Over zionisme (3)

Een paar jaar geleden schreef ik al een lang artikel over de gevolgen van collectief trauma. Ik plaats het nog eens omdat het me erg actueel lijkt. Het overlapt hier en daar wat ik al geschreven heb. Ik zet het in twee delen op dit weblog.

De doornenkroon van het lijden

Het was Andrew Samuels, een controversiële Jungiaanse psychoanalyticus die eens tegen me zei (hij was uitgenodigd om in De Rode Hoed een lezing te geven over de relatie tussen psychologie en politiek): ‘als we het toch niet kunnen laten om uitspraken te doen over grote groepen mensen, laten we het dan tenminste goed doen’. Waar hij het over had was het fenomeen dat we allemaal kennen, van anderen in ieder geval, en misschien ook van onszelf, de neiging om oordelen te hebben over mensen als groep, Italianen, katholieken, Marokkanen, moslims, joden, boeren en mensen uit het Gooi. Sommige mensen doen dat schaamteloos, alsof ze geen moment twijfelen dat ze de waarheid in pacht hebben. ‘De Islam is een achterlijke cultuur’, is zo’n recente, net als uitspraken over criminele kutmarokkanen. Vaak is in vooroordelen – want dat zijn het als negatieve eigenschappen worden toegeschreven aan een collectieve groep mensen, zonder nuancering, zonder verklaring, zonder context – een kern van waarheid te bespeuren.
Een rechtse reflex is om die kern van waarheid zonder verder vragen te stellen uit te vergroten als een vaststaande eigenschap van die hele groep, een linkse reflex is om de vooroordelen als vooroordelen af te wijzen, en daarmee niet meer na te hoeven denken over de vraag hoe zo’n vooroordeel ontstaat, wat er waar van is – en dus, wat je aan de onderliggende problemen kunt doen. Criminaliteit in achterstandwijken, het feit dat er onder de plegers van ‘klein’ geweld op straat meer jonge mannen zijn met een andere dan de Nederlandse afkomst, het gegeven dat een hoog percentage vrouwen die zijn mishandeld door hun partner ‘allochtonen’ zijn, wie zichzelf als progressief definieert wil dit het liefst niet weten. We willen tenslotte niet discrimineren, wij niet. Het is een van de lessen van de recente vaderlandse geschiedenis dat het niet wijs is om de ogen te sluiten voor reële problemen. ‘Wat links laat liggen wordt door rechts opgepakt’ was een slogan die opgang deed in de jaren zestig, en die we ons nu opnieuw aan kunnen trekken. Want dat is exact wat er is gebeurd: rechts heeft de vraagstukken opgepakt die links heeft laten liggen.

Terwijl het op het ogenblik vrij schieten is op alles wat moslim of vluchteling is, en links, voor wie zich daar nog toe wil rekenen, opnieuw een scheldwoord lijkt te zijn geworden zijn er ook groepen die min of meer beschermd worden tegen deze uitingen van vermeende superioriteit gecombineerd met projecties van eigen angsten en agressie die in de vorm van vooroordelen een doelwit zoeken. De vrouwen- en homobewegingen hebben zich geweerd, en mietje pesten is lang zo leuk niet meer. Met de pogingen om een koloniaal verleden te verwerken zijn racistische oordelen over Surinamers ook al een stuk minder acceptabel. Niet dat vooroordelen over vrouwen, homo’s en ‘zwarten’ (om de in de jaren zeventig gehanteerde politieke term voor degenen die doelwit konden zijn van blank racisme nog één keer uit de kast te halen) niet meer bestaan, maar ze tonen degene die ze uit zelf als iemand die toch tamelijk achterloopt. En oordelen over joden als groep kunnen al helemaal niet meer. Met de loodzware schuld die het Europese antisemitisme met zich mee torst zijn nog aanwezige latente vooroordelen over joden ondergronds gegaan. Zo vergaand zelfs dat veel mensen niet eens meer durven zeggen: ‘hij is een jood’, op dezelfde argeloze toon waarop je kunt zeggen dat iemand katholiek is, of een Hongaar. We zwakken het wat af, we zeggen: hij is joods, of, hij heeft een joodse achtergrond. Zoals die mevrouw in de winkel die vroeg om joodse koeken. Die koeken zijn niet joods, de mensen die ze eens maakten waren joods, maar zelfs de correcte benaming die op de pakken staat: jodenkoeken, klinkt te hard voor sensibele oren. En zo kan het komen dat een vraag die veel mensen tegenwoordig in hun hoofd hebben nauwelijks wordt gesteld. Althans, niet in het openbaar.

Ik zit vroeg in de morgen in een taxi op weg naar Schiphol. ‘Zo, op vakantie?’ vraagt de chauffeur. ‘Nou, niet helemaal, ik ga naar Gaza’ zeg ik. En zet me mentaal al een beetje schrap. De reactie kan nu twee kanten op: of ik niet bang ben voor die Palestijnen (die Arabieren, fundamentalisten, terroristen) is één bekende reactie. De andere gaat richting Israël. ‘Het gaat daar goed mis. Die joden hebben ook niets geleerd van de oorlog. Nu doen ze hetzelfde wat hún ooit is aangedaan. Begrijpt u dat nou?’

Die vraag, hoe het kan dat mensen die zelf eens extreem achtervolgd zijn nu zelf de achtervolgers zijn geworden van een ander volk hoor ik vaak. Sommige van de vragenstellers lijken haast over hun schouder te kijken of niemand meeluistert. Een enkeling beantwoordt de vraag alvast zelf: ‘nou ja, ik heb het ook nooit zo gehad met die mensen, die joden, die denken dat ze beter zijn dan wij. Nou zie je toch maar dat ze ook niet deugen’. Inderdaad, met de kritiek op Israël komen soms de oude vooroordelen over joden ook weer boven. En dat maakt vervolgens weer dat degenen die Israël met hand en tand verdedigen elke kritiek af kunnen doen als antisemitisme. Mijn standaardantwoord was lang: ‘hoe bedoel je, de joden hebben er niets van geleerd? De concentratiekampen waren toch niet bedoeld als volkshogescholen?’. Maar in plaats van de vraag met een dooddoener af te doen zouden we niet, in plaats van die vraag weg te moffelen, of genoegen te nemen met simpele antwoorden, kunnen proberen om die serieus te nemen, het, met het advies van Samuels, beter te doen?

Ik geloof niet dat mensen van een extreem trauma per definitie aardiger en invoelender worden. Niet iedereen is de gevangenis uitgekomen als een Mandela, die het woord wraak niet lijkt te kennen. Niet iedereen lukt het om de gerechtvaardige woede over ondergaan leed om te zetten in verzoening, een visioen van recht dat gedaan moet worden zonder van slachtoffer zelf dader te worden en de spiraal van agressie en vervolging voort te zetten. Niet iedereen is het gegeven een Gandhi te worden, een Martin Luther King. Slachtoffers van vervolging gedragen zich niet altijd zoals we zouden willen dat ze zich gedragen, rein van geest en schuldeloos, en wijs geworden. Trauma, zeker als het gaat om extreme trauma’s die door andere mensen veroorzaakt zijn, kan nare dingen doen met de slachtoffers die het overleven. Of met hun nazaten, waarvan de kinderen en de kindskinderen nog niet los zijn van het onverwerkte drama.

We zijn gewend om psychologie toepasbaar te verklaren op individuen, en de maatschappij, de politiek te lijf te gaan met sociologie en politieke wetenschappen. Mijn overtuiging, in navolging van enkele denkers waaronder ook Samuels, is dat we de psychologie, de kennis van wat er met individuen gebeurt nodig hebben om politieke conflicten te kunnen begrijpen. We doen het toch, laten we het dan beter doen. Ik was bij een symposium van Vamik Volkan, psychoanalyticus en psychiater, verbonden aan de universiteit van Virginia. Volkan is geboren uit een Turkse familie op Cyprus. Met zo’n achtergrond is het begrijpelijk dat hij gefascineerd raakte hoe je tussen elkaar vijandig gezinde volkeren kunt bemiddelen. Hij was betrokken bij onderhandelingen tussen Turken en Grieken, en tussen Turken en Armeniërs, en als psychiater wil hij begrijpen waarom de vijandschap tussen groepen mensen die elkaar feitelijk heel na staan zo diep kan gaan. Een centraal begrip in zijn ontwikkelde ‘psychologie van grote groepen’ is dat van trauma.
Normaal zullen de meeste mensen zich van ondergaan trauma kunnen herstellen, dat wil zeggen, ze kunnen rouwen, en daarna krijgt het ondergane leed een plaats, het wordt een pijnlijke maar hanteerbare herinnering. Maar bij een trauma dat met opzet door andere mensen is veroorzaakt, het trauma van onderdrukking en vervolging, en zeker bij pogingen tot massale vernietiging, zijn velen van de slachtoffers blijven steken in heftige gevoelens van schaamte, van de hulpeloosheid en de machteloosheid van de vernedering, die een normaal rouwproces belemmeren. Vergelijk de verzetsmensen en de joden die zijn opgepakt, en het hebben overleefd. Emotioneel hebben ook verzetsmensen veel te verwerken gehad, maar het maakt een enorm verschil of je vervolgd bent om iets wat je zelf hebt verkozen, of dat je vervolgd werd eenvoudig om wat je bent, zonder daar enige invloed op uit te kunnen oefenen. Het zijn de hulpeloosheid, de machteloosheid en de vernedering die het moeilijkste te verwerken zijn. Slachtoffers van extreme vervolging hebben vaak de neiging hun onverwerkte proces als een opdracht door te geven aan de volgende generaties, soms bewust, soms onbewust, en als het daarbij niet alleen gaat om individuen, maar om groepen mensen krijgt het trauma uit het verleden een cruciale rol in toekomstige politieke en historische processen.

Collectief trauma

Volkan noemt een reeks van 17 symptomen waar groepen na massieve, collectieve trauma’s aan kunnen lijden, zonder het zelf als symptoom waar te nemen. Ik noem de voor mij meest markante en herkenbare: de ’time collapse’, het verdwijnen van het tijdsperspectief uit het bewustzijn. Zoals recent getraumatiseerde mensen moeite moeten doen om te beseffen dat ze het hebben overleefd, en het acute gevaar is geweken, kunnen ook collectief getraumatiseerde mensen het gevoel hebben dat de buitenwereld nog net zo vijandig en bedreigend is als tijdens het trauma. Of dat het zich elk moment opnieuw kan herhalen. Dat gaat vaak gepaard met een extreem wantrouwen en een versterkte behoefte de mensen te verdelen in ‘wij’ en ‘zij’. Wat gebeurd is weigert om verleden, om herinnering te worden. Volkan noemt de oorlogen in het voormalig Joegoslavië. Bij het opvlammen van nieuwe vijandschap komen alle vorige onverwerkte oorlogservaringen weer boven. In Servië wordt over de slag op het Merelveld, waarbij koning Lazar omkwam gesproken alsof het gisteren gebeurde, en niet zeshonderd jaar geleden. In elke nieuwe periode van dreiging, zoals de tweede wereldoorlog, waarbij Servische partizanen werden gedood door met de nazi’s collaborerende Kroaten, wordt de collectieve identiteit, die draait om slachtofferschap en de zucht naar wraak weer actueel. Het slachtofferschap is nooit verwerkt, hoogstens, in de communistische periode van Tito, ontkend en onder de tafel gehouden. Serven blijven zichzelf in wezen zien als slachtoffers die zich weren, niet als daders, ongeacht wat ze doen.

Een tweede begrip dat Volkan introduceert is het ‘gekozen trauma’. De term kan misverstanden oproepen, omdat het oorspronkelijke trauma nu juist niet is gekozen, maar hulpeloos is ondergaan. De keuze zit hem in wat mensen daar vervolgens mee doen, hoewel ook dan gevoelsmatig meestal niet van een keuze sprake is. Ik herinner me een vriendin met een stevig en behoorlijk dramatisch oorlogsverleden. Als de meeste mensen na de oorlog probeerde ze het van zich af te zetten, en praatte er niet over. Toen het toch op begon te spelen kwam ze terecht bij een psychiater die gelukkig goed getraind was in het omgaan met oorlogstrauma. Die zei tegen haar: ‘je hebt genoeg meegemaakt om je de rest van je leven een slachtoffer te voelen. Wil je dat?’ Er zijn mensen die verstoken blijven van dit soort hulp, of die niet willen: het is alsof je met het achterlaten van het trauma verraad pleegt aan de doden, het vroegere lijden van geliefde mensen ontkent. Er zijn concentratiekampoverlevenden die hun hele leven lang een grotere band voelen met de mensen die er niet meer zijn, dan met de andere levenden om hen heen.

Een trauma dat niet wordt verwerkt, maar wordt gecultiveerd, dat in herdenkingen en symboliek niet wordt begraven maar levend gehouden, kan een centraal deel gaan uitmaken van een gevormde collectieve identiteit. Er is een subtiel maar essentieel verschil tussen herdenken om het verleden niet te vergeten, en eer te betuigen aan degenen die niet hebben overleefd, en te herdenken om het verleden zelf levend en actueel te houden. Terwijl voor mensen van de eerste generatie, die het trauma zelf nog hebben ondergaan, het probleem is dat het te groot, te veel is om te kunnen verwerken, is de verwerking bij de generaties erna vaak zo moeilijk omdat ze het niet zelf hebben meegemaakt. Het levend houden van een gekozen trauma wordt een diep verankerde plicht aan de vorige generaties, de doden en de levenden. Het kan bovendien gaan functioneren als een groepsidentiteit, een bindmiddel. Is het eenmaal een groepsidentiteit geworden dan kan er heftig en furieus worden gereageerd als iemand suggereert dat het trauma voorbij is, alsof daarmee het lijden van de eerste generatie wordt ontkend.

Trauma als groepsidentiteit

Het is geen grote stap van de theorie van Volkan naar de huidige situatie in Israël en Palestina. Volkan is voorzichtig met het stellen dat een collectief trauma geen oorlog veroorzaakt, maar wel dat het in elke bedreigende situatie weer op kan vlammen en door leiders makkelijk kan worden gemanipuleerd. In Israël is vanaf de oprichting van de staat een nieuwe geschiedenis geschreven waarbij vooral de episodes van jodenvervolging, van vlucht en verzet naadloos aan elkaar zijn geschreven, beginnend bij bijbelse tijden, Massada, de Romeinen, de vervolgingen in de Middeleeuwen, de verdrijving uit Spanje, via de Russische pogroms naar de shoah, en vervolgens naar de moderne staat Israël die zich moet verdedigen tegen een massaal overwicht van hen omringende vijandige volken. David tegenover Goliath.

‘April is de maand van de zionistische indoctrinatie’ zegt Uri Avnery cynisch. Met Pesach wordt de vlucht uit Egypte, uit de slavernij herdacht. Een paar dagen later volgt de herdenking van de holocaust. En dan de herdenking van de gevallenen van de Israëlische oorlogen. In het bewustzijn van Israëlische kinderen, die in gezin en op school meedoen aan alle herdenkingen schuift de slavernij en de vlucht uit Egypte, de jodenvervolging in Europa, de shoah, en de herdenking van de in de Israëlische oorlogen gevallen soldaten in elkaar: de time collapse. Het is alsof steeds weer hetzelfde gebeurt: de joden worden door hun vijanden vervolgd. De farao’s van Egypte, Hitler, Arafat, het zijn elkaars troonopvolgers. Die vervolging spreekt voor zich, behoeft geen verklaring, en heeft geen historische context. De joden worden gehaat, vroeger en nu. De joden moeten zich dus weren, en hebben redenen om alle niet-joden te wantrouwen. Roni Ben Efrat, een radicale Israëlische journaliste en activiste zei: ‘wij leerden dat ze ons haten omdat we joden zijn, niet dat ze ons haten omdat we bezetters zijn’.

Gettomentaliteit

Iedereen ontwikkelt een bewustzijn over welke mensen in het ‘wij’ zijn opgenomen en welke mensen we met ‘zij’ benoemen. Maar met een onverwerkte geschiedenis van vervolging wordt het ‘wij’ en ‘zij’ denken versterkt. Het strekt zich in extreme vorm niet alleen uit tot degenen die als vijand worden ervaren, maar ook tot mogelijke bondgenoten wanneer die ook maar iets van kritiek laten horen, en intern tegen de leden van de eigen groep wanneer die de gecreëerde mythologie rondom het ‘gekozen trauma’ niet honderd procent aanvaarden. Er is in Israël bijvoorbeeld een kleine groep mensen die zich niet neerlegt bij de staatsideologie en de voorgeschreven versie van de geschiedenis. Post-zionistische historici als Illan Pappé hebben het aangedurfd om de andere kant te beschrijven van de heldhaftige ontstaansgeschiedenis van de staat Israël, en te benadrukken dat de overwinning voor de zionistische groepen tegelijk een immense ramp is geweest, de nakba, voor de in het land wonende Palestijnen. Journalisten als Amira Hass en Gideon Levy, bevinden zich regelmatig aan de ‘andere kant’ en beschrijven het slachtofferschap van de Palestijnen , ze geven de Palestijnen een naam, een gezicht, een verhaal, dat dwars staat op het gecultiveerde vijandbeeld van de anonieme massa jodenhatende en bloeddorstige Arabieren. Uri Avnery de vredesactivist – die al vele jaren vindt dat de bezetting van de Palestijnse gebieden moet worden opgeheven, de nederzettingen moeten ontmanteld, en er een regeling moet worden getroffen voor de vluchtelingen – is ook iemand die zich onttrekt aan de dwang van het ‘gekozen trauma’. Het wordt hen niet makkelijk gemaakt. Na een korte periode van dooi is met de tweede intifada het gevoel van dreiging weer toegenomen. Opnieuw geldt verhevigd: wie niet voor ons is is tegen ons. Pappé dreigde van de Universiteit in Haifa waar hij doceert verwijderd te worden. Toen Pappé tijdens een lezing in Nederland veel te vlug praatte, en iemand hem verzocht om het wat langzamer te doen zei hij: ik ben er niet meer aan gewend om langer dan tien minuten te mogen praten zonder dat mensen ‘verrader’ beginnen te schreeuwen, en me het spreken onmogelijk maken. Er ontbrandde een haatcampagne tegen Hass en Levy, om ze uit Ha’aretz te verwijderen. Toen de groep van Avnery, Gush Shalom, recentelijk de Israëlische militairen waarschuwde dat ze bezig waren om de oorlogswetten en de mensenrechten te overtreden, en dat ze persoonlijk het gevaar lopen om eens aangeklaagd te worden wegens oorlogsmisdaden, brak er een furieuze aanval los. Zelfs het liberale blad Ha’aretz, de krant van Hass en Levy, deed eraan mee. Avnery wordt niet alleen uitgemaakt voor zelfhatende jood, daar is hij inmiddels aan gewend. Maar ook, onder andere door zittende ministers, als ‘vijfde colonne’, als ‘kapo’, (joodse kampbewakers in de concentratiekampen) en als ‘Judenrat’(de joodse comites die door de nazi’s in de getto’s waren aangesteld). Ook hier zien we de time collapse. Het is alsof de holocaust gisteren plaatsvond en elk moment opnieuw kan beginnen. De heftigheid van de reacties zegt vooral iets over het diepe gevoel van bedreiging, de ervaren aantasting van de diepste kern van een identiteit die gebaseerd is op een ‘gekozen trauma’ en een nationaal gekoesterde mythologie van lijden en vervolging, waarover nauwelijks valt te discussiëren. Avnery mag dan zelf vinden dat hij zich gedraagt als een patriot die niets meer doet dan zijn landgenoten te waarschuwen dat ze bezig zijn de conventies en verdragen die ze zelf hebben ondertekend te overtreden -daarmee niet alleen de ‘vijand’ beschadigend maar ook zichzelf -de mensen die denken in termen als ‘wie niet voor ons is is tegen ons’ zien in hem geen patriot maar een landverrader. Avnery noemt het syndroom een gettomentaliteit: ‘het is makkelijker om de joden uit een getto te halen, dan het getto uit de joden’.

‘Vergeet het maar’, zegt Jeff Halper, joodse Israëli, en activist tegen de huisvernietigingen, tegen een Nederlands publiek, ‘vergeet het maar dat je de gemiddelde Israëli van inzicht kunt laten veranderen door ze te wijzen op het lijden van de Palestijnen. De meeste Israëli’s zijn daar eenvoudig niet gevoelig voor. Als er iets is dat de mening van Israëli’s zal veranderen dan is het dat ze beseffen welke schade ze zelf oplopen door de bezetting’.

De gevangenis van het verleden

Het is een illusie om te denken dat ondergaan leed automatisch gevoeliger maakt voor het lijden van anderen. Het kan, we kennen mensen die juist door wat ze zelf hebben meegemaakt gemotiveerd worden om zich in te zetten voor anderen. Wat helpt is als mensen een vorm van verwerking hebben gevonden, en wat daarbij helpt is erkenning, herkenning en begrip. Niet begrepen leed, niet erkend leed, heeft de neiging iemand op te sluiten in de gevangenis van het eigen verleden, het eigen slachtofferdom. Het is waar dat mensen troost kunnen vinden bij lotgenoten, maar ook dat is geen garantie voor verwerking. Ik was jaren geleden aanwezig bij de lunch na de Auschwitzherdenking. Als enige niet-joodse aan tafel werd ik overstelpt met verhalen over de kampen. Wat me opviel is dat bijna niemand naar elkaar luisterde, en vooral mijn aandacht wilde hebben voor verhalen waarvan werd benadrukt dat die nog erger waren dan die van de buurvrouw. Alsof er een wedstrijd aan de gang was over wie het meest had geleden, en alleen degene die het allerergste had meegemaakt recht van spreken had. Toen begreep ik nog niet wat er gebeurde, nu wel. Een collega van mij, met wie ik vaak in de Balkan werk zei eens: ‘de grootste schaarste na een oorlog is niet de schaarste aan voedsel of onderdak, de grootste schaarste is die aan aandacht’. Iedereen heeft vreselijke dingen meegemaakt, niemand wil er nog naar luisteren. Lotgenoten kunnen zich thuis voelen, saamhorigheid vinden bij elkaar, en de mentale muren hoog optrekken tegen de boze buitenwereld. Maar trauma’s worden daar vaak eerder mee gecultiveerd dan verwerkt. Laat staan dat er aandacht is voor wat de anderen, buiten die eigen muren, wordt aangedaan. Een Israëlische minister zei pas: ‘Ondervoeding in de bezette gebieden? Ik zie nog geen bolle buikjes, ik zie nog niet dat ze dood omvallen van de honger’. Waar het extreme leed dat de joden is aangedaan toetssteen wordt, kan elke andere, mindere vorm van kwaad makkelijk worden ontkend.

Zo wordt het ook begrijpelijk hoe het komt dat een groot deel van een volk zichzelf blijft zien als een voortdurend bedreigde groep slachtoffers die zich moet weren, en niet als de overheersers die ze inmiddels zelf zijn geworden. Een aantal feiten lijken eenvoudigweg niet te registreren, niet te worden waargenomen. Het feit dat de staat Israël in de wereldorde de vijfde militaire macht is, met miljarden aan militaire hulp bijgestaan door de grootste macht ter wereld, de VS. Keer op keer hoorden we Sharon, of een van de andere machthebbers zeggen dat Israël er alleen voor staat. Het feit dat de meeste omringende Arabische staten, Egypte voorop, niet speciaal gemotiveerd zijn om nog eens in een oorlog met Israël verzeild te raken wordt niet geregistreerd, wat wel wordt geregistreerd zijn de woedende demonstraties van Arabische burgers die protesteren tegen de bezetting en de oorlog die Israël voert tegen de Palestijnen. Zie je wel, alle Arabieren willen ons de zee indrijven, en dat willen ze omdat we joden zijn. Zo wordt ook niet geregistreerd dat Palestijnse kinderen met stenen naar tanks gooien of tieners zich aanmelden als kandidaat voor een zelfmoordaanslag, omdat de situatie in de bezette gebieden onverdraaglijk is. Nee, dat moet komen omdat die kinderen in hun schoolboekjes jodenhaat krijgen aangeleerd, dat kan er niet mee te maken hebben dat de meeste Palestijnse kinderen alleen maar joden tegenkomen als bezettende soldaten en gewapende kolonisten. Of het komt door de Islam, die de martelaren in de hemel zal belonen met een keur van maagden.

Zelfmoordaanslagen zijn extreem bedreigend. Juist de willekeur ervan, nooit weten wanneer en waar ze plaats zullen vinden roept een begrijpelijke angst op. Een angst die vervolgens inhaakt in de oude angst van vroeger: er zijn opnieuw mensen aan het werk die ons willen vernietigen. Die angst is makkelijk te manipuleren. Zelfmoordaanslagen zijn verschrikkelijk voor de bevolking, en diep ontwrichtend. Maar er is geen moment sprake dat de staat Israël daarbij wordt bedreigd, er is geen sprake van een Palestijns bezettend leger dat het Israëlische leger zou kunnen verslaan. Maar dat dringt nauwelijks door tot het bewustzijn van mensen die zich bedreigd voelen. Sharon gebruikte die angst, door zich op te stellen alsof het ging om de mogelijke vernietiging van Israël zelf, wat hem vervolgens carte blanche gaf om het leger in te zetten alsof het zou gaan om een oorlog tussen twee landen, en niet om een eenzijdige bezetting. Vervolgens werd zoveel schade aangericht dat het risico op zelfmoordaanslagen werd verhoogd in plaats van verminderd.

Het mechanisme, de time collapse, zien we niet alleen in Israël zelf. Nederlandse joden die zich verenigd hebben in Een Ander Joods Geluid hebben er ook ervaring mee. Zo belde een mevrouw naar het kantoor, en zei tegen de voorzitster: ‘mevrouw, als er een tweede Hitler komt, en we gaan er allemaal aan, dan is dat uw schuld’. Het was diep gemeend en oprecht. Een gevoel dat geworteld is in een trauma dat gisteren leek te zijn gebeurd en elk moment weer kan gebeuren. Een groep jonge Marokkanen was zo onverstandig om tijdens een protestdemonstratie tegen de politiek van Israël een vergelijking maken tussen de daden van het nazi-regime en de daden van het huidige Israël, en zij riepen een grote woede en angst op. Ze werden daarbij niet gehinderd door enig historisch besef over de jodenvervolging in Europa waar ze zelf geen deel van hebben uitgemaakt. Of misschien begrepen ze wel dat dit de meest effectieve manier was om mensen werkelijk emotioneel te raken. Sommigen van degenen die er heftig op reageerden zien niet eens meer dat de hakenkruisen op een paar van de spandoeken er niet op stonden omdat de jongeren dat als hun eigen symbool kozen, maar nu juist omdat ze het gebruikten als de sterkst denkbare uiting van afkeuring. En voor sommigen leek hiermee de volgende holocaust al weer bijna voorspelbaar, in een emotionele kettingreactie: anti-Israël, staat gelijk aan antisemitisme, is gelijk aan het antisemitisme van toen, en zal opnieuw leiden tot jodenvervolging.

Het taboe van de vergelijking

In Nederland probeert Hajo Meyer, van oorsprong Duitse jood, een onderscheid te maken tussen het antisemitisme van vroeger en de kritiek op Israël van nu, een onderscheid dat niet gemaakt wordt door degenen die het slachtofferschap zo diep hebben geïnternaliseerd dat ze niet meer kunnen zien dat de Israëli’s in feite bezetters zijn geworden. ‘Eén ding is zeker. Onterechte beschuldigingen van antisemitisme zijn de meest effectieve manier om het aan te wakkeren. Bestaan er minder domme manieren voor joden om het antisemitisme te bestrijden? Ja, wel degelijk. Beheers je angst, bestudeer de geschiedenis en realiseer je, wat ikzelf in twaalf jaar onder het meest virulente antisemitisme heb geleerd, dat het huidige antisemitisme, voor zover überhaupt aanwezig, heel ver afligt van zijn virulente vorm. Een tweede aanbeveling: word een volwassen jood die de kracht opbrengt toe te geven dat zijn volk na bijna tweeduizend jaar vervolging en vernedering nu een eigen staat heeft. Een staat die over een sterk leger beschikt maar deze kracht niet altijd met verstand en ook niet altijd op ethisch verantwoorde wijze gebruikt. Realiseer je dus dat joden niet uitsluitend slachtoffers zijn’. (Volkskrant 14 juni 02) Meyer kon vervolgens rekenen op scheldkanonnades van onder andere schrijver Leon de Winter, die hem respectievelijk uitmaakte voor bange jood, gevaarlijke jood, joodse mol en brave hofjood. Psychologiseren? Dat kan hij ook, zegt De Winter. ‘Wat beschuldigt u de Israëlische joden graag, met wellust bijna, van oorlogsmisdaden! Diep in uw hart bent u blij met die joodse vechtersbazen. Ze geven u de kans om afstand van hen te nemen en een nette jood te zijn die zijn gojische buren wil behagen met wat ze vermoedelijk van hem willen horen; sla me niet, ik ben net zo zoals jullie want ook joden zijn tot genocide in staat en we zijn allemaal even schuldig!’ (NB: Meyer heeft het nergens over genocide, wel over bezetting). Voor Jessica Durlacher, met De Winter getrouwd, is het gevoel van dreiging al zo opgelopen dat ze zich afvraagt of het voor haar en haar gezin nog mogelijk is om in Nederland te blijven.

Een bijverschijnsel van het onverwerkte collectieve trauma syndroom noemt Volkan niet, maar ik neem het waar. De neiging om de eigen geschiedenis als uniek en onvergelijkbaar te zien. Vandaar ook de unieke naam: de shoah, de holocaust, soms met een hoofdletter geschreven. Zeker is de poging tot vernietiging van een volk, een gehele etnisch-religieuze groepering het absolute en nog steeds onvoorstelbare dieptepunt in de Europese geschiedenis. Het is onvergelijkbaar in de omvang, in de haast industriële en mechanische technologie waarbij nog nooit zoveel mensen tegelijkertijd bewust zijn vermoord. Maar met het benadrukken van de uniciteit ervan ontstaat ook de neiging om andere vormen van vernietiging van mensengroepen af te doen als minder erg, (zolang in Jenin ‘maar’ 52 Palestijnen worden gedood, van wie de helft burgers, mogen we het niet hebben over een bloedbad) wordt het liefst vergeten dat in de Tweede Wereldoorlog in de kampen ook zigeuners, homo’s, verzetsmensen en partizanen zijn vermoord. Als die al een gedenkteken verdienen, dan een apart monument. Zo heb ik ook in vele moeizame discussies kunnen merken hoe gestoken en diep gekwetst mensen reageren, de mensen die vinden dat Israël door dik en dun verdedigd moet worden, wanneer er vergelijkingen worden gemaakt met ander onrecht. ‘Etnische zuivering’, het mag niet worden gezegd, hoewel zelfs met de meest neutrale definitie van die term exact wordt aangegeven wat er gebeurd is in het verleden, en nog steeds wordt voortgezet. Als woedende kolonisten Palestijnse huizen bestormen, auto’s in brand steken, een paar jongens aftuigen en een meisje van 15 doodschieten dat op het balkon van haar huis staat (het was in Hebron) terwijl de politie werkeloos toeziet, dan heet dat geen pogrom. Wanneer Israëlische tanks de straten van het dorp Beit Lahiya midden in de nacht afzetten, deuren intrappen, huisraad vernielen en alle mannen tussen de 15 en de 60 geboeid en geblinddoekt afvoeren, dan is dat geen razzia. Wanneer binnen Israël zelf nauwelijks meer een gemengde school voor Arabische en joodse kinderen te vinden is, en de hele buurt zich verzet wanneer een Arabisch gezin met Israëlisch staatsburgerschap in een joodse wijk probeert een huis te kopen dan is dat geen apartheid. Het is duidelijk hoe het verbod op vergelijking kan functioneren: het kan ingezet worden om Israel schoon te wassen, ‘wij zijn niet zo onbeschaafd en barbaars als die anderen, wij verdedigen ons alleen als het nodig is’.

(Tweede deel volgt)

12 gedachten over “Over zionisme (3)

  1. Beste Anja,

    Is dit artikel al vertaald naar het Arabisch? Ik zou het graag in één van de Arabische kranten gepubliceerd willen zien.

    rehab (vertaler)

  2. Chappeau! dit stuk zou als een leerstuk voor velen kunnen dienen!
    Anneke Jos (een Hollandse jodin)

  3. Vroeger werd op de uitspraak dat zwarten terug naar Afrika moesten gezegd dat alle Nederlanders terug naar Nederland en alle Amerikanen terug naar Europa moesten om het land terug te geven aan de oorspronkelijke bewoners. Het zelfde kun je zeggen van de Arabieren die sinds de verspreiding van de Islam de Berbers in de Maghreb hebben overspoeld. Het Zionisme heeft ook veel onrecht met zich meegebracht, met Palestijnen die van hun land werden verdreven.

    Wat ik wil stellen is, hoe ver moet je in het verleden gaan om een onrechtmatigheid te herstellen? Het Israël van nu gaat volgens het huidige internationaal recht zijn boekje te buiten. Daar moet nu een oplossing voor gevonden worden.

  4. Geweldig hoe diepgravend jouw 3de stuk over Zionisme !
    ook de 2 eerdere brengen broodnodige verlichting teweeg bij lezers die maar vage noties hebben over gehouden van de Geschiedenis -. Maar 3 werkt bovendien verzoenend door begrip en baarmhartigheid te wekken jegens de nazaten van de shoah waarvan zovelen de gruweldaden van de staat Israel ondersteunen. Mag ik jouw analyse van de doorwerkende trauma’s bij Joden pur sang extrapoleren en daarmee een begin van een begrip krijgen voor de overweldigende hoeveelheid Nederlanders die zich nog steeds vierkant stellen achter het met “vernietiging” bedreigde Israel? Immers ook Nederland identificeert zich als een klein en dus uiterst kwetstbaar land en wantrouwt zijn machtige, ooit overweldigende buren, Frankrijk, Duistland. De huidige Islamofobie heeft ook alle trekken van angst om door horden andersdenkenden te worden overspoeld.

  5. Onze eigen voorgeschiedenis laat zien dat het mogelijk is tegenstellingen te overwinnen. Je hoeft niet te zwelgen in je eigen historische identiteit als vermeend grootste slachtoffer aller tijden. Wij zijn tegenwoordig vriendjes met de Duitsers. Tijdens het laatste WK voetbal waren er zelfs pro-Duitse voetbalcommentatoren, we hebben dezelfde munt en we hadden bijna dezelfde grondwet gehad. Moge dat ook gebeuren met de Israëli’s en de Palestijnen.

    Tussen Duitsers en Nederlanders is geen eeuwenoude religieus bepaalde tegenstelling, bovendien heeft hier een secularisatie plaats gevonden. De time collapse voert altijd terug naar een conflict met een religieuze achtergrond, de heilige geschriften (oude testament, thora, koran, baghavad ghita en dergelijke gaan altijd over gewelddadige conflicten tussen de ware gelovigen en de ongelovigen) zijn vak de bron.

    Moge de secularisatie wereldwijd toeslaan, dat is de beste weg om geen slachtoffer van een time collapse te worden. Daarmee bedoel ik de Franse versie (laïcité) die staat voor de neutraliteit van de staat in religieuze aangelegenheden. In Nederland wordt secularisatie vaak als ontkerkelijking gezien. Ik ben wel een beetje tegen de kerk, maar gun iedereen zijn eigen geloof.

  6. Het mechanisme waar ik het over heb heeft helemaal niets te maken met religie, Henk. Het is een modetrendje aan het worden onder een groepje mensen die begonnen met zich af te zetten tegen de islam, en vervolgens tegen religie op zich, om te doen alsof al het kwaad nu in de godsdienst zit en secularisatie het antwoord is. Bedenk even: de ideologieen die gigantische hoeveelheden slachtoffers hebben gemaakt, het nazisme, stalinisme, maoisme, waren seculier.

    En onder de verdedigers van Israel, degenen waar ik het in mijn artikel over heb, tref ik vele niet gelovigen aan.

    En inderdaad, tussen Nederland en Duitsland is het goed gekomen, interessanter nog is dat het tussen Israel en Duitsland goed is gekomen. Daar zijn redenen voor aan te geven. Trauma;s kunnen zich oplossen als er erkenning en herkenning komt. Duitsland heeft niet alleen duidelijk de oorlog verloren, ze hebben schuld bekend, ze zijn begonnen aan een niet onaanzienlijke Wiedergutmachung, Willy Brandt viel nog eens op zijn knieeen om namens zijn volk symbolisch om vergiffenis te vragen. Er staan grote gedenktekens voor de shoah in Duitsland.

    Het zou voor de Palestijnen al heel veel schelen wanneer de Israeli\’s om te beginnen eens zouden erkennen dat de staat Israel is gesticht ten koste van de Palestijnen – die historisch gezien niets met de Europese jodenvervolging van doen hadden en daar ook niet voor hadden mogen worden bestraft – dat ze verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van het vluchtelingenprobleem, en dat er serieus moet worden nagedacht over wat er nog recht gezet en gecompenseerd kan worden. De Palestijnen hebben daar zelf al een grote stap voor gedaan, door een compromis aan te bieden waarin ze afstand zouden doen van 78% van hun oorspronkelijke land en Israel erkenden, dat was in 1988 en nog eens tijdens Oslo. Israel heeft daar op gereageerd door ook nog eens een flink deel van de overgebleven 22% te willen hebben, geen enkele verantwoordelijkheid te willen nemen voor het vluchtelingenprobleem, en feitelijk een leefbare Palestijnse staat onmogelijk te maken. En zolang de bezetting voortduurt, want dat is het, hoef je aan een proces van verzoening helemaal niet te denken.

    Ook elk voormalig koloniaal land moest eens beginnen met de misdaden uit het verleden onder ogen te zien en te erkennen dat er onrecht was gepleegd. En moesten serieus beginnen met te proberen wat er nog goed te maken viel. Israel ziet nog niet eens onder ogen wat de eerste zionisten wel degelijk wisten, dat de onderneming om een joodse staat te stichten een koloniale onderneming was.

    Juist gezien de mechanismen die ik hierboven beschrijf is die erkenning door Israel nog heel ver weg. Zolang het merendeel van de Israeli\’s zich vooral ziet als slachtoffers die zich moeten verdedigen, in plaats van als daders die verzet oproepen, kun je dat wel vergeten.

  7. Ik ben geen islamofoob, maar een afvallige katholiek, hoewel ik mijn moeder tegenwoordig graag in de waan laat dat ik weer katholiek ben geworden, want daar heeft ze behoefte aan. Ik laat mensen graag geloven wat ze willen.
    Ik ben mij bewust van het gevaar van het wijzen op de religieuze factor in de huidige problematiek, maar ik kan niet anders. Zo denk ik nu eenmaal, al heel lang. Het is gewoon zo, wat mij betreft.
    Mijn kritiek heeft met name betrekking op Israël, dat veel kenmerken van een theocratische staat vertoont. Moge de secularisering vooral in Israël plaats vinden. Wat dat betreft ben ik het volledig met je kritiek eens, Anja.

    Israël moet schuld bekennen en zijn slachtofferschapverering opgeven, maar dat moet de andere partij ook doen.

  8. ‘Zo denk ik nou eenmaal, ik kan niet anders’, kom op Henk, iedereen boven de vijf is in staat zijn oordelen te toetsen aan de werkelijkheid en die nog eens te herzien. Je wilt toch wel dat we je serieus nemen? Dan gebruik je je hersens, je observatievermogen, de feiten die ik je noem kun je moeilijk ontkennen. Je kunt je niet beroepen op het gegeven ‘dat je het al zolang dacht’. Zo kennen we er nog wel een paar.

    ‘Ik had vroeger een reuze hekel aan mannen, en dat heb ik al zo lang, dat hou ik maar zo’. Hoor je mij dat zeggen? Nee?
    Gewoontedenken daar doe je jezelf tekort mee, behalve dat er niet mee te praten valt. Dus doe je best eens en overstijg jezelf.

  9. Kun jij dat niet geloven, Clara?
    Misschien kun je ook niet geloven dat secularisten religieus van aard kunnen zijn. Het denken in vijandbeelden past beter bij de moderne tijd, men ziet de secularist als de grote vijand van de religies.
    Toch ben ik een gelovig mens, zeker in aanwezigheid van mijn moeder, dan word ik altijd even katholiek. Dat betekent “algemeen”; alle mensen die in (de christelijke) God geloven. Ik begrijp dat het verwarrend is.

  10. Ieder geloof is ontstaan vanuit de drang naar zekerheid in ons menselijk bestaan. Vanuit angst voor onzekerheden, vanuit de wil om te overleven. Helaas is geen enkel geloof in staat om mensen die zekerheid te geven. Dat geeft het kapitalistische systeem de gelegenheid om te pas en te onpas gelovigen en bevolkingsgroepen te misbruiken en tegen elkaar uit te spelen. Het aloude verdeel en heers principe. Dat is het belangrijkste overlevingsmechanisme van het kapitalisme.Zolang de mensheid zich daar niet van bewust is zal moord en doodslag aan de orde van de dag zijn. Helaas is er op dit moment geen enkele politieke partij die mensen bewust maakt van de destructiviteit van het kapitalistisch systeem. Van zijn wetmatigheden.Van zijn uitbuiting van mens, dier en aarde. Zolang de fundamenten van het kapitalisme niet tot de grond toe gesloopt word, zal ons nageslacht een uitzichtsloze toekomst hebben die in het teken staat van oorlog, macht, honger,dorst, verslaving,het barbaarse recht van de sterkste, overleven in plaats van leven. Want dat zijn namelijk de wetmatige verschijnselen van het kapitalistische systeem. Geen enkele nederlandse politieke partij heeft de wil om dit kapitalisme te ontmaskeren, te ontmantelen en vervolgens samen met de bevolking een betere samenleving te creeren. Ook de SP niet. Sterker nog, door de manier waarop de SP participeert in het kapitalistische systeem, versterk je het, in plaats van het te verzwakken. Daardoor is de SP mede verantwoordelijk voor de ellende die het kapitalisme veroorzaakt.
    Ik nodig hierbij iedere zogenaamde socialist van de SP uit om dit te weerleggen.

  11. Komt wel aardig in de buurt of niet 😉

    De merchant of Venice.

    To bait fish withal: if it will feed nothing else,
    it will feed my revenge. He hath disgraced me, and
    hindered me half a million; laughed at my losses,
    mocked at my gains, scorned my nation, thwarted my
    bargains, cooled my friends, heated mine
    enemies; and what’s his reason? I am a Jew. Hath
    not a Jew eyes? hath not a Jew hands, organs,
    dimensions, senses, affections, passions? fed with
    the same food, hurt with the same weapons, subject
    to the same diseases, healed by the same means,
    warmed and cooled by the same winter and summer, as
    a Christian is? If you prick us, do we not bleed?
    if you tickle us, do we not laugh? if you poison
    us, do we not die? and if you wrong us, shall we not
    revenge? If we are like you in the rest, we will
    resemble you in that. If a Jew wrong a Christian,
    what is his humility? Revenge. If a Christian
    wrong a Jew, what should his sufferance be by
    Christian example? Why, revenge. The villany you
    teach me, I will execute, and it shall go hard but I
    will better the instruction.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *