Dagboek 27 augustus 2006

Een paar belangrijke stukken. De serie over zionisme wordt vervolgd met een artikel van Hajo Meyer van Een Ander Joods Geluid, die betoogt dat het erg belangrijk is om een onderscheid te maken tussen jodendom en zionisme. En ook om een onderscheid te maken tussen kritiek op Israel en antisemitisme.

Het is dus ten enenmale fout om het merendeel van de grote aandacht voor het nu al bijna 40 jaar durende conflict tussen Israëli’s en Palestijnen in verband te brengen met antisemitisme. In het merendeel van de gevallen zal eerder het omgekeerde waar zijn, het zijn immers je vrienden die jou je feilen tonen. Maar helaas moet worden vastgesteld dat onverantwoordelijke Israëlische politici zoals Shimon Peres, Sharanski en Sharon de verwarring tussen kritiek op daden van Israël, en anti-semitisme bewust in de hand hebben gewerkt. Immers, als schendingen door Israël van internationaal recht en humanitair recht in het geding zijn kan deze kritiek volledig terecht zijn. Door te stellen dat dergelijke kritiek de huidige vorm van anti-semitisme zou zijn, wordt menig rechtschapen mens in de categorie van potentiële moordenaar geplaatst en daardoor vaak zwaar beschadigd. Als leiders van de zich joods noemende Zionistische staat anti-semitische gevoelens wakker roepen, – want weinig wekt deze gevoelens meer op dan valse beschuldigingen -, dan kun je bij het beoordelen van deze handelwijze alleen maar kiezen tussen aan hun verstand te twijfelen of te vermoeden dat ze er een bedoeling mee hebben.

Lees het gehele artikel, hieronder. En dan komt er binnenkort nog een aflevering van de serie over post-zionisme.

En Uri Avnery gaat onvermoeibaar voort met zijn commentaren. Zijn vorige stuk ging over het leger, de Israeli Defence Force, die niet in staat is geweest om Hezbollah uit te schakelen. Het leger is ook niet meer geoefend in het voeren van een werkelijke oorlog, stelt hij. Bij de invasies in de Gazastrook, vooral bij de aanvallen vanuit de lucht, zijn de militairen er niet meer aan gewend dat er ook terug wordt geschoten. De Palestijnen hebben nauwelijks meer tot hun beschikking dan kalashnikov’s, zelfgemaakte raketten en stenen. Soldaten weten ook niet meer hoe ze zich beschermen moeten, en graven zich niet meer in. Het stuk heet Good Morning, Elijahu! en is nog niet opgenomen op de website van Gush Shalom, maar dat zal wel komen.

Maar belangrijker vind ik het laatste stuk van Avnery, hieronder afgedrukt, helaas nog in het engels, ik vind het de moeite van vertalen waard maar weet niet of ik daar aan toe kom. Het stuk begint met een uitspraak van de Syrische president Bashar al-Assad: ‘elke nieuwe Arabische generatie haat Israel meer dan de vorige’. In het Westen, ook in Nederland, zijn de Israel-apologeten vooral bezig met het verspreiden van de gedachte dat het verzet van de Arabische wereld, ook van de Palestijnen en de Libanezen, niets met de politieke en militaire daden van Israel te maken hebben, maar een gevolg zijn van de typische jodenhaat van moslims en Arabieren. Zie Hans Jansen, zie Pieter van der Horst. Zie de steeds weer terugkerende ‘discussie’ over jodenhaat in de Palestijnse schoolboekjes. Zou het verzet van de Palestijnen en de Arabische haat tegen Israel niet iets te maken kunnen hebben met de Israelische bezetting van Palestijns gebied? “Dat is aantoonbaar onzin”, zegt Van der Horst in De mythe van het joodse kannibalisme – en toont dat vervolgens niet aan, want dat kan hij uiteraard ook niet.

Avnery gaat terug naar de stichting van de staat Israel, waar hij zelf als jonge man, lid van de ondergrondse joodse verzetsgroep Irgun nog aan deel heeft genomen. Het zionistische project leek op de transplantatie van een orgaan in het al bestaande lichaam van een mens – de natuurlijke reactie van dat lichaam is het vreemde orgaan af te stoten. Al negen en vijftig jaar terug schreef Uri Avnery daarover een pamflet. Toen de zionistische vaders besloten om in het Midden-Oosten een ‘veilige thuishaven’ voor de joden te scheppen, waren er twee manieren waarop je dat had kunnen doen. Als Europese veroveraars, die zichzelf definieerden als vertegenwoordigers van de blanke wereld, en als toekomstige meesters over de inboorlingen, net als de Spaanse conquistadores en de Angelsaksische kolonisten in Amerika. Zoals de kruisvaarders dat deden in Palestina.

De tweede manier was om zichzelf te definieren als een Semitisch volk dat terugkeerde naar een Semitische regio, waar ze zich met andere aanwezige volken zouden verenigen in de bevrijdingsstrijd tegen de Europese koloniale uitbuiting.

Het is duidelijk dat de jonge staat Israel koos voor de eerste manier. Dat had volgens Avnery ook anders gekund. Er zijn gebeurtenissen geweest die er op wezen dat de Arabische volken bereid waren om samen te leven, zie het vredesaanbod van Sadat, zie het verdrag met koning Hussein, zie het aanbod van Arafat om Israel te erkennen en vrede te sluiten. Maar elke stap voorwaarts in de richting van samenleven als onderdeel van het Midden-Oosten werd door Israel opgevolgd met een stap terug. De staat Israel verkoos er voor een vreemde natie te blijven binnen het Midden-Oosten, een vooruitgeschoven post van het Westen. Zoals de aartsvader van het zionisme, Theodor Herzl 110 jaar geleden al zei: “In Palestina zullen we voor Europa een muur opwerpen tegen Azie, en dienen als een bastion van beschaving tegen de barbarij”. Woorden die Olmert bijna letterlijk herhaalt, in zijn pogingen om vriendjes te blijven met Bush.

Is die clash of civilisations dan niet onvermijdelijk? Avnery vindt van niet. En op welke manier is het gedachtengoed van het Westen eigenlijk zo superieur aan dat van het Oosten?

De joden die de vlammen van de auto-da-fe ontvluchtten van de christelijke inquisitie in Spanje werden met open armen ontvangen door het Islamitische Ottomaanse Rijk. De meest beschaafde natie van Europa kooos op democratische wijze voor Adolf Hitler als hun leider, en tegen de holocaust protesteerde ook de paus niet. En op welke wijze zijn de spirituele waarden van de Verenigde Staten, het Westerse Imperium, eigenlijk superieur aan de waarden in India en China? Zelfs Huntington, de uitvinder van de kreet de clash of civilisation, moest het toegeven: Het Westen overwon niet door de superioriteit van ideeen of waarden of religie, maar door hun superioriteit in het toepassen van georganiseerd geweld. Westerlingen willen dat nog wel eens vergeten, niet-westerlingen nooit.

De waarheid is, zegt Avnery, dat de retoriek van de botsing der beschavingen niets anders is dan een ideologische dekmantel voor een zaak die niets uitstaande heeft met ideeen en waarden: de vastbeslotenheid van de Verenigde Staten om over de wereld te heersen, en vooral over de olie.

En welk belang heeft Israel om zich op te stellen als het hondje van Bush, als de dienaren van de grootste vijand van de islamitische wereld in het algemeen en de Arabische wereld in het bijzonder, vraagt Avnery zich af. “We willen hier tenslotte over 100 jaar nog zijn, en over 500 jaar. Ons grootste nationale belang is om geaccepteerd te worden door de Arabische wereld, waar we deel van uitmaken, en samen te werken aan de opbouw van deze regio. Dat was 59 jaar geleden al waar, en is 59 jaar na vandaag nog steeds waar”.

Lees zijn belangwekkende artikel, hieronder.

Amnesty International heeft inmiddels een rapport uitgebracht waarin wordt aangetoond dat de schade aan de burgerbevolking en de civiele infrastructuur niet opgevat kan worden als ‘bijkomende schade’ – maar de bedoeling was. Ga naar de website van Amnesty. Lees het rapport van Amnesty.

2 gedachten over “Dagboek 27 augustus 2006

  1. De door Avnery uitgesproken wens dat “de joden hier over 100, 500 jaar nog zullen zijn en geaccepteerd zullen worden door de Arabische wereld” zou best eens ijdel kunnen blijken.
    Waarom zouden de Arabieren de vestiging van een kolonie in hun regio door overzeese migranten accepteren, terwijl die kolonie (met grof geweld) gevestigd werd in een periode van de geschiedenis, waarin de belangrijkste koloniale mogendheden zich uit hun kolonien terugtrokken?

    In een gesprek dat ik, lang geleden (1972 of daaromtrent), had met een Egyptenaar zei hij iets in de trant van:
    “De zionistische staat zal zich op lange termijn niet kunnen handhaven. De Arabische wereld zal haar nooit echt accepteren. Wij hebben de tijd; kijk naar de kruisvaarders; zij hebben zich bijna 2 eeuwen kunnen handhaven in Palestina, maar uiteindelijk werden zij toch verdreven”.

  2. Ik weet dat er ook, met name oudere, Palestijnen zijn die zo denken. De mukhtar van Kowkaba, de grootvader van onze vriend Ramadan, schilderde het hok waarin hij de mannen van Kowkaba ’s ochtends na het eerste gebed verzamelde voor koffie en het doornemen van de zaken uit principe niet, want het was maar tijdelijk. Kowkaba, moet ik uitleggen, was een Arabisch dorp in Israel dat na 1948 werd vernietigd en niet meer bestaat. Het grootste deel van de oorspronkelijke bevolking van Kowkaba en hun nazaten woont nu in Bureije kamp, in de Gazastrook. De mukhtar geloofde er in dat Israel, als koloniale en vreemde mogendheid weer zou verdwijnen, net als de kruisvaarders. En in zijn laatste jaren, toen hij besefte dat hij het niet meer mee zou maken zat hij vaak te huilen. Maar zijn kleinzoon is modern en realist. Hij accepteert het feit dat de staat Israel er is, al is het niet speciaal met liefde. Hij gaat er van uit dat hij daar nooit zal willen wonen, maar vindt wel dat zijn familie als vluchtelingen erkend moet worden en gecompenseerd voor wat hen aan land en huizen is afgenomen. En hij gaat er van uit dat er met Israel samen te leven valt, wanneer ze ophouden met de bezetting, en werkelijk een leefbare Palestijnse staat zullen accepteren. Daar ziet het nu nog niet naar uit.

    Of de zionistische staat zal kunnen blijven bestaan ligt niet alleen aan de houding van de omringende Arabieren, aan de Libanezen en de Palestijnen. Het ligt ook aan de beslissingen die Israel zelf gaat nemen. Zolang ze blijven steken in de koloniale houding van nu, en zichzelf, met steun van de VS blijven zien als een westers bruggehoofd in het Midden-Oosten, met de taak om ’terrorisme te bestrijden’ en de Arabische volken op de knieeen te dwingen blijft het oorlog. Zolang de bezetting van de Palestijnen doorgaat komt er geen oplossing. Pas wanneer Israel beseft dat ze een onderdeel uitmaken van het Midden-Oosten, en niet van Europa, en aan het werk gaat aan de verbetering van de regio, in plaats van de verwoesting en overheersing, lijkt mij dat er een kans is dat Israel ongehavend voort kan bestaan, ook in de komende eeuwen. En inderdaad: ik denk dat dat kan. De vredespogingen vanuit de Arabische wereld, door Israel grotendeels genegeerd, en in het Westen nauwelijks bekend, waren er wel degelijk.

    Een ander punt is een interne zaak. De vraag hoelang de staat Israel nog gevestigd kan blijven op het zionistische principe. Dat wil zeggen dat het een joodse staat moet zijn, met een joodse meerderheid, en een tweederangs status voor niet-joden. Welk land kan het nog volhouden gebaseerd te zijn op een etnisch-religieus beginsel? Het is volledig uit de tijd, maar door de geschiedenis van Israel en de jodenvervolging die daaraan voorafgaan, vatten veel Israeli’s de suggestie dat het tijd wordt om er een gewone democratie van te maken met gelijke burgerrechten voor iedereen ongeacht afkomst, op als een poging om ‘Israel te vernietigen’. Terwijl dat in mijn ogen nou juist neerkomt op een kans om Israel te behouden.

    Met die twee zaken, extern de koloniale houding heersers te willen zijn in de regio, en intern, het vasthouden aan het zionisme als leidraad voor de staat, denk ik niet dat Israel het in de komende eeuwen gaat redden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *