Inburgering in de Eerste Kamer

Pittige dag in de Eerste Kamer. Op de plenaire agenda stond maar één wet, waarin een aantal zaken betreffende de inburgering werden verbeterd. Daar was eigenlijk niemand het mee oneens, en we hadden de wet ook kunnen ‘hameren’, dat wil zeggen zonder plenair debat aannemen. Maar meerdere fracties hadden er wel behoefte aan om het wat algemener over de inburgering te kunnen hebben met de minister, want die zien we maar eens per jaar in de Eerste Kamer, en de minister was zelf ook niet ongenegen, liet hij merken.

Het debat ging er vooral over hoe het nu staat met de inburgering, waarvan we weten dat die in het begin maar hortend en stotend op gang kwam. Het voorgenomen aantal inburgeraars werd in ieder geval niet gehaald. Ook wilden we het hebben over de vraag of de inburgering inhoudelijk aan het doel beantwoord, want de vraag hoeveel mensen je door de molen kunt halen is een ding, of ze er aan de andere kant uitkomen – niet alleen met een formele kennis van de Nederlandse taal, maar vooral met het vermogen om zich daarin te uiten, en te participeren in de samenleving – is een ander ding. Pauline Meurs, PvdA en tevens sprekend voor Groen Links vroeg zich af of de huidige inburgering niet meer uitsluiting tot gevolg had, dan insluiting, en had het ook over de vraag waar we ons allemaal mee bezig hielden, of de balans straf voor niet meedoen of het examen niet halen, en de beloning wel klopte.

Ik haalde uit Eindhoven, waar aardige resultaten zijn behaald, het voorbeeld aan dat er meer bereikt werd met een uitnodigende houding, en beloning aan het eind van de rit: bijvoorbeeld de kwijtschelding van de eigen bijdrage bij slagen.

Ik ga hier de hele discussie niet herhalen, binnenkort is voor wie geïnteresseerd is de complete tekst beschikbaar in ‘de handelingen’, ik zal het hebben over een aantal punten waar ik stevig over van mening verschilde met de minister. Want overeenkomsten waren er ook: ik ga er van uit dat minister van der Laan echt bezig is om de inburgering tot een succes te maken, en dat hij zeer bereid is om te luisteren naar wat eenieder te zeggen heeft. Het was in ieder geval een verademing om te zien dat hij de beantwoording van de vragen niet aan zijn ambtenaren overliet, maar luisterde en ook persoonlijk antwoord gaf. Van der Laan houdt wel van een echt debat.

Wat niet betekend dat we het overal over eens werden. Bijvoorbeeld. Van der Laan heeft het de gemeenten verboden om inburgeringscursussen voor vrouwen aan te bieden, want hij vindt dat bij de inburgering hoort dat migranten meteen alles gemengd doen want zo doen wij dat in Nederland. Moet je natuurlijk nou uitgerekend niet tegen mij zeggen, want ik heb vele jaren lang door de staat erkend en betaald vrouwengroepen begeleid, en ik heb de gehele golf aan tweedekans onderwijs voor vrouwen meegemaakt. Ja maar dat was emancipatie en dat was vroeger, probeerde de minister nog even, en moest wel lachen toen ik zei dat dat leuk geprobeerd was maar dat het hem niet ging lukken om mij in het verleden te parkeren. Want het gaat wel degelijk om een nieuwe emancipatiegolf, en het is niet nuttig en ook niet effectief om van de nieuwkomelingen te verwachten dat zij beginnen waar wij zijn opgehouden. Ook zij hebben recht op hun eigen proces, en als het voor sommige vrouwen helpt om dat in de vertrouwelijkheid van een vrouwengroep te doen, waarom zouden wij dat dan willen verbieden? Maar we hoeven toch niet veertig jaar emancipatie overnieuw te doen, vroeg de minister. Nee, niet veertig jaar, een VOS cursus, een praatgroep, de VIDO, die duurden ook maar ongeveer een jaar.

Nu is het zo dat de meeste migranten wel in gemengde groepen willen. Prima. Het gaat er niet om om mensen wat op te leggen. En nadat er boze reacties uit gemeentes waren gekomen omdat ze een bestraffende brief van de minister hadden gekregen omdat zij inburgering aanboden in vrouwengroepen, en die gemeentes hadden gezegd kunnen wij het helpen als er op een aanbod overdag gekoppeld aan opvoedingsvragen geen mannen komen, had de minister de hand over zijn hart gestreken en gezegd dat wanneer vrouwengroepen spontaan ontstonden hij er in feite geen verbod tegenover wilde stellen. Waarmee het probleem in de praktijk al is opgelost.

Ook zei de minister nog dat hem niet voldoende was gebleken dat er minder vrouwen naar de cursussen kwamen als er geen vrouwengroepen werden aangeboden. Punt is, zei ik, dat het er niet alleen om gaat hoeveel vrouwen er komen, maar ook welk effect het heeft op de kwaliteit – en we hebben net op Nova kunnen zien hoe goed het gaat als vrouwen op de school van hun kinderen les kunnen krijgen, ze kunnen hun kinderen meenemen, treffen daar andere vrouwen bij wie ze zich vertrouwd voelen, en kijk, het resultaat gaat met sprongen omhoog. En ik vind dus dat er wel wat meer gekeken mag worden naar de kwaliteit en niet alleen de kwantiteit van de inburgering, en dat het zaak is om naar succesvolle processen te kijken en daar van te leren. Hoe dan ook: de minister laat vele zaken over aan het inzicht van de gemeenten, omdat die beter weten hoe ze aan moeten sluiten bij hun mensen, en terecht, het is dus raar dat dit niet aan de gemeenten wordt overgelaten en hier een principieel punt van gemaakt moet worden. Ik had eerlijk gezegd de indruk dat de minister daar niet ongevoelig voor was, maar ja. Ik denk ook dat hij niet meer terug kon. Kom ik nog op.

We hadden het ook nog over de huwelijksmigratie, die eigenlijk niet zozeer te maken had met deze wet, maar wel ter sprake kwam. De neiging is nu om de eisen aan huwelijksmigranten nog verder te verhogen, hogere eisen te stellen aan de inburgering in het buitenland, de leeftijd te verhogen, de inkomenseisen te verhogen – nu waren de eisen al behoorlijk hoog, maar het ‘afschrikkend effect’ was afgenomen. Twee argumenten noemt de regering om de eisen te verhogen: dat we het als land niet aankunnen om steeds maar nieuwe mensen toe te laten die weer opnieuw moeten beginnen, en het tegengaan van huwelijksdwang.

Ik ga er van uit dat we veel minder last hebben van het aantal migranten wanneer we eenmaal door de grote bulk van de inburgering heen zijn, en bovendien veel meer ervaring hebben hoe we dat vlot en soepel kunnen laten verlopen. En dit vind ik een belangrijk punt: mensen hebben het recht op het kiezen van een partner, en daar mee samen te leven, en zo gauw we de eisen aan een partner van elders echt heel veel hoger maken dan de eisen aan het trouwen met een partner hier, zitten we op het hellende vlak van de mensenrechten en het recht op gezinshereniging. En dan het andere punt: de huwelijksdwang. Daar zijn we het allemaal over eens, dat zou niet mogen worden toegestaan, het punt is wel dat het verhogen van de eisen een veel te grof middel is om dat tegen te gaan: je dupeert daar ook de mensen mee waarbij helemaal geen sprake is van dwang. En ik zou wel willen weten wat we nu eigenlijk weten over het aantal gedwongen huwelijken bij de nieuwe migranten, of dit niet als excuus gebruikt wordt om de migratie grofweg tegen te houden. Ook daar zijn we nog niet over uitgesproken.

Minister van der Laan begon uit zichzelf over wat hij als een probleem ziet: dat van de autochtone Nederlanders 60% inmiddels een eigen huis bezit, en dat dat voor de migranten nog maar 16% is. Ik weet helemaal niet of dat een probleem is – migranten zijn bezig om zich een plaats te veroveren, het opleidingsniveau stijgt, het inkomensniveau in ieder geval voor een deel van hen ook, we zullen wel zien of zich dat niet ook uit in meer eigen huis bezit. Maar de minister wil vooral het feit dat er migranten zijn die in het land van herkomst een huisje hebben zien als een bewijs dat zij nog niet echt hebben gekozen om Nederlander te zijn. Tja, daar hebben we het weer. Ik had het er al over. Ik mag als ‘authentieke Nederlander’ wel een tweede huis hebben, zelfs in Casablanca, maar als je nog moet bewijzen dat je wel een loyale Nederlander aan het worden bent mag dat kennelijk niet. De minister weet ook dat hij niet wettelijk kan gaan verbieden dan migranten nog investeren in het land van herkomst, maar hij vond het kennelijk wel nodig om het te zeggen, en daarmee de lijst waar migranten aan moeten voldoen om er bij te horen nog eens te verlengen – alsof die niet al lang genoeg is. Vind ik dus geen goede zaak.

Je mag wel eisen aan inburgeraars stellen, als dan maar wel duidelijk is dat je hier als je je best doet duurzaam welkom bent, zei de minister. Kijk, daar waren we het weer met elkaar eens. Want daar wil ik graag naar toe, dat mensen ook echt het gevoel krijgt dat het loont om je best te doen, en dat er toch echt een moment komt dat je niet meer gezien wordt als een buitenstaander die nog moet bewijzen dat hij een echte Nederlander is – maar dat is helaas niet alleen een zaak van een goed lopende inburgering. Want hier komen we aan een punt dat verder geheel buiten de discussie bleef, dat dat niet alleen een zaak is tussen overheid en inburgeraar, we hebben ook te maken met een politiek klimaat dat de migranten – al doen ze nog zo hun best – niet welkom wil heten. En dit is het lastige punt, ook voor een minister die welwillend is: aan migranten kun je regels stellen, met sancties en beloningen eventueel, maar op de autochtone Nederlanders, plus hun politieke vertegenwoordigers die helemaal geen migranten willen als ze toevallig ook nog moslim zijn, daar hebben we heel weinig greep op.

Ik noemde het, als belangrijke factor die meespeelt, maar een discussie werd dat niet. Te groot, te zwaar, denk ik, we kunnen in zo’n debat beter uit de voeten met de details van de inburgering.

En daarmee kom ik aan nog wat gedachten die ik na afloop had naar aanleiding van het debat. Mijn indruk is dat de minister absoluut zijn best doet, maar ook behoorlijk klem zit, politiek gezien, al zegt hij dat niet hardop, en ook zijn best doet om de rechterkant van het politieke spectrum ook enigszins tevreden te houden. Vandaar, bijvoorbeeld, een praktisch gezien onzinnig punt om vrouwengroepen te willen verbieden. Nergens goed voor, behalve om rechts het gevoel te geven dat we toch echt streng toezien dat migranten zich houden aan ‘onze’ cultuur – al is het onze cultuur helemaal niet om alles verplicht gemengd te doen. In dat spanningsveld kunnen we het maar ten dele werkelijk openlijk hebben over wat werkt en wat niet. Want alles wordt symboolpolitiek, en bij elke maatregel dreigt de polarisatie weer toe te slaan. Dat maakt een werkelijk debat over de zaak waar we het eigenlijk wel over eens zijn: dat de inburgering belangrijk is, en we van de ervaring tot nu toe kunnen leren om het beter te doen, wel moeilijk.

Laatste woord nog niet over gesproken.

4 gedachten over “Inburgering in de Eerste Kamer

  1. Als inburgerdocent zie ik dagelijks nog teveel mensen die eigenlijk echt zijn ingeburgerd, maar alsnog aan die formele eisen moeten voldoen. Goed voor mijn werkgelegenheid en die van het hele circus, maar ergens absurd. Mijn lieve cursiste R met twee banen, 4 kinderen en een lieve man en een stukje grond daar ( al zoveel meer waard, José!). Die aardige O. die de ganse avond wil doorkletsen over alles wat ie weet, en door DWI gestuurd is, terwijl hij zo leergiering andere zaken zou willen oppakken en eigenlijk niet meer formeel een taal zou willen verbeteren op zijn 59e jaar. Hij zal het niet helan want hij is wat traag geworden in zijn verbale reacties.
    Maar goed, als de Kamer het wil..
    Verder tob ik echt met veel mensen die het nooit gaan redden door een te laag IQ (rond de 80, schat ik)of door een hersenbloeding. Ik hoor er nooit over. Ken wel een lieve dame die treurig is omdat ze door haar domheid of leeftijd (59) geen Nederlands paspoort zal krijgen.
    Ten slotte zie ik dat er nauwelijks idee is van de situatie op de werkvloer die bar en boos is. Vrijwel allen flexwerkers op oproepcontracten of tijdelijk of als dappere ZZP’ers. In eenzame concurrentie met elkaar om de beste contracten ‘bezig voor de cursisten’..Zelf was ik de afgelopen periode enorm veel tijd kwijt aan administratie. We zijn hard bezig om de Thuiszorg en de Meavita’s achterna te gaan, en van de inhoud zal bar weinig overblijven, vrees ik. Die is niet meetbaar namelijk.

  2. Dank je wel, José – goed om uit de praktijk te horen. Je snijdt veel onderwerpen aan: mensen die eigenlijk al te geïntegreerd zijn om nog te gaan ‘inburgeren’ – de vraag dus of de startcriteria wel deugen. Ook belangrijk: mensen die het echt niet kunnen. Dat was vooral ook de zorg van Pauline Meurs, van de PvdA. Er is sprake van geweest om vrijstellingen te geven voor mensen die het medisch/psychisch echt niet kunnen, ik weet niet hoe ver het daar mee staat, wel dat het het belangrijk is om dergelijke informatie in te zetten. De race is nog niet gelopen, er komt binnenkort een evaluatierapport, we zullen nog eens in de kamer debatteren met de minister: kortom, het is belangrijk dat ik daarbij goed vanuit de praktijk ben geïnformeerd.
    Ik wil dus graag meer van je horen, en ik zal je per email opzoeken.

  3. Hallo,

    Ik heb op een andere website misschien wat al te dom taalgebruik gebruikt. Mijn excuses daarvoor. Van mijn part mogen jullie die reactie verwijderen.

    Mijn mening over dit onderwerp en dan wel met name over gezinsvorming is als volgt:

    Er staat duidelijk in de Europese Grondrechten van de mens dat de overheid zich niet mag bemoeien met alle zaken die zich in het gezin afspelen, daaronder valt dus ook gezinsvorming.

    Dit wetende, en dan ook wetende dat het Europese Hof Nederland al op de vingers heeft getikt voor het overtreden van deze wet met zijn strenge eisen op gezinsvorming, is mijn mening over dit onderwerp als volgt.

    Door de eisen voor gezinsvorming overtreedt Nederland al de Europese wet over de Rechten van de Mens.

    Ik weet niet of in de politiek de rechten van de mens belangrijk worden gevonden? Ik vindt van wel.

    De Nederlands overheid overtreedt deze wet. Het is gewoon ongelooflijk. De Nederlandse overheid lapt de Europese Rechten van de Mens gewoon aan zijn laars.

    Het gaat dan wel niet over martelen, maar het blijven de RECHTEN VAN DE MENS. Die regel bestaat niet voor niks en het zijn de basisrechten van de mens!

    Goed, de ethische kwestie daargelaten, staat de Europese Wetgeving nog steeds boven de Nederlandse, en ik geloof toch wel dat Nederland die Europese Rechten van de mens heeft erkend.

    Dus eigenlijk is het gewoon illegaal. Niet volgens de wet. En om het erger te maken. Niet volgens de wet die de Rechten van de Mens beschermd.

    De overheid maakt gewoon een inbreuk op een basisrecht van vrijheid van een mens t.o.v. de overheid. Gaat een beetje ver vindt je niet?

    En als we het dan over al die Marokkanen en Turken hebben, die oh zo erg, alleen schijnen te trouwen met mensen uit hun geboorteland. We hebben ze zelf hier heen gehaald, en ze hebben hier legaal hard gewerkt.
    Lijkt me geen reden omdat ze nu hier wonen om een inbreuk te maken op een basisrecht op vrijheid ten opzichte van de overheid.

    Mijn mening over inburgering is als volgt, aangezien de mens maar een leven heeft en het recht heeft om te trouwen met wie hij wil, (BASISRECHT!) en de mensen die dit aangaan met een Nederlandse, ook naar dit land komen en het moeilijk hebben, vindt ik dat wanneer er gepraat wordt over de inburgeringscursus meer de nadruk moet gelegd worden om de mensen te helpen, ipv het steeds als een eis neer te zetten.

    Want oh god. Je zal maar met een Nederlandse willen trouwen. Dat is toch wel echt erg. Laten we dat maar heel moeilijk maken. Niet dus. We blijven mensen boven alles.

  4. Jitse, je hebt hier al medestanders, en je punt is duidelijk.
    Het is niet nodig om vijf keer hetzelfde te komen zeggen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *