Nog eens het WRR rapport

061016denhaag-409.jpg

Ik had mezelf uitgenodigd bij een bijeenkomst van de Wiardi Beckman Akademie, een groep jongeren die bij de PvdA een cursus volgen. En deze avond ging over het WRR rapport. Dat wil zeggen: over het rapport met de titel Dynamiek in islamitisch activisme. Met Jan Schoonenboom en Wendy Asbeek Brusse, twee van de schrijvers. Vriendelijk stonden Paul Kalma – die ik net nog had gezien bij het overleg van de linkse partijen en Jeroen Dijsselbloem (die met Mohammed Sini van Islam en Burgerschap commentaar zouden geven op de inleiding) toe dat ik er bij mocht zijn.

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid is onafhankelijk, de leden hebben een zittingstermijn van vijf jaar, met opzet dus los van de verkiezingen, en met vrijheid van onderwerpkeuze. De regering mag om advies vragen, maar de WRR mag ook zelf beslissen om de regering van advies te dienen waar nu juist niet om is gevraagd. En deden dat met dit rapport dat geheel naar verwachting veel stof deed opwaaien. De motivatie om het onderzoek te doen lag voor de hand: er ontstond in Nederland een klimaat waarin de islam gevaarlijk werd gevonden. Een reden daarvoor is de wereldwijde opkomst, in de laatste drie decennia, van een politiek actieve islam, van welbewuste, strijdbare moslims, die religie zien als inspiratie voor het inrichten van de maatschappij. Dat is, zegt Schoonenboom er maar meteen in zijn inleiding bij, dus niet hetzelfde als de islamitische orthodoxie.

Die politiek actieve beweging omvat vele verschijnselen: ook onder delen ervan de neiging tot terrorisme, en de herinvoering van de harde variant van de sharia. Je ziet acties van enkelingen, en kleine groepen die de terroristische kant opgaan, die vooral bijdragen aan angst en wantrouwen. Die angst voor moslims is ook in ons land gegroeid. Ook al lijkt het na de moord op Van Gogh gaan liggen, er hoeft maar iets te gebeuren, de acrtoonaffaire, Donner, de Paus, de zaak met de genocide van Armeniers, of het barst weer los. De angst voor moslims is een splitsende kwestie.

Wat er plaatvindt, deels onbewust, is de aanname bij een deel van de bevolking, dat we te maken hebben met een botsing van beschavingen – term van Huntington – die gepaard gaat met de gedachten dat de islam gewelddadig is en de sharia per definitie slecht. Die botsing van beschavingen is wetenschappelijk gezien al afgebrand, maar tegelijk is het als notie politiek en maatschappelijk gezien ingedaald. Aan beide zijden overigens: ook in grote delen van de islamitische wereld wordt het Westen gezien als de andere kant, die er op uit is om de islam te vernietigen.

061016denhaag-371.jpg

Het is in Europa een urgent vraagstuk. We zijn er gevoeliger voor dan in de VS, stelt Schoonenboom. En we moeten onderkennen dat een onderdeel van de globalisering is dat wat zich buiten onze grenzen afspeelt repercussies heeft er binnen. We zien bijvoorbeeld het Midden Oosten conflict als een kweekvijver fungeren voor jihadisten. We kunnen ons geen passief beleid permitteren, we moeten elke kans aangrijpen om de polarisering tegen te gaan, en de kansen op democratisering en voor de mensenrechten te verhogen. De situatie is gevaarlijk, denk aan het voormalige Joegoslavie, waarbij bleek dat de beschavingslaag heel snel weg was. En dat geldt zeker voor conflicten die geframed kunnen worden in religieuze termen.

Wat we gedaan hebben is in moslimlanden op zoek te gaan naar de andere kant, met de vraagstelling: zijn er aankopingspunten voor democratisering en mensenrechten. Wat zijn de feiten, wat zijn de ontwikkelingen. Huntington ging er van uit dat democratisering en mensenrechten nu juist het grote verschil vormden tussen de moslimwereld en het Westen, op een absolute wijze: wij hebben dat, democratie en mensenrechten, zij hebben het niet. En meer dan dat: de moslimwereld zou het ook nooit krijgen. Ze kunnen democratie hoogstens lenen, zoals in Turkije, waarvan Huntington zei dat ze die democratie alleen konden handhaven met een sterk leger. Dat schetste hij als het kernconflict tussen moslimwereld en westen. Een misdadige stelling.

Onze vraag was: hoe zit het met de dynamiek van politieke bewegingen, en met het islamitische recht. Of met die twee woorden die hier inmiddels in de woordenschat zijn opgenomen: sharia en jihad. We hebben twaalf islamitische landen diepgaand onderzocht, met name naar de toepassing van de sharia.

Er wordt rondom het onderwerp veel gedacht in zwart-wit termen, terwijl het vaak blijkt te gaan om grijstinten. Wij dachten aanvankelijk dat het rapport, juist vanwege de grijstinten, nauwelijks op zou vallen. Dat, zegt Schoonenboom met ironie, is dus geweldig meegevallen.

Er zijn inmiddels meer denkers die zeggen, het gaat om de geest van de koran, meer dan om de letter, het gaat om de waarden die er in zijn vervat.
Een intermezzo: Ik heb het WRR rapport gelezen, en vond het een interessant en gedegen stuk werk, en heel informatief. Het geeft vooral een schat aan informatie over de islam in verschillende landen, de denkers die daar de toon aangeven, en laat vooral de grote diversiteit zien. Wie het WRR rapport serieus gelezen heeft kan nooit meer zeggen ‘de islam’ – ten zij het werkelijk alleen over de vijf zuilen gaat die overal hetzelfde zijn. De passages over de eigentijdse hervormers leverden nog wel wat kritiek: in hoeverre zijn die werkelijk toonaangevend, hoeveel achterban hebben ze? De schrijvers zijn bescheiden om daar uitspraken over te doen, dat is niet makkelijk te onderzoeken. Wel hadden we na afloop daarover nog een interessante discussie. Ik ken zelf Gaza goed, en ik kan uit eigen ervaring vertellen wat daar gebeurt: een stille revolutie onder de vrouwen bijvoorbeeld, zonder dat er sprake is van een duidelijke emancipatiebeweging zie je al grote verschillen tussen de generaties, maak ik vrouwen mee die zich verzetten tegen gearrangeerde en te vroege huwelijken, sluiten vrouwen kontrakten bij het trouwen die ze gelijke rechten geven, en is het al tamelijk uitzonderlijk als een man met meer vrouwen trouwt. Die veranderingen vinden plaats vrijwel zonder ideologie. Ook vind ik in Gaza, wat toch een behoorlijk afgesloten maatschappij is, een opmerkelijke tolerantie ten aanzien van de verschillende manieren waarop mensen hun geloof invullen. Mensen die hun werk onderbreken om te bidden, mensen die dat niet doen. En ieder van de mensen die bij het gesprek aanwezig waren, en ervaringen hebben in de Arabische landen, hebben dergelijke verhalen. Binnen de landen is veel meer aan de gang op het gebied van hervorming dan je kunt zien aan de geschriften van de denkers die wel zijn onderzocht.

Schoonenboom: Een andere bevinding is dat de islamitische bewegingen vaak van revolutie overgegaan zijn naar evolutie. Van de nadruk op de islamitische umma naar de staat. Van anti-statelijk naar opererend binnen het staatsbestel. Van beweging naar partij. Van absolutie claims op de waarheid en het gelijk naar coalitiepolitiek. Ook bij Hezbollah en bij Hamas zien we die beweging. Hezbollah betekent tenslotte letterlijk de partij van God. Dat klinkt nog asboluut. Toch is Hezbollah toegetreden tot het partijstelsel. Ze erkennen dus dat er ook andere posities mogelijk zijn, anders kun je niet samenwerken. Zo zien we ook verschuivingen van de gedachte dat God soeverein is, en Gods wetten boven de staat staan, naar een islamitisch recht waarin ruimte is voor interpretatie en innovatie. En dus met een verschuiving naar de gedachte dat de legitimiteit van de staat bij het volk ligt. Niet alle bewegingen zijn deze richting op ontwikkeld, maar wel veel.

061016denhaag-386.jpg

Wendy Asbeek Brusse: Een belangrijk deel van het onderzoek gaat over het islamitische recht. Ook Donner heeft de fout gemaakt om te praten over de sharia, alsof er maar een is. Wij zeggen: er blijkt een grote diversiteit te zijn in de toepassing. Het is dus ook onverstandig om te zeggen: het is gevaarlijk om de sharia in te voeren, je kunt niet simpelweg stellen we zijn voor of we zijn tegen. In Nederland denken we bij de term sharia onmiddelijk aan lijfstraffen. We denken ook dat de sharia per definitie op gespannen voet staat met mensenrechten. Het blijkt mogelijk te zijn om de sharia te verenigen met democratie en met mensenrechten en zelfs met feminisme.

Van de 48 moslimlanden kun je maar 10 landen echt een islamitische staat noemen. In 8 landen is de sharia de belangrijkste bron voor de wetgeving. In maar 4 van de landen is geloofsafvalligheid strafbaar, en dan nog is het daarmee gezegd dat die straffen ook echt worden uitgevoerd. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat in die strengere landen ‘afvalligen’ het niet heel moeilijk kunnen hebben. Elke uitspraak in de trant van: zo zit dat in islamitische landen zijn onjuist, daarvoor is de diversiteit te groot. En onze conclusie is dus dat ook in islamitische landen democratisering, modernisering en hervorming mogelijk zijn – wat niet wil zeggen dat dat ook overal gebeurt. Ook is onze conclusie dat het islamitisch activisme constructief kan zijn voor de ontwikkeling van de moslimwereld. Het gaat er dus voor ons om dat we kijken naar de aard en de richting van de islamisering. Dat we de interne ontwikkelingsprocessen volgen, en vooral aansluiten bij die trajecten die democratie en mensenrechten bevorderen. En we moeten hier investeren in een beter geinformeerde publieke opinie, om er voor te zorgen dat de bevolkingsgroepen zich niet verder van elkaar verwijderen.

061016denhaag-393.jpg

Tot nu toe hebben we weinig effecten gezien van ons rapport in de politiek. Onze aanbeveling is: ga het gesprek aan met de islamitische bewegingen – je hoeft het niet met alles eens te zijn om wel met elkaar te praten. Dus ook met Hamas, met Hezbollah. Argumenten dat ze bloed aan hun handen hebben dragen weinig bij, alle partijen hebben bloed aan hun handen. En wij moesten in Europa ook met de Eta en de Ira gaan praten. Onderken het belang van islamitische politieke bewegingen,benut hun politieke rol. Benut Turkije, een belangrijke geopolitieke actor. Kijk hoe we initiatieven voor mensenrechten kunnen ondersteunen. En in het binnenland: de discussie moet anders gevoerd worden. Erken het belang van de participatie van moslims in de publieke ruimte. Sta niet meteen op de achterste benen wanneer er gesproken wordt over een islamitische partij – heb een beetje vertrouwen in onze democratie. En stimuleer kennis over de islam, de sharia – ook onder moslims. Want zeker zijn er ook gevaarlijke kanten aan.

