Nebahat Albayrak (2)

De ‘Armeense kwestie’ die nu al haast ‘de zaak Albayrak’ is geworden fungeert, zoals bijna alles dat in Nederland tot kwestie wordt verheven, als splijtzwam. Tussen Turkse en Nederlandse Nederlanders. Binnen de partijen. Tussen autochtonen. De vraag is of je de discussie nog helder krijgt, en kan ontdoen van wat er allemaal op de achtergrond en onder de tafel meespeelt. De precaire balans tussen ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’ met name. Dat lijkt in heethoofdig Nederland steeds lastiger.

De Volkskrant kopt vandaag met de mededeling dat een groot deel van de Turkse gemeenschap overweegt om de verkiezing te boycotten. Traditioneel stemt een groot deel van hen op de PvdA maar nu zijn ze kwaad. Ook die van het CDA. Talip Demirhan, die acht jaar lid was van het hoofdbestuur van het CDA, vindt het krankjorum dat er politici van de kandidatenlijst zijn afgevoerd. “Ons wordt dus gevraagd of onze overgrootvader een massamoordenaar is geweest. Als hij dat zou zijn geweest, mag hij van mij de hel in, maar waarom moet ik daarover verantwoording afleggen aan tante Truus en ome Jan? Omdat het aan hun normen een waarden voldoet? Dan zeg ik: sodemieter op met je normen en waarden.”

Met andere woorden, deze plotselinge eis aan Turkse politici om stante pede verantwoording af te leggen over wat Turkije in het verleden heeft gedaan staat niet op zichzelf, maar wordt ervaren als het zoveelste bewijs dat ‘allochtonen’ zich voortdurend moeten verantwoorden voor hun land van herkomst, voor hun geloof, voor alles wat er mis zou zijn met de integratie. En voor velen van hen is het nu wel genoeg.

Nebahat Albayrak is op de hoogte van de dreigende boycot: “Wat men van ons vraagt, lijkt veel op een afgedwongen geloofsbelijdenis. Ik noem het een kramp van een land dat niet weet om te gaan met mensen zoals ik, met de migrantenkinderen. Ik adviseer mijn achterban juist nu het debat op te zoeken en zich niet te verschuilen”.

De zaak wordt helemaal absurd als je bedenkt, Willem Lindenboom schrijft dat ook vanochtend in de Volkskrant, dat het Europese Parlement vorige week juist de eis heeft laten vallen dat Turkije in de toetredingsonderhandelingen tot de EU de genocide erkent. En je zou toch denken dat het heel wat reeeler is om aan de regering in Turkije te vragen de genocide te erkennen dan aan een Nederlands parlementslid.

Albayrak is iemand die heel goed in staat is om een brug te slaan tussen de Nederlandse en de Turkse gemeenschap, stelt Lindeboom. En bovendien bepaald niet iemand die het stereotype beeld van vrouwen in de Turkse gemeenschap bevestigt. “Zou dat niet iets belangrijker zijn dan elkaar in Nederland de maat te nemen over een opvatting die men in Brussel weer net zo makkelijk inslikt?”

Het gaat om nog wat anders, bedacht ik gisteren, na een flinke hoeveelheid reacties op dit weblog. De erkenning van de zwarte bladzijde in de Turkse geschiedenis is van belang voor de normalisatie van de Armeens-Turkse betrekkingen. Daar zijn we het zo over eens. Ook voor de betrekkingen van Turkije met de Europese landen. Maar het gaat er ook om hoe je dat proces stimuleert. In Turkije is nog nauwelijks sprake van een vrijheid om een vrije discussie te voeren. Daar zouden we de Turkse regering op aan moeten spreken, als ze deel willen maken van Europa, die de vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel heeft. Ook binnen Nederland, waar die vrijheid er wel is, zouden Turkse Nederlanders, gevraagd, uitgenodigd, gestimuleerd kunnen worden om die discussie aan te gaan. Politici van Turkse afkomst zouden daar een voortrekkersrol in kunnen nemen. Maar om ze te dicteren wat ze vinden moeten, op straffe van intrekking van hun net aangeboden politieke positie, zo belangrijk voor de Turkse gemeenschap in Nederland, die net de macht van hun stemrecht massaal hebben ontdekt, roept uiteraard een nationalistische tegenreactie op, bevestigt oude beelden van die Nederlanders willen ons er toch niet bijhebben, versterkt het wantrouwen tegen het parlementaire systeem die de Turken de stem die ze net hadden veroverd nu al weer afneemt.

Dicteren helpt dus niet. Ook de Armeense zaak niet. Waarvan ik nog steeds vind dat onze partijen op het standpunt moeten blijven staan dat het onrecht dat de Armeniers is aangedaan erkend moet worden, en we de Turkse regering moeten blijven zeggen dat het tijd wordt. En ook om hun eigen burgers de vrijheid te geven daar hun mening over te vormen.

Nee, ik ben er geen voorstander van om het ene onrecht tegen het andere weg te strepen, en dat we in Nederland zo ontzettend traag en onwillig zijn om ons eigen koloniale verleden onder ogen te zien is geen excuus voor Turkije om de Armeense zaak in de doofpot te laten. Maar met al dat boter op ons hoofd kunnen we wel bedenken dat het ook in Nederland vooral een proces is geweest – en nog is – om rechttoe rechtaan uit te komen voor onze eigen historische fouten. Zie Balkenende, die tussen neus en lippen zei dat hij hier een ‘VOC mentaliteit’ miste. Is Balkenende door zijn partij al van de kieslijst afgevoerd?

Stel dat de VS opeens zou beslissen niet meer met ons te willen samenwerken zolang we niet klip en klaar de schuld op ons hebben genomen voor de ‘politionele acties’ in Indonesie? Zouden wij hier niet uitbarsten in een nationalistisch waar bemoeien die lui zich mee en kijk naar je eigen? Dus laten we de Armeense zaak vooral op de agenda houden, plus de vrijheid van meningsuiting die in Turkije ver te wensen overlaat, maar laten we de Turken, hier en daar, hetzelfde verwerkingsproces gunnen als we willen hebben voor ons eigen koloniale verleden.

Ik wens Nebahat Albayrak alle sterkte in haar poging om de eigen achterban nog binnenboord te houden en te overtuigen dat ze hun politieke macht beter in kunnen zetten dan met een boycot die alleen rechts ten goede zal komen.

11 gedachten over “Nebahat Albayrak (2)

  1. Anja,

    UItstekend commentaar van je: “In Turkije is nog nauwelijks sprake van een vrijheid om een vrije discussie te voeren. Daar zouden we de Turkse regering op aan moeten spreken, als ze deel willen maken van Europa, die de vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel heeft. Ook binnen Nederland, waar die vrijheid er wel is, zouden Turkse Nederlanders, gevraagd, uitgenodigd, gestimuleerd kunnen worden om die discussie aan te gaan. Politici van Turkse afkomst zouden daar een voortrekkersrol in kunnen nemen.”

    Het feit dat Albayarak het nalaat in een adem het recht op ontkenning,niet erkenning en erkenning door Turken te noemen, en de Turkse regering op dat recht aan te spreken maakt haar voor mij vooralsnog discutabel.

  2. politionele acties?
    lijkt me nogal een open deur dat de Nederlandsche staat daar verantwoordelijk was,
    ik vermoed dat vrijwel iedereen, op een handvol reactionairen na, die acties NU afkeurt en ruiterlijk erkent dat dit een grote bloederige blunder van de destijds zittende regering was.
    Een welgemeend excuus voor toen begane oorlogsmisdaden is wel op z’n plaats.

    Ik vrees ook dat het Nederlanders geen biet meer interesseert waar door een dergelijk excuus niet alleen geen probleem is maar ook nogal inhoudsloos.

    Hoe anders in Turkye en veel hier residerende Turken.
    Onbespreekbaar, strafbaar en ronduit gevaarlijk als je het maar te berde brengt.
    De lange arm van de Turkse staat regeert ferm in Nederland, iets wat integratie moeilijk zoniet onmogelijk maakt.

  3. Het klopt niet dat de ‘Armeense kwestie’ als een splijtzwam fungeert tussen Nederlandse Nederlanders en Turkse Nederlanders.
    Het voornemen van vele Turkse Nederlanders om niet te gaan stemmen lijkt aan te tonen dat de mentaliteit van dezen de ware splijtzwam is.

    Sinds de genocide op de Armeniërs is in Turkije een ontkenningspolitiek gevoerd. Vele Turken zijn in Turkije met deze politiek grootgebracht. De hechte binding met Turkije bij veel Turkse Nederlanders brengt onbedoeld ook deze politieke gedachte mee. Vanuit hun visie is hun verontwaardiging over deze kwestie dan ook te begrijpen maar afkeurenswaardig.
    Het strookt namelijk niet met de historische feiten. In Nederland wordt de genocide erkend door de meesten die er bekend mee zijn. Men mag uit angst voor het afkeren van de Nederlandse maatschappij door de Turkse Nederlanders deze discussie niet uit de weg gaan.

    In Nederland hebben we namelijk niet alleen te maken met Turkse Nederlanders en hun gevoelens, maar ook met Armeense Nederlanders. Als de Nederlandse politiek om de gemoederen te sussen zich zou laten beïnvloeden door een eventuele verkiezingsboycot gaan we voorbij aan de veel kleinere groep Armeense Nederlanders.
    Het bruggen bouwen tussen Turkse Nederlanders en Nederlandse politiek is op zich een goede zaak. Hier wordt echter voorbijgegaan aan het feit dat Nederland meer allochtonen telt dan alleen Turken en Marokkanen. Armeniërs en andere kleinere groepen zoals Angolezen en Vietnamezen hebben niets met Albayrak als verbinding tussen Nederland en ‘de allochtone Nederlander’. Voor de zoveelste keer worden alle allochtonen op één hoop gegooid, een kapitale fout.

    In 2000 wilden Armeniërs in Assen een monument oprichten voor de slachtoffers van deze genocide. Ik was geschokt van het hevige protest van de Turkse gemeenschap. Aan zulke protesten mag de Nederlandse politiek niet toegeven uit angst voor polarisatie.

    http://www.24april.nl is een site van een Armeense organisatie. Hier kunnen we de andere kant van het verhaal zien.

  4. Wat ik in de hele discussie mis is zijn de nabestaanden van de Armeense genocide. Nebahat Albayrak die zelf toegeeft dat ze weinig afwist over de Armeense genocide durft, zonder in de ogen van de nabestaanden te kijken, te zeggen dat de bronnen over de Armeense genocide bevuild zijn en dat er meer onderzoek gedaan moet worden. Hierdoor transponeert zij de ontkenningsargumenten die door rechts-nationalistische turkse politici worden aangewend in de Nederlandse politieke arena. Dit kan naar mijn mening niet door de beugel.

    Zij zit in het Nederlandse parlement wat het Armeense genocide heeft erkend. Als haar Turkse achtergrond zodanig van gewicht is dat zij daar niet kan losstaan en daardoor niet objectief kan kijken naar internationaal erkende bronnen verdient zij niet meer zitting te nemen in het Nederlandse parlement.

    Mochten de Turkse Nederlanders om deze reden niet te willen gaan stemmen, is dat hun democratisch recht. Wel zouden ze de moeite kunnen nemen om een keertje kritisch naar het standpunt van de Turkse overheid te kijken alvorens dit klakkeloos over te nemen. Dat zou wel getuigen van volwassenheid.

    Ik hoop dan ook dat de partijen die Nederlander van Turkse komaf op hun verkiezingslijst hebben staan onder druk van de Turkse stemgerechtigden niet een immoreel politieke beslissing zullen nemen om toch door te gaan met degenen die niet klip en klaar de Armeense genocide hebben erkend. Dat zou pas een dieptepunt in onze democratische geschiedenis zijn.

  5. Wat betreft de vrijheid van meningsuiting: als we Turkije erop willen aanspreken moeten we dat met landen als Frankrijk en Zwitserland ook doen. Daar worden historici die deze zogenaamde genocide op wetenschappelijke gronden ontkennen strafrechtelijk vervolgd! Waarom hoor ik daar niemand over klagen?!

  6. Hier een krantenknipsel van Algemeen Handelsblad uit 1920.

    Algemeen Handelsblad
    Amsterdam
    25.05.1920 van Dinsdag

    ……………………………………………

    De Franciscaner pater heeft slechts de waarheid gezegd. Maandenlang ging ik dwaars door Armenie en Kurdistan en ik vond bevestigd, wat hij mij verteld had. Na den terugtocht van het Russische leger, die op de Russische vreede volgde, namen de troepen van het z.g. Armeensche leger, de militaire operaties in de bezette Turkse gebieden over. Gedurende de Russische bezetting beschermden de Russen het leven en eigendommen van de Turken. Wat na dan terugtocht van de Russen gebeurd is, is hartverscheurend. De kleine Turksche nederzettingen werden door de benden van generaals Adronits en Murat tot den laatsten man afgemaakt, kerken tot den laatsten steen vernield.
    Toen waren de Armeensche verwachtingen nog hoog gespannen. Hun plannen reikten ver, omspanden het geheele Turksche rijk. En zij hoopten dat zij met den erfvijand zouden kunnen afrekenen tot den laatsten man, de laatste vrouw, het laatste kind. Ik heb in Erzincan ruines gezien, waar honderden lijken van gewurgde Turken lagen tusschen de puinhoopen. Ik heb licht laten schijnen in putten, die vol lijken waren. Ik heb met eigen ogen gezien, dat graven open gemakt werden, waarin mannen-en vrouwenlijken overelkaar lagen, bij honderden. Wie hadden dit gedaan? Die overwinnende Armeniers.

    Deze tooneelen vergezelden mij op den verren, langen weg door Opper-Armenie, Kurdistan tot in Russisch-Armenie. En is het een wonder, dat de Turken, toen zij weer overwinnaars waren, wraak namen, kwaad met kwaad vergolden? Ik moet erkennen dat tijdens den Turkschen opmarsch naar Russisch- Armenie het moorden voortgezet werd door de Turken. Aan den anderen kant van de grens van de Sarıkamış werden de Armeensche vestigingen, die daar tamelijk gezaaid zijn, ontvolkt met vuur en ijzer. De meest verbitterde volkshaat woedde tegen de vroegere overwinnaars, thans overwonnenen , in den beestachtigen vorm, een wild land van Azie eigen. Onze Europeesche hersens begrijpen deze onverbiddelijke haat niet, die volkeren tegen volkeren opzweept tot de ergste gruweldaden. Maar wij mogen niet vergeten, dat Opper-Armenie een land is, waarvan de beschaving vergeleken kan worden met de oer-cultuur der Europeesche volkeren. De volkeren daar zijn geen naties, doch horden. En zoals in den oertoestand der volkeren een ontmoeting van twee hordende vernitiging beteekende van een dezer twee, zoo is men in de bergen om den Grooten Ararat heden ten dage nog niet bedacht op samenleven, doch op vernietiging. In de kale bergen van Opper-Armenie bestaat er geen compromis, alleen strijd op leven en dood. De overwinnaar leeft, de overwonnene kan alleen sterven.

    Tijdens mijn verblijf in Alexandropol(Gümrü) gebeurde het volgende, dat een goed licht werpt op de mentaliteit van de menschen aldaar. Uit de richting van de bergengroep Alagöz hoorde men op een dag kanongedonder. De Armenische bevolking, die achter het Turksche front in angst en beven leefde, legden dit kanongedonder zoo uit, dat de Engelschen oprukten tegen de Turken. En zij leefden in de overtuiging, dat de Turken binnen enkele uren verslagen zouden zijn. Onmiddelijk ontstond achter het Turksche front een opstand, en de zwakke Turksche posten in de Armenische dorpen werden op de geraffineerde manier dood gemarteld. Maar de Engelsen kwamen niet. Een detachement van Kafkas- Armeniers had getracht door het dunne Turksche front te breken. Vandaar het kanongedonder. En toen het gevecht een paar uur later voorbij was, kwaam de wraak. De dorpen, waarin Turksche soldaten vermoord waren werden vernietigd. Kan men zeggen, dat de Armeniers geen schuld hadden?

    In Alexandropol zelf, in een zuiver Armeensche stad, waar, niettegenstaande de Turksche bezetting, de Armeniers rustig hun werk deden , kwam ik veel in aanraking met toonaangevende Armeniers. Zij leefden voortdurend onder een verschrikkelijke angst, dat op een dag door een onbedachtzame handeling van Armeensche benden de Turken wraak zouden nemen en dat zij dan het eerst er aan zouden moeten gelooven. Een gedeelte van Armeensche volk, het beste deel- was voor een vreedzame overenstemmming met de Turken. Men was nu eenmaal gedwongen samen te leven. En dan zou toch alleen verdraagzaamheid een eind kunnen maken aan het moorden. Maar het grootste gedeelte en de benden, de zogenaamde militairen wilden van vreede niets weten. Hun leuze was : “Zij of wij, een moet te gronde gaan.”

    De mannen, die verdraagzaamheid en verzoeninig predikten, werden verwenscht door het gros van het Armeensche volk. Men zei mij openlijk in Armeensche kringen: “Nu zijn de Turken baas. Maar spoedig zullen wij weer heer en meester zijn en dan zullen we geen enkelen Turk, die in onze handen komt in leven laten. Tusschen ons is geen overeenstemming mogelijk. Wij hebben een rekening eeuwen oud te vereffenen. Onze strijd is zoo oud als ons volk. Deze strijd begon op den dag, waarop de Turken in ons land kwamen en zal tot den dag duren, waarop wij op zij te gronde gaan. Een verzoening willen wij niet. Vervloekt zijn zij , die vriendschap sluiten met de Turken. ”

    Zoo was de stemming in een tijd, waarin de Armenen geen hoop hadden ooit van de Turken bevrijd te worden. Het zag er naar uit, alsof de overwinnende halve maan geheel Russisch- Armenie tot zich zou trekken.
    Hiernaar kan men beoordelen, wat er gebeurd is, toen de Turken moesten terugtrekken en de Turksche vestiginggen weer in handen van de Armeniers vielen.

    Een vergelijk is alleen mogelijk tusschen beschaafde volkeren. Bij de volkeren van het wildste Azie bestaat alleen haat en vernietiging. “De Turken zijn schuldig. Zij hebben gemoord.” Zijn echter de Armeniers minder schuldig, die ook hebben gemoord, zoodra daartoe de macht bezeten?

    Azie kan men alleen beoordeelen met Aziatische ogen.

  7. De moorden gepleegd door de Armeniërs in het krantenartikel lijken te dateren van 5 jaar na het uitroeien van een miljoen mensen. Deze wraakacties zijn niet goed te keuren maar in het licht van de genocide wel beter te begrijpen dan die genocide.

    De vergelijking die Ceyhan maakt lijkt op de uitspraak van overste Karremans vlak na de massamoord in Srebrenica in 1995: “Er zijn in deze oorlog geen good guys en geen bad guys”.
    Iedereen weet wat in Srebrenica gebeurd is, wraakacties door de moslims waarbij vele Serviërs werden vermoord waren ook niet goed te keuren maar stonden niet in verhouding tot de wandaden van de Serviërs.

  8. Men denkt hier dat het enkel rechts-nationalistische turkse politici/voorstanders zijn die de genocide niet willen erkennen, maar dat is absolute onzin. Het gros van de Turken (hier en in Turkije), ongeacht hun politieke voorkeur, wil niet iets erkennen wat niet bewezen is.

    Er zijn velen hier die denken dat de genocide een feit is en zich daarom verbazen dat de Turkse overheid (die overigens verre van nationalistisch is) dit halsstarrig ontkent. Maar laat het eerst bewezen zijn en ga je vervolgens verbazen.

  9. De vraag is niet of je, zoals Ceyhan stelt, Azie alleen met Aziatische ogen kan beoordelen. De vraag is ook niet of wij of andere landen niet ook in de fout zijn gegaan – dat is natuurlijk zo, en wel in ruime mate, o.a. via de door Balkenende zo opgehemelde VOC.
    Het gaat erom of je het je, zelfs met de verkiezingen in zicht, als Nederlandse politicus kan permitteren te stellen dat deze kwestie eerst nog maar eens verder bestudeerd moet worden, alsof het gaat om een nieuwe zaak gaat die nog niet in ruime mate middels onafhankelijk onderzoek is bestudeerd. En om het aantal slachtoffers van deze massamoord ‘niet het belangrijkste’ te vinden, vervolgens het aantal van 500.000 te noemen, waar onafhankelijk onderzoek uitkomt op bijna het dubbele…
    Dat deze kwestie bijna een eeuw geleden plaatsvond, doet niet terzake.

  10. De Turken hebben in februari 1919 diverse neutrale landen uitgenodigd om deel te nemen in een internationale onderzoekscommissie die de genomen relocatiemaatregelen diende te onderzoeken:
    http://www.devletarsivleri.gov.tr/yayin/osmanli/Armenians_inottoman/2b_223.htm

    Deze maatregelen worden heden door de aanhangers van de Armeense genocide gezien als een methode om de Armeniërs uit te roeien.
    Die landen die uitgenodigd waren:
    -Denemarken
    -Zweden
    -Spanje
    -NEDERLAND

    Resultaat:
    allen kwamen niet opdagen,inclusief Nederland:
    http://www.devletarsivleri.gov.tr/yayin/osmanli/Armenians_inottoman/images/261_03.gif

    Dus het is laf van Nederland geweest om na 85 jaar (in 2004) te zeggen dat de Turken schuld treft in een genocide. Ze hadden toen de gelegenheid om de zaak te onderzoeken.

    En: welke volk vraagt om een zo’n onderzoek net nadat ze een genocide hadden gepleegd?

    Onschuld Turken is in Europa onverteerbaar, de continent met ene na andere genocidedaders.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *