Op veler verzoek: de column die Mohammed Benzakour uitsprak tijdens de antiracisme bijeenkomst afgelopen zondag.

DE VRIJHEIDSKERK

Door: Mohammed Benzakour

Hoog aan de sterrenhemel, ver boven ons polderlandschap fonkelt een gloednieuwe, pasgeboren ster. Deze ster vormt de nieuwe Heiligheid en ze wordt omgeven door een felle stralenkrans. Ze is de schitterendste personificatie van de gecanoniseerde Volmaaktheid en ze luistert naar de naam: VRIJHEID. Vrijheid wordt aanbeden en verheerlijkt door vele bisschoppen, kardinalen, dekens en tal van andere aardse vertegenwoordigers die zich erop hebben toegelegd hun ambt volledig in dienst te stellen van Vrijheid. Zo beijvert de ene bisschop zich voor Vrijheid van Mening, de ander voor Vrijheid van Pers, weer een ander vecht voor Vrijheid van Taal, Vrijheid van Beeld, Vrijheid van…nou ja, u kent ze wel, die zendingsmissionarissen. Vrijheid is aldus publiekelijk gezalfd en publiekelijk heilig verklaard. Daardoor is Vrijheid onaantastbaar geworden, onfeilbaar, onaanraakbaar. Wee zijn of haar gebeente die aan Vrijheid komt. Vrijheid is zo heilig dat ze niet mag worden afgebeeld, want daarmee schendt je haar grootsheid en volmaaktheid. En wie haar durft te bespotten, bijvoorbeeld middels een potloodtekening, die is zijn leven niet zeker. Die wordt weggehoond, uitgejouwd, geëxcommuniceerd. En misschien zelfs gekielhaald in de Maas. Vrijheid is de belichaming van een gloednieuwe, kersverse Kerk, geheten: De Vrijheidskerk. Wie tot deze Vrijheidskerk wil toetreden zal eerst worden gedoopt en hij zal enkele grondwettelijke schepen achter zich moeten verbranden. Immers, menselijke wetten zijn gemaakt door stervelingen en stervende schepsels zijn per definitie feilbaar. Ook zal het nieuwe gemeentelid plechtig en publiekelijk alle dogma’s en leerstukken ex cathedra moeten onderkennen en onderschrijven. De schare volgelingen van de Vrijheidskerk is groeiende, maar bovenal zijn haar discipelen hondstrouw en bijzonder fanatiek. De een nog extremistischer dan de ander. Want Vrijheid is ons allen zeer lief, zij is zelfs de zin van het Leven, zij brengt rust in de geest, zij is de verlossing van de ziel. Dus: we moeten er snoeihard voor vechten. Want het kan niet vaak genoeg herhaald worden: Vrijheid hebben we met zeer veel bloedvergieten veroverd toen zij gekruisigd werd tijdens de Franse Revolutie. Ze vormt de kernwaarde van onze westerse godsdienst, het hart van onze religie. Niemand mag aan Vrijheid tornen. Wij staan pal voor Vrijheid. Vrijheid is ons zo sacraal dat we haar omringd hebben met vele en door god gezonden beschermengelen die dag en nacht over haar waken. En kijk eens naar dat altaar en zie hoe Vrijheid door talloze brandende kaarsjes wordt omringd, honderden, duizenden kaarsjes. Zoveel kaarsjes, zoveel licht, zoveel schijnsel dat het hele altaar ons pijn doet in de ogen.

En Ziet! Daar komt zij uit de Hemel neergedaald, de heerlijke Vrijheid van Mening, de gezalfde Vrijheid, de maagdelijke Vrijheid – zij is gehuld in een lang zwart gewaad. De wierook kringelt uit haar neus en uit haar oren. Zij legt het boek Gods naast zich neer en begint te preken. Gewijde woorden die met kracht en speeksel worden uitgestoten.
En: wat leert Vrijheid ons? Zij leert ons dat we moeten oppassen, dat we op onze hoede moeten zijn – dat het Kwaad dagelijks op ons loert. Dat het Kwaad onder ons is. Dat het Kwaad met ons drinkt, met ons eet, en met ons slaapt. Maar dat het Kwaad uiteindelijke zal falen. Dat zij getraceerd zal worden en adequaat vernietigd. Dat onze God zal overwinnen. Mits: we Hem gehoorzaam zijn natuurlijk. Want onze lieve Heer wil ons de ogen openen maar helaas wij zijn vaak naïef. Wij willen het niet zien, wij sluiten de ogen. Maar toch houdt God van ons. Want hij heeft mij gestuurd. Want ik – ja, ik ben zijn offerande. Ik ben zijn kind. Ik ben gezonden om uw ogen te openen. Via mij zult u behouden zijn. Via mij zult u bevrijd zijn. Via mij zult u Eeuwige Vrijheid kennen. Mits wij maar bereid zijn te leven naar Zijn leefregels. Naar zijn geboden. En zijn geboden luiden als volgt:

Gij zult accepteren dat er uitverkorenen zijn en niet-uitverkorenen. Deze laatsten zullen eeuwig branden, maar de uitverkorenen, ja, op hen wacht het eeuwige, heerlijke leven.
Gij zult zich preventief laten fouilleren – overal en altijd, wanneer het Hem maar behaagt, wanneer het Hem maar uitkomt, en met alle middelen die Hem ter beschikking staan;
Gij zult op alle snelwegen, winkelcentra, buurten, trein- en metrostations door Hem bespied worden – 24 uur/dag, 7 dagen in de week, 52 weken in het jaar; Dat is voor uw eigen welzijn.
Gij zult accepteren dat allen vanaf 12 jaar beboet zullen worden wanneer hij/zij zich op straat begeeft zonder legitimatiepapieren; ook dat is goed voor U.
Gij zult accepteren dat uw intiemste details zullen worden doorgespit via banken, supermarkten, verzekeringsmaatschappijen, bibliotheken, verenigingen, telefoonmaatschappijen en internetproviders – dit alles zónder voorafgaande toestemming van de rechter of anderszins aardse sterveling. Ook dit is in dienst van Vrijheid.
Gij zult er begrip voor hebben dat al uw telefoonverkeer, al uw email-verkeer, al uw sms-verkeer- en al uw chat-verkeer geregistreerd, bewaard en internationaal uitgewisseld wordt; Voelt u de heerlijkheid van deze vrijheid al?
Gij zult God dankbaar zijn dat waarschijnlijk dit jaar nog de OV-chipkaart wordt ingevoerd. Opdat Hij u tijdens al uw reizen feilloos kan volgen in uw godsvruchtige paden en dwalende gangen; Want God heeft het goede met u voor.
Gij zult gedogen dat binnen afzienbare tijd uw wonderlijk DNA-profiel wordt opgeslagen opdat u over de gehele aardbol in een handomdraai opspoorbaar bent. God is altoos met u – jawel.
En tot slot: Gij zult zich nederig opstellen aan de gedachtepolitie die u dag en nacht in de gaten houdt en u zal behoeden voor eventuele dwalende denkbeelden. Want de God van Vrijheid wil u beschermen voor waanzin en dwaasheid.

Ja mensen. Wij dienen de Vrijheid voor onze eigen glorie. Vrijheid is onze God en Vrijheid van Mening is zijn Kind, en dat Kind – zoals ik zei – dat ben Ik.
En nu vraagt u mij wat de beloning is van deze aardse beproeving? Wat de zin is van dit nieuwe leven? Het antwoord daarop is simpel: Vrijheid – dát is de beloning, dát is uw gratificatie. En indien u deze beloning niet tijdens uw aardse leven zult kunnen consumeren, dan toch zeker in het hiernamaals. In het Paradijs.

En toen, toen verliet Vrijheid van Mening de kerk – uiteraard via de nooduitgang. Want het Kwaad is alom. De zaal was perplex. De schare was verpletterd. Wat een moed, wat een strijdbaarheid. Deze taal kwam men niet vaak tegen. De verlichting die op hen afstraalde van al die tientallen duizenden kaarsen deed hen allang geen pijn meer in de ogen – neen – men was inmiddels verblind geraakt. En een kniesoor die daarom maalt. En bovendien: God zij met ons, altijd en overal, blind of ziend — Halleluja. De fles werd ontkurkt en de wijn ging in het rondte. Laten we toasten op onze nieuwste Kerk. Leve de Vrijheidskerk! Leve de Vrijheidskerk!