Zwaar werk

Terwijl elders de strijd nog woedt tussen kabinet en het FNV plus de vier politieke partijen over het alternatieve plan voor levensloop en prepensioen – het kabinet wil er niets van weten, debatteerden wij over het thema in de Eerste Kamer, bij de bespreking van de begroting van Sociale Zaken.

In mijn bijdrage had ik het vooral over de ouderen, en over de vraag of we willen dat mensen langer blijven werken. Ik heb daarbij veel gehad aan de reacties van jullie op de SP website. Het helpt altijd om het niet alleen over statistieken te hebben maar over echte mensen.

Mijn bijdrage is binnenkort beschikbaar om te lezen.
In de discussie in de tweede termijn heb ik vooral aangedrongen op een beter beleid om mensen in zware beroepen niet te laten verslijten. In plaats van te wachten tot mensen rijp zijn voor de WAO, de WW of de bijstand zouden er meer maatregelen moeten komen om de werkomstandigheden te verbeteren, of mensen tijdig in een andere functie te zetten of om te laten scholen. Voor iedereen beter, en ook voor de economie. Ook heb ik aandacht gevraagd voor beroepen waar mensen niet zozeer fysiek snel aan slijten, maar waar ze een hoog risico hebben om mentaal op te branden, zoals in de zorg en het basisonderwijs.
Minister de Geus reageerde positief: ‘keur de baan inplaats van de mensen’, zei hij, eigenlijk moeten alle banen ‘pensionproof’ zijn, dat wil zeggen dat je er gezond en wel in door zou moeten kunnen werken. Een echte toezegging om daar duidelijker beleid op te maken heb ik hem niet kunnen ontfutselen. De overheid heeft daarin alleen een ‘flankerende functie’ zei hij, de werkelijke maatregelen moeten door de werkgevers worden genomen, maar de overheid kan daar wel een stimulerende en controlerende functie in hebben. Wel zei hij toe terug te komen op het beleid ten aanzien van zware beroepen wanneer de komende wetten over arbeidsomstandigheden worden besproken. Er waren meer kamerleden die het een belangrijk punt vonden, ook bij CDA en VVD, dus we zullen er op letten.

Verder was het opmerkelijk dat minister de Geus die een paar maanden geleden nog vond dat de emancipatie, dat wil zeggen, van autochtone vrouwen wel voltooid was nu met keurig overzicht kwam wat er allemaal nog aan schort: te weinig vrouwen aan de top en op plaatsen waar de beslissingen worden genomen, te veel geweld, nog steeds een te klein deel van de vrouwen economisch zelfstandig (38%), de situatie van allochtone vrouwen nog minder rooskleurig, kinderopvang nog niet opgelost, te weinig mannen die hun deel van de zorg doen. Het proces van emancipatie is onderweg en onomkeerbaar, zei hij, maar nog niet voltooid. Een belangrijke toezegging die hij deed is dat niet alleen de minister die verantwoordelijk is voor emancipatiezaken zich er mee moeten bemoeien, maar dat alle ministeries zullen worden doorgelicht op hun emancipatiebeleid in hun departement.
We weten waar we de minister en de staatssecretaris aan kunnen houden.

Ondertussen werd de wet op de jeugdzorg, waar Tineke hard aan had gewerkt met zitten en opstaan aangenomen met alleen de VVD tegen, moest Ronald zijn best doen op verkeer en waterstaat, en kwam Tiny terug vol van verhalen over Irak.

Daarna zaten de kamerleden die verantwoordelijk zijn voor sociale zaken, een boel vrouwen en één man, redelijk tevreden aan de borrel en de bitterballen. We kunnen erg van mening verschillen over de grote politieke lijnen, maar wanneer het gaat om beleid ten aanzien van de minima, de uitkeringsgerechtigden, gehandicapten en ouderen vinden we elkaar nog wel eens, en er heerst een andere sfeer dan in de Tweede Kamer, minder gericht op scoren. Dat we bijna nooit aandacht krijgen van de media helpt daar wel bij. Voor mij als oude feministe was het wel een feestje dat de vrouwen van het CDA en de VVD, en de man van de PvdA nog meer aandacht besteedden aan de positie van vrouwen dan ik. Dat zou ik dertig jaar geleden toch niet hebben durven dromen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *