Gaza 12 december 2005

De dove kindertjes van de school boven stappen net uit hun busje als we aankomen. Foto’s maken, altijd leuk. Het kost de juf nog moeite om ze naar boven de krijgen.

In Beit Hanoun zijn de families eindelijk opgehouden met op elkaar te schieten, na interventies van een paar hooggeplaatste geestelijken. Wat nog niet wil zeggen dat het probleem over is. Dit is het probleem: dat het rechtssysteem nog niet volledig functioneert, en dan valt iedereen terug op het traditionele rechtssysteem dat zegt oog om oog. Van een familie zijn vijf mensen gedood. Dan zouden er eigenlijk van die andere familie ook vijf dood moeten. Gaan ze ermee naar de rechter, dan geeft die de daders een paar maanden, hoogstens een jaar gevangenis. Dat vinden ze te weinig. Voor de afkoopsom die er voor staat heeft de familie geen geld. In de tijd van Arafat werden nog wel eens een paar daders geexecuteerd. Daarmee was in ieder geval wel de rust weergekeerd. Maar dat ziet er weer heel slecht uit naar het westen, want doodstraf is tegen de mensenrechten. Hoewel, zeggen ze hier, de Amerikanen ook nog de doodstraf hebben. Maar nu weet niemand hoe het nu moet. Waarschijnlijk wacht de verongelijkte familie af, en zullen er toch nog doden vallen, later.

Khaled is kwaad dat er nog steeds raketten naar de andere kant worden geschoten. Ook de aanslag maakt hem woedend. Zo kun je niet winnen, zegt hij. En bovendien, je weet dat ze terug gaan slaan. Dat er Palestijnen gedood zullen worden. Zo’n aanslag is ook moord op Palestijnen. Ik denk aan wat Avnery gezegd heeft over Sharon: elke keer als hij een paar Palestijnse leiders ‘liquideert’ spreekt hij tegelijk de doodstraf uit over een paar Israeli’s.

Afscheid van Jan. De mannen komen hem omarmen en hem op de rug kloppen. De vrouwen geven alleen een hand. Afscheid is hier altijd emotioneel. Gevolg van een oorlog: je weet nooit of je iemand weer terugziet.

Gisteren in de training vroeg Amjad de aandacht. Hij is doof. Hij spreekt gebarentaal, Mona vertaalt dat in het Arabisch en dan vertaalt Maha dat in het engels. Amjad vond dat hij niet genoeg respect kreeg van de teams, dat mensen hem vermeden, dat ze niet hun best deden om gebarentaal met hem te spreken. Ik kan me daar wel wat bij voorstellen, maar zie ook dat mensen hem lastig vinden. Hij vraagt veel, soms te veel. Het is vreemd stil als hij opgewonden gebaart. Jan vraagt hem wat hij aan de anderen ook gevraagd heeft: is je glas wijn half vol of half leeg? Amjad ziet vooral dat het half leeg is. Dan geeft Khaled hem een kleine speech, hoe hij wordt gewaardeerd in de NCCR. En dat het waar is dat de andere mensen meer hun best kunnen doen om met hem te communiceren. Maar dat hij zelf ook meer kan doen.
Voor Amjad is het een belangrijk moment geweest om dat in de groep te zeggen. Feestelijk wil hij met ons allemaal op de foto. Vooral met Jan.


(Amjad)

We hebben vanochtend in de training het afgelopen jaar geevalueerd. Dat viel Joes en mij ontzettend mee. Het model van werken dat Joes hier heeft geintroduceerd, het teamwerk, gezamenlijk verantwoordelijkheid voor het behandelplan van elke patient, patient en familie betrekken bij het behandelplan, en niet langer als een traditionele arts over het hoofd van de patient heen beslissen wat goed voor hem is – het is echt aangekomen. Meer luisteren naar de patient, meer luisteren naar de familie, ook meer luisteren naar elkaar. Dat een vertrouwensrelatie met de patient het begin is van elke behandeling. Het klinkt eenvoudig, maar niemand hier is daarin opgeleid, en de weerstand in het begin was niet gering – wat moeten we met dat softe spul, we willen medische kennis, technieken. Ik zie patienten niet meer als een kwaal, maar als een mens die ook psychische problemen kan hebben en die contact nodig heeft, zegt een van de artsen. En we zijn veel meer een team, zeggen ze. We hebben van jullie geleerd om eerlijk tegen elkaar te zijn. We zijn onder de indruk.


(Adnan)


(Ratiba)


(Raada)


(Mohammed)


(Wael)

Ik doe een kleine inleiding over post traumatische stress stoornis, of anders gezegd, wat er met mensen kan gebeuren na een oorlog. Onverwacht zetten de depressies in, de angststoornissen en de verstoorde agressiehuishouding. En soms peilloze vermoeidheid. Of ze dat herkennen? Er wordt geknikt. Die families in Beit Hanoun zijn een voorbeeld. Stomme ruzies bij een stoplicht, en iedereen heeft een wapen. En neemt het geweld binnen gezinnen toe? Ook dat. De politie heeft pas gemeld de aanklachten van mishandelde vrouwen niet meer aan te kunnen, het stond in de krant. In de tijd van de intifada dachten we alleen aan morgen, zegt iemand, maar nu het ergste gevaar weg is denk ik aan de toekomst van mijn kinderen en dan word ik bang.

Aan de ene kant zijn ze blij dat er nu niet meer de nachtelijke aanvallen komen, de bombardementen, massale huisvernietiging, elke dag doden. Dit was het eerste Suikerfeest in jaren dat ze gewoon feest konden vieren. Aan de andere kant gaan ze nu pas voelen wat die jaren hun hebben gekost. Ik zet het op mijn lijstje voor een volgende training: PTSS, domestic violence, depressies, veteranen trauma.

Joes doet nog een uur pijn en pijnbestrijding met ze.

We zitten met Skinny Mohammed en Fatma te eten bij Matoug.
Mohammed vertelt over die eerste tijd na de ontruiming van dee nederzettingen, toen ze tien dagen lang zomaar de grens naar Egypte over konden. Driehonderdduizend mensen gingen. Geen taxi’s meer te krijgen. Met een paar van zijn broers in de auto, maar het dichtstbijzijnde stadje in Egypte. Om wat te doen? Om niks te doen. Er is aan de andere kant ook niet veel te zien. Ze hebben er in een vies restaurant vieze vis gegeten. Waren ze 500 shekel kwijt voor dat tochtje, daar hadden ze in Gaza zelf veel hele grote lekkere vis van kunnen eten. Maar het moest toch even, Gaza uit.

Joes wil nog even naar een van die ontruimde nederzettingen rijden, op zijn laatste dag. Netzarim is het dichtste bij. Het gehate Netzarim of wat er van over is. Een paar jonge mannen bewaken het terrein, vijf jongens met maar een halfautomatisch wapen. Het is onduidelijk wat ze bewaken, alles wat nog enige waarde zou kunnen hebben, hout, metaal, is er al uitgesloopt. Fatma moet soebatten dat we foto’s mogen maken. Ze moeten zichzelf ook een beetje een houding geven, een tikje belangrijk zijn, die jongens. Kilometers puin. Alle huizen opgeblazen, het zwembad, de waterleiding, de electriciteitsdraden kapot getrokken, het irrigatiesysteem voor de bomen en het gras stuk. En ook voor de lol nog een paar ontwortelde bomen. Tussen het puin de restanten van picknicks, en schoolreisjes van Palestijnse kinderen. Kunnen de kinderen zien hoe ruim en luxueus de Israeli’s hier leefden, met gras zomaar voor het plezier, genoeg water en schaduwrijke bomen. Op het hoogste punt van Netzarim kunnen we in de verte de weg zien waar we destijds langs de wachttorens reden, altijd even de adem ingehouden, en dan opgelucht dat we er weer langs waren.

Om Netzarim heen krijgen sommige van de vroegere landeigenaren weer toestemming om hun land opnieuw te bewonen. Hun oude huizen zijn verwoest, het land is dor. Maar ze beginnen opnieuw, er staat een oud busje, een paar tenten met een feestelijke vlag er op, een kleine kudde schapen. Om Netzarim heen zijn erg veel mensen gestorven, toen ze hun land en hun huizen probeerden te verdedigen tegen de tanks en de bulldozers, maar soms ook gewoon omdat er op ze werd geschoten omdat ze daar woonden. Het is al donker als we terugrijden. Een huiselijke avond met Joes in de flat, Joes doet de hele afwas, ik bak een paar eitjes, beetje lezen, veel napraten over vandaag, Gaza, de problemen hier, de toekomst, het leven.

Vanochtend vertrekt Joes. Ik blijf nog. Het zal leeg worden in de flat. En de drank is ook al op.

Speciaal voor Alexandra: groeten van Yahya en Ramsey


(Yahya en Ramsey)

2 gedachten over “Gaza 12 december 2005

  1. Hallo mevrouw Meulenbelt,

    Via de nieuwsbrief Taalpost http://nieuwsbrief.taalpost.nl/r/tp.plx?1023-474
    zag ik onderstaand bericht.

    “Omdat iedereen een minimum aan gebarentaal zou moeten begrijpen, hebben twee schrijfsters een miniwoordenboek van de Nederlandse gebarentaal opgesteld.”
    Bron: Taalunieversum. http://taalunieversum.org/nieuws/1190

    Het artikel op de website is te groot, daarom heb ik alleen het webadres maar vermeld.
    Eerlijk gezegd heb ik zelf geen idee hoe het internationaal zit met gebarentaal. Of elke taal ook z’n eigen gebarentaal heeft, ik hoop maar van niet.
    Misschien is het artikel voor jullie interessant.

    Hartelijke groet,

    Gretchen de Graef
    Vlissingen.

  2. Hallo Gretchen, in principe zou gebarentaal een mooie internationale taal kunnen zijn, maar zo heeft het zich niet ontwikkeld. De verschillen zijn heel boeiend. Zo is ‘Nederland’ hier het gebaar van koeien melken. (De paar koeien die ze hier hebben komen uit Nederland) En ‘water’ heeft veel verschillende gebaren, van golfjes maken met je handen voor mensen die de zee kennen, maar dat zegt mensen in woestijnen weer niets, die doen drup drup uit een kraan. Of een gebaar voor verhuizen, hijsen, dat kennen alleen mensen met huizen als in Amsterdam met veel verdiepingen en smalle trappen.
    De naam in gebarentaal die ik hier heb gekregen is Groot Haar.
    Dank je wel, Gretchen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *