Weblogs en beschaving

Albert Benschop, socioloog, houdt zich bezig met het internet en met dat nieuwe fenomeen, de weblog. Is dat nou een uitvinding die net zo revolutionair is als de boekdrukkunst, of is het vooral een onnoemelijke hoeveelheid kletspraat? Benschop staat daar ergens tussenin, zegt hij in het NRC van 6 mei.

Weblogs: het meest vrije medium, gratis, een kind kan de was doen, je hoeft je nergens te registreren, je kunt er in principe alles op kwijt en ook de minder geletterde groepen hebben daarmee een medium; een soort van emancipatie dus voor een groep die anders nauwelijks aan de bak komt.

En met nadelen. Met de explosieve groei van het aantal blogs daalt het aantal lezers, blogs worden vooral in stand gehouden door andere bloggers die naar elkaar doorlinken en het krijgt daardoor gauw iets incestueus. En veel bloggers houden er ook weer mee op, het gemiddelde leven van een blog is 2,5 maanden. Bovendien, anders dan in andere media het geval is, ontbreekt meestal de systematische structurering van de informatie. Je kunt wel op ’tijd’ doorzoeken, maar veel minder goed op thema. Een hype, maar zoals bij elke hype zal er wel iets duurzaams van overblijven.

Of weblogs maken dat minder mensen de krant lezen? Benschop gelooft van niet. De lezers van GeenStijl.nl, een van de bekendere ’treitersites’, lazen al bijna geen kranten. Het is een andere markt, met andere gebruiken. Gebruikers reageren eindeloos op elkaar, buitelen over elkaar heen, willen elkaar overtreffen in stoutmoedigheid van opvattingen en dat uiteraard meestal anoniem. ‘ De toiletmuren van het internet’, citeert Benschop The Economist. Maar er zijn ook sites die zich op de rand van de journalistiek bewegen. En dan is het wel degelijk concurrentie voor de inkt-op-dode-bomen, wat de kranten zijn.

Weblogs en sites zijn wel degelijk een nieuw medium in wat je als een soort virtuele burgeroorlog kunt zien. Zowel de aanloop naar de moord op Van Gogh, Benschop las zeer verontrustende teksten van ene Abu Zubayr die op een Marokkaanse site opereerde – en later Mohammed B. bleek te zijn. En na de moord verschenen de bijna onverbloemde oproepen op andere sites om moskeeen in brand te steken. En dan het liefst te blussen met benzine. Toen werd het bijna onvermijdelijk dat er inderdaad moskeeen in de brand gingen, zegt Benschop.

Moet de overheid dan zulke sites sluiten? Dat gaat moeilijk, vind hij. De controle zal door weblogs en sites zelf moeten komen. Ze moeten hun eigen regels en codes verscherpen. Zoals ook al is gebeurd, zowel bij GeenStijl.nl als bij de grote Marokkaanse sites. ‘ Weblogs en disussiesites moeten nu hetzelfde proces doormaken als waar kranten een eeuw geleden doorgingen. Er is een soort beschavingsoffensief nodig, maar dan van binnenuit, door henzelf te organiseren. Weblogs en discussiefora zullen hun eigen stukje van de digitale snelweg zelf schoon moeten houden. Vrij van haatzaaien, bedreigingen en liefst ook van die hele ellendige cultuur van grote bekken waarin ongeremde agressie de boventoon voert’. Het is mogelijk om het internet wel te gebruiken voor nuancering, en bijdragen met feiten op een rijtje, en is het mogelijk om transparant te zijn over sancties en regels.

Of Benschop vindt dat de anonimiteit opgeheven zou moeten worden? Dat werkt contraproductief, zegt hij, daar jaag je mensen mee weg, ook mensen die een reden hebben om anonimiteit te behouden, zoals op homosites, maar je zou wel aan registratie kunnen doen, zodat de webmaster wel de identiteit van de gebruikers kent. Of er na een ‘beschavingsoffensief’ nog mensen over zouden blijven – jawel, de meeste mensen willen wel bij een levendige virtuele gemeenschap horen, waarin ze elkaar met wederzijds respect behandelen en vinden het goed dat daarvoor de nethufters buiten de deur worden gehouden. Aldus Benschop.

Voor mij, die twee jaar geleden geheel onbevangen met mijn nieuwe weblog afdaalde in het onderwereldje van het internet, interessant om te lezen. Ik had het gevoel het wiel zelf uit te moeten vinden: hoe hou je het doel van je weblog nog vast zonder overwoekerd te worden door de bijverschijnselen, waar leg je de grens tussen openheid en te veel misbruik door, inderdaad, de nethufters, die een openstaand weblog graag willen annexeren voor hun eigen doelen. Hoe hou je een lijn vast tussen helemaal geen mogelijkheid voor reacties en een onder de voet gelopen chatbox waar geen verstandige discussie meer mogelijk is.
Ik ben redelijk tevreden over de middenweg die ik heb gekozen, maar het blijft een vraag. (Zie spelregels, hier en hier)

Ik ga die Benschop maar eens even op-googelen en kijken wat hij nog meer te zeggen heeft. Zijn onderzoek heet Kroniek van een aangekondigde politieke moord.

12 gedachten over “Weblogs en beschaving

  1. Na ongeveer anderhalf jaar meegeblogt te hebben ben ik van mening veranderd. Was ik oorspronkelijk voor de volledige vrijheid van meningsuiting, inmiddels ben ik wel degelijk voor een goed gemodereerd weblog met iemand die er bovenop zit om uitlatingen die echt te ver gaan, beledigend zijn of discriminerend, te weren of op zijn minst in te korten, c.q. aan te passen. Soort redactiewerk dus. Beschaving is een flinterdun vernisje, vol barsten. Bovendien verworden diverse blogs tot een soort van chat-room… en zijn dan geen weblog meer, volgens mij. Blogs waar alles toegelaten wordt, mijd ik inmiddels.

  2. Vanochtend kwam op een Amsterdamse gracht een man tegen die een gigantische, rollende boer liet. Ik was in een jolige bui en groette de man met een ‘ook goedemorgen!’Hij vond het niet leuk, begon me uit te schelden en beriep zich in allerlei toonaarden op de vrijheid van meningsuiting.
    Ik hou nu sinds een half jaar een weblog bij en bezoek sindsdien met regelmaat andere weblogs. Veel van de reacties ontstijgen amper het niveau van de boer van de man die ik vanochtend ontmoette, waarbij dan ook vrolijk een beroep op de vrijheid van meningsuiting wordt gedaan. Een onderbouwde mening wordt zelden verkondigd, er wordt vooral ‘geuit’. Beschaving is -helaas- een zeldzaamheid.
    In principe ben ik er voor dat alle reacties toegelaten zouden moeten worden, maar helaas blijkt dat vaak niet mogelijk. Sites waarop dat wel wordt gedaan ontaarden – zoals Lydia ook zegt- meestal in chatrooms van een paar vaste gasten. Volkomen oninteressant.

    Albert Benschop is overigens een goede en aardige ‘internetsocioloog’, die zeer geanimeerd kan vertellen over groepsvorming en etiquette op het internet. Hij heeft zich de laatste jaren vooral verdiept in de Hofstadgroep en de moord op Van Gogh. De Hofstadgroep was volgens hem in de zomer van 2004 actief op diverse marokkaanse fora, waarvan de moderators op vakantie waren. Sindsdien hebben de meeste Marokkaanse fora het zo georganiseerd dat er altijd een moderator is.
    Dit is de link naar de website van Benschop: http://www2.fmg.uva.nl/sociosite/websoc/jihad_nl.html

  3. Schuttingtaal mag verwijderd worden maar voor kritiek in een weblog moet vind ik wel plaats zijn anders krijg je zo’n saai weblog waarin alle neuzen de zelfde kant op (lijken te) wijzen.
    Het blijft modderen tussen modereren en volledige vrijheid want in alle gevallen is de kans groot dat iedereen het zelfde zegt of het nou schelden is of het overal mee eens zijn.
    Discussie is juist interessant als mensen het niet met elkaar eens zijn of om het maar in de woorden van William Blake te zeggen: “Opposition is true friendship”.

  4. Ook ik ben zeer tevreden over de wijze waarop je nethufters buiten de deur houdt.
    Toevallig heb ik een paar weken geleden les gehad over utopiën. Dat de klassieke voorstelling van een utopie altijd een eiland was, en dan ook nog het liefst ommuurd. Dat zou zijn om de kwade invloeden buiten te houden; in de praktijk van utopiën (bijv. het voormalige oostblok) dienen de muren vooral om te zorgen dat niemand “ontsnapt”.
    Ik denk dat de ‘muren’ die jij opwerpt met je spelregels de idealistische functie van de muren van een utopie hebben: behoeden voor slechte invloeden. Op het net blijkt dus te kunnen wat in de fysieke realiteit tot dusver altijd leugens zijn geweest. Dit soort blogs zijn kleine utopiën die werkelijkheid zijn geworden; vandaar dat ik ze ook zo waardeer…

  5. Het is maar wat je saai vindt, Edward. Tussen mensen die het fundamenteel met elkaar oneens zijn ontstaat zelden iets dat ik een ‘discussie’ noem. Daarvoor moet je toch op z’n minst een gemeenschappelijke basis hebben van waaruit je verder wilt denken. Dus als jij het op mijn weblog saai vindt, dan ga je toch lekker naar een andere.
    En onder vriendschap versta ik ook al weer wat anders. Oppositie doe ik wel in de politiek.

  6. Ik zie niet zo goed hoe bloggers een soort zelfreinigend vermogen zouden kunnen ontwikkelen zoals de kranten indertijd hebben gedaan. Er bestaat volgens mij te weinig samenhang tussen hen. De media hebben hun brancheorganisaties, journalistenvakbonden en de Raad voor de Journalistiek (een beetje tandenlosze club, maar vooruit). Ik denk dat de bloggers te groot in aantal, te divers, te anoniem en te weinig duurzaam zijn om echt tot een gemeenschappelijke fatsoenscode te komen.

  7. Teveel lieden die het begrip ‘vrije meningsuiting’ gebruiken, denken daarbij aan het in de openbare ruimte ongeremd kunnen beoefenen van verbale flatulentie; hun onbekookte oprispingen-van-het-moment zijn te vergelijken met het primaire gedrag vanuit de als veilig ervaren cocon van de eigen auto, waarin heel wat lieden immers vaak op platvloersere manier menen te kunnen communiceren dan gewoon op straat, waar men elkaar recht in de ogen kan kijken en de kans loopt op een directe reactie van de ander.

    Vrijheid is een belangrijk goed, maar een zinledig begrip als men daar geen zinvolle invulling aan weet te geven en er niet zorgvuldig mee om weet te gaan.

    Op het web is helaas naar mijn idee een dierentemmer nodig – in de vorm van een webmaster of moderator – die ervoor zorgt dat het web gevrijwaard blijft van laag-bij-de-grondse erupties en nog enig niveau houdt, lees: te pruimen blijft voor meerdere lezers. Ik zie Anja’s keus dus als de enig mogelijke.

    (Het in het kader van de ontlezing om zich heen grijpende taalfoutenfestijn op vrijwel alle niveaus heeft hier dus niets mee te maken – hierbij moet men bedenken dat er regelmatig uitermate interessante dingen op krachtige manier verwoord worden zonder dat alles taalkundig in orde is, o.a. door mensen die zijn opgegroeid met een andere taal of met een mix van talen).

  8. Dus als jij het op mijn weblog saai vindt, dan ga je toch lekker naar een andere.

    Nou Anja, die reactie vind ik wel een beetje cru voor het stukje dat Edward heeft geschreven.

  9. Cru of niet, ik meen het van harte. Mensen mogen ook wel eens bedenken dat dit mijn persoonlijke weblog is, waar ik veel werk aan heb, ik bied het gratis en voor niks aan – voor wie het interesseert. Dat zijn ruimschoots genoeg mensen om mij door te laten gaan met vroeg opstaan, en ik krijg op een gegeven ogenblik een sik van mensen die het hier niet bevalt en daarover door blijven zeuren. Iedereen kan een weblog beginnen die denkt dat het leuker, interessanter, of beter kan, en er zijn duizenden weblogs waar je ook heen kunt. Dus wie zou hier moeten blijven hangen als het hem niet bevalt?

  10. Het gaat er in mijn ogen om, wat een weblog beoogt. Wat Anja probeert, kom ik nog steeds niet vaak tegen. Ik heb het al eens een studielog genoemd, maar dat woord voldoet ook niet. In elk geval is het een weblog dat informeert over ontwikkelingen op specifieke maatschappelijke gebieden (zie menu) en de gedachten daarover van de eigenaar van het weblog. Anja denkt bij wijze van spreken hardop en je wordt uitgenodigd met haar mee te denken, in gesprek te gaan. Daarbij kun je het wel of niet met haar eens zijn, je kunt aanvullingen hebben, dat maakt in wezen niet veel uit. Het weblog staat open voor alle reacties, mits fatsoenlijk.

    Tegelijkertijd is het nog steeds een tamelijk nieuw fenomeen, dat je op internet zo met elkaar van gedachten kunt wisselen. Daar bestaat nog steeds geen algemeen aanvaarde gedragscode voor. Dus kom je van alles tegen, van de flatulentie die bernhard noemt tot goed doortimmerde bijdragen. Ik ben met christine eens dat het bijna onmogelijk is, zo’n gedragscode af te dwingen. Dus fungeert Anja na een aanloopperiode waarin elke reactie werd toegelaten noodgedwongen nu zelf als baggerfilter en houdt het zo een beetje leefbaar op haar log. Het heeft het aantal lezers meteen doen groeien.

    Maar daarmee is het werkelijke probleem natuurlijk niet opgelost. Namelijk hoe je een echt zinvolle discussie voert op internet. Daarin verschilt internet niet van een gewone zinvolle discussie: dat is een hartstikke moeilijk gezelschapsspel. In het echte leven kun je, zeker als je met een grote groep bent, bijna niet constructief discussiëren zonder een gespreksleider, een technisch voorzitter. Wat dus iets anders is dan een moderator. Zo’n gespreksleider die aan bepaalde mensen aanvullende vragen stelt, of steeds zaken samenvat en daar nieuwe vragen uit destilleert, of mensen wijst op het feit dat ze in herhaling vallen, of tegen de tetteraars zegt dat ze zo aan de beurt zijn, die heb je op internet niet. Het gevolg is dat mensen die thuis, in hun eentje achter hun pc, reageren vaak niet het besef hebben dat ze aan een gesprek deelnemen. Misschien zou het ontwikkelen van dat besef een stap in de gewenste richting zijn. En onder gewenste richting versta ik persoonlijk (want ik kan alleen maar voor mezelf spreken) dat ik op zo’n log als dat van Anja inderdaad het gevoel wil hebben dat ik deelneem aan een zinvol gesprek, dat uitstijgt boven het alleen maar roepen dat je het ergens mee eens/oneens bent. Ik probeer het zelf steeds vanuit die invalshoek te bekijken.
    Als je er op die manier naar kijkt en je vergelijkt de reacties uit de beginperiode met die van nu, dan gaat het de goede kant op. Eerlijk is eerlijk.

    Over gesprekstechnieken bestaan allerhande aardige sites.
    Bijvoorbeeld: http://home.hetnet.nl/~pris01/Gesprekstechniek.htm

  11. Wat op internet een apart probleem is, is het inslaan van zijpaden. Op sommige fora wordt gevraagd alleen te reageren op het oorspronkelijke bericht. Dat is dan niet meer dan je mening geven, zoals in de aloude brievenrubrieken van kranten. Maar mensen hebben nu eenmaal de behoefte om op elkaar te reageren en dat is juist de meerwaarde van internet, want juist daaruit kunnen zinnige gesprekken voortkomen, wat hier vaak gebeurt en wat heel vruchtbaar kan zijn. Soms gaan discussies echter een eigen leven leiden doordat mensen op punten van ondergeschikt belang gaan reageren (sommigen hebben kennelijk moeite om hoofdzaken van bijzaken te onderscheiden). Uiteindelijk gaat de discussie dan over een heel ander onderwerp of lopen verschillende discussies door elkaar heen.

  12. Zelfs registratie is zinloos aangezien er legio providers zijn waar ik een 5 minuten e-mailadres kan aanmaken. Ook mijn ip adres en MAC adres weet ik feilloos verborgen te houden.
    Benschop doet zijn werk niet goed.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *