Nog eens, de paradigmastrijd

Stel, de familie Jansen besluit dat het huis van de familie Pietersen eigenlijk van hun is, omdat hun betovergrootouders daar al woonden. Maar de familie Pietersen is niet van plan om vrijwillig te vertrekken, want die vinden dat ze het huis legaal bewonen. Dus huurt de familie Jansen een knokploeg in en smijt de familie Pietersen er uit. Familie Pietersen kwaad. Die staan buiten te schreeuwen en met stenen te gooien. Dan wordt de familie Jansen nog kwaaier, en pa Jansen pakt een geweer en schiet pa Pietersen dood.

Simplistisch verhaaltje, absoluut. Maar een voorbeeld om nog eens aan te illustreren waarom het zo moeilijk is om een werkelijke discussie op gang te brengen over Israel en Palestina, waarom we meestal terecht komen in een verbale loopgravenoorlog, of anders gezegd, voor de lezers die hier al langer komen, in een paradigmastrijd.

Twee zaken maken uit bij de vraag aan welke kant je staat. De eerste is met wie je je identificeert, de Jansens of de Pietersens. Met wie voel je je het meest verwant, en waarom? De tweede is op welk moment je het verhaal laat beginnen. Doe je dat op het moment dat de Pietersens buiten staan te schreeuwen en stenen aan het gooien zijn, dan is het duidelijk dat de Jansens zich ‘alleen maar verdedigen’. Doe je dat op het moment dat de Jansens het huis binnenstormen waar de Pietersens al woonden, dan kun je nog steeds vinden dat de Pietersens vervolgens misschien niet de juiste methode gebruikten en naar de rechter hadden moeten lopen, maar dat ze wel gelijk hebben dat ze kwaad zijn.

Kijken we naar de berichtgeving in de media, en de reacties die binnenkomen op een weblog als dit, dan zie je die beide zaken voortdurend langs komen. Kijk je vanuit Israel naar de Palestijnen, of kijk je ook vanuit de Palestijnen naar Israel? En op welk moment laat je het verhaal beginnen? Joris Luyendijk heeft met zijn boek ‘Het zijn net mensen’, haarfijn uitgelegd hoe vaak en hoe automatisch Nederlandse verslaggevers vanuit de Israelische berichtgeving naar het ‘conflict’ keken, en hoe vaak er zonder er bij na te denken zinnen in stonden als ‘nadat de Palestijnen weer raketten hadden afgevuurd volgde een vergeldingsactie van het Israelische leger’. Zie ook de dag dat de geschiedenis begon van Een Ander Joods Geluid.

En er zijn meer mechanismen die de Jansen-aanhangers gebruiken om vooral het beeld in stand te houden dat de Jansens helemaal gelijk hebben, en zich alleen moeten verweren tegen die vervelende Pietersens. Een paar daarvan hebben we ook weer langs zien komen in de reacties hieronder, bij Israel erkennen.

1. De herschrijving van de geschiedenis. Eigenlijk hadden de Jansens altijd al recht op dat huis, en de Pietersens waren maar toevallige voorbijtrekkende huurders.
2. De vergelijking. Wat de Jansens deden is weliswaar niet netjes, maar de andere buren zijn minstens zo erg of nog erger.
3. Het vijandbeeld. De Pietersens zijn barbaarse klootzakken, die sowieso niet onze sympathie verdienen. En wie voor de Pietersens opkomt deugt zelf ook niet.

Beetje simplistisch, okee. Maar herkenbaar?
Waar het om gaat is dat er geen gesprek mogelijk is, of anders gezegd, zulke gesprekken steeds maar in dezelfde kringetjes blijven ronddraaien wanneer de paradigma’s van waaruit mensen reageren zelf niet ter discussie staan.
De moeilijkheid daarbij is dat mensen de neiging hebben om zich niet bewust te zijn van het paradigma van waaruit ze reageren, omdat ze dat, daar is het een paradigma voor, ervaren als de simpele waarheid. Een waarheid die de tegenstander weigert te zien. Zie hierover de paradigmastrijd.

Hoe we feiten waarnemen, welke feiten we zien, hoe we ze beoordelen, wordt in vergaande mate bepaald door de bril, het paradigma waarmee we kijken. Het zou dus helpen als mensen zich meer bewust waren van hun paradigma. Voor wie het paradigma is dat Israel zichzelf alleen maar verdedigt tegen de vijand, de Palestijnen, (paradigma 1) is alles wat ik hier zeg per definitie verkeerd, en dient bestreden te worden. Ik op mijn beurt, die vindt dat de staat Israel is opgericht ten koste van de mensen die er al woonden, en dat die mensen rechten hebben (paradigma 3) heb heel weinig zin meer, en zie de zin er ook nauwelijks nog van in, om steeds maar weer in te gaan op de geijkte argumenten vanuit paradigma 1 die oneindig worden gerecycled. En dan komt er altijd wel weer iemand langs die vanuit paradigma 2 reageert – er zijn twee partijen die alletwee gelijk en ongelijk hebben – die proberen de zaak te verzoenen. Behalve dat iemand die in paradigma 3 zit niet twee gelijke partijen ziet, maar een partij die bezet, en een partij die bezet wordt. Paradigma 2, ‘waar er twee vechten hebben er twee schuld’ en ‘reikt elkaar de hand’, klinkt dus vriendelijk, maar doet geen recht aan de structurele ongelijkheid in het conflict. Vind ik.

Doe een kleine oefening. De mensen die hier twee jaar geleden al waren kennen hem al. Het is een denkoefening die ik vaak deed met mijn studenten, als we het hadden over geweld binnen relaties en had als doel onze eigen paradigma’s op te sporen als het gaat om daders en slachtoffers. De denkoefening staat hieronder.
Morgen kom ik er op terug met een commentaar.

45 gedachten over “Nog eens, de paradigmastrijd

  1. Zoals ik het zie is het kijken naar waar het meeste gevaar van uitgaat.

    De Hezbollah regering wil alle joden de zee in drijven. Ja, ik ken nog een man die zoiets wilde.

    Beiden zijn in deze niet vrij te pleiten, Israel net zo min, maar ik vind het vreemd dat je achter een land staat dat een Hitler achtig doel nastreeft. Ben je zelf dan niet net zo erg?

  2. Anja,

    Moet de laatste zin van de derde alinea niet luiden: “…..maar dat ze wel gelijk hebben dat ze het huis in bezit nemen”? (Want “zich verweren” doen ze pas daarna).

    Mijn ervaring in discussies is, dat het paradigma zo sterk werkt, dat fanatieke Israël-verdedigers zrlfs duidelijke feiten ontkennen, zoals recentelijk de (opportunistsiche) steun van Olmert aan Abbas in het conflict met Hamas.

  3. Heb je enig idee wat ik probeerde te zeggen, met het bovenstaande stuk, Tim? Zou je dan kunnen proberen uit te leggen vanuit welk paradigma jij kijkt en waarom?
    En wil je bij die zin, ‘naar waar het meeste gevaar van uitgaat’, even bedenken gevaar voor wie? Dus kun jij aangeven met welke groep jij je meer identificeert, en ook daar, kun jij duidelijk maken waarom?
    En hadden we het over Hezbollah? Ik dacht van niet.

  4. Ik identificeer mezelf het meeste met de groep die bij de huidige situatie het meeste gevaar loopt. Juist dat zijn de joden in Israel, dat zijn de christenen in Somalie, etc. Wellicht is dat gevaar nog niet direct maar het is er wel. Ik noemde hierboven ook opzettelijk Hezbollah, dit om even heel duidelijk aan te geven, dat hamas en de palestijnen in deze niet alleen staan, het zijn namelijk echt niet alleen de ‘zielige’ palestijnen. Daar staan net als bij Israel ook een aantal grootmachten achter. Bovendien kan ik nog steeds niet bevatten hoe weldenkende mensen zich achter de palestijnen kunnen scharen, want vergis je niet je schaart je achter mensen die een regering kiezen die een hele bevolkingsgroep uit willen roeien, en of dat nou iets wenselijks is?!

  5. Je zegt het zelf niet, Tim. Maar dat is een gaaf voorbeeld van paradigma 1. Gewoon puur op wat er is gebeurd en nog gebeurt kun je constateren dat de Palestijnen meer gevaar te verduren hebben gehad van Israel, en nog verduren, dan omgekeerd. Het zijn de Palestijnen die hun land zijn kwijtgeraakt. Er zijn aanzienlijk meer doden gevallen onder de Palestijnen, ook burgers, dan omgekeerd. Het zijn niet de tanks van de Palestijnen die Israelische steden bestoken, het is niet Israel dat bezet is door de Palestijnen, enzovoorts. Toch beslis jij dat het de Israeli’s zijn die meer gevaar lopen, en wel in de toekomst. Dat lijkt me een fraai voorbeeld van de familie Jansen die bang is dat de familie Pietersen nu wraak gaat nemen en ze het huis weer uit wil gooien. Wat de Pietersens ondertussen natuurlijk ook wel zouden willen.
    Het is ook een mooie illustratie van de stelling dat het er maar van af hangt op welk moment je het verhaal laat beginnen. Want hoe het toch zou komen dat de Palestijnen de Israeli’s niet speciaal welgezind zijn komt in jouw verhaal natuurlijk niet voor.
    Dus hartelijk dank voor deze illustratie.

  6. In je voorbeeld zou ik een verandering aanbrengen. De fam. Jansen claimt met steun van de gemeente het huis van Pietersen. De gemeente onteigend Pietersen en Jansen kan het huis bewonen. De Pietersens gooien stenen naar de Jansens, maar zouden eigenlijk hun beklag moeten doen bij de gemeente.
    Als drie generaties later de Pietersens nog steeds stenen gooien en ook de kinderen van de derde generatie Jansen nar het leven staan, dan wordt duidelijk dat de Pietersens inmiddels een onterecht verwijt aan de Jansens doen.
    Immers, de Jansens hebben van de gemeente het recht op de woning gekregen en men kan de derde generatie Jansen langzamerhand niet meer verwijten dat de eerste generatie het aanbod van de gemeente geaccepteerd heeft.

    Kortom, soms moet je zaken als een voldongen feit beschouwen. De stichting van de staat Israël verdient geen schoonheidsprijs. Europa heeft haar probleem afgewenteld op de Palestijnen. Echter, dit terugdraaien zou een hernieuwde humanitaire catastrofe zijn. Overigens, pak er eens een kaart van Europa van 50 jaar geleden bij. Je herkent de landen bijna niet terug, zoveel veranderingen, vaak als gevolg van oorlogen en vredesverdragen waarbij het stikken of slikken was.
    Als we dit allemaal terug zouden moeten draaien. Dat zou onbegonnen werk zijn

  7. Wat je doet, Henk, is een alternatief verhaaltje verzinnen zoals het jou bevalt. Je gaat niet in op waar mijn posting over gaat, namelijk, hoe onze blik wordt gevormd.
    Niemand had het hier over ’terugdraaien’. Dus daar gaat de discussie even helemaal niet over. Het gaat over waarom het zo moeilijk is om een werkelijke discussie te voeren. Het gaat over paradigma’s.

  8. Ja maar dan moet je uitgangspunt wel een juist uitgangspunt zijn. Daarom heb ik jouw verhaal over de Jansens en Pietersens gecorrigeerd zodat het meer in de lijn van de historie past. Dat helpt om juiste conclusies te trekken. En om het paradigma juist weer te geven.

  9. Ik weet heel goed wat ik doe, Henk. Daar hoef je het niet mee eens te zijn, maar het is niet aan jou om hier te bepalen wat het ‘juiste’ paradigma is.

  10. Dat is niet fair Anja. Niet ik bepaal dat, maar een correcte weergave van de geschiedenis bepaalt dat. Het Joodse volk heeft Israël met steun van de internationale gemeenschap toegewezen gekregen. Dat kun je niet fraai vinden (en dat is het ook niet) maar het is wél een feit.
    Als je dat feit erkent wordt het veel moeilijker om het vijandbeeld jegens Israël overeind te houden.

  11. Laatste keer, Henk. Uiteraard vind iedereen dat hij zij zelf de correcte weergave van de geschiedenis heeft. Jij vind jouw visie correct. Ik vind mijn visie correcter. Uiteraard. Dus wat ik voor de verandering probeer te doen is niet het gewone ik heb gelijk nee ik heb gelijk waar je uren mee zoet kunt zijn zonder dat het iets oplevert, maar een kader te scheppen waarmee duidelijk wordt waarom we vanuit verschillende paradigma’s niet werkelijk tot een discussie kunnen komen. Daar kun je aan meedoen of je kunt het laten, maar je krijgt mij op dit moment even niet terug in het gewone welles nietes. Dus lees het nog eens en kijk of je mee kunt in die gedachte en zo nee, laat dan maar. Ik ga absoluut nu niet weer terug in die eindeloze oude discussie over of Israel het land toegewezen heeft gekregen met steun van de internationale gemeenschap, dan moeten we weer terug naar de tijd waarin dat gebeurde, de ‘internationale gemeenschap’ die het toen nog heel gewoon vond dat je land van ‘inheemse bevolkingen’ weg mocht geven zonder de mensen te vragen of ze daar zelf ook nog wat van vonden, dan moet je weer terug naar het gegeven dat de Israelische troepen aan de gang gingen om meteen meer land in beslag te nemen dan ze bij het verdelingsplan waren toegewezen. Enzovoorts. Bekend. Probeer even te zien wat ik aan het doen ben met de paradigma-discussie, en als je dat niet bevalt, of je hebt daar geen zin in, laat dan maar zitten.

  12. Het doet met een beetje denken aan vrougah. Het eindeloze “Ja, maar hij begon en hij deed dat” tijdens ruzies met m’n broertjes. En mijn broertje was zo’n watje die snel naar mama liep.

    Alles is in zekere zin herkenbaar voor mij, alles 3 “verweren” die je opnoemt:
    1. Eigen interpretaties van de geschiedenis. Het “hij begon” en je eigen streken onder het tapijt schuiven.
    2. Je eigen daden verantwoorden en goedpraten met een “Ja, maar hij deed dat”
    3. Een vijandbeeld hoort natuurlijk ook bij een conflict. Er zit soms een kwaadheid (vijandigheid) in je en die moet eruit lijkt het wel.

    Misschien kan ik me vrij goed met Jansen vereenzelvigen omdat ik thuis van de kinderen de oudste en sterkste was. (de oudste ben ik nog steeds, maar de sterkste niet meer). En van mijn broer weet ik dat hij het een keer in discussie voor de Palestijnen heeft opgenomen.

    Verder heb ik nog een opmerking over de 3 paradigma’s. Ze sluiten elkaar niet uit en zijn volgens mij alle 3 waar.

  13. Beste Anja,

    Even los van de vraag wie er moreel gelijk heeft, over naar de wereld van de realpolitik.

    Twee vragen: 1. hoe past het antisemitisme in de Arabische wereld binnen jouw paradigma? Is dat nonexistent, irrelevant, overdreven of .. vult u maar in?

    2. stel dat de Israeli’s de Arabieren rechtvaardig zouden behandelen, dwz. de nederzettingen terugtrekken uit de Westbank; de Palestijnen soevereiniteit gunnen; de Israelische Arabieren gelijke rechten geven; de vluchtelingen terug laten keren – wat denk je dat er vervolgens zou gebeuren?

  14. Is het dan niet van belang te weten hoe de Pietersens aan het huis zijn gekomen en waarom zij vinden dat zij er ‘legaal’ wonen? Want eigenlijk veronderstel je daarmee een ‘hogere overheid’ of bepaalde wetten en regels die bepalen wat legaal en illegaal is. Met andere woorden, je stopt zelf al in je simplistische verhaaltje bepaalde waardeoordelen van een ‘hogere’ macht dan de Jansens en de Pietersens zélf hebben. Zonder die hogere macht zou het immers een simpele quastie van ‘het recht van de sterkste’ zijn en hadden de Pietersen simpelweg het nakijken. En dat is geloof ik niet de bedoeling.

    Het feit alleen al dat je refereert naar je paradigma’s en vervolgens al een stelling inneemt, waarbij je duidelijk maakt dat het simplistische verhaal een allegorische betekenis heeft, zorgt ervoor dat je bepaalde elementen niet kunt weglaten. Daar heeft Henk gelijk in. En dat heeft niets met paradigma’s te maken.

  15. Is nu niet aan de orde Tjerk. Daar kan ik weer lange verhalen over houden, die overigens allemaal al een keer langs zijn geweest, maar het gaat nu even om wat anders. En van die overhoorvragen geven mij vaak het gevoel dat ik weer een verplicht opstel moet schrijven en daar hield ik op school al niet van. Misschien kom ik er nog op terug, maar dan op een ander moment.

    Johan, wat je te pakken hebt is dat de paradigma’s elkaar niet per definitie uit hoeven te sluiten. Het begint met de erkenning dat je dezelfde geschiedenis heel verschillend kunt zien, afhankelijk van je positie, je ervaring, je geschiedenis enzovoorts. Het punt is dat de mensen in paradigma 1 al moeite hebben om te erkennen dat er naast het verhaal vanuit Israel gekeken nog een ander verhaal is, dat van de Palestijnen. Dat, bijvoorbeeld, de dag die elk jaar gevierd wordt door Israel, ‘onafhankelijkheidsdag’, een dag is van diepe treurnis voor de Palestijnen. Voor hen is diezelfde dag ‘nakbadag’ de dag van de grote ramp. Omgekeerd heb ik vanuit paradigma 3 geen moeite te erkennen dat er een ander paradigma mogelijk is. Dat is voor mij ook niet zo’n kunst, want ik heb de reis van het ene paradigma naar het andere al gemaakt. Ik kan me nog heel goed herinneren hoe de zaak eruit zag toen ik nog heel vanzelfsprekend met Israel meekeek, dat deden toen vrijwel alle Nederlanders, en geen idee had van de Palestijnen. In mijn ervaring, daar zullen de paradigma 1ers het wederom geheel met me oneens over zijn, is paradigma 3 ‘groter’. Ik kan er het verhaal van paradigma 1 wel in meenemen. Omgekeerd verzetten de mensen van paradigma 1 zich met hand en tand tegen de mogelijkheid dat een ander verhaal, dat van de Palestijnen, even ‘correct’ kan zijn.

    Wat ik dus graag zou willen, om uit die patstelling te komen die alle werkelijke discussies onmogelijk maken, is om te beginnen eens de erkenning, dat er verschillende paradigma’s bestaan, en dat het de moeite waard is om je in die van de ander te verdiepen. Om vervolgens nog steeds het recht te hebben om te kiezen waar je staat.

    Dixi, je kunt de discussie natuurlijk proberen om te buigen naar de vraag of ik het Jansen en Pietersen verhaaltje wel ‘correct’ heb weergegeven. Dan blijf je dus binnen de paradigmastrijd hangen, in plaats van daar eens even een stap uit te maken. Want het is duidelijk dat iedereen dat verhaaltje anders zou willen vertellen. Maar dan mis je dus het punt waar het om gaat. En dat is dat we zo’n verhaaltje anders beschouwen naar gelang de partij met wie we ons identificeren, en naar gelang het moment dat we het verhaal laten beginnen.
    Dus: ook welke elementen je toe zou willen voegen en welke elementen je niet zou willen zien hangt primair samen met het paradigma dat je aanhangt. Daar gaat het op dit moment over.

  16. Anja, als je een eerlijke discussie over paradigma’s wilt beginnen, moet je niet eerst met een verhaaltje komen dat overduidelijk vanuit één paradigma (nummertje 3) geschreven is, om dan van mensen die vanuit paradigma 1 of 2 denken, te vragen om eens kritisch naar hun eigen paradigma te kijken en daar eens uit te stappen.
    Het zou beter zijn om de paradigma’s gewoon neer te zetten en daarbij de vraag te stellen of je bereid en in staat bent om de situatie eens vanuit een andere ‘bril’ te bekijken.

  17. Jammer dan, GJH. Ik denk nog steeds dat zo’n verhaal als ‘oefenmateriaal’ veel verheldert. Al was het maar omdat je ergens mee duidelijk moet maken dat het punt waarop je een verhaal laat beginnen er toe doet. En al was het maar dat duidelijk wordt dat geen enkel verhaal neutraal is. En zonder een voorbeeld waar mensen zich over op kunnen winden denk ik helemaal niet dat je mensen aan het denken krijgt over hun eigen paradigma. Dat gebeurt niet vanuit abstracte definities. Eerst moet er iets botsen. Dat gebeurt dus en dat is prima. En verder houdt iedereen uiteraard zijn/haar eigen mening.

  18. Anja, het ‘punt’ waarop je het verhaal laat beginnen doet er zeker toe, maar zelfs dat punt is ook al gekleurd door je eigen paradigma.

    “En zonder een voorbeeld waar mensen zich over op kunnen winden denk ik helemaal niet dat je mensen aan het denken krijgt over hun eigen paradigma. Dat gebeurt niet vanuit abstracte definities. Eerst moet er iets botsen. Dat gebeurt dus en dat is prima. En verder houdt iedereen uiteraard zijn/haar eigen mening.”

    Als mensen zich ‘opwinden’ over een verhaaltje, zullen ze reageren door zich in hun paradigma-schulp terug te trekken om van daaruit terug te gaan schieten (is tenminste mijn reactie). Dat lokt idd. wel discussie uit, maar zeker geen stap vanuit je eigen paradigma om ook eens op een andere manier naar het conflict te gaan kijken.

  19. Daar verschillen we dan over van mening, GJH. Je mag wel even bedenken dat ik al vele jaren met paradigmshifts werk met mensen, en mijn ervaring is dat wanneer mensen niet uit hun paradigma willen, wat niet raar is gezien wat ze er in geinvesteerd hebben, ze altijd wel iets zullen zoeken om het mee oneens te zijn. En wat je ook mag bedenken is dat er geen neutrale standpunten zijn, in zulke kwesties. Ik zal ook geen moment doen alsof ik dat ben.

  20. Anja, de opmerking “Je mag wel even bedenken dat ik al vele jaren met paradigmshifts werk met mensen” is behalve redelijk hooghartig ook nogal link, want wie weet hoeveel ervaring ik heb met paradigmawisselingen.

    Wat ik me afvraag is gewoon: wil je een discussie over de oorzaken en achtergronden van het MO-conflict (waarbij het idd erg handig is om je mening erin te gooien als een knuppel in het hoenderhok)? Of wil je dat iedereen, met name degenen met een vastgeroeste opinie, eens de moed verzamelen om het conflict eens vanuit een heel andere positie te bekijken (waarbij het verstandiger is om niet met één subjectieve opinie te beginnen, dat bemoeilijkt het ‘uitstijgen’ boven je eigen standpunten alleen maar, zo bleek uit verschillende reacties)

  21. Sorry, GJH, je bent jezelf aan het herhalen. Je vind dat ik het anders had moeten doen, ik vind van niet. En als jij zo’n discussie zou beginnen zou je het anders doen dan ik. Het zij zo.

  22. Ik herhaal mezelf omdat ik geen antwoord krijg op een vraag / opmerking die ik plaatste. Ik vraag me gewoon af wat je nu precies wilt. In je stukje doe je namelijk twee dingen die met elkaar conflicteren:

    1) je roept op tot het verlaten van het eigen denkraam om eens vanuit een ander perspectief naar het MO-conflict te kijken.

    2) je schrijft een gelijkenisje vanuit je eigen subjectieve standpunt en krijgt daar, volledig te verwachten natuurlijk, kritiek op van mensen die vanuit hun denkraam gaan reageren in plaats van boven dat denkraam uitstijgen.

    Op die mensen (de pro-Israël types zeg maar) reageer je dan weer met de opmerking dat het nu juist de bedoeling is om het eigen paradigma eventjes te verlaten. Het lijkt er echter sterk op dat je dit alleen verlangt van mensen die vastgeroest zitten in een pro-Israël standpunt of een ‘neutraal’ standpunt.

    Maar goed, je geeft zelf ook al toe niet neutraal te zijn in deze (en inderdaad: niemand is dat).

  23. Inderdaad, niemand is neutraal en ik ben altijd volstrekt duidelijk over waar ik sta. Dat roept weerstanden op.
    En inderdaad denk ik dat vooral de mensen in paradigma 1 na moeten denken. Zoals ik al elders heb gezegd ga ik er vanuit dat paradigma 3 ‘ruimer’ is dan 1. Ik ben daar al geweest. Ik kom daar vandaan. Dat geldt voor de meeste mensen in paradigma 3, want 1 is wat we in Nederland met de paplepel hebben meegekregen.
    En verder is er geen manier, wat mij betreft, om dit paradigmaverhaal te houden zonder dat er mensen van in de weerstanden of de protesten schieten. Dat is inherent.
    En wie weet, of iemand anders het anders en beter had gedaan dan ik. Maar ik deed het zo. En of je het daar nu mee eens bent of niet, het is nu wel genoeg. We agree to disagree. En ik zie nadat je nu voor de vierde keer je standpunt uiteenzet geen aanleiding om in dit kringetje door te blijven draaien. Dus dank je wel, en laat dit genoeg zijn.

  24. Beste Anja, ik geloof dat je me niet helemaal begrepen hebt. Ik heb er nog even over nagedacht en wil wat dingen specificeren. Voor de duidelijkheid wil ik zeggen dat ik je verhaal heb genomen voor wat het is, zonder partij te kiezen voor één van de twee partijen – dat is het punt juist – omdat voor mij niet te bepalen is wie in je verhaal een moreel juiste koers vaart door gebrek aan informatie.
    Waarom besluit de familie Jansen dat het hun huis is? Met welk recht zegt de familie Pietersen dat zij er legaal wonen? In welke tijdsspanne speelt dit verhaal zich af, in een middag, een week, een decenium? Zijn er instanties buiten de families die een rol spelen, welk recht speelt een rol? etc. etc.
    Ik krijg de indruk dat jij die invulling al hebt, voor jezelf en dat het verhaal in plaats van simplistisch, allegorisch is. Dat kan verder geen kwaad, maar dan moet je dat wel vermelden. En niet denken dat als ik commentaar lever- nogmaals, ik wijs alleen op het juridisch-filosofisch en feitelijke vacuum waarin je verhaal zich afspeelt en dat mij verhinderd er een oordeel over te vellen – dat zulks betekend dat ik een paradigma aanhang. Nogmaals, ik neem het verhaal zoals het er staat, als filosofisch-juridisch probleem. En dan schort er het één en ander aan. Als het niet abstract is, dan moet je dat overigens gewoon zeggen.

  25. Beste Dixi. Ik verhul geen moment dat ik partijdig ben. Het verhaaltje zoals ik dat als allegorie heb gebruikt weerspiegelt mijn visie, mijn paradigma. In mijn visie komt dat heel dicht bij het verhaal zoals zich dat historisch heeft afgespeeld. In Palestina woonden al mensen, die geen enkele reden hadden om te denken dat ze daar het recht niet toe hadden. Door verschrikkelijke gebeurtenissen in Europa, waar de Palestijnen part noch deel aan hadden, besluit een grote groep Europese joden om in Palestina een staat te vestigen, en doen dat met instemming van een in Europa opgesteld ‘verdelingsplan’. De er al wonende mensen worden er dus voor het overgrote deel uitgesmeten. En zijn daar, hoe zou dat ook anders kunnen, kwaad over. Ik denk dat je dat verhaal, ook historisch, gewoon zou kunnen volgen. Maar dat is niet het belangrijkste punt. Het punt waarom ik dat verhaaltje heb gebruikt is om te laten zien dat wat we waarnemen te maken heeft met de vraag met wie we ons identificeren. Met de Jansens, die een tehuis zochten en daarvoor de mensen die er al woonden er uit gooiden, of met de Pietersens, die niet inzien waarom zij er uit gegooid moesten worden. En het tweede punt dat ik maakte is dat het uitmaakt op welk moment je het verhaal laat beginnen. Op het moment dat de Jansens besluiten om de Pietersens er uit te gooien, of op het moment dat de Pietersens in het verzet gaan en hun huis terug willen.
    Een gesprek dat ergens over gaat krijg je wat mij betreft dus pas op het moment dat we ons er van bewust zijn met wie we ons identificeren en waarom, en op welk moment we het verhaal laten beginnen. En uiteraard, dat is hier al eerder aan de orde geweest, zouden andere mensen dan ik waarschijnlijk een ander verhaaltje als exemplarisch hebben opgenomen.
    Dat ik het verhaaltje simplistisch noem heeft er uiteraard mee te maken dat je het kan voorzien van een eindeloze reeks historische details en nuances en verschillende visies op wat er nou echt is gebeurd. Maar als je snapt wat ik er mee wilde doen, weet je ook dat dat op dit moment niet het punt is.
    En nog iets: iedereen hangt een paradigma aan. je kiest, hoe dan ook. Er zijn geen neutrale standpunten. Zelfs de feiten die je wel wenst te zien of niet wenst te zien hangen daar mee samen. Het zou dus helpen om daar duidelijk over te zijn. En dat is waar de discussie wat mij betreft over zou moeten gaan.

  26. Laat ik twee voorbeelden geven, ter verduidelijking:

    1. De betovergrootouders van de huidige Jansens overlijden en vervolgens vinden de Pietersens het huis leeg. Zij besluiten het te gaan bewonen. Na vijftien jaar besluiten de Jansens dat het huis eigenlijk van hen is en het door jou beschrevene voltrekt zich.
    Door de tijdsspanne die verlopen is tussen het te goeder trouw in bezit nemen van het huis door de familie Pietersen is het moreel en (bijvoorbeeld in het Romeins recht) juridisch hun eigendom geworden. De Jansens hebben dus geen poot om op te staan en hadden moeten accepteren dat zij het eigendom kwijt zijn. Hun gedrag is dus moreel laakbaar en in veel maatschappijen ook strafbaar. De Pietersens zijn terecht kwaad en hebben moreel gezien ook recht om deze onterechte onteigening van hun bezit op welke wijze dan ook tegen te gaan en er tegen te protesteren.

    2. De Pietersens hebben toen de betovergrootouders weg waren, het huis in bezit genomen. Welliswaar vonden zij het huis leeg, maar de betovergrootouders Jansen hebben vastgehouden aan hun eigendomsrechten; ze wilden er terugkeren. Door allerlei omstandigheden blijft om het huis terug te krijgen – onderhandelingen zijn op niets uitgelopen, er is geen hogere overheid, noem het maar op – alleen de eigenrichting over voor de Jansens om zich hun eigendom opnieuw te verwerven. Het kost hen vijf jaar om voldoende macht te ontwikkelen het huis terug te nemen en inmiddels beschouwen de Pietersens het als hun eigendom; zij vinden dat ze alle recht hebben er te leven. Immers, al vijf jaar wordt het pand door hen onderhouden en bewoond. De gebeurtenissen die jij beschrijft voltrekken zich.
    Nu heeft echter de familie Jansens het moreel en juridisch recht aan zijn kant; men heeft nooit het eigendom van het huis opgegeven en het was niet aan de Pietersens om zich het eigendom toe te kennen, ondanks de periode tussen aanspraak en uiteindelijke revindicatie.
    Als de familie Pietersen zich aan het opnieuw in bezit nemen stoort, is dat haar probleem. Nu heeft zij geen poot om op te staan; geen bezit en geen eigendom en onvoldoende macht om het huis wederrechtelijk in bezit te nemen. Zij moeten het ergens anders proberen, in plaats van de Jansens lastig te blijven vallen.

    —————————————————————-

    Dezelfde gebeurtenissen, maar nu in hun context geplaatst: Een noodzakelijke context, omdat anders niet te bepalen is welke kant we moeten steunen als we rechtvaardig willen zijn.
    Ik ben het met je eens dat het beginpunt van het verhaal van belang is, zonder meer. Maar er missen cruciale elementen die het onmogelijk maken om een juist oordeel te vellen, zelfs in jouw ‘hele’ verhaal. Dat heeft niets met vooroordelen of paradigma’s te maken, dus met iets dat ik er in léés, maar met informatie die ik mis om tot een oordeel te komen. Juíst als ik géén vooroordeel heb, mis ik informatie. Als ik al een paradigma aanhang, hoef ik alleen met een natte vinger te zeggen: De Pietersens hebben gelijk, want iedereen heeft recht op ongestoord wonen, of een betovergrootouder is zijn rechten kwijte etc.

  27. Beste Anja, één opmerking over je eerste reactie: Realiseer je wel, dat “En nog iets: iedereen hangt een paradigma aan. je kiest, hoe dan ook. Er zijn geen neutrale standpunten. Zelfs de feiten die je wel wenst te zien of niet wenst te zien hangen daar mee samen. Het zou dus helpen om daar duidelijk over te zijn. En dat is waar de discussie wat mij betreft over zou moeten gaan.” betekent dat er op geen enkele wijze een abstracte discussie kan worden gevoerd. Tenzij ik geachte wordt een onverklaarbare sympathie te hebben voor bepaalde abstracties.

  28. Het gaat niet om het vellen van een oordeel, Dixi. Het gaat ook niet over of mijn verhaaltje ‘correct’ was. Natuurlijk vind ik dat en natuurlijk kun jij het daar mee oneens zijn. Het gaat er om dat we meer besef krijgen van het feit dat hoe we kijken naar een situatie gekleurd wordt door met wie we ons identificeren en op welk moment we een verhaal laten beginnen. Dus uiteraard kun je nog tig andere varianten maken van zo’n verhaal. Wat jij dus ook laat zien. Ik kan er ook nog wel honderd varianten van maken en jij ook. Maar dat is niet het punt waar het mij om ging.

    En ik zou verder absoluut niet weten waarom je een abstracte discussie zou willen voeren. Voor mij gaat het om zaken die allesbehalve abstract zijn.

  29. Nou, ik besef me in ieder geval dat ik beter in staat ben objectief naar een situatie te kijken dan kennelijk de bedoeling is… Je identificeren met iemand van wie je niets weet, behalve dat hij met een ander geweldadigheden uitwisselt? Hoe doe je dat? Ik voel met tot geen van tweeën aangetrokken, zelfs niet als ik het verhaal allegorisch op moet vatten.
    Dat het moment van beginnen van het verhaal van belang is, bestrijd ik niet, sterker nog, dat ben ik van harte met je eens. Maar je laat in je verhaal geen keus dan te zeggen dat geen oordeel te vellen is. Prima als dat de bedoeling is, maar ik zie niet in hoe dat dan van belang zou zijn. Wordt het gewoon een abstracte discussie over de invloed van identificatie, informatie en startpunt van een verhaal. Prima. Maar dan heb ik alsnog de critiek dat het verhaal context mis, als er een oordeel geveld zou moeten worden. En dus dat ik geen oordeel vel en paradigma vrij ben. Zonder daarmee overigens te willen zeggen dat ik volkomen objectief ben. Maar ik wil wat ik vind wel kunnen bewijzen met feiten, of logische redenaties.

    Ik zie dat je wél refereert aan de geschiedenis van Israel, maar eigenlijk niet veel feiten geeft en geen jaartallen. Dan zeg ik, zonder voor één van de partijen een voorkeur te hebben, want ik houd vol dat zulks kán, of dat ik een voorkeur weg kan drukken als ik me er van bewust ben om objectieviteit te naderen: Ik kan geen oordeel vellen, want ik heb te weinig informatie en de informatie die ik heb is – dat geef je zelf toe – volstrekt onbetrouwbaar. Alleen op jouw woord kan ik immers niet afgaan, dat moet ik uit je woorden concluderen.

  30. Je zit nog steeds in het stramien dat je zo geen oordeel kan vellen. Dixi. Nou dan doe je dat niet. En je hoeft ook niet op mijn woord af te gaan. Uiteraard kan ik een verhaal houden met feiten en jaartallen. Maar dat heb ik al eerder – oa in mijn boeken gedaan. En daar ging het nu even niet over. Misschien kun je nog even nadenken over je eigen paradigma, want dat was het onderwerp. En misschien horen we daar nog wat over.

  31. Dat is dus net het punt. Een paradigma veronderstelt een oordeel of vooroordeel, in ieder geval een van te voren gevormde mening die de manier waarop wij een geval bekijken kleurt. Je noemt het zelf een bril. Iets dat al is, en ons beïnvloed bij het kijken en ons (daardoor) iets laat vinden.

    Stel: Ik ben paradigma A en jij bent paradigma B. Geval X leidt er dus toe dat jij vindt O en ik vind J. Bijna automatisch, tenminste, dat is zoals ik het uit je stukken begrijp. Het komt er dus op neer dat onze mening min of meer van te voren al vast staat, niet?
    Nu jouw verhaal, dat we geval Y noemen. Ik zou daar een mening over moeten hebben, tenminste, dat leid ik uit je introductie af, wánt ik heb een paradigma. Het zou er immers om gaan aan welke kant ik sta. Dan moet ik toch een mening vormen, of gevormd hebben. Klopt dat tot dusver?
    Nu wil het punt alleen dat ik niet aan iemand’s kant sta. Ik kies geen partij en dat doe ik niet, omdat ik geen van te voren gevormde mening heb en in het stuk zelf niet voldoende informatie vind om een mening mee te vormen. En ik blijf vinden dat het dát is wat je in feite vraagt. Het gaat er immers om welke kant je kiest.
    Vervolgens vermeng je de abstracte, op zichzelf staande discussie ‘kies je de kant van Jansen of van Pietersen’ met de moeilijkheden in Israël. Kennelijk heeft het standpunt inzake Pietersen en Jansen voor jou direct betrekking op het grotere dáár. Is ‘Jansen versus Pietersen’ een allegorie voor ‘Israël versus de Palestijnen’. Dat kan. Maar ook in dat geval bepaal je dat ik een kant gekozen heb, een mening heb, een (moreel) oordeel geveld heb. Want ik val ook onder één van je paradigma’s. Of is er een keus vier voor jou? Geen paradigma? Ik krijg de indruk van niet.
    Vervolgens kom ik tegen die mening – of dat paradigma van mijn part – in het geweer door te zeggen, dat ik geen paradigma héb: Ik onthoud me voorlopig van oordeel. Ik kies geen kant. En zelfs als ik een kant zou kiezen zou ik me verzetten tegen de suggestie dat ik me daarmee een paradigma heb aangepast. Ik geloof namelijk wel dat een bepaalde mate van objectiviteit mogelijk én wenselijk is.
    Eerlijk gezegd vind ik het ook een beetje raar om mensen met betrekking tot dit onderwerp zo in een hokje te drukken.

  32. Voor mij is het zonnenklaar. Je moet zelf luisteren, maar dat gaat niet meer na je 7e levensjaar.
    Kafka zei het al: “Gib es auf!”
    Misschien dit: Accepteer jezelf zoals je bent helaas en geniet intussen toch van Dixi’s rethorisch vernuft en intelligentie.
    Groet van Olwert

  33. Ik snap Dixi wel, Anja. En ik denk ook dat ik het misverstand tussen jullie wel snap. Ik denk dat ik wel kan uitleggen wat er mis gaat, en ik denk ook dat ik je kan uitleggen waarom dit zo’n lastig onderwerp is. Ik ga het proberen.

    Dixi zegt: goed, je hebt drie paradigma’s. Eentje waarbij je sympathiseert met Israël, waarin je Israël ziet als slachtoffer, misschien wel, eentje waarbij je zegt: beiden hebben evenveel schuld, en eentje waarbij je de Palestijnen ziet als slachtoffer. (Ja, dat zeg ik met opzet wat ongenuanceerd, maar ik kom hier op terug.) Dixi ziet een vierde mogelijkheid: niet partij kiezen voor de een of de ander, maar je onthouden van een oordeel. Zeggen: het is me te ingewikkeld, ik wil voorlopig alleen maar meer informatie tot me nemen, en dan kies ik later misschien nog wel eens.

    Op zichzelf heeft Dixi gelijk: behalve zwart en wit en grijs is er ook kleurloos. Je stemt niet op Jantje, Pietje of Marietje, nee, je onthoudt je van stemming. Dat is een legitieme keuze, maar het is niet zo interessant voor de discussie. Je voorbeeldvraag was: vul in voor hoeveel procent iedereen verantwoordelijk was. Dixi zegt: ik vul niks in. Dat mag, natuurlijk, maar ik denk ook dat Dixi je punt een beetje mist.

    Je maakt namelijk wel degelijk een heel interessant punt: niet zozeer dat je kunt kiezen voor óf Jansen óf Pietersen óf allebei, maar dat je Jansen en Pietersen los van elkaar kunt bekijken, en dat ze onafhankelijk van elkaar verantwoordelijk zijn voor hun daden. Dat is de crux van je betoog, dat is het belangrijkste inzicht. Daaruit volgt dat je niet alleen naar het geweld van de Palestijnen moet kijken, maar evenzeer naar het geweld van de Israëli’s. En omdat we allemaal zo gevangen zaten in de gedachtengang dat de verantwoordelijkheid van de een gekoppeld is aan de verantwoordleijkheid van de ander, brengt deze manier van kijken opeens ook de onfrisse acties van Israël voor het voetlicht. Dat waren we niet gewend. We keken alleen maar naar ‘hullie’, niet naar ‘ons’.

    Met dat inzicht denk ik dat Dixi en jij het eigenlijk een stuk meer eens zijn dan jullie je realiseren. Jij wijst erop dat beide partijen verantwoordelijk zijn voor hun daden, Dixi zegt: ik wil geen kant kiezen, ik wil beide partijen kritisch bekijken. Als Dixi dat serieus meent, dan zal dat naar alle waarschijnlijkheid tot dezelfde conclusies leiden als jij hier trekt. Maar niet omdat Dixi kiest voor paradigma 3, maar omdat Dixi op basis van het loskoppelen van de verantwoordelijkheden zicht kan krijgen op zowel de verantwoordelijkheid van de Palestijnen als die van de Israëli’s.

    De term “paradigmastrijd” is ook wel wat verwarrend. Je wilt daarmee te veel, naar mijn idee. Je wilt ten eerste dat mensen bovengenoemd inzicht over het loskoppelen van verantwoordelijkheden aannemen en zich eigen maken, ten tweede dat ze op grond daarvan hun kijk op de gebeurtenissen herzien, en ten derde dat ze die visies gaan herkennen als verschillende paradigma’s, en dat ze hun eigen ontwikkeling in die termen gaan uitdrukken. En dat allemaal samengedrukt in één term. Ik vermoed dat dat is waarom je er zo veel weerstand op krijgt.

  34. Dank je Anne-Marie.
    Als dat het punt van Dixi is, geen partij willen kiezen, kritisch naar beide partijen willen kijken, dan is dat volstrekt legitiem. Maar voor mij eerlijk gezegd niet zo interessant. Want waar het mij uiteindelijk om gaat is niet een discussie om de discussie. Het gaat voor mij om een urgente realiteit. Dus ik heb behoefte aan mensen die wel vinden dat ze genoeg informatie hebben om partij te kiezen.

    Ja, de term paradigmastrijd kan ook verwarring scheppen, hoewel de meeste mensen die ik daarover heb meegemaakt het vooral verhelderend vinden. En ja, ik wil veel dingen tegelijk, en voor sommige mensen te veel tegelijk. Maar de weerstanden zitten ingebouwd, in de eerste plaats horen die er bij wanneer je met je grote voeten op iemands paradigma gaat staan, en in de tweede plaats gaat het om een onderwerp, Israel/Palestina, dat emotioneel heftig is ‘bezet’. Ik vind dat niet zo erg. Ik denk niet dat je er aan ontkomt. Punt is wel dat emoties en weerstanden op een weblog moeilijker zijn te hanteren dan wanneer je een les- of trainingsgroep leidt. Dan is het altijd ter plekke mogelijk om te verhelderen hoe we een term als paradigma gebruiken. Of zijn ‘interventies’ mogelijk, door met iemand persoonlijk door te kunnen gaan met de vraag wat gebeurt er op dit moment met je. Voor mij is de vraag dus nu vooral of het mogelijk is om een ‘gelaagde’ discussie als deze, met veel interactie, op een weblog te kunnen voeren. Wat er tegen spreekt is dat je met een weblog-populatie te maken hebt met een erg diverse groep, niet alleen qua ‘paradigma’, maar ook qua verschillende achtergronden in opleiding en wat mensen al hebben meegemaakt, plus een zeer beperkte manier om daar persoonlijk goed op in te kunnen gaan. In de realiteit van trainingen en les hebben we ook vaak een co-trainer, iemand die de inhoud inbrengt en iemand die dan de emoties weer bij elkaar veegt en in banen leidt. Dat mis ik hier natuurlijk. Dus misschien is de conclusie dat wat ik probeer niet kan. In ieder geval niet voor iedereen.
    Het is in ieder geval een interessant experiment.

  35. “Als dat het punt van Dixi is, geen partij willen kiezen, kritisch naar beide partijen willen kijken, dan is dat volstrekt legitiem. Maar voor mij eerlijk gezegd niet zo interessant. Want waar het mij uiteindelijk om gaat is niet een discussie om de discussie. Het gaat voor mij om een urgente realiteit. Dus ik heb behoefte aan mensen die wel vinden dat ze genoeg informatie hebben om partij te kiezen.”

    De critiek die ik op je behoefte aan partij kiezen heb, is dat deze opmerking wringt met je opdeling van mogelijke meningen in paradigma’s.
    Je stelt dat iedereen een mening heeft; ik stel dat niet iedereen een mening hoeft te hebben en dat een oordeel kan en moet worden opgeschort tot men tevreden is met de hoeveeleid informatie die men heeft. En daar wringt de schoen tussen ons.

    Jij gaat er namelijk vanuit dat iedereen die zich in de zaak Israël verdiept vanzelf uitkomt in paradigma drie/vier. Ik bestrijd dat: Voor mij is het evengoed mogelijk dat iemand die de geschiedenis van het conflict goed en van alle kanten bestudeerd heeft tot de conclusie komt dat Israël in het conflict met de Palestijnen het slachtoffer is, of dat beide slachtoffer zijn in een conflict dat wijder is dan dat tussen deze twee partijen. – Ik neig persoonlijk overigens, na bestudering van het één en ander tot dat laatste, maar dat is een andere discussie – De meest waarschijnlijke reden waarom ons denken op dat punt uiteenloopt, is onze verschillende kijk op de werkelijkheid: Geen objectiviteit, of wel objectiviteit. Jij zegt geen, ik zeg wél, wat niet wil zeggen dat wij als mensen die objectiviteit kunnen ‘worden’, we kunnen alleen objectiviteit benaderen, waarbij we, noodgedwongen keuzes zullen moeten maken.
    Het is dát moeten kiezen, die voor mij jouw paradigma’s waardeloos maken: Vóór Israël kiezen kan een even doordachte, even beredeneerde keuze zijn, waar evenveel of méér intellectuele energie, aandacht en tijd in is gestoken als jij gedaan zegt te hebben. Om een misverstand te voorkomen: Dat bedoel ik absoluut niet als een belediging.

  36. “Twee zaken maken uit bij de vraag aan welke kant je staat. De eerste is met wie je je identificeert, de Jansens of de Pietersens. Met wie voel je je het meest verwant, en waarom? De tweede is op welk moment je het verhaal laat beginnen.”

    Dit is een veronderstelling die jouw paradigma definieert Anja. Voor mij zijn deze twee zaken TOTAAL ONBELANGRIJK in mijn oordeelsvorming.

  37. Dixie, ik ga er inderdaad vanuit dat iemand die de geschiedenis van verschillende kanten heeft bekeken, van de officiele Israelische geschiedschrijving tot en met de nieuwe historici op het punt uitkomt dat niet Israel maar de Palestijnen de slachtoffers zijn in deze historische situatie. Net zo goed als we dat op een gegeven ogenblik hebben toegegeven over de zwarte Afrikaanse bevolking onder het blanke apartheidsregime, net zo goed als we op een gegeven ogenblik hebben moeten toegeven dat we met onze westerse heldhaftige kolonisatiepogingen de plaatselijke bevolkingen aan onze heerschappij hebben willen onderwerpen. En er nog maar weinig mensen te vinden zijn die de apartheid of de kolonisering nog goed willen praten. Wat Israel en Palestina betreft zitten we nog midden in dat proces. Maar ik zie, zo partijdig als ik dus ben, wel langzamerhand de verschuivingen in de opinie, ook in Nederland, en ik zie de de historici die begonnen zijn om op grond van concreet onderzoek de ook in ons land zo lang geslikte officiele Israelische gescheidsschrijving te ontmaskeren, als ‘het verhaal van de overwinnaars’, die zich moeten rechtvaardigen voor het gepleegde onrecht. Ik ben in ieder geval nog geen enkele onderbouwde redenatie tegengekomen die mij het tegendeel laat zien. De pro-Israel geschiedschrijving is gebaseerd op het weglaten van het perspectief vanuit de Palestijnen. De nieuwe historici, zoals Illan Pappe, die deze maand nog naar Nederland komt, probeert om de twee perspectieven in een verhaal samen te vatten, en komt dan absoluut en zonder meer uit op een visie waarin de Palestijnen historisch gezien het slachtoffer zijn geworden van een in wezen Europese geschiedenis.
    Een interessante variatie op mijn paradigmaverhaal is Benny Morris. Als geen andere historicus heeft hij de verdrijving van de Palestijnen al voorafgaande aan de dag van de stichting van de staat beschreven, en schroomt niet om dat etnische zuivering te noemen. Zijn conclusies zijn alleen anders. Als overtuigd zionist vindt hij dat Israel niet ver genoeg is gegaan met de etnische zuivering, ze hadden alle Palestijnen er uit moeten werken, dan had Israel nu geen moeilijkheden met de Palestijnse minderheid binnen Israel.

    Wat ik met het paradigmaverhaal probeer te laten zien is dat de discussies over Palestina en Israel meestal verzanden in ‘feiten’ tegenover elkaar stellen, waarbij de onderliggende zienswijzen zelf niet ter discussie worden gesteld. Dat schiet dus niet op. Wat wel kan helpen, is dat mensen zich er van bewust zijn waarom ze automatisch of de Israeli’s als het slachtoffer zien, of beide partijen evenveel of even weinig, of de Palestijnen. In mijn ervaring ruimt dat een boel ruis op.

    Natuurlijk kun je daar ook niet aan mee doen door eenvoudig te ontkennen dat die paradigma’s ergens over gaan, of te zeggen dat je het niet nodig vindt om een oordeel te hebben, of te vinden dat een aantal van de zaken, met wie je je identificeert bijvoorbeeld, niet aan de orde zijn. Ik vind het erg verhelderend om onder ogen te zien dat wij Europeanen ons vanzelf veel makkelijker met de Europese joden in Israel kunnen (of konden) identificeren, en dat dat minstens een belangrijke factor was waardoor het verhaal van de Palestijnen hier in Nederland zo slecht doordringt. Ik zie, als iemand die al twaalf jaar in de Palestijnse gebieden komt, in ieder geval hoe vaak er maar wat beweerd wordt, zonder dat werkelijk onderzocht te hebben, zonder kennis van zaken. Maar wel keurig passend in het verspreide vijandbeeld. Dat is wat ik waarneem.

    Uiteraard zullen de mensen die niet van plan waren om het met me eens te zijn nog steeds van plan zijn om het niet met me eens te zijn. Ik geloof niet dat ik de illusie koester dat vanaf vandaag iedereen overhelt naar mijn visie op de zaak. Als ik sommige mensen aan het denken heb gezet is het goed, en dat anderen naarstig op zoek blijven naar hoe ze mijn theorie onderuit kunnen halen of voor ongeldig kunnen verklaren, ach, it is all in the game.

    Wat mij betreft zetten we hier een voorlopige streep onder deze discussie, en gaan weer over tot de orde van de dag. Het komt wel weer terug als we het hier opnieuw hebben over Israel en Palestina, want zolang het daar niet is opgelost zal de berichtgeving daarover hier op het weblog verschijnen.

  38. Dan is mijn laatste commentaar dat het woord paradigma moet worden vervangen door dogma. Daar lijken ze namelijk meer op. Je opmerkingen over de Apartheidspolitiek en over kolonisatie raken kant nog wal, en de link die je legt met de zaak Israël is appelen met peren vergelijken en daar pas ik voor.
    Overigens vind je in deze persoon iemand, die althans de Nederlandse ‘kolonisatie’ – in welk werelddeel overigens? En wat versta je onder kolonisatie? Bedoel je niet Imperialisme? – met graagte zal verdedigen; ik ken er nog meer die dat willen doen. En nee, dat zijn geen reactionairen. Wel mensen die zich niet neerleggen bij het dogma, dat het Nederlands ‘kolonialisme’ enkel slechte kanten had, of gericht was op het ‘overheersen’ van ‘de bevolking’. Werkelijk, ik kan me niet voorstellen dat je je daar écht in verdiept hebt. Wat ik wel gedaan heb, en de discrepantie tussen de bronnen en dit verhaal is opvallend.

  39. Zwaar geval van aap uit mouw, Dixie. Kolonialisme niet erg, nou dan scheiden zich onze wegen definitief, dan lijkt het me niet dat er nog ‘common ground’ genoeg is om verder te praten.

  40. Dat staat er niet Anja. Je moet wel goed lezen, want in dit soort ‘aap-uit-de-mouw’ vaag ‘ik-duw-jou-nu-even-fijn-in-het-hoekje-fout’ gezeik heb ik geen zin. Waar keur ik kolonialisme goed? Waar zeg ik dat het ‘niet erg’ is? Ik zeg alleen dat het niet alleen sléchte kanten had, dat jouw bewering over het ‘overheersen van de bevolking’ niet juist was en dat ik het Nederlands kolonialisme wat dat aangaat wil verdedigen.
    Dat betekent níet dat ik kolonialisme goedkeur. Ik vind het wel veelzeggend dat jij nu net doet alsof ik dat wél gedaan heb. Wordt het te moeilijk voor je?

  41. Inderdaad, Dixi. Het wordt nu te moeilijk voor mij. Het subtiele verschil tussen kolonialisme goedkeuren, dan wel alleen maar vinden dat, ik citeer je ‘Ik zeg alleen dat het niet alleen sléchte kanten had, dat jouw bewering over het ‘overheersen van de bevolking’ niet juist was en dat ik het Nederlands kolonialisme wat dat aangaat wil verdedigen’, ontgaat mij volledig en ik vind dat voor deze discussie ook niet verder aan de orde. Ik constateer dat we het niet eens zullen worden, dat we terecht komen in gehakketak waar ik geen zin in heb, of om het binnen het onderwerp te houden, reageren vanuit verschillende paradigma’s die elkaar niet zullen vinden, en ik op deze wijze verder gaan geen bijdrage vindt voor dit weblog. Dit wordt de verbale loopgravenoorlog waar ik nu juist graag uit wil.

  42. Beste Anja,

    Ik wil alleen zeggen dat jouw weblog heeft mij veel geholpen om de gedachtegoed van de Nederlanders beter te kunnen begrijpen. Ik herken de paradigma 1,2 en 3. Voor dat ik jouw weblog gevonden heb, kan ik helemaal niet goed begrepen waarom kunnen mensen zo’n paradigma kunnen hebben. Maar nu wel een beetje.

    Ik lees jouw weblog met plezier.

    Bedankt Anja.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *