Joke Smit (6)

smit-5.jpg

Overeenkomsten en verschillen. Ik wil het kort over ‘fem-soc’ hebben, ik denk dat ik daar later nog een keer uitgebreider op terug kom. (Mijn allereerste boek was niet De schaamte voorbij, maar Feminisme en socialisme.) Kort: dit was het probleem. De meeste feministen keken alleen naar de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen. Zoals de socialisten (in ieder geval de marxisten) het alleen hadden over de verhouding tussen kapitaal en arbeiders. In hun ogen was er geen reden voor vrouwen om zich los van links te organiseren, want, zoals de linkse slogan toen luidde: mevrouw Phillips wordt niet onderdrukt, die onderdrukt haar werkster.

Mijn moeder was ongeveer mevrouw Phillips. Die werd, in mijn ogen, wel degelijk onderdrukt. Ze moest in ieder geval altijd om huishoudgeld vragen. Maar inderdaad, zij had een werkster, die vriendelijk neerbuigend als ‘de hulp’ werd aangeduid. Dit was dus het punt van ‘fem-soc’: vrouwen hebben een aantal zaken met elkaar gemeenschappelijk: dat zij het altijd zijn die het leeuwendeel van de verzorging van het gezin voor hun rekening moesten nemen, de zorg voor de kinderen, het huishouden, de ondersteuning van werkende mannen. Maar dat werk zag er in verschillende klassen wel anders uit, en dat was het tweede punt. Mevrouw Phillips kon een deel van die verantwoordelijkheid wel doorschuiven naar haar werkster, die tegen een laag loontje twee huishoudens mocht doen.

Voor mij was het dus duidelijk dat een feminisme dat alleen maar gelijkheid wilde tussen mannen en vrouwen, nu nog terug te vinden in het Mees-feminisme, een andere grote ongelijkheid in stand zou houden. Die tussen vrouwen onderling.

Joke Smit zag, volgens mij, alleen het verschil tussen mannen en vrouwen, ik lees in de biografie: “Het grote verschil tussen vrouwen en mannen is dat de meeste vrouwen een dienstbode zijn (dat wil zeggen voor anderen zorgen) terwijl mannen een dienstbode hebben“. Mooi gezegd, en niet onwaar, maar te simpel dus, in mijn ogen. Want niet alleen zijn dienstbodes vrouwen, sommige vrouwen hebben er een.

Joke Smit had een groot geloof in mannen als bondgenoten. In het beroemde lied waarvoor ze de tekst schreef heeft ze het niet alleen over ‘een land waar vrouwen willen wonen’, maar waar ook mannen wilden wonen. Al denk ik dat als we nu met elkaar hadden kunnen praten ze toe had moeten geven dat de werkelijkheid niet meeviel. Kijk naar nu: werkelijke barrières voor mannen en vrouwen om de binnen- en de buitenboel samen te delen zijn er nauwelijks, toch is het nog steeds zo dat van de mannen, als ze kinderen hebben, ik geloof nog geen tien procent één dag minder gaat werken.

En daarmee komen we op een ander verschil in visie, in denken. Ik vond al die beleidsmaatregelen prima, maar was me er zeer van bewust dat je juist de belangrijkste zaken zo niet kon regelen. Zogauw het gaat over persoonlijke relaties, over liefdesrelaties, kom je met de assertieve methoden die je in werk en politiek kunt gebruiken niet zo ver. En er was nog iets, de psychologische kant van de emancipatie waar Joke Smit het niet zo erg over had. Ik heb me in die tijd vaak afgevraagd waarom het feminisme voor zoveel mannen zo bedreigend was, terwijl de boodschap toch allesbehalve militant en buitengewoon redelijk was: eerlijk delen. Dat werd me meer duidelijk toen ik me ging bezighouden met de vorming van ‘mannelijkheid’, en hoe veel mannen die ervaren als dat wat niet vrouwelijk is. (Meer daarover: hier) Waar kon een man zijn mannelijkheid bevestigd zien? In zijn werk. Maar dat werd dus aangetast door de vrouwen die zeiden dat ze alles konden wat mannen ook deden en daar bovendien evenveel geld voor gingen vragen. En om het nog erger te maken eisten ze na deze aantasting van mannelijke privileges ook nog dat hij zich thuis verder zou verlagen door met een schort voor in de keuken te gaan staan. Van die meer psychologische kant van ‘het persoonlijke is politiek’ kom ik bij Joke Smit weinig tegen.

In de biografie kom ik mezelf voor de tweede keer tegen op pagina 400. Joke was al ziek, en niet meer beschikbaar voor de nieuw te installeren Emancipatieraad. Ze stelde voor om mij daar maar in te benoemen, vanwege mijn banden met de linkse vrouwenbeweging en als alleenstaande moeder. En ik zei nee, staat er in het boek, ‘alhoewel niet principieel’, en dat vond Joke hoopgevend, schrijft Vuijsje in haar boek, want dat betekende dat de kloof tussen de vrouwenbeweging en de ‘emancipatieinstituties’ misschien nog gedicht kon worden.

Het erge is dat ik dat niet eens meer weet. Ik zag heel weinig in die door de overheid ingestelde commissies en organen. Ik werd wel vaker ergens voor gevraagd en zei altijd nee. Ik zou zeker geen zin hebben gehad om als ‘excuustruus’ te dienen. Maar het heeft kennelijk niet veel indruk op me gemaakt dat ze genoeg vertrouwen in mij had om haar te vervangen.

Zouden we nu met elkaar hebben kunnen praten dan zouden we misschien wel wat meer naar elkaar toe zijn gegroeid. Ik ben het er over eens dat het beide moet: basisbeweging, noem het buitenparlementaire actie, noem het bewustwording, en de politiek. Kijk naar Bloemenhove: zonder die reeks van activisten via Wij Vrouwen Eisen, naar de vrouwengroepen in de politieke partijen en naar het parlement was die liberalisering van de abortus er niet gekomen – of veel later. Zonder de politiek hadden de activisten hun zin niet gekregen, en zonder de activisten was de politiek er niet aan begonnen. En ik zit ook niet voor niets nu in een politieke partij, al is het wel een partij die niet alleen op het pluche wil zitten: ‘geen fractie zonder actie’.

Ik denk dat we misschien ook meer naar elkaar toe waren gegroeid over de rol van mannen, ik ben later meer gemotiveerd geraakt om mannen als potentiële bondgenoten te zien, en ik denk dat zij tegelijkertijd meer had gezien dat het in de praktijk niet meeviel. Op pag 401 lees ik in ieder geval dat ze op het laatst van haar leven zo was afgeknapt op ‘de mannenbond van de PvdA’ dat ze nu voorstelde dat er een vrouwenpartij moest komen. Een CDA-feministe was nog linkser, in ieder geval wat de vrouwenkwestie betreft, dan 99 procent van de mannen van de PvdA of PSP, zei ze teleurgesteld en boos. Die vrouwenpartij is er nooit gekomen en wat mij betreft terecht niet. Vrouwen zijn geen groep. De belangen lopen te veel uiteen. En als het er werkelijk om gaat om die verschillende belangen te implementeren moet je toch weer in de clinch met die ‘mannenpartijen’. Dan kun je er maar maar beter meteen in gaan zitten, vond ik.

Toen ze al ziek was en wist niet meer lang te leven had ik een gesprek met haar, voor zover ik me herinner de enige keer dat we serieus met elkaar hebben gesproken. Ik had een doel. Feministische Uitgeverij Sara wilde haar verzamelde artikelen uitgeven, want ondanks onze verschillen in opvattingen vond ik dat wij als vrouwenuitgeverij de vrouwenbeweging in zijn breedte moesten laten zien. En de boeken van Joke Smit zaten nog bij Bruna. Ik kreeg de opdracht mee om haar te overtuigen haar verzamelde artikelen bij ons uit te geven.

Ik weet nog dat ik onzeker was toen ik ging: wat neem je mee voor iemand die dood gaat? Bloemen? Leek me meer iets voor de begrafenis. Bijna nam ik de vrouwenagenda mee die we uitgaven, en bedacht me: te cynisch. Zij zou er alleen maar aan herinnerd worden dat ze dat jaar niet meer mee zou maken tot het einde.

Ze zat in bed, met een pruik op die een kopie was van het gordijntjeshaar dat ze daarvoor had. En ze was ontzettend aardig. Zij was het die mij op mijn gemak stelde en meteen over haar dood begon. En na enig gesteggel over oplagen en eindredactie kreeg ik de toezegging mee dat wij haar boek uit mochten geven: Er is een land waar vrouwen willen wonen. Hoewel het nog veel moeite heeft gekost om de kopij onder Jeroen vandaan te krijgen en het dus veel later verscheen na haar dood dan we hadden gewild, werd het toch nog een bestseller. Het zou haar goed hebben gedaan.

80xxxxjoke-en-jeroen-thumbnail.jpg
(Joke Smit met Jeroen de Wildt, foto door haar dochter)

Dat staat niet in het boek, wel komt mijn naam weer voor bij de passage over haar begrafenis. Zoals ze alles wilde regelen, inclusief het moment van haar dood en alles rondom haar begrafenis, wilde ze ook nog dat vrouwen van verschillende kanten van de vrouwenbeweging haar kist zouden dragen. Ze zei er nog bij dat ze niet veel woog, en dat ze er een karretje met wielen er onder voor hadden, zelfs daar dacht ze aan. En het was duidelijk waarom ze dat wilde: als ze haar begrafenis nog even kon gebruiken om de eenheid tussen de vrouwen te krijgen, dan deed ze dat, en ze wilde ook nog dat ze voor ze dood ging van ons zou horen of we ja zouden zeggen. Dwingeland, dacht ik, zo gaat dat niet, eenheid kun je niet forceren. Maar ik zei wel ja. Omdat ik haar uiteindelijk wel een dapper, belangrijk en aardig mens vond. Alleen Anneke van Baalen, haar ex, zei nee. Typerend, vond ik.

Op haar steen kwam te staan: Joke Smit. Feministe.

En toen haar biografie uitkwam, pas geleden, was het dus een feestelijke reünie, waar we met elkaar konden terugkijken en bekijken hoeveel van de verschillen van toen nu nog golden. En ons konden ergeren over het eenzijdige beeld dat er nog over is van het feminisme van toen, dat zoveel kleurrijker, en diverser was dan je nu zou denken. Alleen ontzettend jammer dat ze daar zelf niet bij kon zijn.

6 gedachten over “Joke Smit (6)

  1. Eén van de redenen waarom ik indertijd mijn lidmaatschap van de PSP opzegde was een gebeuren in de PSP-afdeling in Groningen (waar ik woonde). Door omstandigheden stond er geen verkiesbare vrouw meer op de lijst voor de gemeenteraad. Nog na de verkiezingen besloot de afdelingsvergadering dat de eerste vrouw op de lijst, die bewust gekozen had om niet op een verkiesbare plaats te staan, in de raad moest. Bijna huilend accepteerde zij dat. Ik vond en vind dat je zo niet met mensen om kunt gaan.

    Groet,

  2. anja

    Een biografie is een geschreven boek, het is niet precies de werkelijkeid, slechts een weergave daarvan van een persoon die zich verdiept heeft in een ander. Met achtergrondinformatie, eigen inbreng enz.
    Iedereen heeft een beeld van hoe het ooit was, maar dat is zeer subjectief. Tien keer 1 biografie geeft waarschijnlijk 10 verschillende versies. Geschiedenis vastleggen is niet eenvoudig.
    Je kan nooit een mens in een boek vangen……daarvoor is een mens veel te gecompliceerd.

  3. Anja, ik vond Feminisme en Socialisme een paar jaar geleden op een rommelmarkt en ik moet zeggen dat het 1 van die boeken is dat erin slaagt een complexe materie helder uit te leggen en een ideologische richting aan te geven zonder deze op te dwingen. Hulde.

    Als een dertiger die veel met andere dertigers werkt, zie ik dat tegenwoordig veel mannen [1] wel, zodra ze een kind hebben een dag minder gaan werken. Mijn directe baas bv. werkt vier dagen in de week, zijn vrouw ook en ze hebben dus elk drie dagen in de week voor de kinderen en voor de rest kinderopvang.

    Het is dus een beetje de tendens, in ieder geval in mijn directe omgeving, om allebei te werken om zo de kinderopvang en andere best wel noodzakelijke uitgaven te kunnen betalen, maar dat de taken wel wat gelijker worden verdeeld dan bv. in de generatie van mijn ouders, waar mijn vader die ook een gedeelte van het huishouden op zich nam en ook parttime werkte, toch echt een uitzondering was. Daar stond tegenover dat zij wel konden rondkomen van 1 salaris…

    [1] Daar staat tegenover dat het overgrote deel van mijn collega’s inderdaad mannen zijn en ja, ik werk in de IT….

  4. Je hebt wel gelijk dat een biografie altijd in een bepaalde mate subjectief is, Els, het is altijd de keuze van de biograaf welke feiten je naar voren haalt en hoe je ze interpreteert. Maar zoals jij het nu stelt schiet je wel een beetje door, en lijkt het wel alsof je ook een mens nooit zou kunnen leren kennen. Nooit compleet, maar wel een heel eind.

    Marja Vuijsje heeft het volgens mij heel goed gedaan, veel informatie verzameld, met veel mensen gesproken, juist ook de complexiteit en de tegenstrijdigheden van Joke Smit aan de orde laten komen, en een mooie balans weten te vinden tussen liefdevolle betrokkenheid en niet te veel adoratie.

    Zoals er mensen zijn die meer dan anderen in staat zijn om iemand anders te ‘kennen’ heb je ook goede en minder goede biografen. Mensen in boeken ‘vangen’ is ook helemaal niet nodig, maar een portret kan wel iets zeggen over iemand, en vooral, in dit geval, iemand een verdiend plaatsje geven in onze geschiedenis.

  5. Leuk, Martin, je verhaal over feminisme en socialisme. Ik ben het ook wel eens met je kritische opmerkingen in je commentaar, een deel ervan (meer dan dertig jaar oud!) is wel erg schematisch, en zou ik nu niet meer zo schrijven, maar een deel ervan is – helaas – nog steeds actueel.

    Ik ben het ook met je eens dat er wel degelijk wat is veranderd – dat de tendens in ieder geval is dat mannen niet meer zo waterdicht vanzelfsprekend kostwinner zijn, terwijl de vrouwen de binnenboel doen, het ideaal gaat meer naar samen delen. Alleen gaat het nog niet erg vlot in de praktijk, dat wil zeggen, er is een voorhoede zoals de mensen die jij noemt die ontdekt hebben dat je het ook anders in kunt richten.

    Ik zei destijds wel eens in een lezing dat ik een Sterreclamespotje kon maken voor mannenemancipatie en ‘eerlijk delen’, het geeft mannen meer balans in hun leven als ze hun deel van de zorg voor de kinderen op zich nemen, het relativeert, geeft betere relaties met de kinderen – hoeveel mannen zullen aan het eind van hun leven zeggen dat ze er spijt van hebben niet harder gewerkt te hebben? Geen, terwijl er wel veel mannen zijn die spijtig zeggen dat ze te weinig tijd hadden voor de kinderen – en hoewel eerlijk delen niet altijd simpel is, gezien niet feit dat de maatschappij er nog steeds niet werkelijk op ingericht is, en je wel moet onderhandelen, weten we ook dat echtscheidingen vaak door ontevreden vrouwen worden ingezet.

    Ik ken dus gelukkig ook veel mannen die hun vaderschap serieus nemen, en hun partnerschap, en dat het liefst al vóór de echtscheiding, dat scheelt dan ook weer een boel ruzie erna, en ik zie nu veel meer mannen die ik beschouw als bondgenoten dan eens.

    Dat is in ieder geval gewonnen.

  6. Als ik even ‘reclame’ mag maken, Anja… Op 21 en 22 november vindt in Amsterdam een tweedaagse conferentie plaats over ‘het feminisme-socialisme’, FEMSOC 08. Misschien wel de eerste grote femsoc-bijeenkomst sinds de jaren tachtig. (?) Anja is een van de sprekers op de vrijdagavond, samen met de Amerikaanse socialistische feministe Johanna Brenner en Pam Currie uit Schotland. Zie voor alle info: http://www.grenzeloos.org.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *