Getrouwd met Gaza

boek-3-of-1.jpg
Links Tineke Bennema

Tineke Bennema, collega-schrijfster, van onder andere het prachtige boek De last van Khalil, Het leven van een Palestijnse sjouwer in Jeruzalem, dat gebaseerd is op de geschiedenis van de grootvader van haar man, schreef op haar beurt een bespreking van mijn boek, Het Jawoord. Een beetje een ‘mutual backpatting society’ zijn we wel, maar dat krijg je als je veel bij elkaar herkent. Hierboven de foto van toen ze mij interviewde bij de presentatie van mijn vorige boek, ‘Oorlog als er vrede dreigt’. En hier haar verhaal, vanaf haar weblog.

Bij de presentatie van haar vorige boek over Gaza ‘Oorlog als er vrede dreigt’ uit 2010 had ze me gevraagd haar te interviewen voor het publiek. En nee, ze hoefde geen vragen van tevoren te zien. Ik bereidde me grondig voor en ontdekte dat ik te weinig over La Meulenbelt wist. Natuurlijk, in grote lijnen wel. De Schaamte Voorbij, vrouwenbeweging, Palestijnen, links. Maar in detail: dat ze zich haar hele volwassen leven heeft ingezet voor rechten van mishandelde vrouwen, voor homo’s en lesbo’s, tegen racisme, voor slachtoffers van oorlogsgeweld in Zuid-Afrika, waar ze trainingen gaf net zoals in voormalig Joegoslavie, voor de rechten van gehandicapten en die van de Palestijnen natuurlijk. Wat je ook over haar kunt zeggen, either you love her or you hate her, maar haar leven staat in het teken van strijd tegen onrecht. Da’s toch net iets meer dan de meeste mensen kunnen zeggen. In haar jongste boek ‘Het jawoord’ (ze is al weer aan een nieuwe bezig), het ongeveer veertigste, schrijft ze met veel humor, maar ook direct en kwetsbaar – haar handelsmerk denk ik – haar onmogelijke Gazaanse liefde.

Tijdens die boekpresentatie bedankte ze Dries van Agt die sprak, met de woorden: ‘Wie had ooit kunnen denken dat we elkaar zouden omhelzen, toen ik voor de abortuskliniek Bloemenhove (die Van Agt wilde sluiten –TB) stond met een bord: Gods eigen seksist.’

Even daarvoor nog had ze openhartig verteld over de breuk met haar man. In het Jawoord beschrijft ze niet alleen de Liefde met een hoofdletter tegen de achtergrond van oorlog, maar ook met veel humor het absurde dagelijkse leven in Gaza, voor mijn gevoel nog dichterbij dan in haar andere boeken. Hoe Palestijnen weer bronnen van inkomsten weten aan te boren (in de strook is bijna iedereen werkloos) bij het checkpoint: ze verkopen een stukje papier met hun telefoonnummer erop. Als je door het checkpoint moet, kun je hem bellen om te vragen hoe lang de rij is op dat moment. En over de ‘colavergiftiging’ die haar bedreigde, want overal waar je komt word je er mee volgegoten – Arabische gastvrijheid. En hoe een misverstand tussen haar Palestijnse geliefde die haar man werd, er toe leidt dat hij verbaasd reageert: ‘My feelings for you are more bigger than before.’ Heerlijk, dacht ik, ik hoor het Palestijnen zeggen.

Je weet het van het begin af aan, deze Oriana Fallaci- Panagoulis relatie kan geen standhouden. Meulenbelt pendelt tussen Gaza en Amsterdam, het reizen wordt steeds moeilijker en als de oorlog uitbreekt in Gaza en Rashid met zijn twee zoons naar Amsterdam komt, beseft hij dat hij er nooit definitief kan wonen. Want hij is met Gaza getrouwd.

Het is een ontroerend boek. Wie het leest hoopt telkens tegen beter weten in dat het goed komt met de Palestijnen in de Gazastrook, met Rashid en en met Anja en Rashid samen. Het mocht niet zo zijn. De Gazanen krijgen de ergste oorlog over zich heen in de geschiedenis van het stukje verdoemde aarde van 10 km x 40 km. Het Jawoord heeft alle elementen van de klassieke tragedie.