Eén land, één samenleving

Vanochtend al in Volkskrant en Trouw, straks de persconferentie in Nieuwspoort, het manifest van een aantal oud-politici. De gehele tekst, wel lang, hieronder. Ik heb het meest relevante gedeelte vetgedrukt.
De ondertekenaars: Hans Dijkstal (VVD), Bas de Gaay Fortman (GroenLinks), Jos van Kemenade (PvdA), Tineke Lodders (CDA), Anja Meulenbelt (SP), Jan Terlouw (D66), Kars Veling (ChristenUnie) en initiatiefnemers Rinus Penninx (hoogleraar etnische studies UvA), Mohamed Rabbae (Genoeg is genoeg).

Eén land, één samenleving

De Nederlandse samenleving wordt sinds enkele decennia geconfronteerd met grote veranderingen die soms hoop maar soms ook onzekerheden inboezemen: secularisatie, nieuwe technologie, mondialisering en de val van de Berlijnse muur.

Sinds 11 september 2001 en de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh is de Nederlandse samenleving in verwarring: het vertrouwen in zichzelf en in de ander wankelt. De gemeenschap die na de Tweede Wereldoorlog eensgezind, doortastend en in samenwerking met nieuwkomers werkte aan de wederopbouw verkeert in een vertrouwenscrisis. De Nederlandse assertiviteit en openheid hebben plaatsgemaakt voor vertwijfeling en treurnis om het ‘verwaarloosde nationalisme’ en de ‘verloren identiteit’. De internationale waardering voor het unieke Hollandse model van tolerantie en overleg is omgeslagen in afkeurende verbazing over de snelle polarisatie en verharding van verhoudingen in de samenleving en in beleid. Nederland heeft daarmee zijn onschuld, respect en rol als gidsland verloren. Hoe kon het zover komen?

Nederland is de laatste decennia op allerlei manieren steeds voelbaarder onderdeel geworden van de wereldgemeenschap. Dat heeft ons land economisch geen windeieren gelegd, en ook cultureel en politiek is de Nederlandse invloed vaak sterker geweest dan de grootte van ons land doet vermoeden. Tegelijkertijd en onvermijdelijk heeft het wereldtoneel zich ook steeds meer naar Nederlandse bodem verplaatst, met alle voordelen, maar ook de nadelen en wrijvingen van dien. Zulke veranderingen brengen dus goede dingen, maar ze doen ook pijn.
De ongelijkheid van politieke verhoudingen, van economische kansen en van uitoefening van democratische rechten in de wereld heeft mensen in dekolonisatieprocessen, via arbeidsmigratie en in vluchtbewegingen van hun oorspronkelijke plaats doen vertrekken. Een deel van deze mensen uit andere delen van de wereld en met andere normen, waarden en religies heeft zijn toekomst in Nederland gezocht en gevonden. De integratie van ontwortelde groepen in een nieuwe samenleving is in de regel een proces dat moeite en tijd kost en inspanningen vraagt van twee partijen: van immigranten zelf én van de samenleving van vestiging.

Hoewel de Nederlandse overheid een tijd lang geweigerd heeft om Nederland een immigratieland te noemen, heeft zij in de jaren tachtig van de vorige eeuw toch een duidelijk minderhedenbeleid ontwikkeld om de integratie van deze nieuwe bevolkingsgroepen te bevorderen. Het huisvestingsprobleem – een heet hangijzer in die tijd – is goeddeels opgelost. De participatie van immigranten in de politiek en in overheidsorganen is sterk toegenomen. Veel immigranten kozen ervoor om Nederlands staatsburger te worden, mede dankzij de mogelijkheid van de dubbele nationaliteit. Op de arbeidsmarkt en in het onderwijs hebben de resultaten niet alleen langer op zich laten wachten, maar zijn ze ook minder eenduidig positief. Dit hangt samen met de afnemende invloed van de overheid op de arbeidsmarkt, en de problemen die een deel van de kinderen van immigranten in het onderwijs ondervonden en -vinden vanwege de combinatie van taal-, cultuur- en sociaal-economische klasse. Desondanks zijn veel immigranten en hun nakomelingen succesvol gebleken in alle sectoren van het maatschappelijke leven: toneel, literatuur, cabaret, sport, film, wetenschap, media, politiek, enzovoort.

Het in Nederland historisch diepgewortelde besef van en respect voor verschil heeft geleid tot een systeem van tolerantie en vrijheid van godsdienst dat alle minderheden kansen gaf. Ook immigranten – onder wie moslims en Hindoes – hebben in die traditie religieuze voorzieningen van de grond kunnen krijgen, vaak met steun van de (lokale) overheid, kerken en het maatschappelijk middenveld. De brede coalitie rondom het minderhedenbeleid, gevormd door de landelijke overheid, gemeenten en provincies, maatschappelijke en politieke organisaties, immigrantenorganisaties, kerken en culturele organisaties, maakte dit beleid tot een uniek model in Europa, ja, zelfs in de wereld.
De dynamiek ervan gaf Nederland een perspectief voor de toekomst: samen bouwen wij een nieuwe samenleving op. Ondanks de grote werkloosheid van de jaren tachtig hebben velen met grote inzet aan die nieuwe samenleving gewerkt, en die werd breed aanvaard. En zonder dat die term in het beleid bewust werd gebruikt, werd die samenleving gaandeweg ‘multicultureel’ genoemd. Dit betekent niet dat er geen problemen waren – anders was beleid ook niet nodig –, maar deze werden als oplosbaar gezien, op basis van inzet van twee kanten. De verwachting was dat de onvermijdelijke problemen van ‘ontworteling’ uit de oude en ‘ingroeiing’ in de nieuwe samenleving, die zich vaak het duidelijkst manifesteren bij de tweede generatie, met de tijd en een intensivering van het minderhedenbeleid te overwinnen waren.

De laatste jaren echter, heeft een heel andere kijk op veranderingen in Nederland, op immigratie en integratie van nieuwkomers en hun plaats in de samenleving de overhand gekregen. In het huidige politieke en maatschappelijke klimaat worden de ontwikkelingen in het recente verleden neergezet als een multicultureel drama, en wordt het integratiebeleid mislukt verklaard. Volgens deze luidruchtige opvatting zou de Nederlandse samenleving haar eigen nationale identiteit moeten cultiveren en bewaken, en van degenen die hier komen (en in het verleden zijn gekomen) moeten verlangen dat zij zich aanpassen. Geen tolerantie en gedogen, maar eisen en sancties. Diversiteit is geen kans of winst, maar een mogelijk gevaar. De van immigranten geëiste integratie komt neer op assimilatie.

Deze ‘herdefinitie van de werkelijkheid’ treft de brede categorie van ‘allochtonen’ en immigranten in het algemeen, maar sinds de jaren negentig en in het bijzonder sinds de terreurdaden van een klein aantal extremisten die zich ter rechtvaardiging op de islam beroepen, vooral de islamitische immigranten en hun kinderen. In de populistische vertogen gaan alle nuances verloren en wordt de tweedeling wij-zij voortdurend bevestigd.

De gebeurtenissen van 11 september 2001 in de Verenigde Staten en de latere aanslagen in Madrid en Londen, hebben de aanhangers van deze denkwijze en populistische oplossingen van het migratie- en integratievraagstuk de wind in de zeilen gegeven. De moord op Pim Fortuyn en later die op Theo van Gogh alsmede de angst voor het terrorisme van moslim -extremisten hebben nog veel concreter als aanjager gediend. Dat populisme speelt in op gevoelens van onzekerheid en onvrede bij een deel van de autochtone bevolking met name in de achterstandswijken, die het sterkst geconfronteerd worden met de snelle veranderingen en de negatieve kanten ervan. De tweespalt die dat zaait, legt echter een zware hypotheek op de constructieve oplossingen die noodzakelijk zijn.

Niet alleen zijn het politieke klimaat en de publieke opinie drastisch gewijzigd, met het denken en erover spreken is ook het gedrag veranderd. Dat uit zich onder andere in animositeit en fysiek geweld jegens en vernederingen van immigranten in het algemeen en moslims in het bijzonder. Het resultaat is een verdeeld Nederland. Spanningen tussen de autochtone en allochtone bevolkingsgroepen zijn overal voelbaar. Wantrouwen en angst domineren de relaties. Die polarisatie werkt door in de verhoudingen tussen jongeren: een deel van de autochtone jeugd wordt steeds openlijker in zijn afkeer van allochtonen, een deel van de allochtone jongeren sluit zich steeds meer af van de samenleving of zet zich ertegen af. Beide groeperingen staan met de rug naar elkaar toe.

Als antwoord op de populistische stem heeft is gekozen voor een beleid dat eerder is gericht op het tegenhouden van nieuwkomers dan op het maatschappelijk integreren van de al aanwezige immigranten. Dat beleid krijgt daarmee meer de status van vreemdelingenbeleid dan van integratiebeleid. Bovendien staan de maatregelen op het terrein van de inburgering en de uitspraken op het godsdienstige vlak op gespannen voet met de Nederlandse grondwet en de internationale verdragen. De toon van het kabinetsbeleid versterkt het ‘wij-zij-denken’ en vervreemdt de nieuwe burgers van bestuur en samenleving. Kortom: de ingeslagen weg werkt averechts. De Nederlandse politiek lijkt eerder gekozen te hebben voor een naar binnen gekeerd provincialisme dan voor een open en tolerante samenleving.

Eenheid in verscheidenheid

Zonder wederzijds vertrouwen is samenleven onmogelijk. Het is daarom van cruciaal belang dat overheid én samenleving krachtig investeren in het herstellen van dit vertrouwen tussen de verschillende burgers van ons land. Genuanceerd denken en zorgvuldig handelen op basis van een toekomstvisie en kennis van zaken dienen daarbij het uitgangspunt te zijn.

Zo’n visie kan niet anders dan uitgaan van de eenheid van het land, van gelijke rechten en gelijke plichten van alle toegelaten burgers. Deze eenheid is des te meer noodzakelijk omdat Nederland doelwit kan zijn van bedreigingen die het evenwicht van de samenleving aanzienlijk kunnen schaden. Wij moeten daarom toe naar een beleid waarin die eenheid en saamhorigheid voorop staan en als expliciete idealen worden uitgedragen: één land, één bevolking! Met respect voor verschillen in afkomst, achtergrond en culturele en religieuze oriëntaties zijn wij allemaal Nederlandse burgers en spannen wij ons in om de democratische verworvenheden van Nederland te verdedigen en tevens een welvarende, rechtvaardige, solidaire en open maatschappij op te bouwen. Dat is in ieders belang. De toekomst van Nederland, vreedzaam en vrij van conflicten, dient centraal te staan en richtinggevend te zijn.

Zo’n visie of ideaal heeft ook de potentie om nieuwe en positieve energie vrij te maken en te mobiliseren bij alle burgers in alle maatschappelijke sectoren. Van groot belang is echter dat die burgers van meet af aan coalitiegenoten zijn bij het uitdragen en organiseren van dit ideaal. Het maatschappelijk middenveld, inclusief de religieuze en kerkelijke organisaties en organisaties van immigranten, kan en moet het draagvlak gaan vormen voor de verwezenlijking ervan.
Met de nieuwe burgers – al dan niet met een islamitische achtergrond – dient een gelijkwaardig, diepgaand en constructief gesprek gevoerd te worden om tot een coalitie en een strategie te komen om dit ideaal te bereiken. De overheid moet dat in haar beleid bevorderen. Vooral lagere overheden hebben in de regel frequente contacten met burgers en zijn derhalve onmisbaar voor het bestuurlijke draagvlak bij deze missie.

In beleid kan dit ideaal herkenbaar gemaakt worden aan de hand van een aantal centrale uitgangspunten. Allereerst dienen de democratische rechtsstaat, de grondwet alsmede de internationale verdragen en de andere wetten hét juridische handelingskader kader te vormen voor ons allen, óók voor de overheid. De culturele verscheidenheid van de bevolking dient- indien niet strijdig met de beginselen van de rechtstaat- erkend en gewaardeerd te worden. Alle burgers zijn voor de wet gelijk. Zij hebben dezelfde grondrechten en worden gelijkelijk beschermd tegen racisme, discriminatie en extremisme. Geweld, van wiens kant dan ook, dient in het belang van allen, met kracht strafrechtelijk bestreden te worden. De scheiding tussen kerk en staat wordt door iedereen in acht genomen. Er dient een duidelijke scheiding gemaakt te worden tussen het integratie- en het vreemdelingenbeleid, en het vreemdelingenbeleid dient rekening te houden met mogelijke effecten voor (de integratie van) legaal verblijvenden. Het vreemdelingenbeleid is bedoeld om de toelating tot Nederland te reguleren. Het integratiebeleid is erop gericht om degenen die zijn toegelaten zo snel mogelijk een zelfstandige en volwaardige plaats in de samenleving te geven. Naturalisatie kan daarbij behulpzaam zijn en dient dus niet bemoeilijkt te worden.

Van cruciaal belang voor de participatie en integratie van de nieuwe burgers in de samenleving is hun positie in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Daar moet alle beleidsenergie op gericht worden. Om de eenheid en onderlinge solidariteit te versterken dienen vooral de problemen van de onderkant van de samenleving aangepakt te worden: die van autochtonen én allochtonen. De internationale ervaringen leren dat een sociale tweedeling een bron is van etnische spanningen en conflicten. Het ontstaan van ghetto -achtige en verloederde buurten dient daarom met man en macht voorkomen te worden. Voor de vergroeiing van de nieuwe burgers met de samenleving is een positief politiek en maatschappelijk klimaat vereist, dat hun binding met Nederland versterkt. Zowel met het oog op deze binding alsook in het belang van het stimuleren van de potentiële creativiteit en talenten binnen de nieuwe gemeenschappen is ook een grotere aandacht voor de sectoren sport, kunst en cultuur zeer gewenst. Juist op deze terreinen manifesteren zich steeds meer helden, voorbeelden en idolen, die een uitstraling op de hele Nederlandse bevolking uitoefenen..

Het verwezenlijken van dit ideaal vraagt niet alleen van de overheid, maar ook van alle (oude én nieuwe) burgers een omslag in het denken. De overheid zal moeten erkennen dat zowel de inhoud van het beleid als de toon ervan moet veranderen, van drang en dwang naar overtuigen, overleg en medeverantwoordelijkheid. De samenleving – met het bedrijfsleven voorop – zal zich moeten openstellen voor nieuwe medeburgers en met hen samenwerken. En de nieuwe burgers, van hun kant, zullen Nederland emotioneel als hun land moeten koesteren, een gevoelsverandering die niet kan ontstaan zonder vertrouwen. Iedereen zal dus over de eigen schutting heen moeten komen. Ter wille van een betere toekomst voor Nederland!

23 gedachten over “Eén land, één samenleving

  1. Het manifest suggereert dat “de Nederlandse samenleving pas sinds 11 september 2001 en de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh in verwarring zou zijn”, maar dit is toch een wat verkeerde voorstelling van zaken. Kritische (in uw ogen waarschijnlijk ‘verwarring zaaiende’) geluiden m.b.t de multicultuur waren al veel eerder te horen, bijvoorbeeld zo’n 20 jaar geleden al, nota bene ook uit monde van de SP zelve.

    Dergelijke kritische geluiden werden echter altijd stelselmatig afgedaan als ‘onderbuikgevoelens’ en werden genegeerd. En juist dat negeren (waar ook een aantal schrijvers van dit manifest een heel groot aandeel in hadden!) heeft ertoe geleid dat de nadruk tegenwoordig inderdaad wellicht iets teveel op de tegenstellingen tussen de bevolkingsgroepen ligt, in plaats van op wat hen bindt.

    Ik denk dat de schrijvers van dit manifest dan ook hopen op het slechte geheugen van diegenen die zij hiermee aanspreken. Ik vrees echter dat dit ijdele hoop is.

  2. In de eerste alinea kom ik al een leuke tegen: “de val van de Berlijnse muur” wordt gemeld als een Nederlands probleem? Heb ik iets gemist?

  3. Leuk bedacht, Kleffe Beer, maar ook al was ik er destijds niet bij, de SP heeft zich nooit tegen migranten gekeerd. Dat is wat anders dan wat Fortuyn c.s. deden.
    Albert Heijn, lees nog eens wat er staat. Niet dat de Berlijnse Muur in Nederland stond. Wel dat we er, dwz de val van het communisme, mee werden geconfronteerd.
    En wie heeft het over één leider wanneer daar nota bene een breed gezelschap van mensen uit verschillende partijen zit, Jan Kees. Je kunt ook één bevolking zijn met één parlement dacht ik zo.
    Jasper, we waren daar zeker, zoals de tegenstanders dat tegenwoordig noemen, aan het geertmakken, maar Mak is geen politicus…. En heeft zijn belangrijke zegje als schrijver al gedaan.

  4. Kom op JanKeesZanetti, doe ff leuk mee bijvoorbeeld door de linkse leegte aan te kaarten en zo de SP kansen te bieden om met inhoudelijke antwoorden op hedendaagse problematiek te komen. Dat vergroot de politieke keuzevrijheid van ingezetenen met politieke interesse en biedt tevens kans op promotie van politieke kwaliteit.

  5. Vroeger, in het buitenland, was ik trots op mijn Nederlanderschap om slechts twee dingen: 1. Onze eeuwenlange gastvrijheid voor mensen van andere culturen, speciaal voor vluchtelingen, en 2. Nationale voetbalprestaties.
    De trots over onze gastvrijheid ben ik al een paar jaar behoorlijk kwijt geraakt. Het gevoel begon om te slaan in schaamte voor de vreemdelingenhaat om me heen. Ik hoop dan ook dat dit manifest het ver schopt.
    En… immigranten in de eredivisie, dat is toch ook vaak een succes geweest?

  6. Quote: “Dat uit zich onder andere in animositeit en fysiek geweld jegens en vernederingen van immigranten in het algemeen en moslims in het bijzonder.” /Quote.

    Ik zou wel eens wat cijfers willen zien die, percentagegewijs, het geweld – zij het fysiek, of anders – tegen immigranten [moslims] aangeeft.
    En dan ook graag dito over autochtonen.

    M.a.w.: Bewijs voor deze stelling.

  7. Klefbeer heeft misschien wel gelijk dat, vanwege de wat overdreven politieke correctheid, bepaalde problemen een tijd lang genegeerd zijn. Maar de laatste jaren is de politiek, vooral aan de rechterkant, wel naar de andere kant doorgeslagen. “Problemen benoemen”, heet dat. En dat blijkt beter te scoren bij de kiezer dan problemen oplossen. Anders zou Verdonk niet zo populair zijn.

  8. Ik onderschrijf dit manifest in zijn geheel. Het belang van onderwijs en werk voor iedereen, van de Nederlandse grondwet als basis, van het tegengaan van ghettovorming en het stoppen van de wij-zij polarisatie kan niet genoeg onderstreept worden. Ik geneer me in een land te wonen waar van nieuwkomers wordt geeist dat zij zich een andere identiteit zouden moeten aanmeten. Dat is onmogelijk en roept vervreemding of agressie op i.p.v. de positieve wil “erbij” te horen met respect voor anderen en behoud van eigenheid.

  9. Ik heb geen cijfers nodig om te weten dat het hartstikke FOUT gaat in dit land. Dit Manifest zegt wat ik denk, om even in populistische termen te blijven. Neem dan tenminste over om gewoon netjes en beleefd, vriendelijk en beschaafd te blijven tegen IEDEREEN in ons land. Maar altijd maar dat gevraag om cijfers… je hebt echt geen harde bewijzen NODIG. Die ZIJN overal om ons heen te zien, te horen, en vooral, te lezen op bepaalde weblogs, in reacties op artikelen in bv het AD en bij Standpunt… Zoveel angst is benauwend. De mensen die dit manifest hebben opgesteld hebben dat opgemerkt en willen lucht scheppen. Hard nodig!

  10. Het is bizar eigenlijk, dat op het moment dat voorheen onbenoembare problemen bespreekbaar werden de cultuur ineens is omgeslagen. Een tussenweg is er nooit geweest. Alsof er al heel lang een onzichtbare onvrede in de maatschappij heeft gebroeid die plotseling door het vuurtje van Fortuyn tot ontploffing werd gebracht, mocht ineens alles gezegd worden, en dat werd dan ook gedaan.

    In een eerder discussie op dit forum (26000 gezichten)heb ik gezegd dat “we niet iedereen kunnen opvangen en verzorgen”. Dat kan een verkeerde indruk gewekt hebben ik heb toendertijds misschien wat fel gereageerd. Ik ben niet tegen immigratie. Ik vind dat het wel goed gereguleerd moet worden, maar nu ik de laatste weken me er wat in verdiept heb, Nederland cq Europa kan best nog wel mensen opnemen, kan ik niet anders concluderen dat Verdonk echt te ver gaat. Sinds ze lijsttrekker van de VVD wil worden lijkt dat alleen maar erger te worden.

    Het klopt echter niet geheel dat de SP zich nooit tegen migranten heeft gekeerd. De linkse organisatie “De Fabel van de illegaal” heeft in 1994 op basis van toenmalige SP-partijprogramma’s e.d. bepaalde standpunten van de SP, die niet pasten bij de visie van de andere linkse partijen, aan de kaak gesteld. http://www.gebladerte.nl/00770p46.htm

    Ook tijdens de opkomst van Pim Fortuyn is het de SP door de andere linkse partijen kwalijk genomen dat de SP niet samen met hen positie innam tegen Fortuyn. Strategie of nietaanvalspact? De SP uitspraak van “andere oplossingen voor dezelfde problemen” strookte dan ook niet echt met het toenmalige standpunt van de andere linkse partijen.
    Dat de SP wel veranderd is, is ook wel te lezen in het verkiezingsprogramma van 2003 en aan het feit dat de Fabel van de illegaal en ROOD regelmatig samenwerken. Hoewel, ook recentelijk blijven nog altijd oude ideeën in “klare taal” verwoord te worden. http://www.sp.nl/interact/tegenspraak/tegenspraak.php?stelling_code=170
    Ook wordt, zoals afgelopen weekeinde, op het Marijnissen forum de zorg voor het openstellen van de grenzen voor die andere “allochtonen”, de Polen in weinig verbloemde taal uitgesproken.

    Het is eigenlijk wel apart, het Meulenbeltforum vind ik eigenlijk eerder bij het GroenLinksforum passen waar de discussies eveneens milder zijn.

  11. Anja,

    Ik ben blij met dit manifest, en ik vind het ook altijd heel fijn dat Hans Dijkstal zijn mond af en toe roert. Sinds hij uit de landelijke politiek is wordt hij steeds beter!
    Ik hou m’n reactie voorlopig even kort, omdat ik nog niet de tijd heb genomen om dit manifest uitgebreid te lezen. Het initiatief moedig ik van harte aan!

    Groetjes,

    Jan

  12. Heel erg goed en heel erg nodig, dit manifest. Ik ben er heel blij mee. Eindelijk een andere Nederlandse stem, waar ik op kan wijzen in gesprekken met mensen uit andere Europese landen die bezorgd zijn om wat er in NL gebeurt.

  13. Van oude mensen…en de dingen die voorbij gaan. Gemiddelde leeftijd van het gezelschap lijkt me rond de zeventig te liggen.
    Vitale politiek.

  14. Ik heb het inderdaad over leegte Anja. Dat biedt een begrijpelijke verklaring voor de nood aan pogingen tot ridiculisering, censurering en/of verbruining van degene die weerwoord biedt.

    Afgezien van een aardig stuk van Dick Pels onder de titel Progressief Manifest heb ik vanuit links de afgelopen jaren weinig inspirerends mogen vernemen. Alsof de sjeu er wat uit was, de inspiratie vertrokken en de uitsaging vooral elders lag. En elders ging men dan ook voortvarend in plaats van behoudend aan de slag. Je zou kunnen zeggen dat er een paqradigmaverandering heeft plaatsgevonden dat het etiket progressief verhuisde naar de rechterzijde van het politieke spectrum. Daar durfde men te wagen, in te gaan tegen de tijdgeest, durfde men kritische vragen te stellen, durfde men te twijfelen en groeide men aan de censuur voorbij.

    Op links trof ik vooral de leegte, het nageblate vooroordeel, het scheppen van taboes, pogingen tot verbruining van de tegenpartij waar argumenten ontbraken, sentimentalisatie van het debat zoals je dat ook bij populisten treft, zelfingenomen regenteske beschouwingen, versimpeling en bagatellisering van maatschappelijke problematiek… Alsof kritische vragen niet gesteld mochten worden maar bezworen dienden te worden.

    Dergelijke taferelen doen mij niet aan lente maar aan leegte denken. Je poging om vooraf de een boodschapper van weerwoord via terminologie als -geleuter- weg te zetten bevestigd helaas die indruk. Gezien we nog zo’n twee jaar hebben tot de komende verkiezingen hoop ik dat er meer leven in links komt, dat mensen zich niet verliezen in een sektarisch navolgen van voorgangers, dat mensen op nieuwe gedachten komen, dat mensen woorden zoeken en vinden, niet om domweg te reciteren wat politiek correct bevonden wordt maar om problematiek te verwoorden ter bewerking van oplossingen, om mensen en hun vragen te zien in plaats van psychopaten en gevaren die de eigen ankerpunten al te kritisch zouden kunnen bevragen.

  15. Ik moet toch ff beter kijken voordat ik op de verzendknop druk.
    – uitdaging
    – paradigmaverandering

  16. Ik geloof dat wij niet in dezelfde wereld leven, Sjun. Ik neem aan dat je mijn weblog wel eens leest. Ik zie daar geen leegte. Ik herken heel weinig van wat je zegt. Veel oordelen, erg weinig dat mij er toe zou brengen nog eens met je in discussie te gaan. Ik zou eerlijk gezegd niet weten waarover.

  17. Het staat je volkomen vrij een discussie of maatschappelijk issue langs je heen te laten gaan Anja. Zo nu en dan helpt het tijdelijk sluiten van de ogen zelfs om zaken weer onbelast te kunnen bezien.

  18. GroenLinks probeert wel uit de impasse op het gebied van sociale voorzienigen te komen. Daar vind ik ze wel verfrissend bezig, hoewel sommigen ze nu GroenRechts noemen.
    Het manifest is ronduit goed maar het risico is dat het als een roep uit het verleden overkomt in plaats van het bieden van nieuwe oplossingen.
    Sinds deze week kunnen we zien dat populisme zelfs bij de VVD opkomt, belichaamd door Verdonk. Met als kenmerk veel ferme taal maar weinig inhoud. Altijd heb ik de VVD gezien als een elitaire doch fatsoenlijke partij waarop je alleen moet stemmen als je een inkomen boven de 50000 euro hebt. Zo ken ik de VVD helemaal niet, het zou me dan ook verbazen als de leden voor haar kiezen ipv Rutte.

  19. Een vriendelijk verzoek aan degene die zich in het manifest kunnen vinden om het op de website te ondertekenen.
    Hiervoor dank!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *