Anti-allochtoon

Behnem in de discussie

Te gast: Behnam Taebi, Nederlander afkomstig uit Iran, gemeenteraadslid en fractievoorzitter voor de SP in Delft, studeert materiaalkunde aan de TU Delft en ontving onlangs de kleine Rooie Reus. We gaan met hem in discussie over het gebruik van woorden. Wat moeten we met dat rotwoord allochtoon? Hoe lang ben je nog een allochtoon ook als je in Nederland bent geboren en een Nederlands paspoort hebt, bijvoorbeeld?

Behnam
(Behnam is de middelste man. Foto hierboven: in debat op het Nederlands Sociaal Forum)

Anti-allochtoon

Een goed principe is om je ergens bij neer te leggen zolang je geen beter alternatief hebt. Zodoende heb ik tot nu toe ‘allochtoon’, een onbruikbaar stigmatiserend woord, getolereerd. Volgens Van Dale uit het jaar 1987 is een allochtoon iemand die zelf, of van wie een van zijn ouders, buiten Nederland is geboren. Maar een Duitser, Spanjaard of Amerikaan wordt nooit allochtoon genoemd. Een latere versie van Van Dale uit 1996 heeft, waarschijnlijk op basis van de bovengenoemde constatering, de definitie aangepast: iemand die afkomstig is uit een niet-rijk land.

Hoe men het rijkheidgehalte van een land bepaalt en hoe het zover is gekomen dat de wereld verdeeld moet worden in rijk en niet rijk, is een grote vraag; het loopt dus weer spaak. Misschien moeten we Van Dale, uit pragmatische overwegingen, vragen de definitie nogmaals aan te scherpen naar huids- of haarkleur. Ironisch genoeg is dit woord ooit verzonnen om het woord vreemdeling te mijden vanwege de negatieve ondertoon.

Maar waarom zouden we eigenlijk een dergelijk onderscheid moeten maken? Waarom zouden we de samenleving moeten verdelen over twee grote kooien? Dat het nodig is voor maatschappelijke analyses vind ik een non-argument, want Chinezen en Algerijnen verschillen wel degelijk van elkaar. Dus, bij het stoppen van de hele groep in een kooi, genaamd allochtoon, is niemand gebaat. Louter het feit dat iemand buiten Nederland is geboren, of het nu wel of geen rijk land is, verklaart geenszins zijn gedrag; gedrag is namelijk een onderdeel van je persoonlijkheid. Evenmin leent de verzamelnaam ‘autochtoon’ zich voor een maatschappelijke analyse, want volkeren verschillen ook onderling.

Over de wenselijkheid van het gebruik van dit mensen uit elkaar drijvende begrip, heb ik ook mijn twijfels. Wanneer je voortdurend verschillen blijft benadrukken, vergroot je daarmee de kloof. Maar, als je uitgaat van de overeenkomsten – en neem van mij aan dat mensen véél meer overeenkomsten hebben, ongeacht waar ze geboren zijn – laat je de eensgezindheid de boventoon voeren. En de verschillen moeten er ook zeker zijn, want die creëren ruimte voor groei en ontwikkeling.

Deze twee kooien, allochtoon en autochtoon, varen op de stromen van politiek en maatschappelijke conventies. De stromen bepalen in hoeverre en wanneer de afstand tussen de kooien verandert. Wanneer mensen die in de kooien zitten pogingen doen om dichterbij elkaar te komen, door hun hand tussen de tralies door naar elkaar uit te strekken – en dat moet de integratie voorstellen – komen de kooien wel eens tegen de stroom in dichterbij elkaar, maar de stroom is krachtiger en drijft ze weer uit elkaar. Immers, je hoort in een van de twee kooien thuis; eenmaal een buitenstaander, altijd een buitenstaander.

Dus, om wezenlijke veranderingen te bewerkstelligen in de samenleving, moeten allereerst de kooien worden ontdaan van slot en grendel. Laat mensen vrijuit zwemmen en zelf kiezen welke kant uit. Geen overbodige opdeling van de samenleving en geen stigmatiserende benamingen. Ban ‘allochtoon’ uit het Nederlands, schrap het in alle woordenboeken! Teruggaan naar vreemdeling? Ben ik ook niet voor. Wat dan, buitenlander? Ook niet. Wat is er mis met mens en medemens? Weg met alle kooien!

17 gedachten over “Anti-allochtoon

  1. Ook toevallig …hierover had ik al eerder wat geschreven…zie mijn reacties in weblog “Dit is ons land” dd 23/11 en weblog “Wat te doen” dd 25/11… Ik had me inderdaad al zo lang afgevraagd, waarom allèèn Marokkanen en Turken allochtonen worden genoemd… en alle andere nationaliteiten dus niet, dat is toch gewoon volkomen belachelijk èn vernederend èn discriminerend…?! Net zoals bijvoorbeeld: een man berooft een winkel …de 48-jarige P.H. uit R of de 48-jarige P.H. van Marokkaanse afkomst uit R…! En dat gebeurt dus al jàren zò…!!! Daar heb ik dus ook echt geen goed woord voor over! En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Het dagelijks leven zit vol met zulke “discriminaties” klein en groot…! Dat is toch vreselijk voor al die mensen…! De laatste jaren schaam ik me steeds vaker om Nederlander te zijn! (Dit stukje hoeft niet geplaatst te worden, hoor).Groetjes.

  2. Behnam Taebi heeft gelijk. Het blijft een gedoe met de termen “allochtoon” en “autochtoon”. Ooit ingevoerd om o.a. van de term “gastarbeiders” af te komen. Ze zijn zeer onscherp en worden gehanteerd met politieke (bij)bedoelingen. Zo is het natuurlijk absurd dat van elders komende “westerlingen” niet “allochtonen” worden genoemd. En de “autochtonen” zijn ook een allegaartje, met een flinke erfenis van “allochtonen” (letterlijk genomen)uit vroegere eeuwen. Het zal lastig zijn deze begrippen uit het taalgebruik te weren. Maar een goed streven is het zeker.

  3. Ik heb twee dochters, en een arabische echtgenoot.Mijn dochters zaten op een zgnd. ‘zwarte’school, toen we nog in nederland woonden. Eentje is geboren in het buitenland, de ander in nederland . Is de een nu allochtoon en de ander autochtoon?. Toen wij nog in Nederland woonden spraken wij bewust twee talen thuis, Arabisch en nederlands. Ze hadden daarom veel voor op andere Nederlandse kinderen Nu we in het buitenland wonen, doen we dat nog steeds, ze zijn compleet tweetalig, eigenlijk viertalig, engels en hebreeuws komt er ook bij. Maar de school waar ze destijds op zaten koos ervoor om hen te scharen onder het kopje “kansarme allochtone jongeren”. Wij zijn beiden ,mijn man en ik redelijk goed opgeleid,mijn allochtone man heeft een universitaire opleiding. maar nee, ze blijven kansarme allochtonen. Ik ben hartstikke wit en nederlands, en ik heb dit ook wel eens aangevoerd. maar ze bleven daar altijd de kansarmen. Ooit belde een nederlandse vader mij op om me te vragen hoe ik de school vond waar mijn dochters op zaten, want hij had gehoord dat het wel een erge ‘zwarte” school was, en hij wilde daar zijn kinderen eigenlijk niet naar toe sturen. Dus toen heb ik hem maar even uitgelegd dat ook mijn dochters onder de kansarme groep vielen volgens de regels die er opgesteld waren.
    Ik heb dit altijd zeer stigmatiserend gevonden. Ik wilde niet dat ze als “witte”kinderen gezien werden, zeker niet, maar wat mij dwars zat was dat men kinderen verdeelde in twee groepen, ik vond het altijd vreselijk.Allochtoon of autochtoon, belachelijke woorden. Ik denk dat mijn kinderen meer mee hebben gekregen dan menig nederlands kind, en daardoor ook veel slimmer zijn.En het feit dat ze een arabische vader hebben hen niet dommer of kansarmer maakt, integendeel.Het is het stigma dat de samenleving ze geeft dat ze kansarmer maakt.

  4. Heel mooi punt Behnam. Het is tijd naar overeenkomsten te zoeken dan naar verschillen. We moeten er toch met elkaar uit te zien komen. Over elkaar praten en met de vinger naar een ander wijzen is lekker makkelijk. Ik hoop dat er meer mensen als jij opstaan die zoveel positiviteit aan deze discussie kunnen bijdragen.

    Ik heb zelf een vriend uit Iran die hier pas 6 jaar is. Hij zit op de universiteit en werkt er nog bij. Hij is aangepaster dan veel autochtonen die ik ken. Die zouden een voorbeeld aan hem kunnen nemen. Ik ben er trots op dat ik hem tot mijn vrienden mag benoemen en hij is een ware aanvulling op mijn leven. Met zijn andere kijk en achtergrond kan ik veel van hem leren. Ook hoe het voor hem was in Iran onderdrukt te worden en geen eerlijke kansen te krijgen. Ik hoop niet dat het hier nog erger gaat worden want dan moet hij straks weer vluchten. 🙁

    Vorige week was Ata (zo heet mijn vriend) bij ons op bezoek. Wat schetst mijn verbazing 2 dagen later komt er een buurvrouw aan de deur met de vraag of ik zondag bezoek had. Ik vraag waarom natuurlijk waarop zei zegt er liep hier “zo’n figuur” en toen ging er ons autoalarm af. Ze moet erg geschrokken zijn van mijn gezichtsuitdrukking want vervolgens zei ze niet dat ik denk dat hij iets gedaan heeft hoor. Maar hij ging bij jouw de voortuin in misschien was het wel geen bezoek van je en ging hij daar staan schuilen. Ik voelde mijn bloed koken maar ik dacht nee zo ga ik niet reageren. Ik zei dat het een goede vriend van ons is en dat ik het niet erg normaal vind dat ik mijn bezoek aan mijn voordeur moet verklaren. En dat het nogal kwetsend was een goede vriend op deze manier te moeten verdedigen. Ondertussen klopte mijn slapen en moeten mijn ogen vuur hebben geschoten. Ze droop af en bood haar excuses aan. Ik zal haar nooit meer als die aardige overbuurvrouw kunnen zien. De haat zit dichterbij dan je denkt. Dit is nou een typisch voorbeeld hoe de sfeer op dit moment in Nederland is.

  5. Iedereen bedankt voor de reacties.

    Het schrappen van het woord allochtoon was – toen ik in juni 2003 deze column schreef – vooral bedoeld als een symbolische statement. Maar inmiddels heeft gemeente Den Haag besloten het woord daadwerkelijk uit de beleidsnota’s te weren. Ook in de Delftse gemeenteraad heb ik recent voorgesteld om het woord te mijden. Helaas was ik daar weinig animo voor, maar ik geef niet zo snel op.

    En natuurlijk slecht je ongelijkheid niet met het schrappen van een woord. Maar het schrappen van autochtoon en allochtoon is een begin, een goed gebaar, een stap in de goede richting om van de wij-zij mentaliteit af te komen, zoals Jessi ook stelt.

    Het probleem dat Trees aankaart over ‘Kansarme scholieren’, is helaas breed aanwezig. Ook in het advies die de leerlingen van de scholen krijgen, weegt dat argument mee. Zo bleek vorig jaar uit een onderzoek in Haaglanden dat veel leerlingen van buitenlandse afkomst een te laag advies krijgen, omdat de leraren het idee hebben dat ze meer dan dat niet aankunnen. Talent verspillen! ‘Ze spreekt Nederlands met een accentje en draagt een hoofddoek. Ze zal HAVO heus niet aankunnen.’ Dat zijn de conventies waar ik het over had. En vaak is men zich helemaal niet bewust hiervan. Het is gewoon het beeld dat we van de media krijgen en in ons hoofd vastgeroest zit.

    En het pijnlijke voorval van Rooie Kater is ook helaas geen uitzondering. Ik ken talloze verhalen van mensen met ongeveer dezelfde strekking. Het komt vooral voort uit onwetendheid, meen ik; al weet ik dat het niet meevalt op zo’n moment deze nuchtere conclusie te trekken. Op een bijeenkomst zei een keer een oude dame bang te zijn voor Marokkanen. Waarom? Omdat ze op TV had gezien dat ze altijd messen bij zich hebben. En daarom moeten we elkaar (blijven) aanspreken op ons gedrag en onze onwetendheid. Vaak zie je dat mensen voor rede vatbaar zijn, als je ze op een redelijke wijze op hun fout wijst. En het hoofd koel houden op zo’n moment – zoals Rooie Kater heeft gedaan – is een kunst op zich. Misschien is het een idee een paar van die verhalen te bundelen en uit te geven. Op deze manier confronteer je een groep mensen met hun vooroordelen. Of het direct effect heeft, moeten we afwachten…..

    met een groet

  6. Ik onderschrijf het zeker. Een aantal weken geleden schreef ik zelf al in een van de weblogs: “…je bent Nederlander of allochtoon.” Het gaat er niet meer om of je je aanpast, of dat je wel of niet goed geintegreerd bent, het kleurtje zegt genoeg,…je bent allochtoon, dus zul je nooit een “echte” Nederlander zijn/worden in de ogen van velen. Ware het niet dat er genoeg en hopelijk nog meer ogen zijn die een medemens zien in dat kleurtje. Ik zie het al voor me, een soort reclame/videoclip a la Robbie Williams’ (ben niet bepaald een fan van de zanger, maar z’n videoclip schiet mij ineens te binnen) “Rock-DJ” (ofzoiets). In de, voor sommigen onfrisse, clip staat R.W. op een draaiend plateau. Temidden van zijn vrouwelijk publiek ontdoet hij zich achtereenvolgens van zijn huid,…organen…enz… Stel je voor, een reclamespotje: mensen van verschillende komaf,(500, 50, 10 of 5 jaar geleden)wortel geschoten in Nederland, die zich a la R.W. “uitkleden”. Heel soms helpen schokkende beelden om simpele zaken uit te leggen, we zijn allen mens!

  7. Toen ik aan de luisterlijn van de Raad van Kerken meewerkte, heb ik ook een behoorlijk aantal gesprekken gehad met Marokkaans-Nederlandse jongeren. Zij waren allemaal (geen een uitgezonderd) de termen allochtoon en integratie spuugzat. Hier geboren, inmiddels een jaar of twintig, opleiding, baan of zoekende naar een baan. (De hoge werkloosheid MOET aangepakt worden, hierin vraag ik nu eens om een HARD BELEID van onze ministers en ministeressen!).
    Een van de jongeren vertelde mij dat het heel eenvoudig is: gewoon de woorden integratie en allochtoon (en autochtoon) in de ban doen.

    Omdat ik voor het overgrote deel met moslims werk, kwam/kom ik die termen gigantisch vaak tegen. En ik voelde mij al vaak ongemakkelijk als ik tegenover mijn Marokkaans-Nederlandse collega de woorden autochtoon en allochtoon gebruikte.

    Ik heb me voorgenomen om deze termen niet meer actief te gebruiken. Het lukt me nog niet elke keer (nu pas valt op hoeveel van mijn gesprekken rondom dergelijke begrippen zijn gevouwen). Maar ik doe mijn best en wil eigenlijk iedereen die dit leest voorstellen om in ieder geval ook zelf te beginnen met het boycotten van deze begrippen. Op dit moment spreek ik over Marokkaans-Nederlandse of Turks-Nederlandse jongeren, omdat een aantal van de jongeren die ik sprak deze termen het dichtst bij de eigen beleving vond liggen (uitgangspunt: ik ben Nederlander – en ik heb een Marokkaanse of Turkse achtergrond). Misschien is dit trouwens niet de beste oplossing, en ik sta graag open voor andere/betere suggesties (zonder uiteraard weer jarenlang te verzanden in een nutteloze discussie).

    Het woord integratie neem ik zelf alleen nog met veel tegenzin en na een hoge drempel – en dus al 90% minder – actief in de mond (soms ontkom ik er niet helemaal aan). Ik reageer nog wel op de term als een ander die noemt of mij een vraag stelt daaromtrent. Ik benadruk dan vaak wel dat integratie eigenlijk een verkeerde term is om een zorg/angst/probleem/enz. te benoemen.

    Gek genoeg heb ik de laatste dagen het woord autochtoon nog wel een paar keer genoemd. Soms weet ik even geen alternatief. Vandaag zei ik een paar keer ‘een Nederlandse niet-moslim’, maar dat is ook niet ideaal, want het verdeelt de wereld in moslims en niet-moslims. Dus ik zoek nog een goed alternatief voor het woord autochtoon.

    Ik vrees dat wij, als wij het van de politiek laten afhangen (uitgezonderd de gemeente Den Haag blijkbaar), nog lang zullen moeten wachten op het einde van deze voor veel burgers van Nederland stigmatiserende en miskennende termen. Ik stel dus nogmaals voor dat wij zelf maar beginnen om zo van onderaf meer gelijkheid in onze gesprekken te brengen.

  8. Hoi Behnam,

    Wat goed dat de gemeente Den Haag besloten heeft deze vieze woorden uit hun beleidsnota’s te weren. Dat is dan 1 en op naar de volgende gemeentes!

    Wat afschuwelijk dat zogenaamde ‘Kansarmne scholieren’ het advies meekrijgen “het” niet aan te kunnen. Als iemand bij voorbaat kansarm is en een stempel krijgt door dit soort adviezen dan kun je jezelf toch al niet meer waarmaken? Pas als je gelijke kansen krijgt heb je ook de alle middelen beschikbaar jezelf te bewijzen. Weer een punt om bij stil te staan en uit te spreken zodat zoveel mogelijk mensen dit horen.

    Over het pijnlijke voorvallen en vooroordelen boekje: Dat lijkt me een zeer goed idee. Ik weet inderdaad dat dit voorval niet op zichzelf staat en dat er veel mensen zijn die tegen dit soort vooroordelen en onwetendheden aanlopen. Het heeft misschien niet direct op iedereen effect maar wat mij betreft is iedereen die nu wakker wordt meegenomen. Als ik af en toe hoor hoe weinig mensen van andere culturen hier in Nederland af weten dan denk ik het zou niet slecht zijn als deze mensen zelf eens zouden zien dat je verder moet kijken dan je neus lang is. Voorlichten is daarin belangrijk maar ook confronteren met dit soort pijnlijke voorvallen zou niet slecht zijn. Want onwetend zijn is allang geen excuus meer. Anderen aanspreken op hun verantwoordelijkheden is makkelijk. We moeten allemaal integreren in een multiculturele samenleving dat kan niet van 1 kant komen.

    Bedankt weer voor je bijdrage. Ook ik leer hier weer veel van.

    Rooie Kater groet!

  9. P.S. Teruglezende lijkt het alternatief voor ‘autochtoon’ nogal voor de hand te liggen: ‘Nederlander’, Nederlandse jongere, Nederlandse moslim’, enz. Of denk ik nu te simpel?
    Overigens ben ik niet voor symboolpolitiek of symptoombestrijding. Maar taal en woorden geven betekenis aan wat wij benoemen, dus nogal relevant.

  10. Er is ook iets anders gaande, dat aandacht vraagt: mijn jongste zoon (20) vertelt me keer op keer met onbegrip in zijn stem, dat hij in zijn vriendengroep steeds vaker meemaakt dat onder invloed van de huidige ontwikkelingen jongens van Nederlandse en niet-Nederlandse komaf, die elkaar al van jongsafaan van school of van het uitgaan kennen, nu aparte groepen gaan vormen. Dat komt door dingen waar wij allemaal eigenlijk niets mee te maken hebben, vertelt hij. Dingen zoals de moord op Fortuyn en Van Gogh. En hij is niet bij machte, te begrijpen of onder woorden te brengen wat er precies gebeurt. Hij kan alleen aangeven wat er gebeurt. En dat hij dat niet wil, maar niet weet hoe hij het moet veranderen.

    Jongens die het woord integratie niet eens kenden, die gewoon al jaren probleemloos met elkaar optrokken, worden nu uit elkaar gespeeld. Ze kunnen elkaar steeds slechter bereiken en krijgen etiketten waar ze nooit mee hebben leren omgaan – omdat ze die nooit hebben gekend.

    Hoezo integratie? Is er ook een woord voor het kapotmaken van natuurlijk onstane integratie?

  11. Ik stoor me ook al jaren aan het gebruik van het woord allochtoon. Als je naar de officiële definitie kijkt is iedereen die zelf of waarvan één van de ouders in het buitenland is geboren allochtoon. Het is volstrekt nutteloos om dit onderscheid te maken, dus ik steun je alternatief van harte Anja.

    Tegen mensen die het alsmaar over allochtonen hebben (“Ik wil niet discrimineren, maar…”) zet ik tegenwoordig het meest Nederlandse instituut in dat je maar kunt bedenken: Het Koningshuis. Vrijwel niemand die zich ooit bedacht heeft dat daar 97% niet-Nederlands bloed door de aderen stroomt en dat het zonder uitzondering allochtonen zijn.
    Als ik dan nog het weerwoord krijg dat dat anders is, dat die allemaal heel goed geïntegreerd zijn, dan zeg ik gewoon dat dat ook niet zo’n kunst is met een jaartoelage van bijna een miljoen euro en intensieve persoonlijke begeleiding van de leden van de Raad van State. Zo kan iedere Hassan, Fatima, Mohammed of Nermina het ook. Daarna hoor ik ze vaak niet meer over “die allochtonen”.
    Heerlijk dat dat koningshuis toch nog ergens goed voor is.

  12. Pingback: Weblog Theo Cornelissen

  13. De Groene Amsterdammer van 3 december 1997

    Weg met het woord allochtoon

    Is een Turkse jongeman die in Amsterdam geboren werd en vlekkeloos ‘kanker-eikel’ kan roepen een Amsterdammer of een Allochtoon? Of zijn dat maskerwoorden voor volwaardig of halfwaardig? Schrijfster Sibel Bilgin ging op zoek naar de Hollands-Turkse identiteit van de jongste generatie. Wat die ook is: in elk geval geen Allochtoon. Dat woord moet op de schroothoop.

    door Sibel Bilgin

    WE KUNNEN GEEN KRANT openslaan, geen journaal aanzetten, geen beleidsnotitie lezen of we struikelen over het woord ‘allochtoon’. Altijd met dezelfde nare bijsmaak, vergelijkbaar met die van onmogelijke woorden als employability en flexarbeid. Nergens krijg je het gevoel dat de gebruikers ook maar enigszins geïnteresseerd zijn in al die verschillende individuen die achter het begrip schuil schijnen te gaan.
    ‘Ik ben een Amsterdammer met Turks bloed, buiten Amsterdam voel ik mij nergens thuis’, zegt de negentienjarige Kerem tijdens ons gesprek op een zondagmiddag. Zijn sterke affiniteit met de stad Amsterdam is op zich geen wonder, zeg ik tegen mijzelf. Hij is in Amsterdam opgegroeid. Zowel zijn jeugdherinneringen als zijn dagelijks leven van nu zijn met deze stad verbonden. Hij kent geen enkele andere stad in de wereld zo goed als hij Amsterdam kent.
    Ik ben nieuwsgierig wat het voor hem betekent om Amsterdammer te zijn. ‘Moeilijke vraag’, zucht hij na een lange aarzeling. ‘Amsterdam is een wereldstad met een apart karakter. Misschien komt het door de hoeveelheid culturen die in deze stad door elkaar leven. Wat wij met ons allen gemeenschappelijk hebben, is Amsterdam, onze levensstijl. Dat ik van Turkse afkomst ben geeft mij iets aparts, vind ik, het is een verrijking om meerdere landen en culturen te kennen en te genieten van de mooie kanten en de voordelen van twee werelden. Mijn generatie maakt zich totaal niet druk over iemands afkomst. Het heeft te maken met de tijd waarin je leeft, denk ik, Nederland verandert. Ik erger mij wel aan het feit dat wanneer er in de media iets over allochtone jongeren geschreven wordt, het altijd negatief is. Men moet niet vergeten dat de generatie van nu, hetzij van buitenlandse ouders hetzij van Nederlandse, de toekomst van dit land is.’
    Het feit dat Kerem, en kennelijk veel van zijn leeftijdgenoten, zich van het begrip allochtoon distantiëren is niet verbazingwekkend. Het is een onmogelijke opgave voor jongeren die in Nederland geboren en getogen zijn zich te identificeren met een dergelijk negatief geladen ‘containerbegrip’, dat hier vooral dienst doet als afvalcontainer. Kan men überhaupt herkenning vinden in een term die niet naar de eigen identiteit verwijst maar uitsluitend aanduidt wat men niet is? Het begrip allochtoon is gebaseerd op het afstammingsprincipe en heeft met name de betekenis ‘geen echte Nederlander’. Daarmee impliceert deze term een lagere sociale status in de samenleving dan die van de autochtone bevolking.

    TOEN IK, circa achttien jaar geleden, als beginnend onderzoekster de wereld van het wetenschappelijk onderzoek naar migratieverschijnselen binnentrad, was de gezinshereniging net op gang gekomen en de toenmalige ‘gastarbeiders’ (of beter gezegd: buitenlandse werknemers, want de term gastarbeider met zijn negatieve klank begon men te verlaten) werden in vakjargon ‘buitenlandse gezinnen’ genoemd. Door de geschiedenis heen kregen zij steeds nieuwe benamingen: ‘migranten’, ‘etnische groepen’, ‘medelanders’, ‘etnische minderheden’, met als laatste dieptepunt ‘allochtonen’.
    Wie of wat zijn allochtonen? In de eerste plaats mensen afkomstig uit de toenmalige wervingslanden en de voormalige Nederlandse koloniën en hun kinderen die zowel in het land van herkomst als in Nederland geboren kunnen zijn. Het bezitten van de Nederlandse nationaliteit was irrelevant. Zij, of in ieder geval de ouders, waren immers niet geboren in het land achter de dijken. Curieus is echter dat de term allochtoon niet gebruikt wordt voor de in Nederland wonende Duitsers, Engelsen, Amerikanen, Japanners etcetera. Dat is tekenend voor de symbolische gevoelswaarde van de term allochtoon en de directe koppeling daarvan aan de maatschappelijke positie van degenen die onder dit begrip vallen. Circa dertig jaar na de komst van mensen uit vele verschillende delen van de wereld komt het multiculturele karakter van de tolerante Nederlandse samenleving ironisch genoeg tot uitdrukking in een tweedeling van ‘autochtonen’ versus ‘allochtonen’.
    Het trekken van lijnen tussen ‘wij’ en ‘zij’ op grond van etniciteit gaat gepaard met het toekennen van inferieure kenmerken aan de ander en het idealiseren van het eigen beeld. Het problematiseren van culturele kenmerken van etnische groepen leidt tot hardnekkige stereotyperingen, die op hun beurt de subtiele uitsluiting door middel van minorisering versterken en zelfs legitimeren. En dit terwijl wij weten dat iemands culturele achtergrond geen belemmering hoeft te vormen om volwaardig in de maatschappij te functioneren. Ook de zogenaamde ‘succesvolle’ jongeren uit etnische groepen houden hun binding met hun achtergrond, waaraan zij hun zelfrespect en in veel gevallen hun kracht ontlenen voor het verwerven van een plek in deze maatschappij.
    De ‘jongeren van nu’ staan onder sociale druk om zich volledig te conformeren aan de dominante levenswijze. Zij die afwijkend gedrag vertonen, lopen het gevaar buiten de hoofdstroom van de samenleving te vallen en terecht te komen in de voor hen bedachte, fictieve categorie allochtoon. Wanneer het om subtiele uitsluiting gaat kent onze creativiteit blijkbaar geen grenzen. Anno 1997 menen wij in Nederland naast algemene media ook allochtone media, naast kunst allochtone kunst, naast literatuur allochtone literatuur te kennen. Een lichtelijk arrogante houding om de eigen cultuur af te zetten tegen de rest van de wereld, daarmee de veelzijdigheid negerend. Wij staan niet stil bij het feit dat wij met inhoudsloze, vage begrippen met elkaar communiceren, of juist miscommuniceren.
    Hoe ver zullen wij gaan met deze categoriseringen? Hoelang blijven nieuwe generaties jongeren uit etnische groepen allochtoon? Zal de erfzonde van het allochtoon zijn ook hier tot in het zevende geslacht blijven bestaan?

    HOE MEER KEREM over de ‘generatie van nu’ vertelt, des te sterker realiseer ik mij dat onze beeldvorming over zijn generatie zeer fragmentarisch en eenzijdig is. Als beleidmakers, politici en wetenschappers, maar ook als algemeen publiek, menen wij ‘de allochtone generatie van nu’ hoofdzakelijk te kennen als potentieel vroegtijdige schoolverlaters, langdurig werklozen, jeugdige criminelen, jongeren die in een cultuurkloof belanden en daardoor ontsporen, kortom als een generatie die sterk met problemen geassocieerd wordt. Of beter gezegd: altijd geproblematiseerd wordt. Onze beeldvorming wordt op dit moment nog in hoge mate bepaald door stereotyperingen die betrekking hebben op de voorafgaande generaties, namelijk de eerste en de tussengeneratie migranten. Of dat beeld met de realiteit van de tweede generatie jongeren correspondeert, is voor mij zeer de vraag. Wij hebben weinig inzicht in hun leef- en denkwereld. Welke aspiraties en preferenties hebben zij, op welke manier geven zij betekenis aan hun bestaan? Aan hun visie wordt geheel voorbijgegaan in politiek-maatschappelijke discussies die hen aangaan.
    In hoeverre is Kerem een uitzondering als negentienjarige jonge ‘allochtoon’ die zich met zijn liefde voor en trots op de eigen achtergrond toch vooral Amsterdammer voelt? Wellicht in de ogen van de maatschappij wel, maar in zijn ogen zeker niet. Refererend aan zijn vriendenkring, meer gemengd dan de begrippen autochtoon en allochtoon kunnen aangeven, beweert hij dat de generatie van nu niet meer in termen van deze begrippen denkt. Wat Kerem onder ‘wij’ verstaat, is in zijn bewoordingen een groep relaxte jongeren die met elkaar dezelfde interesses en ervaringen delen in Amsterdam, niet meer en niet minder.
    Iemands herkomst is zonder meer een belangrijk onderdeel van zijn identiteit, maar zeker niet het enige. De opbouw van een eigen identiteit is een dynamisch proces dat beïnvloed wordt door ontwikkelingen en veranderingen in de naaste omgeving. Wij weten eveneens dat het verworven gevoel van identiteit geen onveranderlijk gegeven is. De manier waarop men zijn eigen ik definieert en welke componenten van de identiteit daarbij op de voorgrond treden, hangt sterk af van de situatie waarin men zich bevindt. Ik ben van mening dat de discussies over de sociaal-culturele identiteit van de tweede generatie jongeren vaak in een analysekader worden geplaatst waarbinnen herkomst ten onrechte de boventoon voert als verklaring voor hun aspiraties, keuzen en gedrag. Uit onderzoeken blijkt dat ook de tweede generatie jongeren zich met hun etnische herkomst identificeert, maar tegelijkertijd een biculturele houding inneemt door elementen uit de eigen culturele achtergrond te combineren met die van de samenleving waarin zij leven. Het feit dat zij over twee referentiekaders beschikken, betekent niet automatisch dat hun identiteit a priori door breuken en discontinuïteit wordt gekenmerkt. Net zoals hun ‘Nederlandse’ leeftijdgenoten zoeken zij de herkenning in hun naaste omgeving, hetzij binnen het gezin, hetzij binnen de maatschappij.
    Herkenning en erkenning zijn twee kanten van dezelfde medaille. Bij mij rijst de vraag of de samenleving flexibel genoeg is om diversiteit te kunnen dragen. Er is momenteel meer sprake van een ambivalente houding ten aanzien van culturele verscheidenheid dan een expliciete aanvaarding daarvan. Dit vindt zijn weerklank in politieke discussies over maatschappelijke vraagstukken. Enerzijds wordt gepleit voor de multiculturalisatie van de samenleving en gelijke kansen voor iedereen, anderzijds worden de culturele kenmerken van de ander als voornaamste oorzaak van het probleem gedefinieerd.
    Het dilemma is dat goede bedoelingen vaak onbedoelde effecten sorteren. Etnische categorisering maakt weliswaar een aantal problemen zichtbaar, maar gaat volstrekt voorbij aan individuele verscheidenheid. De onderscheiden groepen worden zodanig gestigmatiseerd dat de afzonderlijke leden weinig ruimte hebben om te ontsnappen aan deze groepskarakteristieken. Veel tweede-generatiejongeren verkeren momenteel in deze situatie. Buiten de stigma’s om zijn zij op zoek naar erkenning en waardering in hun hoedanigheid, niet als allochtoon maar bijvoorbeeld als een Amsterdammer met Turks bloed.
    Herwaardering van de eigen achtergrond is voor jongeren essentieel voor de ontwikkeling van een positief zelfbeeld. Deze tendens is bij de tweede generatiejongeren aanwijsbaar in de opkomst van Turkse, Marokkaanse, Chinese en Surinaamse studentenverenigingen. Zij voorzien in de behoefte aan ondersteuning bij het verwerven van een positie van deze jongeren binnen de maatschappij.

    DE OVERLEVINGSSTRATEGIEEN die tweede-generatiejongeren hanteren, de keuzen die zij maken om hun wereld betekenis te geven, hangen in eerste instantie van hun perspectieven af. In dat kader staat het belang van gelijke kansen bij het verkrijgen van toegang tot alle geledingen van de maatschappij buiten discussie. Een even zwaar wegende factor is acceptatie op basis van gelijkwaardigheid. Wanneer de maatschappij deze jongeren echter blijft aanspreken op hun ‘anders zijn’, en dan vooral in negatieve zin, wanneer ze de diverse culturen niet serieus neemt, hen daarentegen op één hoop gooit met de connotatie van minder, zal dat leiden tot een groeiende afkeer van de samenleving. Dan zal de gerichtheid op herkomst leiden tot het idealiseren van de eigen achtergrond, waarbij niet langer sprake is van positiebepaling binnen de maatschappij.
    Deze jongeren plaatsen zich al of niet bewust aan gene zijde van de maatschappij. Zij die in deze neerwaartse spiraal van uitsluiting en zelfuitsluiting terechtkomen, staan open voor invloeden van allerhande radicale bewegingen die op hun menselijke behoefte aan herkenning, erkenning en zelfrespect inspelen. Zij zullen zich in gemeenschappen terugtrekken waarin zij menen deze identificatiemogelijkheden te kunnen vinden. Stromingen uit de herkomstlanden die er belang bij hebben hun machtspositie in de Europese landen te verstevigen, exploiteren deze gevoelens van onbehagen.
    De stellingname van de Nederlandse overheid is in dit verband ambivalent. Met een beroep op de democratie worden bewegingen die daar haaks op staan getolereerd. De bezorgdheid die we van hoog tot laag uitspreken, heeft tot nu toe nog nooit geleid tot een beleid gericht op het wegnemen van deze voedingsbodem. Wanneer we niet verder komen dan het ontoelaatbaar verklaren van radicale bewegingen, zonder te vragen naar het waarom, kunnen we dit probleem nooit oplossen.
    Zolang wij gevangen zitten in doodlopende denkpatronen staan wij ver van de realiteit van jonge generaties af. Er is geen aparte ‘allochtonenwereld’ die als het ware losstaat van de Nederlandse samenleving. Alles speelt zich binnen deze maatschappij af. Het wordt tijd om de indeling allochtoon-autochtoon af te schaffen en de maatschappelijke vraagstukken niet langer langs etnische lijnen te definiëren.
    Dat neemt niet weg dat wij op grond van onze ervaring met de migratie van de afgelopen periode van dertig jaar alert moeten zijn en dienen te blijven voor de eventuele nadelige consequenties van sociaal-economische ontwikkelingen voor diverse groepen in de samenleving. Het spreekt voor zich dat wij lessen trekken uit het verleden en anticiperen op veranderingen in de toekomst. Beleidsinspanningen moeten gericht blijven op een beter toekomstperspectief voor jongeren uit etnische groepen. De maatregelen dienen echter binnen de kaders van een algemeen beleid vorm te krijgen, gebaseerd op het principe van maatwerk. ‘Allochtoon’ is een categorie noch een maat. Laten wij onze creativiteit inzetten om begrippen te creëren waarin recht gedaan wordt aan ieders individualiteit in relatie tot een rijke, diverse achtergrond.

  14. Claar, dat is het trieste ervan. Jongeren…en zelfs kinderen beginnen zich tegenwoordig te realiseren dat zij in de ogen van bepaalde politici niet goed geintegreerd zouden zijn, terwijl ze al die tijd gewoon geleefd hebben als elk ander kind en/of jongere. Kinderen die het woord “integratie” in de mond nemen en zich moeten verdedigen om het simpele feit dat ze gewoon willen leven in dit land als elk ander kind. Als je maar genoeg trapt en trapt en trapt…blijft dat waarschijnlijk toch niet zonder gevolg. Jongeren vinden dat ze gewoon leven en gewoon hun ding doen als jongere, maar de politiek met in haar kielzog de media (en de laatste twee elkaar steeds meer versterkend) heeft hen bestempeld alszijnde een mislukking van de integratie. Daar kun je je tegen blijven verzetten en verzetten en verzetten,…totdat het dictaat van de politiek als een verwoestende golf over de jongeren spoelt…en de sociale structuren die de jongeren in dit land samen hebben opgebouwd ineenstort. Claar, het is triest…

  15. Ik woon naast een Turks gezin en zie ze totaal niet als vreemdelingen.
    Gewoon aardige rustige mensen met een normaal leefpatroon.
    Mijn vorige autochtone buren hadden vaak lawaaierige ruzie en vonden het normaal het huis te laten trillen door hun geluidsinstallatie.
    Ik bedoel maar.
    Houd rekening met elkaar, zo eenvoudig is het en…. leer goed Nederlands.
    Dan denkt niemand aan het inderdaad akelige woord allochtoon.

  16. Als je vlekkeloos ‘kanker-eikel’ kan roepen ben je een weinig beschaafd vreemd type.
    Straattaal heeft bij mij geen aanzien.

  17. Hoi iedereen,
    Ook ik erger me aan de woorden allochtoon en autochtoon. Ik heb er ook vaak over geschreven op forums. Ik ben blij te zien dat er ook veel mensen zijn die er net als mij over denken. Het is toch te gek voor woorden dat een gekleurd persoon die hier is geboren en van huis uit Nederlands praat als allochtoon wordt gezien en een blanke Amerikaan die hier net 1 jaar woont niet?
    Naar mijn gevoel staat allochtoon voor kleurling of gekleurde Nederlander en autochtoon voor blanke Nederlander. Daarom heb ik een hekel aan die woorden, omdat het onderscheid maakt tussen blank en andere rassen. Waarom moet je daar onderscheid tussen maken? We leven toch niet meer in de koloniale tijd? Een blanke Amerikaan is waarschijnlijk gewoon een buitenlander, maar als hij kinderen krijgt met een blanke vrouw en die kinderen in Nederland zijn geboren en getogen zijn het ineens wel weer autochtonen, ondanks dat hun vader Amerikaan is. Als hij die kinderen met een vrouw van Turkse afkomst had gekregen, zijn het weer allochtonen. Zo krom ligt het, niemand kan ontkennen dat het niet zo is.
    Benham, ik steun je volledig en ik hoop dat je het doel (afschaffen van allochtoon en autochtoon) gauw bereikt! De media heeft namelijk weer iets nieuws verzonnen, misschien is het veel mensen al opgevallen: westerse en niet-westerse allochtoon. Nu maken ze daar het onderscheid. En ik heb zelf gezien wie ze in welk hokje plaatsen. Tot mijn verbazing werden mensen van Surinaamse en Antilliaanse afkomst ook tot de niet-westerse allochtonen gerekend. Terwijl zij juist van alles over Nederland op school krijgen, voor het merendeel christelijk zijn en veel Amerikaanse invloeden hebben in hun land (vooral Aruba en de Antillen). In feite vind ik het op Curaçao (heb er 10 jaar gewoond) zelfs nog westerser dan in Nederland met de American lifestyle die er heerst en het ligt ook nog eens westelijk van Nederland, dus hoe kan het dan als niet-westers worden opgegeven? Hallo, het gaat om hetzelfde koninkrijk! Suriname is wel stukken armer, maar om het gelijk niet-westers te noemen…die mensen kunnen daar allemaal heel goed Nederlands en het was ooit een kolonie van Nederland. Indonesië was dat ook, maar de mensen die daar vandaan kwamen waren wel westerse allochtonen volgens die krant. Dat snap ik dus helemaal niet! Waarom is een Javaan uit Java wel westers en een Javaanse Surinamer niet?
    Nou ja, zelf ben ik in Nederland geboren en ben ik de eerste 10 jaar van mijn leven in Nederland opgegroeid en de tweede 10 jaar op Curaçao. Toen ik 20 was kwam ik weer in Nederland wonen en ik maakte ook gelijk kennis met dat woord ‘allochtoon’. Wat ik dus helemaal niet leuk vind, want ik zag Nederland altijd als mijn land. Op Curaçao was ik een ‘makamba'(= Hollander), omdat ik niet zo goed Papiaments kon. Hier ben ik een allochtoon, omdat ik toevallig een kleurtje heb. Tja, wat doe je eraan? Zoals mij zijn er nog meer mensen die gemixt zijn. Het enige voordeel is dat ik veel verschillende culturen in mij heb en me bijna overal ter wereld makkelijk kan aanpassen. Ik heb ook veel verschillende vrienden, maar je hoeft zelf niet verschillend te zijn om verschillende vrienden te hebben. Je moet gewoon voor elkaar openstaan en mensen zien zoals ze zijn. Vaak kunnen mensen me ook niet een hokje plaatsen, omdat ik zo divers ben. Daar ben ik trots op en zo moet Nederland ook trots zijn op de diversiteit in de samenleving. Een samenleving die bestaat uit Europese Nederlanders, Caribische Nederlanders, Turkse Nederlanders, Arabische Nederlanders, Aziatische Nederlanders en nog heel veel andere Nederlanders die samen één volk vormen. Stoppen met het hokjesdenken! Kappen met het onderscheid maken tussen allochtoon en autochtoon en westers en niet-westers, moslim en niet-moslim zal echt veel helpen! Bovendien maak je er een hoop mensen gelukkig mee, want niemand voelt zich meer beledigd of verward.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *