Partijganger van de armen

Een opfrissingscursus socialisme, voor wie het woord een beetje afgesleten en dof geworden is, voor wie moeite heeft om de vraag te beantwoorden, wat is dat tegenwoordig nog in deze wereld, socialisme? is What’s Left een inspirerend boekje. Tenminste, dat vind ik. Ik heb het nog niet uit, maar leg het na lezing van een stuk even weg omdat ik dan al vol zit met zinnen waarover ik na wil denken. Neem het eerste stuk, van Huub Oosterhuis. Helderder verwoord wat Jezus en Marx met elkaar te maken hebben (en wat niet) ben ik nog niet tegengekomen.

Voor de vaste bezoekers van de Amsterdamse Studenten Ekklesia, die linkse kerk, is het geen verrassing dat Oosterhuis terug gaat naar de oorspronkelijke bron van het evangelie, wat letterlijk betekent ‘goed bericht’, ‘vreugedetijding’, en de politieke lading daarvan. Jezus was niet de man die mensen opriep om vroom te zijn in de kerk (of synagoge) maar om zich radicaal in te zetten voor een rechtvaardiger wereld.

En Marx? Een citaat:
‘Marx heeft de volle gang van de destructieve krachten binnen de kapitalistische revolutie helderziende als geen ander beschreven en de tegenrevolutie gepreprogrammeerd. Daarbij wees hij de christelijke godsdienst aan als een van de machtigste vijanden van de onderdrukten, omdat zij functioneerde als pleitbezorger van de ‘door God gevestigde orde’. Omdat ‘God’ in de dagen van Marx nog de god was van het volstrekte eigendom van clerus en kapitaal, en omdat Marx voor zo’n god niet buigen wilde (net zomin als Israël wilde buigen voor de god-koning van Egypte), daarom noemde hij zich atheïst.
Het ongeloof in het noodlot en de heiligheid van het bestaanbde, maar ook het geloof en het inzicht in de vernieuwbaarheid van deze wereld doordesemt heel de marxistische traditie en is geestverwant aan het geloof van Israël en het visioen van de bijbel.
‘Christelijk geloof”betekende in de dagen van Marx en ver daarvóór al (en betekent voor velen vandaag nog) dat de christelijke god de schepper is van deze standen-en-klassen-maatschappij, een god die de bestaande sociale wanorde sanctioneert. Tegenover deze christelijke godsdienstigheid moet het socialisme zich wel atheïstisch noemen’.

Is er dan een andere christelijke godsdienstigheid mogelijk? Wel als je terug gaat naar wat Jezus van Nazareth heeft gezegd. Zijn uitspraken liegen er niet om:
‘Niemand kan twee heren dienen – want hij zal de één haten en de ander liefhebben, ofwel de één aanhangen en de ander verachten. Gij kunt niet de levende God aanhangen en dienenen tegelijk de mammon, de god van geld en economische macht’. (Lucas 16 vers 13-14)
Met de mammon wordt bedoelt, zegt Oosterhuis, alles wat een mens bezit ten koste van anderen: grondbezit, het woekerende, verslavende bezit van productiemiddelen. Waarmee niet wordt bedoeld het bezit van tafel en bed en kostwinning, het bezit van levensvoorzieningen voor je kinderen – al dat elementaire waarvoor in West-Europa de laagstbetaalden nog altijd moeten vechten. Wat zegt deze Jezus?
Dat wie hem volgen wil moet afzien van een levenswijze die gericht is op het verwerven en vermeerderen van staat en stand en bezit, en moet kiezen voor een levensweg, een beroep, een inzet in de politie-sociale werkelijkheid, die hem of haar brengt aan de zijde van de bezistlozen, van hen die geen primaire leeftocht hebben: dus die hen maakt tot ‘partijganger van de armen’.

Makkelijk? Nee. Maar als je de woorden van Jezus (en Marx) herkend hebt ben je al lang verontwaardigd en woedend over deze wereld, en rusteloos en dwars, proberend dat heersende sociaal-economische systeem in je eigen denken en leefgewoonten te onderkennen en af te breken. Je hebt je al ingeschakeld, in allerlei pogingen om die structuur van rijk en arm, heer en knecht te vernietigen; om in alle verbanden waarin je meeleeft, niet te dulden dat ook maar één mens uitgebuit en gekleineerd wordt, schrijft Oosterhuis.
‘En je verheugt je telkens als een wetje iets meer ruimte en recht voor iets meer mensen verovert. En je bent bereid minder te verdienen en meer lasten te dragen. En je hebt voortdurend te maken met mensen die daartoe helemaal niet bereid zijn’.

Die laatste zinnen lijken voor mij persoonlijk geschreven te zijn. Zo is dat met Oosterhuis, die de gave van het woord heeft gekregen, wel vaker.

‘Het zal in een democratie als de onze voorlopig en springprocessie blijven – met sprongen terug dus ook. Maar het is aan de gang en wie zich aansluit bij dat proces, sluit zich aan bij de feiten, bij een begonnen werk, hoe onbegonnen het meestal ook lijkt’.

Aanbevolen, dat boek.
Wie het om het stuk van Huub Oosterhuis koopt, krijgt er gratis mijn artikel bij.

4 gedachten over “Partijganger van de armen

  1. Zeer interessant lijkt dat boek me. Ga het voor mijn verjaardag vragen. Wat me frappeert is dat de kern van het jodendom, de kern van het christendom en de kern van het socialisme dezelfde zijn als het gaat om opkomen voor je naaste en werken aan een betere wereld. Zou het daarom zijn dat veel progressief en kritisch gelovige mensen lid worden van partijen als CU en SP? En weglopen uit het CDA?

  2. In beide gevallen (Jezus en Marx) wilden ze de aard(Jezus) en de onderlinge verhoudingen (Marx)van de mensheid verbeteren. De mens is Eén, de mensheid is Eén. Beiden wilden de Eenheid van de mens als geestelijk wezen stimuleren.
    Marx via politiek-economische lijnen en Jezus op Spiritueel niveau. In beide gevallen zijn hun visies opgepakt door mindere denkers die de theorie hebben opgelegd teneinde hun eigen streven naar macht te bevredigen.

  3. Je hebt gelijk, Alie, maar interessant genoeg was Marx wel degelijk ook iemand van de filosofie en het mensbeeld, (zie het boek) en Jezus deed wel degelijk uitspraken met vergaande economische implicaties. Met zijn gedachten dat de armen arm zijn omdat de rijken rijk zijn, en dat dat niet een door God gegeven stelsel is was hij een aardige marxist avant la lettre.

  4. Hoi Anja,
    Tot mijn schaamte, na het lezen van jouw reactie, heb ik de bijbel nog nooit gelezen. Op een of andere manier was dat voor mij altijd een “brug te ver”. Ik heb mijn hele leven al medelijden met Jezus. Die arme man bedoelde het zo goed. Ik ben altijd “diep niet gelovig” geweest. Ok….ik ga naar de bieb en ga het lezen.
    P.S. : Vrouw,41,moeder/boekhouder met een missie(knipoog).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *