Kort geding tegen het cynisme

‘De bijbel is geladen met de kracht, met de hoop die zich niet verzoent met de feiten, zei Huub Oosterhuis, voor duizenden mensen op de Duitse kerkdagen, op 29 mei. Lezing opgenomen in VolZin. Een paar fragmenten:

Het is de roeping van een kerk die zich ‘evangelisch’ noemt, het bijbelse visioen van een nieuwe wereld hoog te houden; bevrijding uit de slavernij van de armoede, een samenleving in ‘gerechtigheid’, wat betekent: solidariteit over alle grenzen en scheidsmuren heen. En het is de hachelijke opdracht van zo’n kerk dit visioen van het ‘koninkrijk van God’ te verkondigen als de norm van alle politiek.

Wij weten dat wij deel uitmaken van een werelddeel met een geschiedenis van kruistochten, brandstapels, kolonialisme en massamoorden; en wij realiseren ons dat alle kwaad zichzelf straft, soms pas na vele eeuwen. En langzaam maar zeker komen velen van ons tot de ervaring, dat de schaamteloze vrije marktideologie onze publieke moraal steeds verder aantast, ons geweten steeds dieper uitholt en ons verzet tegen onrecht en hardvochtig overheidsbeleid ontmoedigt en verzwakt. Zo is het met ons gesteld. Valt er nog iets te hopen?

De bijbelse godsdienst is een doorlopend geding, een dagelijks kort geding tegen het cynisme. De aanklager van dat cynische systeem – bestaande orde! – en de advocaat van de slachtoffers is in de bijbel God zelf. Hij roept: ‘hoe lang nog? Doe recht de minste, het weeskind, de arme, de berooide, vernederde – red hen die geen verweer hebben’ (psalm 82) De stem die dat roept, wordt in de bijbel, door Mozes en de profeten, door jezus, door Paulus, God genoemd. Geen ander.

Er is een beroemde tekst van de joodse filosoof Emmanuel Levinas, overlevende van de Shoah, waarin hij de bijbelse traditie samenvat. (..) “In het feit dat de relatie tot het goddelijke via de relatie tot de mensen verloopt en met de sociale rechtvaardigheid samenvalt, ligt de hele geest van de joodse bijbel.
Mozes en de profeten bekommeren zich niet om de onsterfelijkheid van de ziel, maar om de arme, de weduwe, de wees en de vreemdeling. De relatie tot de mens, waarin het contact met het goddelijke zich voltrekt, is niet een soort ‘geestelijke vriendschap’, maar een rechtvaardige economie, waarvoor ieder mens ten volle verantwoordelijk is.”

Wanner de kerken, en dat geldt voor alle, zich door de traditie van levend joods geloof laten inspireren en door leermeesters als Levinas laten informeren en vormen, zullen zij minder gauw meedraaien in religieuze marktmechanismen, minder behoefte hebben aan engleervaringen, esoterie en hiernamaalsscenario’s, en zich met meer geestkracht inzetten voor de toekomst van deze aarde.

Wij trekken een spoor van andere, nieuwe wereld door deze oude heen. Daarom vieren wij avondmaal, eucharistie: het visioen samengevat, gelouterd tot het ritueel van brood en beker. En wij bidden: “Moge het delen van dit brood en deze beker ons sterken in de hoop dat er een nieuwe wereld komen zal, waar brood en en recht en liefde is, genoeg voor allen”.

6 gedachten over “Kort geding tegen het cynisme

  1. Respect voor Huub Oosterhuis om de gluiperige mentaliteit van het gereformeerde deel van de bevolking vanuit de kerk te bestrijden. Gelukkig zijn er nog goede christenen.

  2. Mooi! Fundamentalisme ontstaat als mensen zich in de knel voelen zitten. Het lijkt erop dat de ‘markt-gelovigen’, degenen die sinds ongeveer 2 eeuwen de theorie van de maakbaarheid van de wereld zijn gaan volgen, er niet meer omheen kunnen dat zij terrein moeten toegeven omdat hun theorie minder gezaghebbend wordt. Misschien is dat één van de verklaringen van hun harde opstelling in debat en samenleving.

  3. Ruud, kun je misschien ff uitleggen wat je bedoelt met het bestrijden van de gluiperige mentaliteit van het gereformeerde deel van de bevolking.
    Op deze manier vind ik het namelijk niet duidelijk, niet opbouwend en kan ik er niks mee.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *