Brons

Oké, brons. Maar echt feest wilde het niet worden, want we gingen voor goud. Of zilver. En het leek er toch even echt in te zitten.

Schrale troost dat er drie partijen nog veel meer aangeslagen waren, GroenLinks nog maar drie, CDA niet terug van weggeweest, en joepie, wat keek Wilders sneu, dat maakte nog een boel goed want die is gehalveerd, en zijn glorietijd zit erop. Dus wij konden volhouden dat we het niet slecht hebben gedaan, want geen winst maar ook geen verlies. Nog steeds een solide vijftien zetels in de kamer. En ruim 2700 nieuwe leden.

Maar ik dacht aan al die kandidaat-Kamerleden die al bezig waren geweest om hun leven om te gooien voor het geval dat, en aan al die SP’ers die het vuur uit hun sloffen hebben gelopen voor een beetje meer resultaat dan dit, en een positie in de peiling die verdween naast de titanenstrijd tussen PvdA en VVD. Politiek is kunnen winnen, maar het is vooral ook kunnen verliezen.

Oké, voor een deel kreeg de PvdA terug wat ze eens aan ons kwijt waren geraakt. Toen deed Job Cohen het tot mijn verdriet slecht in de media, want ik vond niet dat hij dat verdiende. En nu was opeens Roemer uit de gratie. Terwijl de partij toch nog echt dezelfde partij is als een paar weken terug. Zo gaat het tegenwoordig in de politiek. Het is wennen. Ook dat er straks in de Tweede Kamer dankzij deze nek-aan-nekrace twee partijen groter zitten te wezen dan ze feitelijk zouden zijn als het alleen maar om de kiezersvoorkeuren ging, en we het daar dan weer een hele tijd mee moeten doen, tot de coalitie het weer begeeft. Wat er in elk denkbare mogelijke samenstelling dik in zit.

Wonden likken. Zegeningen tellen. Bezorgd kijken naar de vorming van een coalitie, want dat is natuurlijk wat velen van ons vrezen: dat de PvdA in zee gaat met de VVD. En dan blijken al die stemmen die juist bedoeld waren om de VVD te verslaan voor Rutte te zijn. En zullen veel linkse mensen die dachten strategisch te stemmen zich voor hun kop slaan. Laat ik ongelijk krijgen, alsjeblieft.