061016denhaag-375.jpg

061016denhaag-395.jpg

En bij de discussie benadrukt Schoonenboom nog eens dat hij niet erg optimistisch is – het is ze aangewreven dat ze een te mooi beeld hebben geschetst van de islamitische wereld. Schoonenboom zegt: de opdracht die we onszelf mee hebben gegeven is om aanknopingspunten te zoeken. We hebben het onderzoek gedaan juist omdat we ons zorgen maken. Het is in ons belang om aanknopingspunten te vinden. Het is geen pleidooi om aardig te zijn tegen de moslimwereld, ja ook, maar want tot nu toe hebben we het slecht gedaan, maar het gaat ook om onze toekomst. Er worden te veel verkeerde beslissingen genomen, om niet met Hamas te praten – dan kun je weten dat het verder mis gaat.

Schoonenboom: Democratie is niet alleen iets voor democraten – het deelnemen aan een democratie kan leiden tot een democratische houding. Sluit groepen buiten de democratie, en ze maken dat leerproces niet door. Ik denk aan Ebadi, in Iran, die gezegd heeft hou nu eens op om de islam voortdurend in de beklaagdenbank te zetten, ik weet dat er nog veel gedaan moet worden, maar laat ons onze eigen strijd voeren. En doe niet alsof die strijd alleen gevoerd kan worden door vrouwen met korte rokken en mannen zonder baarden. Dus laten we ophouden over democratie te praten in termen van hebben. Wij hebben democratie, zij hebben geen democratie. Laten we er naar kijken in termen van een proces – ook wij zijn nog niet klaar met democratisering en met mensenrechten – laten we er veel meer naar kijken als een gezamenlijk proces met een gezamenlijke opdracht.

Tijdens de discussie zei een van de aanwezigen nog iets wat we ons ter harte kunnen nemen:
Niet alles wat moslims doen is islam.
Niet alles wat het westen doet is gebaseerd op democratische principes.

Ik sprak nog met haar na afloop: Laila Al-Zwaini, ik kende haar nog niet, ze stond wel al een keer op mijn weblog vanwege een artikel dat ik wilde aanbevelen uit de Volkskrant: ‘Er bestaat een verlichte sharia’. Ze is Arabiste. Leuk om haar nu te leren kennen. En vervolgens kom ik haar ook weer tegen op de vrouweniftar. Zo breidt zich het netwerk uit.

19 gedachten over “Nog eens het WRR rapport

  1. ” …denkers die zeggen dat het meer om de geest van de koran gaat dan om de letter”. Denken en geloven? Tja, ik denk dat dat niet samen gaat.
    Wendy Asbeek Brusse vindt dat de sharia te verenigen is met mensenrechten en feminisme. Dan moet je wel een geestelijk slangemens zijn om dat te kunnen verzoenen. Zoiets als de paus die zegt dat abortus, geboortebeperking en homosexualiteit altijd erkend zijn door het kerkelijk recht en de rk-cultuur; de inquisitie was een raad van 11.
    Was Mekka maar zo groot als het ministaatje Vaticaan. Helaas

  2. Ja, ik vind het in (media-)Den Haag ook angstvallig rustig omtrent dit onderwerp. Verdonk gaat alleen onverstoort verder met haar wanpraktijken, maar verder horen we weinig over het rapport. Dit is de eerste reactie die ik zie na de publicatie.

    Is het rapport net iets te gewichtig zo vlak voor de verkiezingen en dat daarom geen partij haar handen eraan wil branden? Ik heb het rapport ook gelezen en kon hierin veel gelijkenissen vinden met het begrip interculturele communicatie. Ik denk dat politiek leiders eerst eens moeten leren luisteren naar elkaar, maar vooral naar tegengeluiden. Er wordt nog erg snel geoordeeld over hoe ‘de andere kant’ verkeerd denkt, terwijl er niet zoiets bestaat als verkeerd denken of de andere kant. Er is vooral een verschil van mening en interpretatie.

    We zijn in deze globaliserende wereld zo van elkaar afhankelijk geworden dat je praktisch allemaal buren bent. Er wordt nog erg veel over de mensen aan overkant van de straat gepraat, terwijl de meeste mensen maar aan dezelfde kant wonen, aan de kant van vrede.

  3. Beste Evert. Nog eens lezen. Er zijn dus mensen, geen slangemensen, gewoon denkende mensen, die er van uit gaan dat je de koran kunt lezen naar de geest, en niet naar de letter. Ik ken ondertussen ook tamelijk veel van zulke mensen. Jij kent ze kennelijk niet. Wie ben jij dat jij denkt dat je het beter weet en op grond waarvan eigenlijk?

  4. Toe nou toch Evert, ik geloof en ik denk. En zo zijn er duizenden. Ik geloof in het bestaan en de leiding van God, maar denk wanneer het op (o.a.) intermenselijke relaties aankomt. De koran zelf spoort ons daartoe aan. Herhaaldelijk staat daar: dit is een boodschap voor mensen die nadenken, of: denken zij dan niet na? Net als in de christelijke orthodoxie hebben bepaalde machthebbers er belang bij mensen het recht op nadenken te ontzeggen, maar dat recht moeten wij – gelovige mensen – gewoon opeisen. Dat proces is volop gaande, hervorming van de islam, zoals het rapport laat zien.

  5. Evert, ik denk dat denken en antipathie niet zo goed samen gaan. Denken vereist een bepaalde helderheid, helderheid van geest zal ik maar zeggen. Sympathie of antipathie is een emotie, die het denken vertroebelt. Ik proef bij jou in de eerste plaats antipathie. Het spijt me Evert, ik kan jouw gedachte niet zo serieus nemen.

    groet,

  6. Hendrik Jan, zwaartekracht kunnen we met onze gewone zintuigen niet waarnemen. We zien wel dat de appel, als we die een meter boven de grond loslaten, steeds weer naar de aarde valt. Als we die waarneming met ons denken doordringen kunnen we op het begrip zwaarte-kracht komen, we kunnen er zelfs een natuurwet bij bedenken. Vervolgens geloven we dat het naar beneden vallen van de appel komt door de zwaartekracht van de aarde.
    Ik denk dat je geloof ook met het denken kunt doordringen. Ik ben geneigd te geloven dat de aartsengel Gabriël aan Maria verscheen en haar het Goddelijk woord openbaarde, en net zo dat Gabriël aan Mohammed verscheen en hem het Goddelijk woord openbaarde. In het eerste geval is uit het Goddelijk woord Vlees geworden (geboorte van Jezus), in het tweede geval is het Goddelijk woord Boek geworden (de Koran). Ik vind dit vooreerst een spannende gedachte.
    Anja, sorry voor deze exercitie, maar ik had je beloofd de humor er in te houden.

    groet,

  7. De SP toch een reli-partij? Halléloeakjaah! Ik ga er even goed voor zitten op De Tribune om dit gevecht te zien tussen geest en rede. Temeer omdat mijn geest denkt dat er geen geesten zijn.
    ( Een aardige paradox, toch? ) Ik moet er niet aan denken dat er nog iets van mij rondzweeft na mijn dood. ( een inkopper, Anja )
    Mijn niets nietst dan lekker. Zoals ik er ook niet was voor mijn geboorte in 1947. Ik voel me prima in mijn ‘Sein zum Tode’.
    Nog even over dat schijngevecht tussen spook en denken. Het denken moet daar niet eens aan beginnen. Die pot is bij voorbaat gewonnen. Want het spook kan het denken niet denken.

  8. Het ging hier over het WRR rapport, Evert.
    Verder zijn er ook mensen voor wie geest en rede geen tegengestelden zijn.

  9. Bert, ik ben het geheel met je eens, op de gedachte vlees/boek was ik ook gekomen. De islam is overigens een heel rationele religie, maar toch ook heel spiritueel. Omdat het hier wel heel erg off-topic is ga ik er niet verder op in. Misschien komt er nog een gelegenheid.
    Groet, Hendrik Jan

  10. @Hendrik Jan: je schrijft: ‘ik geloof en ik denk’. Ik vind dit een interessant thema. Wat mij opvalt bij moslims (en sorry dat ik generaliseer, maar voor de discussie gooi ik ze even op een hoop) is dat ze erg bezig zijn met de teksten uit de koran en hadieth. Als ik een discussie tussen moslims zie over een thema dan zie ik alle partijen er zinnen uit de koran/hadieth bijhalen en proberen deze te duiden. En niet alleen bij orthodoxe moslims, ook bijvoorbeeld een van Bommel op internet of op jullie website zie ik jullie dit doen. Ik kan voorbeelden geven van discussies die op mij absurd en vergezocht overkomen, allemaal om maar die eigen draai aan de interpretatie van koran/hadieth teksten te geven. Is het niet mogelijk om binnen de islam de teksten te laten voor wat ze zijn, teksten van 1400 jaar oud, en voor het leven in het hier en nu uit te gaan van de geest van de koran en niet de letter, zoals Anja schrijft? Volgens Anja zijn er blijkbaar al moslim voorgangers die zo denken, maar ik ken ze nog niet. Ik weet dat het Christendom ook eeuwenlang geworsteld heeft met interpretatie van de bijbel, tot en met absurde discussies toe of de slang wel of niet gesproken had, en dat dit heeft geleid tot langdurige twisten en zelfs godsdienstoorlogen. De echte doorbraak kwam volgens mij pas enkele decennia terug met mensen als bijvoorbeeld Huub Oosterhuis, die de bijbel en god als niet het belangrijkste opzij hebben geschoven, maar de kern van de Christelijke filosofie, liefde en rechtvaardigheid, centraal hebben gesteld. Dit gaat een stuk verder dan zo goed mogelijk willen volgen van oude teksten. Hoe kijk jij hiertegen aan? Is dit ook mogelijk in de islam? Gebeurt dit nu al? Of is dit nog vloeken in de moskee?

  11. Jan, ik verwijs je graag door naar de website van Hendrik Jan Bakker, die je kunt vinden door zijn naam aan te klikken. Het onderwerp hier is het WRR rapport.

  12. En jij ook, Bert. En Cees.
    Jullie zijn wat mij betreft bezig met een eindeloze herhaling van zetten. Als Hendrik Jan het geduld nog heeft, hij is tenslotte moslim, en weer opnieuw wil beginnen dan kunnen jullie bij hem terecht.
    Anderen zou ik aanraden om het WRR rapport zelf eens te lezen. Dat zou de discussie misschien op een hoger plan tillen.

  13. Anja,
    In mijn bijdrage die je niet geplaatst hebt draafde ik inderdaad door. Voor het overige vond ik mijn bijdragen niet op zo’n ‘laag plan’. Wat ik heb willen aangeven is dat mensen die kritiek hebben op, of twijfelen aan het gezonde denken van moslims vaak zelf geen inzicht hebben in hun eigen denken. Ik heb inmiddels de conclusies uit het rapport van de WRR gelezen, ik heb geen tijd om alle ruim 200 bladzijden te lezen.
    Op bladzijde 202 schrijft de raad: “In de huidige sfeer van confrontatie bestaat weinig aandacht voor wat er werkelijk plaatsvindt aan de andere kant; wat overheerst is sjabloondenken.” Het denken van veel mensen is vertroebeld door emoties van angst en antipathie, en ze hebben het niet door.
    Op dezelfde bladzijde: “Het Westen bezit geen monopolie op de interpretatie van universele mensenrechten, noch op het gedrag dat daarmee in overeenstemming is. Bij de zelfkritiek waartoe westerse landen de moslimwereld regelmatig oproepen, misstaat niet dat zij ook de hand in eigen boezem steken. Door te erkennen dat de eisen van de universele mensenrechten ook de westerse landen voor een blijvende opgave stellen, winnen ze juist aan geloofwaardigheid.” Volgens de WRR is dus blijvende ontwikkeling, juist ook in het westerse denken, noodzakelijk.
    Hierbij komt weer mijn verbazing naar jou op dat jij je niet kunt voorstellen dat de mens zich emancipeert van de staat (waar we het eerder over hadden). Emancipatie bevrijdt ook van sjabloondenken, hoeveel te vrijer je bent hoeveel te meer ruimte kun je iemand anders geven. Jij hebt jouw leven wezenlijk met emancipatie verbonden. Mannen hebben niet het recht vrouwen naar het aanrecht te verwijzen (simplistisch voorgesteld), maar de staat mag c.q. moet zich wel met de opvoeding van onze kinderen bemoeien.
    De grote inspirator van Balkenende, Amitai Etzioni schreef in 2000 een boek met de veel zeggende titel: “The limits of privacy”. Kennelijk vind jij dat er grenzen zijn aan de emancipatie.
    Je schreef zoiets als (de stroomstoring heeft dat gewist) dat er genoeg ouders zijn die niet capabel zijn om zich met het onderwijs aan hun kinderen te bemoeien. Mijn werk met mensen met een verstandelijke beperking leert mij dat er (bijna) altijd ontwikkeling mogelijk is. Er moet natuurlijk altijd hulp mogelijk zijn.
    Op een voor mij existentieel punt zijn wij het fundamenteel oneens, dat neemt niet weg dat ik jouw weblog graag bezoek en veel sympathie heb voor jouw werk in Gaza. Inmiddels heb ik ook de interessante weblog van Hendrik Jan ontdekt.

    groet,

  14. Je hebt een specifieke theorie over de staat die ik niet kan volgen Bert. Nu zeg je weer dat er volgens mij ‘grenzen zijn aan de emancipatie’. Waar je dat uit op maakt is mij een raadsel. Omdat ik jouw gedachtengang niet volg?
    Verder: het onderwerp was het WRR rapport. Je vindt niet de tijd om dat te lezen. Wel om weer een lange lap tekst te produceren die volgens mij niet gaat over de essentie van dat WRR rapport. Ik zou het prettig vinden als je je aan het onderwerp hield en er niet mee weg liep om daar je eigen theorie weer aan op te hangen.

  15. Ik heb geen theorie over de staat, Anja. We spreken twee verschillende talen. Laten we er maar mee ophouden.

    groet,

  16. Een land dat zich met behulp van haar instituties verdiept in haar onderdanen verdient respect en achting. Dit ongeacht of zij op deelgebieden inadequaat handelt.

    De wereld is immers imperfect en de imperfectie van de staat is daar een onvermijdelijke reflectie van. De rechtvaardige samenleving is nooit af en vergt repeterende inspanningen van elke generatie.

    Deze verdieping van de WRR ten behoeve van de Nederlandse staat past in de Nederlandse traditie van het continue streven naar progressie. Progressie die er zeker zal zijn door dit WRR rapport.

    Een conclusie van de WRR dat er meer feitelijke kennis over Islam nodig is, is mij uit het hart gegrepen. Die kennis is echter niet alleen nodig onder Politci, Journalisten en Intelectuelen. Zij is vooral ook nodig onder gewone burgers inclusief Moslims.

    Het is mijns inziens een onvoldoende besproken feit dat moslims zelf slecht op de hoogte zijn van de fundamentele kernwaarden van hun eigen geloof. “De idee” van de Islam raakt geheel versluierd door nodeloze focus op irrelevante uiterlijke zaken zoals hoofddoeken, burka’s, halal vlees, halal hypotheken en meer van zulks ongein.

    Het WRR rapport is, juist door haar objectieve insteek een waardevol en zinvol stuk gereedschap voor iemand als ik die zich gaarne inzet voor een betere maatschappelijke educatie.

    Groet,
    Aleem Ahmed

  17. Ondanks dat de avond maar kort duurde (eigenlijk te kort), vond ik het een interessante gelegenheid om de makers zelf over het rapport te horen. Dank voor het goede verslag van deze avond.

    Hartelijke groet, Maarten Rector

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *