Over zionisme (5)

Te gast: Hajo Meyer. Het artikel verscheen eerder in de Volkskrant. Met dank aan Hajo.

Zionist en Jood, twee te onderscheiden begrippen

Het verwaarlozen van een duidelijk onderscheid tussen anti-Zionisme, en anti-semitisme is een ernstige tekortkoming in het opiniestuk van H. J. Schoo “wij stonden achter Israël”, betoogt Hajo G. Meyer.

Om met de deur in huis te vallen, niet elke jood is Zionist. De enige tijd in de geschiedenis dat bijna alle joden in de wereld grote sympathie voor Israël hadden en er onvoorwaardelijk achter stonden was vlak na de Tweede Wereldoorlog door zijn dramatisch dieptepunt, de holocaust. Dit beeld veranderde vanaf 1967 toen bleek dat Israël niet van plan was de bezetting van de Palestijnse gebieden op te geven maar daar een steeds strenger regiem van koloniale onderdrukking installeerde. Nu, na de inval in Libanon, heeft het afstand nemen van de politiek van de staat Israël door joden in de hele wereld een veel breder draagvlak gekregen.

Niet alleen geldt dat niet elke jood een zionist is, minstens even waar is dat niet elke zionist een jood is. Integendeel, naast de rabiate, kolonisten in de bezette gebieden behoren de christelijke Zionisten tot de meest extreme Zionistische chauvinisten. Dit geldt met name voor die in Amerika maar het geldt ook voor die elders in de wereld. De verwarring die over de begrippen ‘joods’ en ‘Zionistisch’ bestaat wordt in de hand gewerkt doordat de Zionistische staat Israël zich een ‘joodse’ staat noemt terwijl hij slechts een ‘Zionistische’ staat is.

Helaas kan niet ontkend worden dat een belangrijke oorzaak van de verwarring tussen joods en zionistisch reeds in de teksten van het Oude Testament verborgen liggen. In het Oude testament worden namelijk twee heel verschillende vormen van jodendom beschreven. De ene, universalistisch , humanitair, die met name door de profeten is gepropageerd en die de ethische inhoud van het jodendom centraal stelt, is de vorm die na het midden van de 18e eeuw tot aan het begin van de Tweede Wereldoorlog in Europa verreweg de overhand had. De andere vorm staat hiermee in scherp contrast. Deze is uitvoerig in bijvoorbeeld het boek Josua beschreven en is etnocentrisch, xenofoob en zingt de lof van etnische zuiveringen. Door het Europees, christelijke anti judaïsme en antisemitisme omstreeks de eeuwwisseling van de 19e naar de 20e eeuw ontstond het Zionisme dat zich sindsdien steeds meer geïdentificeerd heeft met het tweede soort van jodendom. Het kan dus niet ontkend worden dat ook het Zionisme een recht heeft te beweren een beweging te zijn die in het jodendom geworteld is. Alleen, het is een geheel ander soort jodendom dan dat, wat zich na de vernietiging van Jeruzalem in het jaar 70 n.C. ontwikkelde; en het verschilt nog meer van datgene wat na de Verlichting in Europa bekend en aanvaard was: het humanitaire universalistische jodendom, dat via zijn eigen moderne Europese Verlichters, zoals met name Moses Mendelssohn, een vorm gevonden had die verregaand aangepast was aan de West-Europese cultuur. Dit soort verlichte en moderne jodendom werd door de meerderheid van de joden in de westerse wereld tot omstreeks 1940 beleden. Nog steeds beschouwen de meeste verlichte niet-joodse westerse mensen de westerse joden als tot de westerse cultuur behorend en daarmee dezelfde humanitaire idealen beamend als zijzelf.

Hiermee kom ik op een belangrijk punt, nl. een antwoord op de vaak gestelde vraag, ook nu weer in het stuk van Schoo, waarom juist Israël zo scherp en kritisch wordt gevolg door de media. Deze focussering op alles wat Israël fout doet zou wel eens voor het grootste deel (ik zeg bewust niet voor 100%) voort kunnen komen uit een positieve identificatie met de joodse medeburgers in onze samenleving! In de eerste plaats zijn wij de oudste groep vreemdelingen in praktisch alle Europese landen. Voor het merendeel zijn we sinds de tweede helft van de 19e eeuw in verregaande mate in de samenleving geïntegreerd. In West en Midden Europa is sindsdien de volledige beheersing van de taal van het land door de meeste joden een feit. Ja, de bijdrage aan de nationale literatuur, cultuur en wetenschap is zeker in Midden Europa onevenredig groot. Zelfs in Nederland is deze bijdrage, ook al vóór de Tweede Wereldoorlog, niet te verwaarlozen. Met andere woorden, voor heel veel beschaafde Europeanen zijn de joden in hun land, “hún joden”, bijna zijzelf. Aangezien een belangrijk deel van de joodse bevolkingen nog steeds naar buiten toe volledig kritiekloos achter alles staat wat Israël doet, -goed of kwaad -, ligt de identificatie van die daden met ‘onze joden’ voor de hand. Dit betekent dus dat dit soort beschaafde Europeanen die verwerpelijke daden als bijna door hen zelf gedaan ervaren. Net zo als goede Nederlanders tegen het Apartheidsregime in Zuid Africa door hun Boeren, of tegen de z.g. politionele acties protesteerden en goede Amerikanen tegen de Viet-Nam oorlog, zo is er via de identificatie van de diverse Europese bevolkingen met “hun joden” veel kritische aandacht voor de bezetting van Palestina en de daarmee gepaard gaande onderdrukking van de mensen.

Het is dus ten enenmale fout om het merendeel van de grote aandacht voor het nu al bijna 40 jaar durende conflict tussen Israëli’s en Palestijnen in verband te brengen met antisemitisme. In het merendeel van de gevallen zal eerder het omgekeerde waar zijn, het zijn immers je vrienden die jou je feilen tonen. Maar helaas moet worden vastgesteld dat onverantwoordelijke Israëlische politici zoals Shimon Peres, Sharanski en Sharon de verwarring tussen kritiek op daden van Israël, en anti-semitisme bewust in de hand hebben gewerkt. Immers, als schendingen door Israël van internationaal recht en humanitair recht in het geding zijn kan deze kritiek volledig terecht zijn. Door te stellen dat dergelijke kritiek de huidige vorm van anti-semitisme zou zijn, wordt menig rechtschapen mens in de categorie van potentiële moordenaar geplaatst en daardoor vaak zwaar beschadigd. Als leiders van de zich joods noemende Zionistische staat anti-semitische gevoelens wakker roepen, – want weinig wekt deze gevoelens meer op dan valse beschuldigingen -, dan kun je bij het beoordelen van deze handelwijze alleen maar kiezen tussen aan hun verstand te twijfelen of te vermoeden dat ze er een bedoeling mee hebben.
Hajo G. Meyer is bestuurslid van ‘Een Ander Joods Geluid’

3 gedachten over “Over zionisme (5)

  1. Een verhelderende bijdrage van Hajo Meyer. Het is een gewenste en terechte repliek op het stuk van Hendrik Jan Schoo van 19 augustus (voorafgegaan door het even stuitende stuk van 12 augustus; voor de liefhebbers binnenkort beide op mijn weblog). Over deze onfrisse jongen:
    http://www.gebladerte.nl/10784f48.htm

    Het onderscheid tussen joden en zionisten is helder. Heel wat meer moeite heb ik met het onderscheid tussen joden als volk en joden als religie. Misschien is deze verwarring weer toegenomen door de recente spellingsdiscussie (respectievelijk Joden en joden in het nieuwe Groene boekje):
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Joden_%28spelling%29
    De beschrijving van Joden en jodendom ziet er bij Wikipedia uitvoerig uit; voor de correctheid kan ik niet instaan:
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Joden
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Jodendom

    Het heeft wel iets te maken met het door Meyer genoemde onderscheid ‘universalistisch’ (het ‘goede’ zou ik zeggen; ca. de ‘joden’) en ‘etnocentrisch’ (het ‘kwade’; ca. de ‘Joden’? of de zionisten?) maar het is complexer dan dat. Voor je het weet word je als antisemiet weggezet wanneer je ‘Joden’ met ‘kwaad’ associeert en dan helpt een verwijzing naar Jozua niet meer…

    Mij lijkt de kwestie tamelijk uniek. Over welk ander volk of stam of religie is er zo veel verwarring over de classificatie en terminologie?

    En dan is er nog de eigenaardige term ‘antisemitisme’, verwijzend naar semieten, wat toch weer iets anders is dan joden en/of Joden. In grove trekken vallen de Arabieren daaronder maar de Arabieren worden volop van antisemitisme beschuldigd. Het zou goed zijn als iemand dit alles eens ‘wetenschappelijk verantwoord’ aan de moderne mens zou kunnen uitleggen. Ik herhaal maar weer eens dat semantiek niet onbelangrijk is. Maar misschien moeten we een paar termen gewoon schrappen. Wie weet wat dat zou kunnen oplossen. Zucht…

  2. Interressant stuk. Heeft me tot nadenken gezet en herrinnerd me aan een gesprek dat ik ooit met een Marokkaanse had. Ik vroeg haar hoe ’t nou komt dat wij Marokkanen zo veel meer bewust zijn van de precaire situatie in Palestina, dat het ons juist raakt, terwijl de doorsnee Nederlander er weinig mee heeft. En ’t heeft niet met ’t moslim zijn te maken riep ik luid. Want als ik onrecht ziet dan maakt ’t me geen bal uit of ’t slachtoffer naar Krishna bidt of naar de zon bidt. Jawel, riep ze me toe, maar ze gaf me een onverwachte repliek. Kijk, Wij, jij en ik, kennen de Islam van binnenuit, wij hebben dus een hele andere kijk op de Islam en dus ook op de Palestijnen. De doorsnee nederlander weet eigenlijk bijna niks over de Islam, het enige wat ze weten is veelal negatief, en dit beinvloedt ook hun visie en kijk op de situatie in Israel. Geloof heeft er dus zeker wel mee te maken!

  3. Klopt, Salima. “Palestijn” is voor veel Nederlanders een heel abstract begrip waarbij men denkt aan in zwarte lappen gehulde mensen, stenen gooien, agressie.
    Niet aan mensen als Khaled, Fida en de jongens met wie we de afgelopen dagen nader kennis hebben mogen maken: leuk stel mensen met wie je zo bevriend kan zijn en die gewoon erg op ons lijken.
    Ik denk dat het verslag van die dagen bijna nog belangrijker is dan welke boeiende politieke analyse dan ook. Triest eigenlijk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *