Zomergasten met Bessel van der Kolk

DE WERELD IN THERAPIE. Meestal kom ik niet aan de zomergasten toe, omdat ik dan allang in bed lig. Voor Raven wilde ik wel opblijven, maar dat werd gesaboteerd doordat er geheel ongevraagd een kinderslotje op zat, dat ik er zo snel niet af kon krijgen, en ik nergens kon melden dat mijn kind al bijna 60 is en wel tegen een stootje kan. (Ik bekeek het later in de herhaling). Maar voor Bessel van der Kolk wilde ik ook opblijven en daar zat gelukkig geen kinderslotje op. Het werd voor mij een zeer bevredigende avond.

Ik ken zijn boek al, The body keeps the score. Ik heb het met plezier en veel instemming gelezen. Ik heb zelf het een en ander meegemaakt in mijn leven, en was altijd blij met de hulp die ik kon krijgen om nog wat oud zeer op te ruimen, of liever: om door te hebben wat er met mij was gebeurd waardoor ik zo vaak in zich herhalende problemen terecht kwam. Heb ik het nog eens over, boek 53 dacht ik zo.

Veel was voor mij bekend terrein, maar dat deed niets af aan mijn plezier om dat met de aanwezigheid van Van der Kolk zelf nog eens mee te maken, en met de leerzame fragmenten die hij had gekozen. Een soort verdieping. Op één punt was ik werkelijk in tranen, bij het fragment over de psychodrama, waarin een vrouw verwerkte dat haar moeder er niet voor haar was, toen ze belde dat ze in het buitenland verkracht was. Wat die moeder had moeten doen? Wat een moeder hoort te doen, ze had moeten zeggen ik neem het vliegtuig en ik kom er aan. Ja, ook dat had ik gemist na een behoorlijke portie lijfelijk en seksueel geweld, ouders die naar me hadden willen luisteren. Die er voor me waren toen ik ze nodig had.

Ik loste mijn traumatisering op met korte therapieën, trainingen, ik stak veel op door twintig jaar les te geven aan hulpverleners en daarbij ook aan mezelf te werken met de vraag” hoe zijn we geworden wie we zijn geworden’. Het was de combinatie van in actie komen, en steeds opnieuw tijd voor zelfreflectie – met liefdevolle ondersteuning.

Ik moest bij de uitzending denken aan de psychiater Dries van Dantzig, die op hoge leeftijd tot zich door liet dringen hoe vaak hij over het hoofd had gezien dat kinderen misbruikt waren door hun vader of stiefvader – waar anderen er nog liever van uitgingen dat at allemaal wel overdreven en misschien verzonnen was, drong tot hem door dat het ging om zwaar traumatiserende gebeurtenissen waar een flink deel van onze bevolking onder leed. En waar een zware deken van verzwijgen over heen hing. Van Dantzig nodigde ik uit bij een programma dat ik maakte in de Rode Hoed, De wereld in therapie, waarin ik verschillende hulpverleners vroeg om hun inzicht te delen over wat er mis gaat in onze samenleving. Van Dantzig had het er over dat we onze kinderen wel leren om hun tanden te poetsen en te rekenen, maar niet om met hun emoties en met elkaar om te gaan. Vandaar dat er, toen dat via de Bijstand kon, een epidemie aan volwassenen bij de therapeuten aan kwam zetten met psychische problemen.

Voor mij, ik kom daar zeker nog een keer op terug, was het feminisme en het activisme helend, maar niet voldoende. Ik heb er altijd meer therapeutische activiteiten naast moeten doen, waar ik overigens ook veel van leerde. En ben er inmiddels van overtuigd dat dat praktisch geldt voor alle mensen die op een of andere manier actief zijn, die net als ik wereldverbeteraars en deugmensen zijn geworden. Ik zie dat binnen BIJ1, verzamelplaats voor activisten van diverse pluimage, met geweldige doelstellingen – radicale gelijkwaardigheid en economische rechtvaardigheid – maar waar we toch dezelfde mechanismen meemaken van uitsluiting en ‘wie is hier de baas’ binnen de partij zelf. Het zou ons niet hoeven te verbazen, maar ook bij ons is het belangrijk dat we niet alleen werken aan de analyse van wat er mis is in de wereld, maar ook waarin we zelf in zijn beschadigd. Want dat zijn we, ik durf te zeggen, praktisch iedereen die activist is geworden draagt bagage met zich mee. Beschadigd door racisme, psychiater Glenn Helberg had het daar ook eens over bij Zomergasten, door seksisme, door armoede, door gepest worden en uitsluiting, door geweld en verwaarlozing in de jeugd. Zoals er hulpverleners zijn die hulpverlener zijn geworden om wat ze zelf hebben meegemaakt, de ‘wounded healers’ noemde Bessel van der Kolk dat, hebben we ook ‘wounded activists’.

Ik moest ook huilen bij het einde, Joan Baez zong We shall overcome. En ik was opeens weer jaren terug bij een van de eerste keren dat Israel aan de gang ging om Palestijnen rondom Jeruzalem uit hun huizen te verbannen, en wij, buitenlanders die deelnamen aan een conferentie in Oost Jeruzalem, besloten om spontaan een sit down actie te organiseren, met het idee dat de soldaten ons, buitenlanders, niet weg zouden durven slepen. Dat was een vergissing. Met wapenstokken in de aanslag werden we weggewerkt. En zo stonden we, verslagen, stoffig, met gescheurde kleren, schrammen en bloedende knieën, arm in arm met elkaar, en zongen we shall overcome.

Moet dan iedereen in therapie, vroeg Van Dantzig zich af. Nou. Ja. Eigenlijk wel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *