Marcouch

Ahmed Marcouch reageerde gisteren in de Volkskrant op de discussie die is ontstaan naar aanleiding van het verschijnen van het boek Het Marokkanendrama, een mythe? van Fleur Jurgens. Ik kon zelf niet bij de discussie zijn, ik hecht erg aan de mening van Marcouch, dus hier komt het stuk.

Risicojongeren moet je uit huis plaatsen en opnemen in nieuwe schoolinternaten of bij hun grootouders in Marokko, vindt Het Marokkanendrama een mythe? Niet voor de jongens in mijn Amsterdamse wijk Overtoomse Veld, ingeklemd tussen snelweg en spoorlijn. En ook niet voor de geïntimideerde bewoners die ik als nieuwe stadsdeelvoorzitter van Slotervaart meteen op bezoek kreeg, soms huilend.

Ali Eddaoudi (Forum, 3 april) en Hans Werdmölder (Forum, 4 april) vinden de bevindingen van Fleur Jurgens in haar boek Het Marokkanendrama niet nieuw. Klopt. Nieuw in haar boek is wel dat nu de professionals spreken. Niet de wetenschappers, maar de ervaringsdeskundigen, van kinderrechter tot docent. Die zien hetzelfde als ik: ordeloosheid, machteloosheid en agressie. Ik pleit ervoor de orde te herstellen en ouders rechtstreeks te benaderen.
Wat gaat er mis? Ik zie een groot tekort aan toezicht en structuur.

Zowel in het leven van de Marokkaanse jongens als in de werkwijze van de professionals. In de gezinnen en op straat. Op school en in de hulpverlening. Wij zijn te vrijblijvend geweest, onze Nederlandse werkwijze vol goede bedoelingen is geschikt voor families in goeden doen – weldoorvoed, vol zelfvertrouwen en rustig opgegroeid.
Zij kunnen aardig uit de voeten met het vrije onderwijs en het woud aan hulpverlening.
Sommige gezinnen met tien kinderen en een alleenstaande moeder zijn omringd door maar liefst vijftien welzijnswerkers die alles organiseren rondom één blinde vlek. Ik vraag: wat doen de ouders?

Dat is voor hen een eyeopener. Geef de ouders de regie over de hulp. Maak ze niet onmachtig. Zelf ben ik verpleger geweest en als mijn patiënten mij vroegen het vlees te snijden, dan deed ik dat. Want ik ben behulpzaam, maar wat je doet, is de hulpvrager hospitaliseren. Daar krijg je jongemannen van 23 jaar van die zonder blikken of blozen tegen mij zeggen: ‘Open het buurthuis tot 1 uur ’s nachts en je hebt geen problemen meer.’ Het kan, de orde herstellen. De gemeente Amsterdam heeft daar een organisatie voor opgericht. Dat ging zo. De vaders van de zonen die zich misdragen, heb ik bij mij geroepen op het stadsdeelkantoor…

Toen ik de avond daarop de jongens sprak in het jongerencentrum, bleek het nieuw voor hen dat wij hun adressen kennen. Ze dachten anoniem te zijn, met elke jongerenwerker of buurtregisseur een vertrouwelijke relatie te hebben, terwijl ze individueel maandelijks besproken worden in een netwerk. De wijze waarop ik de jongens voor het blok zet door hun ouders rechtstreeks te benaderen, beschouw ik als de overheidsstijl ‘er – opaf’. In Slotervaart draait nu een organisatie met straatcoaches die dag en nacht wie zich misdraagt van straat haalt, en met Marokkaanse gezinscoaches die de volgende dag bij de ouders voor de deur staan: ‘Wij willen twee dingen met u afspreken voor uw zoon.

Hij heeft na zes uur ’s avonds huisarrest en morgen staat hij óf bij het loket voor een baan óf bij de school voor een opleiding. En morgen komen wij de afspraken checken.’ De bewoners melden dat het werkt. Dan de risicojongeren. Voor criminele jongens moet de politie de pakkans vergroten en ze moeten lik op stuk krijgen. De risicojongeren worden uit huis geplaatst, om ze weg te halen uit hun milieu. Ik pleit ervoor ze vast te houden in een schoolinternaat, een soort klooster of kostschool waar zij blijven moeten tot zij hun vakdiploma hebben gehaald. Het moet praktisch en financieel ook mogelijk zijn hen uit huis te plaatsen naar de grootouders in Marokko, waar ook scholen zijn.

De orde herstellen is één. Een generatie uit het slop trekken, is twee. Daarvoor is onderwijs de sleutel. Het is de enige manier waarop kinderen uit hun povere milieus kunnen ontsnappen. Daarom gaat het mij zo aan het hart dat uitgerekend in dit soort buurten ook de scholen zo verpauperd zijn. Ik heb de beste scholen nodig en de beste docenten die er te vinden zijn. Daarom is elke dag dat minister Ella Vogelaar wacht met haar prachtwijken een verloren dag voor onze nieuwe generatie. Intussen lijden ook de fatsoenlijke, hardwerkende en studerende Marokkaanse Nederlanders onder het Marokkanendrama. Ik steek ze een hart onder de riem. Discriminatie?

Stap eroverheen! Kijk of je misschien nog extra aan jezelf kunt werken, een extra vaardigheidscursus, een aanvulling op je opleiding. Geen baan die bij je opleiding past? Neem wat je krijgen kunt, want uit het een komt het ander voort. Kijk naar Tweede Kamerlid Samira Bouchibti (voorheen Abbos) die ooit begon als gastvrouw in de AVRO-studio’s. En kijk naar Said Bensellam, de Amsterdammer van het jaar 2006, die zoekt het bij zichzelf, niet bij de wethouders. En kijk naar Omar Amerziane, die werpt zich op als inspirator voor integratie, die zegt niet ‘ik kom uit Overtoomse Veld, dus ik ben gedoemd te mislukken.’

Het is wat Fleur Jurgens op AT5 (zie ook vk.tv) zei, staande op het Sierplein in Slotervaart: ‘Ik wil vooral de slachtofferrol aankaarten.’
Wees de architect van je eigen geluk!

Ahmed Marcouch is voorzitter van stadsdeel Slotervaart.

7 gedachten over “Marcouch

  1. Je kunt de problemen benoemen – en dat moet ook, natuurlijk – maar je kunt ook proberen om er iets aan te doen. Die indruk krijg ik van deze ingezonden brief hierboven. Ik zie honderd keer liever opbouwende kritiek dan de afbrekende. Want ik denk dat je met het opbouwende de mensen kracht kunt geven om zelf ook eraan te werken dat het beter moet en beter kan. Of ben ik nu te geitenwollensokkerig bezig?

  2. Werden de jongens thuis maar net zo opgevoed als de meisjes, dan was er ook niet zo’n probleem.

  3. Dag Lydial, ik vindt je helemaal niet geitenwollensokkerig. Ik hou van kritiek, dat houd me scherp. En zelf geef ik ook graag kritiek en doe nooit een stapje terug. Vooral als ik aan mijn moeder kom, dan lusten mijn broertjes mij rouw. Dan krijg ik ze wel weer stil door te zeggen dat als zij de helft zouden doen van wat ik voor haar doe ze kritiek op mij mogen hebben, ha..ha. Als je kritiek hebt betekend het niet altijd dat je tegen de persoon bent en dat is vaak moelijk uit te leggen. Want hoe kan je iemand heel lief vinden of erg veel van houden, maar toch geef je kritiek?

    Warme groet,

  4. Waarom werd zo’n zeven jaar (onder paars II (Kok, Rosenmüller, Melkert, Dijkstal)) geleden het pleidooi voor ouders van probleemjongeren keihard op hun verantwoordelijkheid voor hun minderjarige kinderen en ze zo mogelijk op de kinderbijslag te korten als lik op stuksignaal dat ze bij de opvoeding van hun minderjarige kinderen ernstig in gebreke zijn geweest getaboeïseerd. En getaboeïseerd is mild uitgedrukt voor domweg in de hoek van de racisten getrapt. Het zal je maar overkomen dat je in een verdachte hoek wordt getrapt, terwijl je je tijd ver vooruit de waarheid spreekt. Dat vergeet je nooit en dat vergeef je ze nooit! De woede, de wrok en het wantrouwen die ze daarmee over zichzelf hebben afgeroepen, zijn van blijvende aard, want vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Let wel: Binnen de beslotenheid van de buurtcafé’s in de woonwijken van Rotterdam was dat toen al het gesprek van de dag en de haat tegen dat vuilnis en de gemeente was toen al groot. Domweg de realiteit ontkennen, negeren, bagetaliseren en mariginaliseren geeft het volk het gevoel van bevestiging dat ze monddood worden gemaakt. En ik vind dat de aanwijsbare schuldigen daaraan wel degelijk als schuldigen mogen worden aangewezen! In een bevrijd Nederland is voor hen die zich schuldig maken aan taboeïseren geen plaats, want taboeïseren getuigt van ideologische bekrompenheid. En taboes zijn ervoor om te worden doorbroken.

  5. Als je zo goed op de hoogte bent van de bron van je wrok, meneer de geallieerde, waarom stap je daar dan niet eens overheen, steek je handen uit de mouwen, en doet mee om er wat beters van te maken. Knap je meer van op dan maar in wrok en wantrouwen achteruit te kijken. Marcouch is wat dat betreft een goed voorbeeld. Je kunt ook blijven steken in wat doen die autochtonen toch lullig tegen ons. Hij niet. Hij kijkt wat er mis is en steekt zijn schouders er onder.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *