Gaza, donderdag 17 juni

Gaza

Wat een drukke dag meteen in Gaza.
Gisteravond toen ik aankwam met de taxi zaten er drie Mohammeds op de stoep voor mijn flat op me te wachten, Skinny Mohammed, die zo heet omdat hij de dunste is, Greasy Mohammed, omdat hij briljantine in zijn haar heeft, en Abu Mohammed, die eigenlijk geen Mohammed heet maar de vader is van een jongetje Mohammed.

Mijn boek, Habibi habibi uitgedeeld aan de mensen die er in staan. Ansam, het dochtertje van Skinny Mohammed is zo trots dat zij met haar pappa in een boek staat dat ze het mee naar bed nam en niemand er meer aan mocht zitten. Dat boek is van pappa en van mij, zei ze.

Vanochtend een kleine missie. Ik had foto’s en een brief meegekregen van een Palestijnse vrouw die met haar gezin in Nederland woont. Haar vader woont in Gaza, in Nuseirat kamp. Of ik de foto’s voor hem mee kon nemen. Zelf is ze de afgelopen jaren maar een keer terug geweest naar Gaza en haar vader is een keer in Nederland geweest. Het is op het ogenblik vrijwel onmogelijk om Gaza in of uit te komen. Het was nog even zoeken naar het adres, want in de kampen hebben de straatjes en stegen geen namen en nummers. Een klein kamphuisje, vijftig jaar oud, liefdevol volgepropt met snuisterijen, kunstbloemen, schilderijtjes en foto’s. De familie komt uit Jaffa, en trots laat Abu Aref de foto zien van zijn vader die mukhtar was in Jaffa. Zoals verwacht komen we niet weg zonder een glaasje fris, een kopje koffie, een glaasje thee, en dan komt er een schaal mlokhia op tafel, een dikke groene saus met vlees er in, die je eet met stukjes van het platte brood als lepel.

Abu Aref

Eten

Vader Abu Aref is er trots op dat je niet aan hem kunt zien dat hij zestig is. Hij zegt dat er vier regels zijn om jong te blijven:
1. dicht bij God blijven
2. accepteren wat God je heeft gegeven
3. niet jaloers zijn op anderen
4. op je gezondheid letten
en af en toe oefeningen doen kan ook geen kwaad. Hij laat het me zien, in de hoek van het binnenplaatsje staan zijn apparaten, een fiets, gewichten om te heffen.

Op kantoor praat ik met iemand van de UNRWA die over de zorg voor de gehandicapten gaat. Het is moeilijk. De nood is sinds de aanval op al-Zeitoen en Rafah zo groot dat al het geld op gaat aan voedsel, water en tenten. Nu krijgt hij niet meer voldoende rolstoelen en krukken. En er komen nog zoveel nieuwe gehandicapten aan. Van de duizenden gewonden blijft naar schatting 10% gehandicapt, maar hoeveel het er precies zijn weten ze pas over een paar maanden als iedereen uit het ziekenhuis terugkomt en ze kunnen zien wie kan lopen, en wie krukken of rolstoelen nodig hebben. Honderden, dat in ieder geval.

Er is zoveel kapot in Rafah. De waterleiding, de riolering. Niet alleen de huizen die officieel zijn opgeblazen, maar ook de huizen die verwoest zijn omdat tanks en bulldozers zich dwars door alles heen een weg hebben gebaand. Het leger was bang voor boobytraps in de straten, dus rijden ze letterlijk over en door huizen heen. Een bulldozer is meer dan een verdieping hoog, huizen frommelen in elkaar alsof ze van papier zijn. Wat dat betekent voor de kinderen, die weten dat je ook thuis in je eigen bedje niet veilig bent kunnen we wel bedenken. Dat wordt weer maanden gillend wakker worden en bedplassen.

Een man die zich bezighoudt met het eerste Hiv/Aids programma in Gaza zegt ook dat het op het ogenblik moeilijk is om geld te krijgen voor zijn nieuwe organisatie, alle hulp gaat naar Rafah, voor de ergste noodgevallen. Ik beloof dat we gaan kijken wat we kunnen doen. Er is in Gaza moed voor nodig om je in te zetten voor Aids patienten.

Ik hoor over onenigheid tussen organisaties. Het NCCR waar ik voor werk geeft mensen die dat nodig hebben hoorapparaten tegen kostprijs of als ze niks hebben, en 95% van de klanten hebben niks, dan gratis. Maar een andere organisatie verkoopt hoorapparaten om er aan te verdienen. En die zijn nu kwaad omdat het NCCR ‘de markt verpest’. En natuurlijk gaan mensen shoppen om te kijken waar de dienstverlening het goedkoopst is. Hoe los je dat nu op?

Het is zoveel rustiger dan vorige maand, toen we nog midden in de aanvallen zaten. Mensen kunnen weer slapen en het is ze aan te zien. Alleen is om een of andere reden de weg naar Khan Younis weer afgesloten, en kunnen we niet naar het zuiden. Het is warm. De lagere scholen hebben al zomervakantie, de middelbare scholen en de universiteiten hebben nu examentijd. In de zee zwemmen de eerste kinderen. Nou ja, zwemmen, op zijn hondjes. Straks, als alle scholen zijn gesloten zit de halve bevolking van Gaza op het strand. Zandvoort is er niets bij.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *