Speech voor de Women’s March 2021

MIJN SPEECH TIJDENS DE WOMEN’S MARCH 2021, in het Nelson Mandela Park.

Lieve mensen,

Daar staan we weer. De zoveelste grote manifestatie van vrouwenkracht die ik meemaak in de halve eeuw dat ik al feministe ben. Ik hoor het vaak: dat is toch niet meer nodig, want vrouwen hebben nu toch gelijke rechten? Ja, in het wetboek wel, maar de werkelijkheid valt nog steeds heel erg tegen. Geweld tegen vrouwen is niet verminderd. Nog steeds kan in ons welvarende land de helft van de vrouwen niet leven van eigen werk. Ja, zeggen ze dan, maar dat is omdat vrouwen zelf kiezen voor parttime werk. Wij weten dat het niet zo simpel is. Want ons leven bestaat niet alleen uit betaald werk, ons leven bestaat ook uit zorg voor elkaar, voor onze kinderen, voor partners en ouders. En dat, het onbetaalde werk om het leven in stand te houden, is nog steeds oneerlijk verdeeld. En dan leven we ook nog in een maatschappij waarin de kloof tussen arm en rijk steeds groter wordt. En vrouwen, ook werkende vrouwen, een groter risico lopen om in armoede terecht te komen. Armoede! In een van de meest welvarende landen ter wereld!

We hebben het gezien bij de Coronacrisis. Wie hielden het leven gaande? Dat waren niet de topmanagers en de CEO’s. Dat waren de zorgwerkers, de schoonmakers, de mensen die vuilnis ophaalden, de pakjes rondbrachten en de supers openhielden: het merendeel vrouwen en mensen met een migrantenachtergrond, en allemaal zo weinig betaald dat ze er nauwelijks van kunnen leven, en al helemaal niet als ze ook nog kinderen hebben.
Emancipatie bestaat niet alleen uit evenveel betaald worden als mannen, en doorstoten naar de top. De meeste vrouwen komen van hun leven niet in de buurt van een glazen plafond, de meeste mannen trouwens ook niet. Als feminisme er niet ook is voor de vrouwen achter de kassa in de super, en voor de vrouwen die schoonmaken in de huishoudens van anderen, dan is het geen feminisme. Als feminisme er niet ook is voor alleenstaande moeders die rond moeten komen van de bijstand, dan is het geen feminisme. Alle moeders zijn werkende moeders. Maar teveel van hen leven jarenlang op of onder de armoedegrens. Welke politieke partij komt voor ze op? En hebben de meeste feministes hen niet ook vergeten?

Mijn vraag is allang niet meer alleen wat is er goed voor vrouwen. Ik wil het hebben over het land waarin we willen leven, waarin mensen niet worden gemarginaliseerd om hun huidskleur of hun geloof, om hun seksualiteit of genderidentiteit. Waarin mensen met een beperking worden gerespecteerd. Waarin niemand op straat hoeft te leven, iedereen een dak boven het hoofd heeft, ook de mensen die niet gedocumenteerd zijn, ook de moeders die met hun kinderen moeten vluchten voor een gewelddadige man. Waarin moederschap gerespecteerd wordt als een belangrijke bijdrage aan ons voortbestaan, en niet bestraft wordt met armoede. Waarin ouderen niet weggezet worden als dor hout. Waarin niet alleen de hoogopgeleide witte vrouwen model staan voor het feminisme. Waarin mannen met ons de zorg delen voor iedereen die dat nodig heeft. Ik sta hier met jullie voor radicale gelijkwaardigheid, economische rechtvaardigheid en internationale solidariteit. Zo lang als ik kan en zo lang als het duurt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *