, vooruitlopend op de conclusie, JA, DAT KAN!

Het wordt een middag om niet te vergeten. Tussen de niet te geloven zo rottige verhalen komt er opeens een groep vrouwen binnenrennen in badkleding, die geld op komt halen voor hun zwemlessen. Er is thee, er zijn Ethiopische hapjes en joodse boterkoek met gember. We hebben een paar mensen als sprekers die niet alleen heel goed weten waar ze het over hebben maar ook hun hart op de juiste plaats hebben zitten.

We krijgen om te beginnen een filmpje te zien waarin Vluchtelingenwerk laat zien hoe de toelatingsprocedure idealiter verloopt. Daarna krijgen we van een VTU medewerkster te horen, Alied Blom, wat er allemaal mis gaat met de procedure. Met name vrouwen die vaak flink getraumatiseerd zijn door een geschiedenis van seksueel geweld, gedwongen huwelijken of pogingen om daaraan te ontkomen, eerwraak en dus doodsangst, zijn vaak niet in staat om hun verhaal meteen maar op tafel te leggen. Soms omdat ze niet weten dat de goedkeuring van hun status daar van af hangt, soms omdat ze zich schamen en niet begrijpen waarom ze zulke persoonlijke en pijnlijke dingen aan een vreemde moeten vertellen, soms omdat ze het wel in bedekte termen vertellen maar degene die het gesprek met ze doet niet doorvraagt of het niet begrijpt. Dan worden veel vrouwen afgewezen omdat ze uit een land komen dat geen functionerend bevolkingsregister hebben, ze hebben nooit een paspoort gehad, en kunnen de papieren ook niet aanvragen. Dan moeten ze met allerlei details kunnen aantonen waar ze vandaan komen. Maar vrouwen die nooit hebben leren lezen en schrijven hebben ook niet geleerd om een kaart te lezen, en kunnen vaak hun huis niet aanwijzen. En dan wordt soms hun aanvraag afgewezen zonder dat er gepraat is over de reden waarom ze hun land hebben verlaten en ook niet meer terug kunnen zonder opnieuw in ernstig gevaar te komen.

Bij afwijzing wordt alles verder aan de asielzoeker over gelaten. Die moeten weg, en ze zoeken het maar uit. Op straat levend, of dan maar aangesloten bij een groep krakers, moeten ze een advocaat vinden en aan de papieren kunnen komen. Dat het vaak verkeerd gaat blijkt uit het feit dat er in Amsterdam 102 mensen die waren afgewezen alsnog een verblijfsstatus hebben gekregen. Vaak na veel werk van een advocaat en de vrijwilligers die al die tijd, soms jaren, iemand bij moeten staan, blijken toch voldoende feiten op tafel gelegen te kunnen die maken dat iemand kan blijven. Maar wel met na een slopende tijd van wanhoop, gedwongen passiviteit, en angst. Soms van jaren.

We krijgen een paar filmpjes te zien, ‘Dit had mij ook kunnen overkomen’, met de verhalen van Amina en Maryama. Ze grijpen mij opnieuw bij de keel. En er zijn twee vrouwen aanwezig, Roda uit Somalie en Freweyi uit Soedan, die zelf hun verhaal vertellen. Roda is hier al 12 jaar. Ze heeft van alles geprobeerd. Toen het in Nederland niet wilde lukken ging ze naar Duitsland. Daar heeft ze twee maanden in de gevangenis gezeten, en teruggebracht naar Nederland hier ook nog een s drie maanden. Ze heeft inmiddels een beetje leren lezen en schrijven, en wil graag werken, voor oude mensen zorgen of schoonmaken, zodat ze niet steeds om geld voor eten hoeft te vragen. Frewey is bezig met een cursus kapper, en vraagt daar hulp bij. Ook zij wil het liefst haar eigen onderhoud kunnen verdienen.

Er zijn op het ogenblik vijf plekken in Amsterdam waar mensen zijn ondergebracht die niet terug kunnen en niet mogen blijven. In kraakpanden, wat betekent dat ze om de haverklap hun boeltje weer bij elkaar moeten pakken op zoek naar een nieuw leegstaand pand. Soms hebben ze een tijdje geluk als ze een plek vinden waar de verwarming het doet, soms zitten ze in de kou tussen de ratten.

Dit is de vraag: moet dat nou echt zo?

Eerst over de vrouwen. Daar heeft Maartje Terpstra, asieladvocate, veel over te vertellen. In het Istanboel document is een passage opgenomen waar ook gendergerelateerd geweld genoemd wordt als een mogelijke reden om iemand als vluchteling te erkennen. Maar Nederland is bepaald niet genereus met het toekennen van die reden. Neem bijvoorbeeld de positie van alleenstaande vrouwen die in sommige landen heel precair is, zoals in Irak, Somalie en Afghanistan. Waar vrouwen zonder de bescherming van een man vaak op geen andere manier aan geld kunnen komen dan door prostitutie. De IND heeft daar zo zijn eigen interpretatie bij: als een vrouw in zo’n land nog ergens een mannelijk familielid heeft, een neef of een oom, ook al is die helemaal niet van plan voor haar te zorgen of heeft ze al geen jaren meer contact met hem gehad, dan geldt ze niet als ‘alleenstaand’.
De vrouwen moeten zich maar aanpassen, is een veel gehoord oordeel. Van homo’s, transgenders en mensen die vanwege een geloof zijn gevlucht wordt (inmiddels, en in principe) wel erkend dat ze zich niet aan kúnnen passen, maar van vrouwen die inmiddels een westerse leefstijl hebben wordt verwacht dat ze zich weer voegen naar de er heersende traditie en zich onder toezicht van een man plaatsen. Ik hoorde al eerder het verhaal van een alleenstaande vrouw, een arts, uit Jemen, die dreigde te worden teruggestuurd, hoewel een alleenstaande vrouw daar maar twee mogelijkheden heeft: trouwen of prostitutie. Want zonder mannelijk toezicht krijgt ze geen werk en geen woning. Dat die vrouw alsnog haar status heeft gekregen is niet omdat we vinden dat je dat vrouwen niet aan mag doen, maar omdat Jemen inmiddels ook onder de gevaarlijke landen valt.

Marlou Schrover, hoogleraar migratiegeschiedenis, laat met historische voorbeelden zien hoe verschillend er in de verschillende periodes met vluchtelingen werden omgegaan. De mensen die afkomstig waren uit communistische landen werden in de tijd van de Koude Oorlog hartelijk welkom geheten, er was een tijd dat er in elke stad wel een comité was en er spandoeken waren waarin gevraagd werd om méér Hongaren. Ook met de Vietnamesen ging het nog wel, maar met Iran werd het al moeilijker, omdat het niet duidelijk was wie de ‘goeden’ waren en wie de ‘slechten’. En nu leven we in een tijd dat vluchtelingen gewantrouwd worden, en dat we een merkwaardige draai in het denken meemaken: Wilders die een grote mate aan xenofobie en muslimbashing paart aan een pro-homo en pro-vrouw retoriek. Net als in de VS: Gays for Trump.

Thomas Spijkerboer, hoogleraar migratierecht, houdt een verhaal dat we dringend na moeten lezen (als het goed is komt het binnenkort op het net) Hij betoogt dat we met onze pogingen om vluchtelingen te weren door het ze vooral zo moeilijk mogelijk te maken precies het tegendeel hebben bereikt van war we willen. Want in de tijd dat het voor arbeidsmigranten nog makkelijk was om weer weg te gaan, en als het niet wilde lukken ze weer terug konden komen, vertrokken veel meer mensen vrijwillig. Nu is het zo moeilijk gemaakt dat mensen die hier eenmaal zijn, met of zonder verblijfsvergunning, niet meer weggaan, want je komt als je eenmaal vertrekt er niet meer in. Dus: geef ze zo snel mogelijk een paspoort. Want met paspoort zullen ze eerder teruggaan naar het land van herkomst, omdat ze weten dat als het echt niet gaat ze daar weer weg kunnen. De Polen gaan weer terug naar Polen, omdat ze weten dat ze terug kunnen komen als er hier werk voor ze is. De pogingen om het zo moeilijk mogelijk te maken hebben de vluchtelingen niet tegen gehouden. Wat vluchtelingen tegenhoudt is een economische crisis, hebben we dat er voor over, vraagt Spijkerboer cynisch.

En er zijn meer dingen die we kunnen doen. Als we echt vinden dat het beter is als vluchtelingen worden opgevangen in de regio, dan wordt het tijd dat we de landen die met miljoenen vluchtelingen zitten beter betalen. En dat doen we niet. Ook zou het helpen wanneer we vluchtelingen uit landen waarvan we vrij zeker zijn dat we ze op zullen nemen gewoon uitnodigen om per vliegtuig te komen, en ook zonder visum binnenlaten, in plaats van ze eerst hun leven te laten riskeren op wrakke bootjes en vooral de handelaars laten verdienen. Ook helpt het niet dat er mensen zijn die acht, tien, twaalf jaar in Nederland zijn – die hebben bij terugkeer vaak geen netwerk meer. Ook dat maakt dat ze moeilijker weer zullen vertrekken. Dit is de paradox: als wij het verkrijgen van asiel makkelijker maken, is de kans dat er meer mensen weer zullen vertrekken groter.

En dan komt Spijkerboer met een uitspraak waarvan hij waarschuwt dat hij er waarschijnlijk geen vrienden mee maakt. Wat we moeten erkennen is dat er mensen zijn, juist die onder aan de maatschappelijke ladder, die wel degelijk last hebben van de migranten. En dat komt omdat tegelijkertijd met de komst van grote groepen vluchtelingen ook de crisis enorm heeft toegeslagen, en het voor een deel van onze bevolking heel erg moeilijk is geworden om aan werk en woning te komen. En die zien de migranten niet ten onrechte als concurrentie. Dus hebben we een groter verhaal nodig, en kunnen het vraagstuk van migratie en vluchtelingen niet afdoen als één issue, die opgelost kan worden zonder andere maatschappelijke problemen ook onder ogen te zien. Dus: we moeten ook de sociale bescherming van mensen die te lijden hebben onder de economische crisis serieus nemen. En of dat kan? Laten we ons niet wijs laten maken dat er geen geld voor is, zegt hij, er is geld zat.

Met één ding had Spijkerboer wel ongelijk. Dat hij met dit verhaal geen vrienden zou maken.

Is dit niet wat we bij BIJ1 ook zeggen? Het gaat om radicale gelijkwaardigheid én om economische rechtvaardigheid. Het een gaat niet zonder het ander.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *