Werken in de Eerste Kamer

Op verzoek: antwoord op de vraag wat we daar nou eigenlijk doen in de Eerste kamer. Dat is een vraag die we onszelf ook regelmatig stellen, dus leuk om te beantwoorden.

Eerste Kamerwerk is een interessante en ook wel een beetje rare klus. Eigenlijk zijn we als SP voor de afschaffing van de Eerste Kamer, het is een ouderwets niet erg democratisch overblijfsel, maar wel als er wat beters voor in de plaats komt. En zolang het bestaat nemen we loyaal deel en doen ons best.
Ik ben er door de SP in gevraagd. Ik ben niet direct verkozen, zoals de parlementsleden in de Tweede Kamer wel. Het aantal zetels dat wij te vullen kregen hing af van de verkiezingen van de Provinciale Staten.

We hebben 75 leden in plaats van de 150 van de TK, en onze taak is ook kleiner. (En dus een halve baan, geen hele) Wat we doen is de wetten die door de TK zijn goedgekeurd nog eens bekijken of ze er wel mee door kunnen. Of ze uitvoerbaar zijn, rechtvaardig, aan hun doel beantwoorden. Maar feitelijk mogen we niet meer dan ja of nee zeggen. We kunnen de wet niet meer amenderen, dat kan alleen de Tweede Kamer. Wel hebben we meer tijd voor een debat, we heten de ‘chambre de reflexion’, en in principe zouden we wat minder onder de hectische waan van de dag moeten werken als in de TK, die dagelijks een massa kwesties te verwerken krijgt.

In de werkelijkheid komt het er op neer dat de Eerste Kamer vrijwel nooit een wet afkeurt. Daar zorgt een meerderheid aan VVD en CDA senatoren wel voor, die als het er echt op aan komt altijd met ‘hun’ ministers en staatssecretarissen mee zullen stemmen. Wat we wel kunnen doen, behalve fundamentele kritiek leveren, lastige vragen stellen en van de regering verantwoording vragen is soms een toezegging dat er nog wat ‘verzacht’ kan worden, of dat de minister, met een ‘novelle’ belooft om nog wat bij te stellen.

We zijn nu voor de SP met vier mensen in de EK, dat is het dubbele van de vorige regeringsperiode. We kunnen met ons vieren in principe alle wetten aan, maar het is voor ons wel harder werken dan voor de grotere fracties. Ik heb sociale zaken onder me. Dat is een grote en belangrijke post, waar we als sociale partij bij uitstek veel aandacht aan willen besteden. (Naast bijvoorbeeld grote posten als zorg, die door Tineke wordt gedaan en onderwijs, die onder Ronald valt) Daarnaast valt ontwikkelingssamenwerking onder mij, waar we over het algemeen maar ééns per jaar wat over te zeggen hebben bij de behandeling van de begroting, en de koninkrijksrelaties, dus zeg maar Aruba en de Antillen.
In de Tweede Kamer heb je dus veel meer mogelijkheden om zelf initiatieven te nemen en zaken aan de orde te stellen. De Eerste Kamer is meer ‘volgend’, het is niet de bedoeling dat we Tweede Kamertje gaan spelen en alles nog eens overdoen. Soms vind ik dat wel eens vervelend, dat we veel meer dan de parlementariërs aan ‘de andere kant’ afhankelijk zijn van wat er op onze agenda is gezet. Daar zijn soms ook erge saaie onderwerpen bij waar geen eer aan te behalen valt maar die je toch netjes af moet handelen, terwijl er vaak onderwerpen zijn waar ik me erg over opwind waar we dan niets over kunnen zeggen, althans, niet in de EK. Aan de andere kant is het soms ook wel leuk dat ik me opeens moet verdiepen in een onderwerp waar ik nog niets van af wist. Opeens moet ik een mening ontwikkelen over de migratie van Polen naar ons land, of over de ontwikkkelingssamenwerking. Zo leer ik nog eens wat bij.

De behandeling van de grote reeks van nieuwe sociale wetten die langs komen is vaak wel frustrerend. Als SP zijn we faliekant tegen de afbraakpolitiek van het kabinet, waarbij steeds meer sectoren van de overheid worden overgeheveld naar de markt, en steeds meer wordt gedelegeerd naar de gemeentes. Neem bijvoorbeeld de nieuwe wet op de kinderopvang, waar ik me erg druk over heb gemaakt: de overheid laat de controle op de kwaliteit steeds meer over aan de ouders, de ‘opvangondernemers’ en de ‘sociale partners’ als de vakbeweging. Wij vinden dat een erg slechte zaak, want volgens ons betekent dat een verdere tweedeling van de bevolking, rijke en goedgeschoolde mensen die de weg wel weten krijgen meer kans op kwalitatief goede opvang voor hun kinderen dan mensen met minder mogelijkheden. Ik heb daarover een boos betoog gehouden, staat ook op deze website. Groen Links, de PvdA en zelfs D66 waren het er mee eens dat de overheid de kwaliteitseisen niet moeten laten vallen, maar uiteindelijk hebben we ook deze slag met een paar stemmen tekort verloren.

Wat soms lukt, en dat alleen wanneer we bijvoorbeeld mensen van het CDA meekrijgen, er zitten er wel een paar die hun sociale, christelijke hart nog op de juiste plaats hebben, is wat toezeggingen. Zo is het bijvoorbeeld gelukt om de staatssecretaris een toezegging te ontfutselen dat mensen boven de 57 en een half, die in de bijstand zitten, niet verplicht hoeven te worden te blijven soliciteren naar werk dat er toch niet voor ze is. Ook konden we de kleine zelfstandigen die uit de WAZ, de wet voor de verzekering van arbeidsongeschiktheid werden gegooid, een maand extra geven om zelf voor een particuliere verzekering te zorgen. Dat was maar een kleintje, toch, het gaat om mensen.

Als SP hebben we een vreemde taak: wij vinden dat we elke keer opnieuw moeten wijzen op het feit dat de regering een afbraakpolitiek voert die slecht is voor de minima, gehandicapten, mensen die om wat voor reden dan ook arbeidsongeschikt zijn geworden, voor vreemdelingen en de meer kansarme allochtonen. We voorspelden aan het begin van het jaar al dat de minima er veel meer op achteruit zouden gaan dat de minister beloofde, en we hebben akelig gelijk gekregen. Maar vrijwel altijd zullen we bij de stemming verliezen, omdat de meerderheid nu eenmaal achter de regering staat. Toch vinden we dat we dit protest moeten laten klinken, al was het maar om later te kunnen zeggen dat we het niet allemaal slaafs en goedschiks hebben laten gebeuren. Ook besteden we er veel aandacht aan om al die wetten en wetjes in hun onderlinge samenhang te laten zien, en aan te tonen hoe ze juist in de samenhang het bestaan van de mensen met minder kansen ernstig bedreigen.

Wat we tegen de frustratie doen dat we bijna altijd zullen verliezen is de verhalen die we houden, waar we meestal hard op werken, een tweede leven geven door ze ook buiten de Eerste Kamer bekend te maken. De SP is een actiepartij, we maken deel uit van de oppositie tegen dit regeringsbeleid, en we hopen er natuurlijk op dat we met de vakbonden op een gegeven ogenblik genoeg mensen mee hebben om de huidige meerderheid af te laten kalven- als de schijn niet bedriegt verliest de huidige regering behoorlijk aan aanhang.

Ondertussen hebben we ook wel wat succesjes geboekt. Het is gelukt om kamerbreed een motie aangenomen te krijgen om de regering dringend te verzoeken om de asbestslachtoffers, die met de nieuwe wet niet geholpen worden, een speciale regeling te geven. (De eerste motie Meulenbelt, ik moet zeggen dat ik daar trots op was) Daar heeft de regering tot op heden geen gehoor aan gegeven, maar het feit dat alle partijen in de EK vinden dat ze dat wel moeten doen ligt er nog, en deze strijd is nog niet afgelopen.
Daarnaast ligt er nog een motie van mij op stemming te wachten om de minister van Ontwikkelingssamenwerking te verzoeken de noodhulp aan de Palestijnse gebieden die daar door de VN wordt uitgevoerd te hervatten.
En dat zijn alleen de succesjes die op ‘mijn’ gebied liggen, mijn collega’s Tiny, Tineke en Ronald kunnen veel vertellen over de jeugdzorg, of de opvang van gedetineerden, of de herindeling van de Achterhoek.

Gelukkig gaan we er als leden van een actiepartij van uit dat we als senatoren niet alleen werk te doen hebben binnen de EK, maar ook er buiten. Spreekbeurten doen, lobbyen (voor gehandicapten bijvoorbeeld), artikelen schrijven, mee demonstreren als de vakbonden straks in actie komen, ik zit in de werkgroep buitenland van de SP, en ik doe ook veel binnen de eigen achterban, ROOD ondersteunen, les geven op de zomerschool, afdelingen bezoeken, naar de gemeentes toe, kijken wat die voor ondersteuning nodig hebben vanuit het parlement, bijscholen en discussies aandragen over de gebieden waar ik wat van af weet, Midden Oosten, het integratiedebat, gelijke rechten en emancipatie enzovoorts.

Bij elkaar is het een vol, soms spannend, soms frustrerend, maar nooit saai pakket aan werkzaamheden.
Vragen?
Tiny, Ronald, Tineke, nog wat aan te vullen?

7 gedachten over “Werken in de Eerste Kamer

  1. Bedankt voor de heldere uitleg, kan me indenken dat het ook frustrerend kan werken. De overweging van afschaffing is zo ook helder. Zelf heb ik in mijn hele leven nog nooit gestemd simpelweg om het feit dat er bij ons thuis vroeger de sfeer werd verpest als het om politiek ging. Nu na al die jaren begin ik pas een gedegen mening te vormen over bepaalde zaken. Emancipatie van de vrouw heeft me altijd het meest aangesproken omdat ik persoonlijk de tegenwerking ondervind. Het blijft en word steeds meer een land waar blanke mannen van gemiddelde leeftijd de dienst uitmaken. Dat vind ik heel erg omdat dit nu juist het punt is waar Nederland sterk kan zijn. Het feit dat we vaders zo belangrijk vinden maar vervolgens een vader met kleine kinderen als minister president hebben die weinig thuis is, zegt genoeg. Ik denk dat vrouwen naast de mannen van grote invloed kunnen zijn op mondiaal gebied waardoor je simpelweg de keus moet maken of je er een zooitje of een paradijsje van wil maken op deze planeet. Als je het moddergooien ziet tijdens de verkiezingen in Amerika tussen de macht van twee mannen dan zou ik ze het liefst allebei aan de afwas zetten.

  2. Ook ik ben blij met deze heldere uitleg. De kromme tenen die ik nog overhad van JPB’s toespraak tot ons olympisch team (Tuurlijk mag hij van sport genieten, maar heeft hij geen nuttigere dingen te doen dan zo’n slap verhaal in elkaar te draaien?) komen weer tot rust.
    Dankjewel Anja, voor dit stukje en voor je wakend oog!

    Jan

  3. in ’86 staatsinrichting behandeld voor mn eindexamen middelbareschool, maar nu toch concreter zo. Dank!
    En we kunnen misschien de wereld niet veranderen, maar het stukje om ons heen kunnen we wel proberen bewust te maken. Beetje vriendelijker zijn voor elkaar, aardiger. Een beetje compassie op zn tijd misstaat niemand.
    Fijn dat jij je zo inzet voor ons.

  4. Tiny vindt dat ik jullie wat meer moet vertellen en laten zien van onze werkomgeving, onze werkkamer zit bovenin de Mauritstoren en dat is een mooi historisch plekje. Zal ik doen na as dinsdag, met foto’s.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *